Onderwerp: Bezoek-historie

Borging toegang mgz voor Wlz-cliënten door zorgkantoren (deelrapport Toezicht op de langdurige zorg)

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Dit rapport is onderdeel van alle onderzoeksrapporten over 'Toezicht op de langdurige zorg'

Samenvatting

In 2021 hebben wij een onderzoek uitgevoerd naar wat de zorgkantoren doen om de toegang tot medisch-generalistische zorg (mgz) te borgen voor cliënten met een indicatie voor zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz). Medisch-generalistische zorg is geneeskundige zorg zoals huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde (SO), artsen verstandelijk gehandicapten (AVG) en de hen ondersteunende beroepsgroepen (bijvoorbeeld de verpleegkundig specialist) in samenspel plegen te bieden.

Borging toegang tot mgz voor Wlz-cliënten

De toegang tot mgz voor Wlz-cliënten is door zorgkantoren op verschillende manieren geborgd, via de contractering en mogelijkheid tot bijstelling van afspraken gedurende het jaar. Of het gecontracteerde zorgaanbod voldoende is om aan de vraag te voldoen is onzeker, omdat de zorgkantoren onvoldoende inzicht hebben in de vraag naar mgz. De afspraken met zorgaanbieders zijn historisch gegroeid en begrensd door de contracteerruimte. De afspraken zijn daarmee méér aanbod- dan vraaggestuurd. De borging van mgz kan verbeteren als de zorgkantoren zich voorafgaande aan de zorginkoop een goed beeld vormen van de vraag- en aanbodsituatie voor mgz en in hoeverre zij in een regio knelpunten kunnen verwachten (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 2). Bovendien is voor een betere borging van mgz voor Wlz-cliënten nodig dat zorgkantoren nagaan of de gecontracteerde zorgaanbieders daadwerkelijk goede afspraken hebben met mgz-zorgaanbieders. Het zorgkantoor zou in alle gevallen, zowel bij afspraken met als zonder behandeling, zich ervan moeten vergewissen dat mgz goed is geregeld voor alle Wlz-cliënten (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 3).

Signaleren van knelpunten door zorgkantoren

Zorgkantoren staan goed in contact met het veld. Het is daarom aannemelijk dat zij actuele knelpunten en ontwikkelingen signaleren (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 1). De NZa ziet wel het risico dat de zorgkantoren de signalen over de beschikbaarheid van mgz niet tijdig zien, maar pas als de situatie tot knelpunt is geworden. Door jaarlijks, tijdens het lopende contracteringsproces, na te gaan of alle Wlz-aanbieders daadwerkelijk goede afspraken hebben met mgz-zorgaanbieders kunnen zij eerder zicht krijgen op kwetsbare situaties (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 3).

In 20 van de 31 regio's hebben mgz-knelpunten gespeeld, die volgens de zorgkantoren tot een oplossing zijn gebracht. Het gaat dan om honderden cliënten (verpleeghuiszorg en gehandicaptenzorg) waarvoor tijdelijk de toegang tot mgz onvoldoende was geborgd. Alle zorgkantoren signaleren risico's voor de beschikbaarheid van mgz in de toekomst. Wij bevelen de zorgkantoren aan de risico's systematisch in kaart te brengen in een specifieke regioanalyse mgz, samen met de zorgverzekeraars (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 5).

Probleemoplossend optreden door zorgkantoren

Op actuele knelpunten in de regio springen de zorgkantoren actief in. Zij vervullen een faciliterende en waar nodig bemiddelende rol om tot oplossingen te komen. Het lukt niet altijd om structurele oplossingen te treffen. Wij bevelen de zorgkantoren aan bij huisartsen na te gaan of zij voldoende op de hoogte zijn van de mogelijkheden SO/AVG te raadplegen op grond van de Wlz, binnen de contracteerruimte. Dit zou de nodige comfort moeten bieden aan huisartsen die Wlz-cliënten bedienen. Randvoorwaarde is goede afspraken hierover tussen de huisarts en de SO/AVG (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 4).

Met het oog op de risico's voor de beschikbaarheid van mgz hebben de zorgkantoren in het zorginkoopbeleid 2022 aandachtspunten geformuleerd voor zorgaanbieders, voor de samenwerking tussen de Wlz-zorgaanbieders en mgz-professionals. De zorgkantoren stellen zich actief op om die samenwerking in de regio verder tot stand te brengen, via regiotafels, bijeenkomsten en gezamenlijke projecten. In het sturend optreden richting de zorgaanbieders kunnen de zorgkantoren actiever zijn. In het kader van de contractering van zorg moeten zij meer werk maken van concrete afspraken over samenwerking, deskundigheidsbevordering, taakherschikking, innovatie, etc. Bijvoorbeeld door in (addenda op) de contracten afspraken hierover vast te leggen. Een regioanalyse mgz, waarin de knelpunten in vraag/aanbod concreet zijn gemaakt, biedt de basis om hierover het gesprek aan te gaan met de zorgaanbieders (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 5).

  1. Inleiding

In 2021 hebben wij een onderzoek uitgevoerd naar de rol van zorgkantoren bij het borgen van de toegang tot medisch-generalistische zorg (mgz) voor cliënten met een indicatie voor zorg uit de Wet langdurige zorg (Wlz; verpleeghuiszorg; gehandicaptenzorg; ggz-zorg). Onder mgz verstaan wij 'het geheel aan geneeskundige zorg zoals huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde (SO), artsen verstandelijk gehandicapten (AVG) en de hen ondersteunende beroepsgroepen (bijvoorbeeld de verpleegkundig specialist) in samenspel plegen te bieden, zowel overdag als in de avond-, nacht- en weekenduren (ANW-uren)'.2

Wij hebben onderzoek gedaan op basis van een informatieverzoek, openbare documenten en een interview met betrokkenen van elk zorgkantoor. In deze rapportage ligt de focus op de verpleeghuiszorg en gehandicaptenzorg. De aanleiding voor dit onderzoek zijn signalen dat niet voor alle cliënten met een Wlz-indicatie de mgz goed is geregeld. Deze signalen gaan onder andere over knelpunten in de samenwerking tussen de mgz-beroepsgroepen en (dreigende) overbelasting dan wel tekorten aan (medische) zorgverleners. Om de problemen te verhelpen lopen diverse trajecten en heeft de NZa eerder advies uitgebracht.3 Met dit onderzoek willen wij bevorderen dat zorgkantoren optimaal invulling geven aan hun rol binnen de huidige situatie van bekostiging en organisatie. Door inzicht te geven in de rol die zorgkantoren spelen en aanbevelingen te doen om de effectiviteit van hun handelen te vergroten, willen wij ook bijdragen aan vervolgstappen om de toegankelijkheid van mgz binnen het huidige stelsel beter te borgen. Het rapport kan daarmee ook gebruikt worden in de voortgaande beleidsdialoog over mogelijke aanpassingen op de korte termijn, en de positionering van mgz in het zorgstelsel op de langere termijn.

De zorgkantoren hebben een zorgplicht: zij moeten ervoor zorgen dat mensen met een Wlz-indicatie tijdig toegang hebben tot integrale en passende zorg, inclusief medisch-generalistische zorg. Het borgen van toegang tot mgz voor Wlz-cliënten is om verschillende redenen complex en maakt ook dat de taken van zorgkantoren niet eenvormig zijn uit te voeren. Aan het begin van hoofdstuk 2 geven wij een nadere duiding van de zorgplicht van zorgkantoren in relatie tot positionering van mgz in het huidige stelsel.


Verwachtingen NZa

Voorafgaand aan het onderzoek hebben wij de volgende aan de zorgplicht gerelateerde verwachtingen geformuleerd, die wij als raamwerk voor deze rapportage gebruiken:

  1. Het zorgkantoor borgt de beschikbaarheid van mgz voor Wlz-cliënten via de contractering en de zorginkoopdialoog (hoofdstuk 2).

  2. Het zorgkantoor signaleert tijdig knelpunten en risico's in de beschikbaarheid van mgz voor Wlz-cliënten in hun regio('s) (hoofdstuk 3).

  3. Het zorgkantoor neemt de noodzakelijke maatregelen om de (toekomstige) mgz-knelpunten te helpen oplossen (hoofdstuk 4).

  4. Het zorgkantoor geeft duidelijk aan wat, naast de huidige acties, méér nodig is om de (toekomstige) mgz-knelpunten op te lossen (hoofdstuk 5).

Hoofdstuk 6 bevat onze aanbevelingen voor hoe de borging van de toegang tot mgz voor Wlz-cliënten verder kan worden verbeterd. Deze zijn in deze rapportage algemeen geformuleerd (de rode lijn). De zorgkantoren hebben een individuele terugkoppeling gehad met de voor het zorgkantoor specifieke aanbevelingen.

  1. Borging beschikbaarheid mgz via contractering en zorginkoopdialoog

2.1 Nadere duiding van de zorgplicht van zorgkantoren voor mgz

Zorgkantoren kunnen de beschikbaarheid van mgz voor de Wlz-cliënten in de regio op verschillende manieren borgen in afspraken met zorgaanbieders.

Kader 1 Borging toegang tot mgz voor Wlz-cliënten

  1. Het zorgkantoor maakt afspraken met een Wlz-zorgaanbieder over 'zorg met behandeling'

    Op basis van deze afspraken is de Wlz-zorgaanbieder verantwoordelijk voor de levering van alle onderdelen van mgz (huisarts, SO/AVG) aan zijn cliënten. Deze Wlz-zorgaanbieder kan daartoe een SO/AVG in dienst nemen, of extern inhuren. Als deze niet zelf de huisartsenzorg levert, zullen hierover afspraken moeten worden gemaakt met externe huisartsen. De Wlz-zorgaanbieder kan ook het hele mgz-pakket extern inhuren, via onderaanneming. De Wlz-zorgaanbieder betaalt dit uit zijn budget en blijft eindverantwoordelijk voor de nakoming van de afspraken met het zorgkantoor.

  2. Het zorgkantoor maakt afspraken met een Wlz-zorgaanbieder over 'zorg zonder behandeling'

    In deze situatie wordt de huisartsenzorg voor deze cliënten geleverd vanuit de zorgverzekeringswet (Zvw), door een huisarts in de omgeving van waar de cliënt verblijft. De huisartsenzorg op basis van de Zvw wordt door de zorgverzekeraars gecontracteerd. De verantwoordelijkheid voor het krijgen van huisartsenzorg ligt in beginsel bij de cliënt zelf, maar daarbij blijft het zorgkantoor op grond van zorgplicht gehouden zich ervan te vergewissen dat ieder cliënt de vereiste zorg krijgt. De eindverantwoordelijkheid is hier diffuus.

  3. Het zorgkantoor maakt afspraken over levering van behandeling in modules (SO/AVG)

    Voor Wlz-cliënten die 'zorg zonder behandeling' krijgen, kan hun huisarts (die hoofdbehandelaar blijft) een beroep doen op ondersteuning door een SO of AVG (of een medisch verpleegkundige). Deze ondersteuning wordt dan wel bekostigd vanuit de Wlz (modulaire bekostiging). Zorgkantoren maken inkoopafspraken over de inzet van deze 'behandelmodules' met zelfstandig werkende SO's of AVG's; of SO's of AVG's in dienst van een regionaal werkende behandeldienst. Ook kunnen zij afspraken maken met één of meer grote zorgaanbieders in de regio over het beschikbaar stellen van de SO of AVG die bij hen in dienst is, aan andere zorgaanbieders in de regio.

Naast Wlz-cliënten die zorg krijgen van gecontracteerde zorgaanbieders, zijn er Wlz-cliënten die kiezen voor het persoonsgebonden budget (pgb), al dan niet in een wooninitiatief. Deze cliënten zijn zelf verantwoordelijk voor het maken van afspraken met zorgaanbieders. Ook voor die cliënten moet de toegang tot mgz geborgd zijn. Het zorgkantoor kan dit binnen zijn bestaande werkwijze toetsen in de aanvraagprocedure voor het pgb (bewust keuze gesprek) en/of door dit na toekenning van een pgb te betrekken in de communicatie met de budgethouder, zoals bij de huisbezoeken, of door in gesprek te gaan met de beheerder van een wooninitiatief.

Zorgplicht van zorgkantoren en borging toegang tot mgz

Bovenstaand overzicht laat zien dat de afspraken die zorgkantoren met zorgaanbieders maken voor Wlz-cliënten bepalen of huisartsenzorg deel uitmaakt van hun 'pakket aan Wlz-zorg'. Als het zorgkantoor zorg inkoopt 'zonder behandeling' wordt de huisartsenzorg voor die Wlz-cliënten bekostigd vanuit de Zvw. De inkoop van voldoende huisartsenzorg is onderdeel van de zorgplicht van zorgverzekeraars.

Afgezien van de vraag of dit wenselijk zou zijn, kunnen zorgkantoren, vanwege budgettaire beperkingen, niet voor alle Wlz-cliënten zorg met behandeling inkopen. Daarnaast zijn niet alle Wlz-zorgaanbieders (bijvoorbeeld kleinschalige woonzorgaanbieders, of voormalige verzorgingshuizen) in staat of bereid om zelf ook Wlz-behandeling te bieden. Zorgkantoren hebben door dit alles geen volledige grip op de inkoop van alle onderdelen van mgz die nodig zijn om de totale vraag aan mgz in hun regio te dekken. Het zijn bovendien niet alleen Wlz-cliënten die een beroep doen op de overige onderdelen van de mgz, de SO en de AVG. Deze zorg moet ook voldoende beschikbaar zijn voor Zvw-verzekerden. Zowel zorgverzekeraars als zorgkantoren sluiten dus contracten af met mgz-zorgverleners.

Naast het domeinoverstijgende karakter van zowel de vraag naar als het aanbod van mgz, zoals hiervoor omschreven, maken ook de vergrijzing en de beperkte beschikbaarheid van zorgverleners het complex voor zorgkantoren om uitvoering te geven aan hun zorgplicht. Dit laat onverlet dat het, vanuit de wettelijke aanspraak van alle Wlz-cliënten op integrale zorg en behandeling vanuit de Wlz, onderdeel van de zorgplicht van zorgkantoren blijft om de beschikbaarheid en toegankelijkheid van mgz voor alle Wlz-cliënten in hun regio goed te regelen. Zorgkantoren moeten er binnen hun mogelijkheden alles aan doen om de beschikbaarheid van mgz voor de Wlz-cliënten in de regio te borgen via hun zorginkoop, voor zover nodig in afstemming met de in die regio dominante zorgverzekeraar. Zorgkantoren moeten knelpunten proberen te voorkomen en er, daar waar deze zich voordoen, ook weer waar nodig in samenwerking met de zorgverzekeraar, alles aan doen om deze op te lossen. Als er problemen zijn die het zorgkantoor en de zorgverzekeraar niet (alleen) kunnen oplossen, bijvoorbeeld in de financiering of regelgeving, is het van belang dat zij dit op tijd aankaarten bij andere relevante partijen zoals de NZa en VWS.

2.2 Inkoopstrategie, historie, inkoopgesprek en budget nu leidend bij inkoop mgz

Inzicht zorgkantoren in vraag- en aanbod mgz in de regio's

Zorgkantoren moeten borgen dat er in de regio voldoende mgz beschikbaar is in relatie tot de te verwachten zorgvraag. In de voorbereiding van de inkoop mgz zou dan ook een inschatting van de vraag- en aanbodsituatie in de regio, welke knelpunten te verwachten zijn en hoe daarop bij de zorginkoop al kan worden geanticipeerd een rol moeten spelen.

Alle zorgkantoren contracteren een deel Wlz-zorg mét en een deel Wlz-zorg zónder behandeling (en daarmee ook zonder mgz). Grotendeels gaat het daarbij om voortzetting van wat hierover in voorgaande jaren is afgesproken met zorgaanbieders, binnen de financiële ruimte (historie en contracteerruimte). Tijdens de inkoopgesprekken kunnen zowel zorgkantoor en zorgaanbieder bespreken in hoeverre die afspraken nog passend zijn. Sommige zorgkantoren hebben een inventarisatie gemaakt van de behandelcapaciteit van aanbieders in de regio en de financiële ruimte benut om het aanbod uit te breiden.

Alle zorgkantoren kopen ook losse modulaire behandeling in bij regionale aanbieders van behandeling. En/of maken afspraken met een of meer grote aanbieders in de regio over het beschikbaar stellen van de SO of AVG die bij hen in dienst is, aan andere zorgaanbieders in de regio. Met de inkoop van behandelmodules maakt het zorgkantoor het 'niet-huisartsendeel van mgz' beschikbaar voor zorgaanbieders die Wlz-zorg zonder behandeling leveren. De diensten van regionaal werkende aanbieders van behandeling worden overigens ook ingehuurd door Wlz-zorgaanbieders die met het zorgkantoor hebben afgesproken zorg met behandeling te leveren. In die situatie is er een constructie van onderaanneming (betaald door Wlz-zorgaanbieder vanuit zijn budget).

De toegang tot mgz voor Wlz-cliënten is op verschillende manieren mogelijk gemaakt (zoals hierboven beschreven), maar goed inzicht in de vraagkant ontbreekt bij zorgkantoren. Vanwege de afschaffing van de lagere zzp's (2015) en de daardoor veranderende cliëntpopulatie en zorgvraag in de populatie van Wlz-zorgaanbieders, ook in voormalige verzorgingshuizen, is het niet voldoende uit te gaan van de historische zorgvraag en signalen van aanbieders. Ook de beweging naar het mogelijk maken voor Wlz-cliënten om zo lang mogelijk thuis te wonen of in kleinschalige woonzorgvoorzieningen, maakt beter inzicht in de vraag naar mgz noodzakelijk om de contractering goed te kunnen uitvoeren. Op basis van dat inzicht in de vraag naar mgz kan het zorgkantoor, samen met de zorgverzekeraar die de huisartsenzorg inkoopt voor Wlz-cliënten op plekken zonder behandeling, beoordelen of het aanbod mgz voldoende is en daar naar handelen.

Inkoopstrategieën zorgkantoren

Hoewel de basis voor de inkoop bij alle zorgkantoren ligt in wat er in het verleden is afgesproken, zijn er wel verschillen tussen zorgkantoren in doelstellingen voor de contractering. Er zijn zorgkantoren die, als zij daartoe de mogelijkheden zouden hebben, voor al hun Wlz-cliënten in een instelling (intramuraal) 'zorg met behandeling' zouden inkopen. Daartoe breiden zij het aandeel 'met behandeling' zoveel mogelijk uit binnen de financiële mogelijkheden. Deze zorgkantoren gaan ervan uit dat dit leidt tot de meest efficiënte zorgverlening, omdat de Wlz-zorgaanbieder dan verantwoordelijk is om zijn cliënten integrale zorg en behandeling te bieden en er geen afstemming nodig is met externe mgz-aanbieders.

Er zijn ook zorgkantoren die juist een duidelijke voorkeur hebben voor inkoop van zorg 'zonder behandeling'. Behandeling kan dan, indien nodig, modulair worden geleverd. Inkoop met behandeling is alleen aan de orde als de cliënt structureel en niet incidenteel is aangewezen op behandeling. Als voordeel van inkoop zonder behandeling, aangevuld met modulaire bekostiging, wordt genoemd dat zo alleen wordt betaald voor behandeling als die daadwerkelijk wordt ingezet. Borging van de integraliteit van de zorg zou hierbij volgens de zorgkantoren ook mogelijk zijn, bijvoorbeeld als altijd dezelfde behandelaar kan worden ingezet. Niet alle zorgkantoren hebben een hele uitgesproken strategie als het gaat om het maken van afspraken met of zonder behandeling.

Vrij breed lijkt onder zorgkantoren de mening te worden gedeeld dat de beschikbaarheid van mgz zowel via afspraken met als zonder behandeling in principe afdoende wordt geborgd: via de verantwoordelijkheid van de Wlz-zorgaanbieder, of de huisarts die ondersteuning van een SO of AVG kan inroepen. In hun inkoopbeleid spreken sommige zorgkantoren de zorgaanbieders er ook expliciet op aan dat zij, ook als zij zorg zonder behandeling leveren, verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van zorg en behandeling voor hun cliënten. Bij het maken van inkoopafspraken met nieuwe, vaak kleinschalige (woon)zorgaanbieders vragen zorgkantoren er steeds vaker op door hoe mgz is geregeld voor de betreffende cliënten. Zij hebben gemerkt dat het goed regelen van huisartsenzorg in die situaties lang niet altijd vanzelfsprekend is.

In het kader van hun zorgplicht zullen zorgkantoren zich er bij het maken van de inkoopafspraken van moeten vergewissen dat alle onderdelen van mgz voor de Wlz-cliënten goed zijn geregeld bij de betreffende aanbieder. Zorgkantoren zijn weliswaar niet zelf de inkoper van huisartsenzorg, dat is de zorgverzekeraar. Maar de huisartsenzorg is wel een essentieel onderdeel van mgz, juist voor Wlz-cliënten die geen behandeling krijgen via hun Wlz-zorgaanbieder. Het is aan zorgkantoren om, binnen hun inkooprol vanuit de Wlz, bij alle manieren die zij benutten om mgz te borgen, duidelijkheid te krijgen dat de daadwerkelijke toegang tot deze zorg goed is geregeld voor de Wlz-cliënten. We zien zorgkantoren dit nog niet in alle gevallen doen binnen het zorginkoopproces.

Bijstelling inkoopafspraken gedurende het jaar

Of gedurende het jaar de initieel gemaakte inkoopafspraken voldoende zijn, leiden zorgkantoren vooral af uit wat zorgaanbieders daarover bij hen aangeven. In de gesprekken die zij periodiek met zorgaanbieders voeren kan dit aan de orde komen, ook kunnen zorgaanbieders hiervoor een verzoek indienen bij het zorgkantoor. Als zorgaanbieders voldoende kunnen onderbouwen dat uitbreiding van het aantal plekken met behandeling nodig is, maakt zorgkantoor gedurende inkoopjaar aanvullende afspraken over extra plekken met behandeling, mits dit past binnen de budgettaire kaders en zij de zorgaanbieder in staat achten dit goed te kunnen invullen. Zorgkantoren geven aan dat zij in een deel van hun regio's regelmatig aanvragen voor uitbreiding ontvangen (en vaak ook honoreren), in andere regio's nauwelijks. Sommige zorgkantoren hanteren wel een drempel voordat men in gesprek wil gaan over uitbreiding (bijvoorbeeld een minimaal aantal plekken waarvoor dit nodig zou zijn). Ook zijn er verschillen tussen zorgkantoren (vaak in lijn met hun inkoopdoelstelling) in hoe kritisch zij zorgaanbieders bevragen op de noodzaak van omzetting naar zorg met behandeling. Bijvoorbeeld over of de mogelijkheden binnen de modulaire bekostiging al voldoende zijn benut.

Verwachting NZa
Het zorgkantoor borgt de beschikbaarheid van mgz voor Wlz-cliënten via de contractering en de zorginkoopdialoog.

Conclusie

De toegang tot mgz voor Wlz-cliënten is door zorgkantoren op verschillende manieren geborgd, via de contractering en de mogelijkheid van bijsturing in de afspraken gedurende het jaar. Of het gecontracteerde zorgaanbod voldoende is om aan de vraag te voldoen is onzeker, omdat de zorgkantoren onvoldoende inzicht hebben in de vraag naar mgz. De afspraken met zorgaanbieders zijn historisch gegroeid en begrensd door de contracteerruimte; daarmee méér aanbod- dan vraaggestuurd. De borging van mgz kan verbeteren als de zorgkantoren voorafgaande aan de zorginkoop zich een goed beeld vormen van de vraag- en aanbodsituatie voor mgz en in hoeverre zij in een regio knelpunten kunnen verwachten (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 2). Bovendien is voor een betere borging van mgz voor Wlz-cliënten nodig dat zorgkantoren nagaan of de gecontracteerde zorgaanbieders daadwerkelijk goede afspraken hebben met mgz-zorgaanbieders. Het zorgkantoor zou in alle gevallen, zowel bij afspraken met als zonder behandeling, zich ervan moeten vergewissen dat mgz goed is geregeld voor alle Wlz-cliënten (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 3).

  1. Zicht van zorgkantoren op mgz-knelpunten en risico's langere termijn

1 3.1 Zorgkantoren houden vinger aan de pols via zorgaanbieders en krijgen signalen

Een van de aanleidingen voor dit onderzoek was dat er knelpunten zijn in de beschikbaarheid van mgz. Wat doen de zorgkantoren om knelpunten vroegtijdig te signaleren?

Knelpunten in de beschikbaarheid van mgz verschillen in aard en oorzaken. Zo kan het zijn dat binnen een instelling waarmee zorg inclusief behandeling is afgesproken de zorgaanbieder geen invulling kan geven aan behandeling (individueel of voor méér cliënten). Of het lukt niet om huisartsenzorg buiten de instelling goed te organiseren en/of de aanvulling daarop met SO/AVG-zorg. Van belang is dat de zorgkantoren vroegtijdig zicht hebben op de knelpunten (aard en oorzaken), om deze proactief te kunnen helpen oplossen.

De belangrijkste manier waarop de zorgkantoren zicht houden op knelpunten in de regio, is de dialoog met Wlz-zorgaanbieders en de signalen die zij daaruit krijgen. Zorgkantoren voeren periodiek gesprekken met de door hen gecontracteerde zorgaanbieders, in het kader van de zorginkoopdialoog en de dialoog over de kwaliteit van zorg. mgz kan onderwerp van gesprek zijn, maar is dat – in de veelheid van mogelijke gespreksonderwerpen – niet per se het geval. Ook aan de regiotafels en in gezamenlijke projecten, waar de zorgkantoren met zorgaanbieders spreken, kan mgz als knelpunt of risico naar voren komen.

Signalen van knelpunten komen ook van de zorgverzekeraar of worden uit eigen beweging gemeld door zorgaanbieders, als zij onderling de zorg voor een Wlz-cliënt niet geregeld krijgen. Sommige zorgkantoren zijn er in hun inkoopbeleid heel duidelijk over dat zij van zorgaanbieders verwachten dat zij, als er onvoldoende behandeling geleverd kan worden, dit bij het zorgkantoor melden. Enkele zorgkantoren hebben een inventarisatie gedaan naar knelpunten in het zorglandschap, naar aanleiding van het opstellen van een regiovisie of na uitingen van landelijke brancheorganisaties over de borging van mgz.

Onzeker is of zorgkantoren de signalen over mgz voldoende vroegtijdig opvangen, of pas als de situatie tot een knelpunt is geworden. Door in het contracteringsproces na te gaan of alle Wlz-aanbieders daadwerkelijk goede afspraken hebben met mgz-zorgaanbieders kunnen zij eerder zicht krijgen op kwetsbare situaties (zie hoofdstuk 6, aanbeveling 3).

2 3.2 Problematiek lijkt niet in elke regio even groot. Brede verwachting toename risico's

Knelpunten in de beschikbaarheid van mgz

De huidige problematiek van beschikbaarheid van mgz verschilt per zorgkantoor en regio. Sommige zorgkantoren signaleren nog geen tekorten in de beschikbaarheid van mgz. In andere regio's hebben zorgkantoren wel al te maken gehad met knelpunten, zowel in de verpleeghuiszorg als in de gehandicaptenzorg. In 20 van de 31 regio's hebben in 2020 mgz-knelpunten gespeeld. Het gaat dan in totaal om honderden cliënten waarvoor de toegang tot mgz tijdelijk onvoldoende was geborgd, zowel in de verpleeghuiszorg als in de gehandicaptenzorg. De zorgkantoren geven aan dat deze knelpunten bijna allemaal (structureel) tot een oplossing zijn gebracht, al dan niet met een faciliterende of bemiddelende rol van het zorgkantoor. In sommige gevallen lijken ernstig verstoorde verhoudingen de structurele oplossing in de weg te staan. Het zorgkantoor moet in die gevallen samen met de zorgverzekeraar blijven monitoren of er gevolgen voor cliënten dreigen op te treden en hier naar handelen.

Een belangrijke oorzaak van de knelpunten in 2020 is de onduidelijkheid en/of verschil van inzicht over taken en verantwoordelijkheden tussen de mgz-beroepsgroepen. Dit leidde tot het opzeggen van contracten door huisartsen. Vooral de zorg in de ANW-uren staat dan onder spanning en voor nieuwe wooninitiatieven is het lastig om een huisarts, SO of AVG aan zich te binden. Onvoldoende geschoold personeel aldaar om de zorg te verlenen en goede triage uit te voeren, kan de mgz-zorgverleners daarin extra terughoudend maken. Huisartsen voelen zich onvoldoende toegerust om de zware doelgroepen van de Wlz te bedienen en SO's/AVG's missen een goede triage aan de voorkant, waardoor zij overbelast raken.

Nog afgezien van de problematiek rond schaarste is onduidelijk in hoeverre de opleiding en expertise van huisartsen, SO's en AVG's (nog) voldoende op elkaar aansluiten om samen 'het geheel aan geneeskundige zorg zoals huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde (SO), artsen verstandelijk gehandicapten (AVG) en de hen ondersteunende beroepsgroepen (bijvoorbeeld de verpleegkundig specialist), zowel overdag als in de avond-, nacht- en weekenduren (ANW-uren)', te kunnen bieden, zoals de omschrijving van mgz vraagt. Er kan sprake zijn van een kloof tussen wat betrokken partijen te bieden hebben (qua opleiding/expertise) en de actuele of toekomstige zorgbehoefte van vaak complexe doelgroepen waaraan zorg geleverd moet worden. Afhankelijk van de specifieke opleiding, ervaring en interesse van artsen in de regio (en de wijze waarop de capaciteit is georganiseerd), lukt het nu nog wel om gezamenlijk goed invulling te geven aan mgz. Om problemen voor te zijn, is het van belang dat er meer duidelijkheid komt in hoeverre er al dan niet sprake is van een 'objectieve kloof'. Wat mist is een objectiverende, gezaghebbende uitspraak over wat de verantwoordelijkheden zijn van alle betrokken beroepsgroepen en wat zij bijgevolg minimaal van elkaar mogen verwachten, qua opleiding en expertise, als basis om te komen tot regionale samenwerkingsafspraken. Overigens signaleren de zorgkantoren dat het convenant Gehandicaptenzorg positief heeft bijgedragen aan het verbeteren van de samenwerking in de mgz. Voor de ouderenzorg ontbreekt dit nog.

Naast de serieuze knelpunten, waarbij de mgz-zorg tijdelijk niet goed was geborgd, signaleren alle zorgkantoren dat de samenwerking tussen Wlz-zorgaanbieders, huisartsen en SO's en AVG's niet overal soepel verloopt. De complexiteit van de situatie (twee domeinen) die tot veel noodzakelijke afstemming leidt en roept ook weerstand op bij de zorgverleners, vanwege de verschillende behandeling van Wlz-cliënten in één instelling op plekken met en zonder behandeling. Ook voor clienten op plekken exclusief behandeling (of hun naasten) kan de situatie onvoldoende duidelijk zijn: moeten zij zelf een huisarts regelen of neemt de Wlz-zorgaanbieder of het zorgkantoor hierin het initiatief?

Risico's voor beschikbaarheid mgz

Hoewel het beeld aangaande actuele knelpunten verschillend is per regio en de knelpunten tot op heden tot (tijdelijke) oplossingen zijn gebracht, zien alle zorgkantoren wel risico's voor de toegang tot mgz in de toekomst. Dit kunnen dreigende tekorten zijn aan huisartsen, SO's en/of AVG's; ook dat verschilt per regio. Deze tekorten kunnen enerzijds te maken hebben met vergrijzing en de behoefte aan deeltijdwerk en ontlasting in de ANW-uren bij de zorgverleners, anderzijds speelt een hogere instroom in de Wlz (vergrijzing), de zwaardere zorgvraag en het langer thuis wonen van cliënten (toename kleinschalige wooninitiatieven) mee in deze inschatting. Tot op heden is door de zorgkantoren mgz niet afzonderlijk opgepakt als onderwerp van een regioanalyse over de vraag/aanbod-situatie van mgz op de langere termijn. Een systematische en voortblikkende regioanalyse mgz, in samenwerking met de zorgverzekeraar, kan de reeds gesignaleerde risico's objectiveren. Bovendien helpt deze de zorgkantoren de dialoog met zorgaanbieders in de regio te vervolgen over samenwerking, taakherschikking, innovatie, etc.

Verwachting
Het zorgkantoor signaleert tijdig knelpunten en risico's in de beschikbaarheid van mgz voor Wlz-cliënten in hun regio('s).

Conclusie

Zorgkantoren staan goed in contact met het veld (Wlz-zorgaanbieders). Het is daarom aannemelijk dat zij actuele knelpunten en ontwikkelingen signaleren (zie Hoofdstuk 6, aanbeveling 1). De NZa ziet wel het risico dat de zorgkantoren de signalen over de beschikbaarheid van mgz niet tijdig zien, pas als de situatie tot knelpunt is geworden. Door in het contracteringsproces na te gaan of alle Wlz-aanbieders daadwerkelijk goede afspraken hebben met mgz-zorgaanbieders kunnen zij eerder zicht krijgen op kwetsbare situaties (zie Hoofdstuk 6, aanbeveling 3).

In 20 van de 31 regio's hebben mgz-knelpunten gespeeld, die volgens de zorgkantoren tot een oplossing zijn gebracht. Het gaat dan om honderden cliënten (verpleeghuiszorg en gehandicaptenzorg) waarvoor tijdelijk de toegang tot zorg onvoldoende was geborgd. De zorgkantoren signaleren allemaal risico's voor de toekomstige beschikbaarheid van mgz. Wij bevelen de zorgkantoren aan de risico's systematisch in kaart te brengen in een regioanalyse mgz, samen met de zorgverzekeraar (zie Hoofdstuk 6, aanbeveling 5).

  1. Probleemoplossend optreden van zorgkantoren

3 4.1 Korte termijn: Zorgkantoren zijn bij knelpunten alert dat cliënt niet verstoken blijft van zorg

Zorgkantoren geven aan dat bij signalen over knelpunten, zij erop letten dat cliënten niet verstoken blijven van zorg als zij die op een bepaald moment acuut nodig hebben. Doorgaans maken de betrokken partijen ook wel afspraken om de mgz te borgen voor een bepaalde periode. Zorgkantoren zijn hier vaak bij betrokken als aanjager of facilitator van het gesprek tussen partijen. Zonodig trekken zij daarin samen op met de zorgverzekeraar, als die de contractrelatie heeft met de huisarts. Structurele samenwerkingsafspraken die het knelpunt oplossen komen niet altijd tot stand.

In het onderzoek zijn, naast het faciliteren en aanjagen van de dialoog met de betrokken partijen gericht op het oplossen van het knelpunt, de volgende typen maatregelen door zorgkantoren naar voren gebracht:

  • Zorgkantoren zetten plaatsen exclusief behandeling om naar inclusief behandeling, als de situatie dat vraagt en de contracteerruimte dat toelaat. Hiermee komt de mgz onder directe regie van de instelling.

  • Zorgkantoren geven ruimte aan zorgaanbieders waarbij ze tot dan toe geen behandelplekken inkochten, om zelf een behandeldienst op te zetten of een huisarts te contracteren.

  • Zorgkantoren wijzen kleinschalige wooninitiatieven erop dat zij de zorgcoördinatie goed moeten regelen, door afspraken te maken met de huisarts en SO/AVG of vragen bij het maken van afspraken over de zorg goed door hoe de huisartsenzorg is ingevuld.

  • Zorgkantoren informeren huisartsen actief over de mogelijkheden van het raadplegen van SO/AVG, met bekostiging vanuit de Wlz. Deze mogelijkheden staan niet altijd voldoende op het netvlies bij huisartsen, waardoor deze voor cliënten op een plek zonder behandeling mogelijk nog niet optimaal worden benut.

  • Zorgkantoren sturen erop de SO/AVG die verbonden is aan een instelling ook buiten de instelling in te zetten, bijvoorbeeld voor Wlz-cliënten in een instelling zonder behandeldienst of in kleinschalige wooninitiatieven. Ook ondersteunen zij initiatieven de SO/AVG/medisch verpleegkundigen regionaal in te zetten (bv. pool AVG's, regioverpleegkundige).

  • Zorgkantoren contracteren een regionale behandeldienst voor huisartsenzorg voor Wlz-cliënten.

  • In de verpleeghuiszorg is het Transitiebudget ingezet om problemen in de samenwerking tussen Wlz-zorginstellingen en mgz te verbeteren, bijvoorbeeld voor de inhuur van een extern bemiddelaar, deskundigheidsbevordering of een plan voor taakherschikking.

  • Via de regiotafels bevorderen zorgkantoren de samenwerking en optimale inzet van schaarse capaciteit en deskundigheid van huisartsen en SO's.

Door een regiovisie/regioplan op te stellen, samen met de zorgaanbieders, bouwen een aantal zorgkantoren een gelijkgericht netwerk. Dat biedt een structurele basis voor het signaleren en proactief oplossen van knelpunten. In regio's waar weinig knelpunten naar boven komen hebben een goede samenwerkingsstructuur en gezamenlijke projecten mogelijk al knelpunten voorkomen. De Transitiemiddelen Verpleeghuiszorg hebben hierin een rol gespeeld in de afgelopen jaren.

4 4.2 Langere termijn: uitbouwen van samenwerking en initiatieven nodig

Zorgkantoren signaleren risico's voor de toegang tot mgz in de toekomst, vanwege toenemende en zwaarder wordende zorgvraag en de schaarste aan mgz-professionals. De zorgkantoren wijzen in het zorginkoopbeleid de zorgaanbieders op de volgende aandachtspunten (zie kader 2).

Kader 2 ZN/Zorgkantoren: aandachtspunten voor zorgaanbieders

'Zorgkantoren vinden de volgende aandachtspunten van belang:

  • Werk regionaal intensief samen aan een aaneensluitende keten van behandeling; bouw een netwerk van AVG, SO, huisarts(en), psychiaters en - waar aanwezig - verpleegkundig specialisten in de regio. Maak afspraken over de beschikbaarheid en bereikbaarheid overdag en in de avond, weekend en nacht. En wissel kennis uit.

  • Draag zorg voor voldoende beschikbare en toegankelijke verpleegkundige kennis voor een goede triage en integraal afgestemde zorgverlening.

  • Werk taakherschikking van huisartsen, SO's en AVG's naar verpleegkundig specialisten verder uit om het effect van de krapte op de arbeidsmarkt voor artsen te beperken.

  • Maak afspraken over het inregelen van het inzien van medische dossiers van klanten en de verslaglegging en terugkoppeling door (mede)behandelend, verzorgend en verpleegkundig personeel. − Realiseer 24/7 bereikbaarheid van SO en AVG ter consultatie voor huisarts door gebruik te maken van technologie.'

Bron: Aanvulling voor 2022 op het Inkoopkader Wet langdurige zorg 2021 – 2023

Bevorderen samenwerking in de regio door zorgkantoren

De zorgkantoren geven aan dat een goede onderlinge samenwerking keer op keer van essentieel belang is om problemen te voorkomen en op te lossen. Om alle onderdelen van mgz goed te kunnen leveren is immers altijd inbreng nodig van verschillende zorgverleners. Zorgkantoren geven aan dat het stimuleren van goede samenwerking binnen de regio veel tijd en aandacht vergt, ook van de zijde van het zorgkantoor. Elkaar (beter) leren kennen blijkt een belangrijke eerste stap. Welke samenwerkingsafspraken nodig zijn, is afhankelijk van specifieke omstandigheden in een regio. De zorgkantoren pakken hierin een faciliterende en aanjagende rol op, bijvoorbeeld om mgz te coördineren in de regio en zo de schaarse capaciteit beter te benutten.

Verschillende zorgkantoren hebben (samen met zorgaanbieders en gemeenten) regiovisies opgesteld, soms met een domeinoverstijgend perspectief. mgz is daarin niet als afzonderlijk onderwerp opgenomen, maar risico's voor de beschikbaarheid van mgz worden hierin wel benoemd. Ook zijn hieraan projecten gekoppeld die kunnen bijdragen aan het borgen van mgz, bijvoorbeeld:

  • Beschikbaar maken van verpleegkundigen in de regio voor de ANW-uren.

  • Pool AVG's.

  • Een gezamenlijke strategie om de schaartse aan mgz-professionals op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden.

  • Regionaal organiseren van triage.

  • Regiotafels voor goede domeinoverstijgende afstemming.

In de jaren 2018-2021 konden de zorgkantoren vanuit het Transitiebudget Verpleeghuiszorg ook 'startgeld' inbrengen om ontwikkelingen in gang te zetten.

Zorgkantoren wijzen op hindernissen in het bevorderen van de samenwerking de regio. Bijvoorbeeld dat de samenwerking niet afdwingbaar is en dus gebaseerd is op vakethische overwegingen en welbegrepen eigenbelang. Er is geen eindverantwoordelijke partij die tot een dekkend geheel van afspraken in de regio komt, die daarop aanspreekbaar is. Ook als de samenwerking concreet moet worden gemaakt in afspraken, zijn er veel hindernissen te nemen, bijvoorbeeld over inzet van personeel, het uitwisselen van informatie en het declareren/verrekenen (bv. BTW-tarief). Of meer principieel: mag de samenwerking vanuit het perspectief van mededinging (ACM)? Deze aspecten kosten veel tijd om uit te zoeken en goed in te regelen, ook van zorgkantoren.

Sturen op doelmatige zorg bij zorgaanbieders door zorgkantoren

Doelmatige zorg is zorg in een optimale balans van kwaliteit, volume en kosten. Doelmatige zorg betekent bijvoorbeeld dat expertise daar wordt ingezet waar het echt nodig is; dat huisartsen en specialisten niet onnodig worden ingeroepen, maar alleen als het nodig is. De zorgkantoren zien kansen om doelmatige mgz te bevorderen, bijvoorbeeld door:

  • Professionalisering van de triage door de verpleegkundige. Dit kan overbelasting van de huisarts en SO/AVG helpen terugdringen.

  • Via taakherschikking kunnen verpleegkundig specialisten de SO veel werk uit handen nemen, waardoor de SO/AVG meer mensen kan helpen.

  • Inzet van de SO/AVG op afstand.

Dit is niet alleen het verhaal van de zorgkantoren, maar wordt ook onderschreven in bijvoorbeeld het mgz-convenant gehandicaptenzorg.

Het initiatief voor taakherschikking en innovatie, om de mgz voor alle cliënten in de toekomst te borgen, laten de zorgkantoren veelal aan de zorgaanbieders over. Hierin kunnen zij meer sturend optreden richting de zorgaanbieders, in het kader van de contractering van zorg, bijvoorbeeld door in addenda op de contracten afspraken hierover vast te leggen. Een specifieke regioanalyse mgz, waarin de knelpunten in vraag/aanbod concreet zijn gemaakt, biedt de basis om hierover het gesprek aan te gaan met de zorgaanbieders over de noodzakelijke samenwerking, taakherschikking, innovatie, etc.

Verwachting
Het zorgkantoor neemt de noodzakelijke maatregelen om de (toekomstige) mgz-knelpunten te helpen oplossen.

Conclusie

Op actuele knelpunten in de regio springen de zorgkantoren actief in. Zij vervullen een faciliterende en waar nodig bemiddelende rol om tot oplossingen te komen. Het lukt niet altijd om structurele oplossingen te treffen.


Wij bevelen de zorgkantoren aan (in samenwerking met de zorgverzekeraars) bij huisartsen na te gaan of zij voldoende op de hoogte zijn van de mogelijkheden SO/AVG te raadplegen in de Wlz, binnen de contracteerruimte. Dit kan de nodige comfort bieden aan huisartsen die Wlz-cliënten bedienen. Randvoorwaarde is goede afspraken hierover tussen de zorgverleners.

Met het oog op de risico's voor de beschikbaarheid van mgz in de toekomst, hebben de zorgkantoren aandachtspunten geformuleerd voor zorgaanbieders, voor de samenwerking tussen de Wlz-zorgaanbieders en mgz-professionals (zorginkoopbeleid 2022). De zorgkantoren stellen zich actief op om die samenwerking in de regio verder tot stand te brengen, via regiotafels, bijeenkomsten en gezamenlijke projecten. In het sturend optreden richting de zorgaanbieders kunnen de zorgkantoren actiever optreden. In het kader van de contractering van zorg moeten zij meer werk maken van concrete afspraken over samenwerking, deskundigheidsbevordering, taakherschikking, innovatie, etc. Bijvoorbeeld door in addenda op de contracten afspraken hierover vast te leggen. Een regioanalyse mgz, waarin de knelpunten in vraag/aanbod concreet zijn gemaakt, biedt de basis om hierover het gesprek aan te gaan met de zorgaanbieders.

  1. Noodzakelijke randvoorwaarden beschikbaarheid mgz

In het kader van het onderzoek dragen de zorgkantoren verschillende randvoorwaarden aan om als zorgkantoor de rol bij het borgen van de toegang tot mgz voor Wlz-cliënten beter te vervullen. Hoewel deze niet concreet zijn uitgewerkt, bieden ze belangrijke input voor doorontwikkeling van het stelsel van medisch-generalistische zorg:

  • Meer objectieve duidelijkheid over de rol en verantwoordelijkheden van de betrokken beroepsgroepen: een realistische beeld over wat men minimaal van elkaar mag verwachten op grond van opleiding en expertise, als basis voor gesprekken over samenwerking binnen een regio. Duidelijkheid over ieders rol en bijbehorende verantwoordelijkheid is nodig als basis voor samenwerkingsafspraken, en geeft de mogelijkheid de betrokkenen daarop ook aan te spreken. Bijvoorbeeld: welke competentie hebben huisartsen, SO's en AVG's, in relatie tot de huidige doelgroep van Wlz-cliënten? Wat is de rol van Wlz-zorgaanbieders (ook als zij zelf geen behandeling bieden) in het coördineren van integrale zorg voor hun Wlz-cliënten?

  • Minder vrijblijvendheid als het gaat om het leveren van een bijdrage aan de samenwerking die nodig is om binnen een regio te komen tot een dekkend geheel van mgz, voor alle cliënten/patiënten die hier een beroep op moeten kunnen doen.

  • Mogelijkheden voor zorgkantoren om de samenwerking in de regio te bevorderen – waaronder financiële mogelijkheden, vergelijkbaar met de wijze waarop zorgkantoren daar in de afgelopen periode de transitiemiddelen verpleeghuiszorg voor hebben benut.

  • Wegnemen van drempels die worden ervaren bij maatregelen die kunnen leiden tot een doelmatiger inzet van de capaciteit (bijvoorbeeld: zorgdossiervorming en het kunnen delen van dossiers, gezamenlijk gebruik kunnen maken van SO-, AVG- of verpleegkundige-capaciteit binnen een regio, duidelijkheid over zorginhoudelijke grenzen en de mogelijkheid van taakdelegatie en inzet van technologische hulpmiddelen, etc.)

  • Meer mogelijkheden in de bekostiging voor zorgkantoren, bijvoorbeeld om binnen de regio mgz in te kopen. Zorgkantoren denken overigens verschillend over of zij hiervoor nu al voldoende mogelijkheden hebben in de huidige bekostiging, of dat uitbreiding nodig is.

  • Onderzoek naar en waar nodig wegnemen van mogelijke oneigenlijke prikkels voor het leveren van zorg met of zonder behandeling

  • Inzicht in (bijvoorbeeld op landelijk niveau beschikbare) cijfers over ontwikkelingen en tekorten op de arbeidsmarkt in relatie tot mgz; landelijke inzet op vermindering schaarse capaciteit.

  • Continuïteit in landelijk beleid en beschikbare middelen, duidelijkheid over de toekomstige organisatie

Hiermee snijden de zorgkantoren relevante onderwerpen aan. Gezien de positie van de zorgkantoren in het stelsel is het van belang hun visie op deze vragen helder te krijgen. Bij de zorgkantoren verzamelt zich de kennis en ervaring, die een basis kan bieden voor beheersing en oplossing van de mgz-problematiek. In het verlengde van dit onderzoek onder zorgkantoren gaat de NZa met alle bij mgz betrokken partijen in gesprek om te achterhalen wat in het huidige hybride stelsel aan verbeteringen mogelijk is. In dat kader voeren we ook het verdere gesprek met zorgkantoren (en zorgverzekeraars).

Verwachting
Het zorgkantoor geeft duidelijk aan wat, naast de huidige acties, méér nodig is om de (toekomstige) mgz-knelpunten op te lossen

Conclusie

De zorgkantoren hebben een gemene deler waar het gaat om de visie op het goed organiseren van mgz in de regio: méér samenwerking. De meeste zorgkantoren geven aan dat er vanuit de bekostiging voldoende mogelijkheden zijn om goede afspraken te maken om mgz te borgen voor Wlz-cliënten, maar zij zien ook veel mogelijkheden voor verbetering in de sfeer van het wegnemen van drempels en betere randvoorwaarden voor samenwerking. Deze verbetermogelijkheden zijn door de zorgkantoren (nog) niet in één visie bijeengebracht en uitgewerkt.

  1. Aanbevelingen aan de zorgkantoren

De zorgkantoren hebben een individuele terugkoppeling gehad met de voor het zorgkantoor specifieke aanbevelingen. Over de uitvoering van de aanbevelingen blijven wij met de zorgkantoren in gesprek. De rode draad in de aanbevelingen is als volgt:

  1. Wij bevelen de zorgkantoren aan zich te blijven inspannen om knelpunten en risico's voor de beschikbaarheid van mgz vroegtijdig te signaleren, via de contacten met de zorgaanbieders in de regio's en in nauwe samenwerking met de zorgverzekeraars.

  2. Wij bevelen de zorgkantoren aan ten behoeve van de contractering van zorg de vraag naar mgz ook als uitgangspunt te nemen (vraag/aanbod-analyse). Het anticiperen op knelpunten kan verbeteren als de zorgkantoren voorafgaande aan de zorginkoop zich een goed beeld vormen van de vraag- en aanbodsituatie voor mgz en in hoeverre zij in het komende jaar in een regio knelpunten kunnen verwachten.

  3. Wij bevelen de zorgkantoren aan in het contracteringsproces na te gaan bij Wlz-zorgaanbieders (intramuraal en extramuraal) of er goede afspraken zijn gemaakt met mgz-zorgaanbieders. Het zorgkantoor zou in alle gevallen, zowel bij afspraken met als zonder behandeling, zich ervan moeten vergewissen dat mgz goed is geregeld voor alle Wlz-cliënten.
    Bij cliënten die kiezen voor een persoonsgebonden budget kan het zorgkantoor borging van mgz toetsen binnen zijn bestaande werkwijze (bewust keuzegesprek; huisbezoek), of door in gesprek te gaan met de beheerder van een wooninitiatief.

  4. Wij bevelen de zorgkantoren aan om (in samenwerking met de zorgverzekeraars) bij huisartsen de mogelijkheden onder de aandacht te brengen om een SO/AVG te raadplegen op grond van de Wlz (behandelcodes), mits binnen de contracteerruimte. Dit zou de nodige comfort moeten bieden aan huisartsen die Wlz-cliënten bedienen. Randvoorwaarde is dat er goede afspraken zijn tussen de huisarts en de SO/AVG.

  5. Daarnaast adviseren wij de zorgkantoren om, samen met de zorgverzekeraars, systematisch en voortuitblikkend in kaart te brengen of het mgz-aanbod voldoende is in de toekomst (regioanalyse mgz): beschikbaarheid en dekkingsgraad huisartsen, SO/AVG, in relatie tot de zich ontwikkelende zorgvraag. Dit kan binnen de reguliere regioanalyses, in een samenhangend beeld per regio, mits hierin het domeinoverstijgende perspectief is gehanteerd. Dit biedt het zorgkantoor de basis voor een actieve dialoog met Wlz-zorgaanbieders over vervolgstappen en oplossingen, zoals samenwerkingsafspraken, taakherschikking en innovatie.

Naar boven