Onderwerp: Bezoek-historie

Beleidsregel integrale geboortezorg BR/REG-22100
Geldigheid:01-01-2022 t/m 31-12-2022Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel integrale geboortezorg BR/REG–22100

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Onder verwijzing naar artikel 58 van de Wmg, is in de voorliggende beleidsregel een experiment opgenomen. De daartoe vereiste aanwijzing van 11 juli 2016 met als kenmerk 989379-153044-MC, bedoeld in artikel 59, onderdeel f, van de Wmg, is door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aan de NZa gegeven.

1. Begripsbepalingen

 

Contracterende zorgaanbieder

Zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg, die prestaties integrale geboortezorg is overeengekomen met een zorgverzekeraar.

 

Zorgaanbieder

Zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg, die de prestaties integrale geboortezorg (mede) uitvoert.

 

Integrale geboortezorg

In multidisciplinair verband geleverde zorg rondom de geboorte die bestaat uit de volgende bij of krachtens de Zvw omschreven soorten zorg:

  • verloskundige zorg, uitgezonderd preconceptiezorg;

  • kraamzorg;

  • medisch specialistische zorg voor zover deze betreft:

    • obstetrische zorg met uitzondering van high care obstetrische zorg en geavanceerd ultrageluid onderzoek,

    • antenatale consultatieve kindergeneeskundige zorg, en

    • eerstelijnsdiagnostiek voor zover die samenhangt met de zorgvraag van de cliënt.

 

Verloskundige zorg

Verloskundige zorg, zoals omschreven bij of krachtens de Zvw.

 

Kraamzorg

Kraamzorg, zoals omschreven bij of krachtens de Zvw.

 

Prenatale fase

Fase in het zorgtraject vanaf de fysieke intake bij de zorgaanbieder tot aan de aanvang van de actieve fase van de bevalling.

 

Natale fase

Fase in het zorgtraject vanaf de aanvang van de actieve fase van de bevalling tot 2 uur na de geboorte van de placenta.

 

Postnatale fase

Fase in het zorgtraject vanaf 2 uur na de geboorte van de placenta tot 6 weken hierna.

 

Prestatie

Prestatie als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder j, van de Wmg.

 

Zorgtraject

Geheel van prestaties integrale geboortezorg, voortvloeiend uit de zorgvraag waarvoor de cliënt een zorgaanbieder consulteert.

 

Zwangerschap

Periode vanaf de conceptie tot de geboorte van een kind, waarin een cliënt een nog niet geboren kind in de baarmoeder draagt.

 

Miskraam

Niet vitale zwangerschap die eindigt voor de zestiende week.

 

Verpleegdag

Te registreren kalenderdag bij verpleging op een voor verpleging ingerichte afdeling, die deel uitmaakt van een periode van verpleging welke minimaal één overnachting omvat. Deze periode loopt vanaf de opname tot en met het ontslag, waarbij de dag van opname (mits deze heeft plaatsgevonden vóór 20.00 uur) en de dag van ontslag beide aangemerkt worden als een te registreren kalenderdag.

De voorwaarde van minimaal een overnachting geldt niet bij een definitieve overname door een andere instelling op de dag van opname, of bij overlijden van de cliënt op de dag van of de dag na opname.

 

Cliënt

Zwangere vrouw die zich met haar zorgvraag wendt tot de zorgaanbieder.

 

Zorgverzekeraar

Zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wmg.

2. Doel van de beleidsregel

De beleidsregel heeft tot doel voorwaarden vast te leggen waaronder kan worden afgeweken van de reguliere bekostiging en zorgaanbieders en zorgverzekeraars per 2017 de mogelijkheid te bieden om een experiment overeen te komen voor de bekostiging van integrale geboortezorg om samenwerking in de geboortezorg te bevorderen.

In deze beleidsregel is vastgelegd op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om de bij het experiment te hanteren prestatiebeschrijvingen vast te leggen.

3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op integrale geboortezorg zoals omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

4. Prestaties integrale geboortezorg

Voor het experiment integrale geboortezorg als bedoeld in artikel 2, kunnen de volgende prestaties worden toegepast. De prestaties genoemd in de artikelen 4.2 tot en met 4.9 zijn van toepassing in geval de zwangerschap 16 weken of langer duurt.

 

4.1 Begeleiding eindigend voor 16 weken zwangerschap inclusief nazorg

Integrale geboortezorg vanaf de fysieke intake bij de zorgaanbieder, indien de zwangerschap eindigt voor 16 weken in een miskraam. Deze prestatie omvat ook de nazorg voor zover deze integrale geboortezorg betreft.

 

4.2 Geboortezorg prenataal

Integrale geboortezorg in de prenatale fase. Het tarief voor deze prestatie kan niet in rekening worden gebracht indien de prestatie geboortezorg prenataal complex van toepassing is.

 

4.3 Geboortezorg prenataal complex

Integrale geboortezorg in de prenatale fase indien de cliënt langer dan 5 afzonderlijke of aaneengesloten verpleegdagen klinisch wordt opgenomen en/of een cerclage wordt aangebracht.

 

4.4 Geboortezorg nataal

Integrale geboortezorg in de natale fase. Het tarief voor deze prestatie kan niet in rekening worden gebracht indien de prestatie geboortezorg nataal intramuraal op eigen verzoek of de prestatie geboortezorg nataal complex van toepassing is. Indien de partusassistentie op indicatie langer duurt dan 2 uur na de geboorte van de placenta, dan behoort deze zorg ook tot deze prestatie.

 

4.5 Geboortezorg nataal intramuraal op eigen verzoek

Integrale geboortezorg in de natale fase die op verzoek van de cliënt intramuraal plaatsvindt terwijl de cliënt voor deze opname niet medisch of niet sociaal geïndiceerd is. Indien de partusassistentie op indicatie langer duurt dan 2 uur na de geboorte van de placenta, dan behoort deze zorg ook tot deze prestatie.

 

4.6 Geboortezorg nataal complex

Integrale geboortezorg in de natale fase in geval van een sectio, een complexe fluxusbehandeling, een manuele placentaverwijdering en/of een totaalruptuur. Indien de partusassistentie op indicatie langer duurt dan 2 uur na de geboorte van de placenta, dan behoort deze zorg ook tot deze prestatie.

 

4.7 Geboortezorg postnataal

Integrale geboortezorg in de postnatale fase. Deze prestatie is exclusief kraamzorg per uur. Het tarief voor deze prestatie kan niet in rekening worden gebracht indien de prestatie geboortezorg postnataal complex van toepassing is.

 

4.8 Geboortezorg postnataal complex

Integrale geboortezorg in de postnatale fase in geval van klinische opname langer dan 5 afzonderlijke of aaneengesloten verpleegdagen en/of een complexe fluxusbehandeling. Deze prestatie is exclusief kraamzorg per uur.

 

4.9 Kraamzorg postnataal per uur

Zorg zoals kraamverzorgenden deze bieden aan moeder en kind in verband met een bevalling in de postnatale fase. Partusassistentie die op indicatie langer duurt dan 2 uur na de geboorte van de placenta kan niet op basis van deze prestatie in rekening worden gebracht.

 

4.10 Onderlinge dienstverlening integrale geboortezorg

Algemene prestatie voor het in rekening brengen van tarieven voor prestaties of delen van de prestaties integrale geboortezorg tussen de contracterende zorgaanbieder en de zorgaanbieder of tussen twee zorgaanbieders.

5. Nadere bepalingen prestaties

5.1 Contractvoorwaarde

De tarieven van de prestaties genoemd in de artikelen 4.1 tot en met 4.9 mogen in rekening worden gebracht indien de contracterende zorgaanbieder en de zorgverzekeraar van de cliënt ten aanzien van deze prestaties voorafgaand een schriftelijke overeenkomst zijn aangegaan.

 

5.2 Vrije tarieven

Voor de prestaties gelden vrije tarieven als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder a, van de Wmg.

 

5.3 Parallelliteit

Het tarief voor de prestaties integrale geboortezorg kan niet in rekening worden gebracht als in verband met de betreffende zorgvraag al een tarief voor (een) monodisciplinaire prestatie(s) in rekening is gebracht en de betreffende combinatie van tarieven in de tabel van bijlage 1 van deze beleidsregel met 'x' is gemarkeerd.

Zorgaanbieder en zorgverzekeraar kunnen hiervan afwijken indien zij in een schriftelijke overeenkomst hierover andere afspraken maken.

 

5.4 Parallelliteit eerstelijnsdiagnostiek

De tarieven voor de prestaties integrale geboortezorg zoals omschreven in de artikelen 4.1 tot en met 4.9 kunnen alleen in rekening worden gebracht indien niet ook een of meerdere tarieven voor prestaties eerstelijnsdiagnostiek zoals omschreven in de Beleidsregel tarieven en prestaties medisch specialistische zorg in rekening zijn gebracht, en de in rekening gebrachte tarieven voor prestaties eerstelijnsdiagnostiek zijn aangevraagd in het kader van de zorgvraag van de cliënt. Zorgaanbieder en zorgverzekeraar kunnen hiervan afwijken indien zij in een schriftelijke overeenkomst hierover andere afspraken maken.

 

5.5 Parallelliteit niet verzekerde zorg

Artikel 5.3 en 5.4 zijn niet van toepassing indien de monodisciplinaire prestatie voor de cliënt geen verzekerde prestatie is bij of krachtens de Zvw.

6. Evaluatie-en rapportagebepaling

De NZa evalueert het experiment integrale geboortezorg en rapporteert daarover aan de minister van VWS.

7. Instandlating gevolgen experiment

De NZa kan besluiten de gevolgen van het experiment geheel of gedeeltelijk in stand te laten tot het einde van het boekjaar volgend op het boekjaar waarin het experiment is geëindigd. In de beleidsregel 'Beleidsregel tijdelijke instandlating gevolgen experimenten' staat vermeld aan welke voorwaarden experimenten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor instandlating van de gevolgen.

8. Vervallen oude beleidsregel

De Beleidsregel integrale geboortezorg met kenmerk BR/REG-18150, die een geldigheidsduur had tot en met 31 december 2021, is op laatstgenoemde datum van rechtswege komen te vervallen.

9. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

De beleidsregel integrale geboortezorg met kenmerk BR/REG-18150, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

10. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en vervalt met ingang van 1 januari 2023.

Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel integrale geboortezorg.

TOELICHTING

ALGEMEEN

Op aanwijzing van de minister van VWS heeft de NZa de Beleidsregel integrale geboortezorg vastgesteld. Met deze beleidsregel worden die regio's gefaciliteerd die gereed zijn voor de transitie naar integrale bekostiging in de geboortezorg. De beleidsregel heeft een experimenteel karakter en biedt in de komende periode de gelegenheid om ervaring op te doen met de gekozen prestatiestructuur, eventuele knelpunten op te lossen en de bestendigheid daarvan in de praktijk te monitoren en te toetsen. De optie voor integrale prestaties komt daarmee beschikbaar voor regio's die daar zelf voor kiezen, in afstemming met de zorgverzekeraars. Zorgaanbieders die nog niet gereed zijn om over te stappen op integrale bekostiging van het gehele geboortezorgtraject hebben de mogelijkheid om hun aandeel in het geboortezorgtraject te declareren op basis van de bestaande regelgeving voor verloskundige zorg, kraamzorg, medisch specialistische zorg en eerstelijnsdiagnostiek. De minister van VWS besluit over landelijk invoering van integrale bekostiging.

 

Prestatiestructuur integrale geboortezorg

De minister van VWS heeft de NZa per aanwijzing opgedragen om per 2017 een structuur voor integraal bekostigde geboortezorg te implementeren bestaande uit negen prestaties. Deze negen prestaties zijn beroeps- en lijnoverstijgende prestaties. De prestaties zijn multidisciplinaire producten en beschrijven het geheel aan noodzakelijke verloskundige zorg, kraamzorg, medisch specialistische zorg (voor zover obstetrische zorg), antenatale consultatieve kindergeneeskundige zorg en eerstelijnsdiagnostiek voor zover die samenhangen met de zorgvraag van de cliënt in de prenatale fase. Het gaat om verzekerde zorg op grond van de Zvw.

Het uitgangspunt bij de prestatiestructuur is dat het geheel aan prestaties integrale geboortezorg in samenhang overeen wordt gekomen tussen zorgverzekeraar en contracterende zorgaanbieder.

In de prestatiestructuur is onderscheid gemaakt tussen de verschillende fases van het zorgtraject (prenataal, nataal en postnataal). Dit onderscheid heeft als doel om de declaratie van zorg voor cliënten die overstappen naar een zorgaanbieder in een andere regio te faciliteren. Tevens is in de prestatiestructuur onderscheid gemaakt tussen complexe en niet complexe prestaties. Dit onderscheid heeft als doel om de kostenhomogeniteit van de zorgprestaties te verbeteren.

Zorgaanbieders kunnen met ingang van 1 januari 2017 gebruik maken van de integrale bekostigingsstructuur. De NZa heeft de mogelijkheid om de prestatiestructuur in overleg met veldpartijen door te ontwikkelen zodat voortschrijdend inzicht in de prestatiestructuur kan worden verwerkt. De tarieven voor de negen genoemde producten zijn vrij onderhandelbaar.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel 1

Contracterende zorgaanbieder: De contracterende zorgaanbieder komt de prestaties integrale geboortezorg overeen met de zorgverzekeraar. Deze zorgaanbieder wordt ook wel de geboortezorgorganisatie genoemd waarbij het wenselijk is dat de verschillende disciplines binnen de geboortezorgketen gelijkwaardig zijn vertegenwoordigd in de geboortezorgorganisatie.

 

Zorgaanbieder: Een zorgaanbieder kan de door de contracterende zorgaanbieder overeengekomen prestaties integrale geboortezorg (mede) uitvoeren. Het is ook mogelijk dat een zorgaanbieder gelijktijdig ook de contracterende zorgaanbieder is.

 

Prenatale fase: De fysieke intake bij de zorgaanbieder is het eerste contactmoment tussen cliënt en zorgaanbieder. Dit is ongeacht de zorgprofessional die de intake afneemt.

 

Postnatale fase: De einddatum van de postnatale fase is met ingang van 2018 gewijzigd. De postnatale fase eindigt sindsdien 6 weken na de bevalling. De reden voor deze wijziging is gelegen in de vrijstelling van het eigen risico voor verloskundige zorg.

Het Zorginstituut Nederland heeft aangegeven dat het behandelen van aandoeningen die zich tot 6 weken na de bevalling voordoen én die verband houden met de zwangerschap, behoren bij de verleende verloskundige zorg en daarmee is vrijgesteld van het eigen risico. De (gynaecologische) zorg verleend na 6 weken na de bevalling behoort niet meer tot de verloskundige zorg en valt daarmee wel onder het eigen risico. De einddatum van 8 weken na de bevalling in de postnatale integrale geboortezorg prestaties sloot dus niet aan bij de termijn voor vrijstelling van het eigen risico. Door de einddatum van de postnatale fase te wijzigen naar 6 weken na de bevalling, sluit deze termijn aan bij de vrijstelling van het eigen risico.

 

Miskraam: Onder een miskraam zoals bedoeld in deze beleidsregel wordt onder andere ook de beëindiging van een buitenbaarmoederlijke zwangerschap voor 16 weken begrepen.

 

Verpleegdag: Onder een voor verpleging ingerichte afdeling valt onder andere high/medium care. De polikliniek en spoedeisende hulp vallen hier niet onder. Er is sprake van een overnachting als de cliënt opgenomen wordt vóór 0.00 uur en ontslag plaatsvindt ná 7.00 uur op de daaropvolgende kalenderdag. In onderstaande tabel zijn diverse situaties opgenomen die helderheid verschaffen over wat er geregistreerd dient te worden (ervan uitgaande dat aan alle overige voorwaarden uit de definitie wordt voldaan).

 

Voorbeelden bij het begrip overnachting

Opnametijd cliënt x

Ontslagtijd

cliënt x

Aantal verpleegdagen

Voor 20:00 uur

kalenderdag x

Na 07:00 uur

kalenderdag x+1

2

Na 20:00 uur en vóór 00:00 uur

kalenderdag x

Na 07:00 uur

kalenderdag x+1

1

Na 00:00 uur

kalenderdag x

Voor 07:00 uur

kalenderdag x

0

Na 00:00 uur

kalenderdag x

Na 07:00 uur

kalenderdag x

0

Voor 20.00 uur kalenderdag x

Voor 07:00 uur kalenderdag x+1

0

 

Artikel 3

Deze beleidsregel is alleen van toepassing op integrale geboortezorg bij of krachtens de Zvw. Buiten deze reikwijdte vallen bijvoorbeeld gynaecologische zorg en obstetrische zorg die niet samenhangen met de zorgvraag van de zwangere vrouw. Zo is bijvoorbeeld zorg geleverd door internisten tijdens de zwangerschap bij een zwangere diabeet medisch specialistische obstetrische zorg, maar deze valt buiten de integrale geboortezorg.

 

Artikel 4

1. Begeleiding eindigend voor 16 weken zwangerschap inclusief nazorg

Deze prestatie omvat het totaal aan werkzaamheden verricht door de zorgaanbieder of zorgaanbieders ter ondersteuning van de cliënt. Deze prestatie loopt vanaf de fysieke intake tot aan de constatering van een miskraam voor 16 weken. Het betreft hier niet 16 weken zorg, maar 16 weken zwangerschap. Nazorg behoort ook tot de prestatie voor zover het geboortezorg betreft. Deze prestatie kan per zwangerschap niet in combinatie met een van de andere zorgprestaties integrale geboortezorg gedeclareerd worden. Indien de zwangerschap eindigt na 16 weken dan is er geen sprake van een miskraam. Beëindiging van een vitale zwangerschap maakt geen onderdeel uit van de integrale geboortezorg.

 

2. Geboortezorg prenataal

De prestatie geboortezorg prenataal omvat het totaal aan werkzaamheden verricht door de zorgaanbieder(s) ter ondersteuning van de cliënt in de prenatale fase. De prestatie begint bij de fysieke intake en eindigt bij aanvang van de actieve fase van de bevalling. Het tarief voor deze prestatie kan niet in rekening worden gebracht indien de prestatie geboortezorg prenataal complex van toepassing is.

 

3. Geboortezorg prenataal complex

De prestatie geboortezorg prenataal complex omvat het totaal aan werkzaamheden verricht door de zorgaanbieder(s) ter ondersteuning van de cliënt in de prenatale fase. De prestatie begint bij de fysieke intake en eindigt bij aanvang van de actieve fase van de bevalling. Er is sprake van deze prestatie indien er in de prenatale fase een klinische opname langer dan 5 afzonderlijke of aaneengesloten verpleegdagen plaatsvindt en/of een cerclage wordt aangebracht.

 

4. Geboortezorg nataal

De prestatie geboortezorg nataal omvat het totaal aan werkzaamheden verricht door de zorgaanbieder(s) ter ondersteuning van de cliënt in de natale fase. Partusassistentie is ook onderdeel van deze prestatie. Indien de partusassistentie op indicatie langer duurt dan 2 uur na de geboorte van de placenta, dan behoort deze partusassistentiezorg ook tot deze prestatie.

De prestatie begint bij aanvang van de actieve fase van de bevalling en eindigt twee uur na de geboorte van de placenta of zoveel later als kraamzorg in de natale fase noodzakelijk is. Het tarief voor deze prestatie kan niet in rekening worden gebracht indien de prestatie 'geboortezorg intramuraal op eigen verzoek' of de prestatie 'geboortezorg nataal complex' van toepassing is.

 

5. Geboortezorg nataal intramuraal op eigen verzoek

De prestatie 'geboortezorg nataal intramuraal op eigen verzoek' omvat het totaal aan werkzaamheden verricht door de zorgaanbieder(s) ter ondersteuning van de cliënt in de natale fase. Partusassistentie is ook onderdeel van deze prestatie. Indien de partusassistentie op indicatie langer duurt dan 2 uur na de geboorte van de placenta, dan behoort deze partusassistentiezorg ook tot deze prestatie. De prestatie begint bij aanvang van de actieve fase van de bevalling en eindigt twee uur na de geboorte van de placenta of zoveel later als kraamzorg in de natale fase noodzakelijk is. Deze prestatie is van toepassing indien de natale fase op verzoek van de cliënt intramuraal plaatsvindt, terwijl hier geen medische of sociale indicatie voor is. Voor deze prestatie is een eigen betaling van toepassing.

 

6. Geboortezorg nataal complex

De prestatie geboortezorg nataal complex omvat het totaal aan werkzaamheden verricht door de zorgaanbieder(s) ter ondersteuning van de cliënt in de natale fase. Partusassistentie is ook onderdeel van deze prestatie. Indien de partusassistentie op indicatie langer duurt dan 2 uur na de geboorte van de placenta, dan behoort deze partusassistentiezorg ook tot deze prestatie. De prestatie begint bij aanvang van de actieve fase van de bevalling en eindigt twee uur na de geboorte van de placenta. Er is sprake van deze prestatie indien er in de natale fase een sectio plaatsvindt en/of een complexe fluxusbehandeling en/of een manuele placentaverwijdering en/of een totaalruptuur.

 

7. Geboortezorg postnataal

De prestatie geboortezorg postnataal omvat het totaal aan werkzaamheden verricht door de zorgaanbieder(s) ter ondersteuning van de cliënt in de postnatale fase. Kraamzorg per uur valt buiten deze prestatie.

De prestatie begint twee uur na de geboorte van de placenta en eindigt 6 weken hierna. Het tarief voor deze prestatie kan niet in rekening worden gebracht indien de prestatie geboortezorg postnataal complex van toepassing is.

 

8. Geboortezorg postnataal complex

De prestatie geboortezorg postnataal complex omvat het totaal aan werkzaamheden verricht door de zorgaanbieder(s) ter ondersteuning van de cliënt in de postnatale fase. Kraamzorg per uur valt buiten deze prestatie. De prestatie begint twee uur na de geboorte van de placenta en eindigt 6 weken hierna. Er is sprake van deze prestatie indien er in de postnatale fase een klinische opname langer dan 5 afzonderlijke of aaneengesloten verpleegdagen plaatsvindt en/of in geval van een complexe fluxusbehandeling.

 

9. Kraamzorg postnataal per uur

Kraamzorg postnataal per uur is zorg zoals kraamverzorgenden deze plegen te bieden aan moeder en kind in verband met een bevalling, gedurende ten hoogste tien dagen, te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Voor deze prestatie is een eigen bijdrage van toepassing.

 

10. Onderlinge dienstverlening

Met onderlinge dienstverlening wordt bedoeld de levering van een (deel)prestatie of van een geheel van prestaties op het gebied van de integrale geboortezorg door een zorgaanbieder in opdracht van een contracterende zorgaanbieder. Voor de prestatie onderlinge dienstverlening geldt een vrij tarief. Indien sprake is van onderlinge dienstverlening brengt de zorgaanbieder die de zorg uitvoert de kosten in rekening aan de contracterende zorgaanbieder.

Van onderlinge dienstverlening is ook sprake als tarieven voor prestaties of delen van prestaties integrale geboortezorg tussen twee zorgaanbieders worden verrekend.

 

Artikel 5

Tarief

Het tarief dat wordt gedeclareerd is het tarief dat van toepassing was op de startdatum van de betreffende prestatie, zoals omschreven in artikel 4.4. van de Regeling declaratievoorschriften en declaratiebepalingen integrale geboortezorg.

 

Parallelliteit

In de beleidsregel is onder artikel 5.3 en 5.4 een verbod op parallelliteit opgenomen. Dit betekent dat niet gelijktijdig een monodisciplinaire prestatie en een integrale prestatie die (deels) dezelfde zorg omschrijven, in rekening kunnen worden gebracht. In bijlage I van deze beleidsregel wordt expliciet gemaakt welke combinaties van monodisciplinaire prestaties en integrale prestaties niet in rekening gebracht mogen worden. Van dit verbod op parallelliteit kan echter worden afgeweken indien zorgaanbieder en zorgverzekeraars hierover op schrift andere afspraken maken. Deze afwijkingsmogelijkheid geeft partijen in de regio de ruimte om maatwerkafspraken te maken. Het verbod op parallelliteit is specifiek voor de fase van het zorgtraject. Indien sprake is van parallelliteit in de prenatale fase, dan heeft dit geen invloed op de declaratie van integrale geboortezorg in de natale en postnatale fase.

Deze bepaling regelt dat als cliënten willen overstappen naar een derde zorgaanbieder die niet bij de betreffende geboortezorgorganisatie is aangesloten, deze derde zorgaanbieder de geleverde zorg kan declareren. De NZa beoogt hier mee de keuzevrijheid van cliënten te borgen.

Indien een cliënt overstapt naar een zorgaanbieder die niet bij de betreffende geboortezorgorganisatie is aangesloten, biedt de beleidsregel verschillende mogelijkheden aan de derde zorgaanbieder om een tarief voor deze zorg in rekening te brengen:

  • De kosten voor zorg die door de derde zorgaanbieder zijn geleverd worden onderling verrekend met de geboortezorgorganisatie die het integrale tarief declareert. De derde zorgaanbieder declareert dus bij de geboortezorgorganisatie en brengt geen prestatie op basis van de monodisciplinaire beleidsregels (verloskunde, kraamzorg, medisch specialistische zorg) in rekening bij de zorgverzekeraar.

  • Indien onderlinge verrekening tussen de derde zorgaanbieder en de geboortezorgorganisatie niet tot stand komt, bijvoorbeeld omdat hierover op voorhand geen afspraken zijn gemaakt, dan brengt de derde zorgaanbieder de geleverde zorg in rekening op basis van de monodisciplinaire beleidsregels (verloskunde, kraamzorg, medisch specialistische zorg). Indien er geen afwijkende afspraken zijn gemaakt, regelt het verbod op parallelliteit dat ook de geboortezorgorganisatie de geleverde zorg op basis van de monodisciplinaire beleidsregels is rekening brengt. De geboortezorgorganisatie brengt dan geen integrale prestatie in rekening.

  • Indien onderlinge verrekening tussen de derde zorgaanbieder en de geboortezorgorganisatie niet tot stand komt, dan brengt de derde zorgaanbieder de geleverde zorg in rekening op basis van de monodisciplinaire beleidsregels (verloskunde, kraamzorg, medisch specialistische zorg). Indien geboortezorgorganisatie en zorgverzekeraar gebruik maken van de afwijkingsmogelijkheid en hierover schriftelijk afspraken hebben gemaakt, dan kan de geboortezorgorganisatie toch parallel een prestatie integrale geboortezorg in rekening brengen. Zorgaanbieder en zorgverzekeraar kunnen bijvoorbeeld afspreken dat monodisciplinaire declaraties door derde zorgaanbieders met lage waardes niet leiden tot een verbod om parallel een integrale prestatie in rekening te brengen. Daarnaast kunnen zij afspraken maken over de wijze waarop de meerkosten van de parallel in rekening gebrachte declaraties worden verrekkend.

Het verbod op parallelliteit geldt niet indien de monodisciplinaire prestatie voor de cliënt geen verzekerde zorg in de zin van de Zvw is. Een voorbeeld van deze situatie is een NT-meting terwijl de cliënt geen medische indicatie heeft voor deze prestatie. Doordat de cliënt in dit geval geen aanspraak op de NT-meting heeft op grond van de Zvw, kan een integrale prestatie in rekening worden gebracht naast deze monodisciplinaire prestatie.

 

Declaratie add-on IC

Indien een cliënt die in zorg is bij de zorgaanbieder in het kader van de zwangerschap opgenomen wordt op de intensive care, kan het ziekenhuis waar de opname plaatsvindt op grond van de Beleidsregel tarieven en prestaties medisch specialistische zorg, een ic-zorg/subtraject met zorgtype 52 registreren.

 

Verandering van zorgverzekeraar.

Wanneer de cliënt gedurende het traject is veranderd van zorgverzekeraar, moet het tarief worden vergoed door de zorgverzekeraar bij wie de cliënt verzekerd was op de datum van aanvang van de zorgprestatie.

 

Artikel 7

Ten tijde van het starten van het experiment werd voor geboortezorg een nieuwe bekostigingssystematiek ontwikkeld, te weten de integrale bekostiging van geboortezorg. Dit experiment eindigt in principe vijf jaar na de start ervan. De NZa kan besluiten de gevolgen van een experiment geheel of gedeeltelijk in stand te laten tot het einde van het boekjaar volgend op het boekjaar waarin het experiment is geëindigd, overeenkomstig artikel 58, vijfde lid, van de Wmg. Het experiment zal op 1 januari 2022 formeel worden beëindigd vanwege het bereiken van de maximale duur van vijf jaar. De NZa heeft besloten de gevolgen van het experiment voor het jaar 2022 in stand te laten. Dit naar aanleiding van het algemeen overleg zwangerschap en geboorte van 25 februari 2021. Een conclusie van dit overleg was dat de geboortezorgorganisaties zich nog in een transitiefase bevinden en verdere ontwikkeling en monitoring wenselijk is. Er is nog geen eenduidig beeld bij partijen over de uiteindelijke exacte vorm van bekostiging en partijen zijn daarover nog in gesprek.

De minister voor Medische zorg erkent dat de huidige geboortezorgorganisaties in ieder geval de mogelijkheid moeten hebben om ook in 2022 integrale zorg te kunnen blijven leveren en declareren. Bovendien hebben de geboortezorgorganisaties investeringen gedaan om hun administratieve processen zo in te richten dat zij de zorg integraal kunnen leveren en declareren. Een abrupt einde van het experiment zou al deze investeringen tenietdoen, nog voordat een besluit is genomen over de toekomstige bekostiging. Daarnaast zou bij het uitblijven van een interventie de mogelijkheid om de geboortezorg integraal te bekostigen per 1 januari 2022 vervallen. Het gaat dus om een uitzonderlijke situatie en dit rechtvaardigt dat de NZa gebruik maakt van haar wettelijke bevoegdheid om de gevolgen van het experiment integrale bekostiging geboortezorg in stand te laten tot en met 31 december 2022. Dit houdt in dat het iedere partij die hiertoe bevoegd en bekwaam is vrij staat gebruik te maken van deze regelgeving onder dezelfde voorwaarden zoals die vóór de verlenging golden.

BIJLAGE I

Prestatie Combinatie Tabel

Bijlage 1 bij deze beleidsregel bevat de Prestatie Combinatie Tabel. Met behulp van deze tabel wordt inzichtelijk welke prestaties niet in combinatie met de prestaties voor integrale geboortezorg gedeclareerd kunnen worden.

 

Hoe is de tabel opgebouwd?

De Prestatie Combinatie Tabel bevat in de verschillende kolommen de prestaties voor integrale geboortezorg. Zorg geleverd binnen deze integrale prestaties overlapt met zorg geleverd binnen de bestaande monodisciplinaire prestaties voor kraamzorg, verloskundige zorg en medisch-specialistische zorg. In de Prestatie Combinatie Tabel wordt per monodisciplinaire prestatie (per rij) door middel van een 'x' aangegeven of deze prestatie in combinatie met de integrale prestaties in rekening mag worden gebracht. Een 'x' geeft aan dat de combinatie van prestaties niet toegestaan is.

 

Fases van zwangerschap

De prestatiestructuur voor integrale geboortezorg is opgebouwd aan de hand van de verschillende fases van een zwangerschap. De structuur bevat drie prestaties voor prenatale zorg, drie prestaties voor natale zorg en twee prestaties voor postnatale zorg en één prestatie voor kraamzorg. Per fase van de zwangerschap kan slechts één integrale prestatie in rekening gebracht worden.

Het kan voorkomen dat er binnen een fase van de zwangerschap een monodisciplinaire prestatie in rekening wordt gebracht die niet in combinatie met de integrale prestaties voor deze fase gedeclareerd mag worden. In dat geval wordt de zorg geleverd binnen deze fase in rekening gebracht aan de hand van de monodisciplinaire prestaties. Het is mogelijk om een andere fase van de zwangerschap wel in rekening te brengen aan de hand van een integrale prestatie, mits binnen deze fase geen monodisciplinaire prestatie in rekening wordt gebracht die niet in combinatie met de integrale prestaties voor deze fase gedeclareerd mag worden.

 

Voorbeeld

Het intake bezoek wordt in rekening gebracht middels een monodisciplinaire prestatie. De Prestatie Combinatie Tabel bevat voor deze prestatie een 'x' in combinatie met de integrale prestaties voor de prenatale fase. De betekent dat deze integrale prestaties niet in rekening mogen worden gebracht en dat alle zorg geleverd binnen de prenatale fase middels monodisciplinaire prestaties in rekening gebracht wordt. Voor zorg geleverd in de natale fase worden geen monodisciplinaire prestaties in rekening gebracht. Zorg geleverd binnen deze fases kan daarom middels één van de prestaties voor integrale natale geboortezorg in rekening worden gebracht.

Naar boven