Onderwerp: Bezoek-historie

Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen - NR/REG - 2120
Ondertekeningsdatum:08-12-2020Geldigheid:01-01-2021 t/m 31-12-2022Versie:vergelijk
Vergelijk versie 1 met:
Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Gelet op artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van informatieverstrekking voor de vaststelling van het budget.
Gelet op artikel 62 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van informatieverstrekking voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van artikel 16, onderdeel n van de Wmg.

1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  1. zorgaanbieder: natuurlijk persoon of rechtspersoon die beroeps- en bedrijfsmatig zorg in de zin van de Wmg verleent als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder c, van de Wmg.
  2. regionale ambulancevoorziening: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet ambulancezorgvoorzieningen.
  3. meldkamer: de meldkamer, bedoeld in artikel 25a, eerste lid, van de Politiewet 2012.
  4. budget: betreft een jaarlijks door de NZa vastgesteld bedrag voor de ambulancezorg. Dit bedrag wordt per regionale ambulancevoorziening vastgesteld.
  5. gebudgetteerde instelling: zorgaanbieder die rechtspersoonlijkheid bezit en op wie de budgetsystematiek van toepassing is.

2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel het stellen van regels over de informatie die regionale ambulancevoorzieningen moeten aanleveren ten behoeve van de vaststelling van het budget. Deze regels hebben betrekking op de inhoud van de informatie zelf, de wijze waarop deze moet worden aangeleverd en de termijnen waarbinnen dat dient te geschieden.

3. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op regionale ambulancevoorzieningen (categorienummer: 240).

4. Te verstrekken informatie

1. Regionale ambulancevoorzieningen zijn - in hun hoedanigheid van gebudgetteerde instelling - overeenkomstig de Beleidsregel regionale ambulancevoorziening van jaar (t) verplicht om jaarlijks ten behoeve van de nacalculatie vóór 1 juli van het jaar (t+1) de opgave van de definitief overeengekomen afspraken van jaar (t) aan de NZa te verstrekken.

2. Regionale ambulancevoorzieningen zijn - in hun hoedanigheid van gebudgetteerde instelling - overeenkomstig de Beleidsregel regionale ambulancevoorziening van jaar (t) verplicht om jaarlijks ten behoeve van het vaststellen van het opbrengstverschil een definitieve (werkelijke) opgave van de opbrengsten (gedeclareerde tarieven) aan de NZa te verstrekken. De opbrengsten bestaan uitsluitend uit de declaraties van zorgprestaties die ter dekking van het budget dienen. De opbrengsten bevatten niet de verrekenbedragen. Regionale ambulancevoorzieningen zijn verplicht de NZa deze definitieve (werkelijke) opgave van de opbrengsten van jaar (t) vóór 1 juli van het jaar (t+1) te verstrekken.

3. Regionale ambulancevoorzieningen zijn - in hun hoedanigheid van gebudgetteerde instelling - overeenkomstig de Beleidsregel regionale ambulancevoorziening van jaar (t) verplicht om jaarlijks ten behoeve van het vaststellen van de definitieve opbrengstverrekening een opgave van de definitieve (werkelijke) opbrengsten (gedeclareerde tarieven) per zorgverzekeraar (uzovi) aan de NZa te verstrekken. Regionale ambulancevoorzieningen zijn verplicht de NZa deze definitieve (werkelijke) opgave van de opbrengsten per zorgverzekeraar van jaar (t) vóór 1 juli van het jaar (t+1) te verstrekken.

4. Voor de definitieve opgaven bedoeld in het eerste, tweede en derde lid moet verplicht gebruik worden gemaakt van het hiertoe bestemde formulier, dat door de NZa beschikbaar wordt gesteld.

5. De definitieve (werkelijke) opgave is compleet, indien deze ten minste de volgende onderdelen bevat:
het volledig ingevulde digitale formulier met de volgende bijlagen:

  • een digitale versie van het ondertekende formulier;
  • een ondertekeningsdocument bij het formulier van de regionale ambulancevoorziening en/of verzekeraar. In het ondertekeningsdocument van de regionale ambulancevoorziening wordt tevens naar de naleving van de artikelen 13 en 19 van de Wet ambulancezorgvoorzieningen gevraagd;
  • een goedkeurende controleverklaring (zie ook artikel 5);
  • een digitale versie van de jaarrekening jaar (t);
  • een overzicht van de opbrengsten uit gedeclareerde tarieven van jaar (t) per verzekeraar (uzovi).

 

Eventuele extra vermeldingen op het ondertekende formulier zijn niet geldig en worden niet meegenomen in de besluitvorming.

5. Controleverklaring

De regionale ambulancevoorzieningen zijn verplicht er zorg voor te dragen dat een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek de juistheid van de te verstrekken gegevens en inlichtingen bedoeld in artikel 4, tweede lid, bevestigt overeenkomstig de wijze als beschreven in het door de NZa vastgestelde Accountantsprotocol opbrengsten jaar (t) regionale ambulancevoorzieningen. Dit accountantsprotocol ziet toe op zowel het correct opgeven van de totale opbrengst als op de opbrengsten per verzekeraar, opgegeven door de regionale ambulancevoorziening. Het accountantsprotocol is te vinden op het documentenplatform van de NZa (puc.overheid.nl/nza).

6. Wijze van verstrekking

De in artikel 4 genoemde formulieren zijn beschikbaar gesteld op het digitale portaal van de NZa (aanvragen.nza.nl ). Zorgaanbieders dienen de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie in te dienen via het formulier op dit portaal.

7. Gebrekkige aanlevering

1. Van een gebrekkige aanlevering is sprake indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie onjuist, onvolledig, niet, of niet tijdig wordt aangeleverd.

2. Van een onjuiste of onvolledige aanlevering is sprake, indien de in artikel 4 en 5 bedoelde informatie weliswaar binnen de geldende indieningstermijnen is verstrekt, maar niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig de eisen die hieraan zijn gesteld in deze regeling, de Beleidsregel regionale ambulancevoorziening van jaar t, of in de toepasselijke formulieren. Bij een onjuiste of onvolledige aanlevering stelt de NZa de zorgaanbieder tenminste eenmaal in de gelegenheid - kosteloos en zonder verdere gevolgen - alsnog binnen een nader te stellen termijn over te gaan tot aanlevering van de juiste, respectievelijk volledige, informatie.

3. Van geen of niet tijdige aanlevering is sprake indien na het verstrijken van de geldende indieningstermijnen geen, of alsnog een aanlevering van de in artikel 4 en 5 genoemde informatie is ontvangen. Bij de beoordeling of sprake is van een niet tijdige aanlevering is niet relevant of de informatie onjuist, onvolledig of compleet is. Voor deze gevallen wordt een separaat en nader in te vullen handhavingstraject vastgesteld. Daarbij wordt ook bepaald in welk geval welk handhavingsinstrument (aanwijzing, boete, last onder dwangsom, etc.) wordt ingezet.  

8. Intrekking oude regeling

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen, met kenmerk NR/REG-2027, ingetrokken.

9. Toepasselijkheid voorafgaande regeling

De Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen, met kenmerk NR/REG-2027, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen - en al dan niet beëindigd - in de periode dat die regeling gold.

10. Inwerkingtreding en citeerregel

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg, zal de regeling in de Staatscourant worden geplaatst.

 

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling informatieverstrekking vaststelling budget regionale ambulancevoorzieningen.

 

Raad van bestuur van de

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

dr. M.J. Kaljouw

Voorzitter Raad van Bestuur

Toelichting

Algemeen
Deze regeling heeft tot doel het stellen van regels over de wijze waarop regionale ambulancevoorzieningen informatie dienen aan te leveren ten behoeve van de vaststelling van het budget. De regeling vindt haar wettelijke grondslag in de artikelen 62 en 68 van de Wmg.
In deze regeling is onder meer vastgelegd aan welke voorwaarden een opgave dient te voldoen om compleet te zijn en binnen welke termijnen de in de regeling genoemde opgaves uiterlijk in het bezit van de NZa dienen te zijn gesteld. De daarbij verplicht te hanteren formulieren zijn te vinden op het portaal van de NZa (https://aanvragen.nza.nl).

Artikelsgewijs

Artikel 1
De reikwijdte van deze regeling beperkt zich tot de regionale ambulancevoorzieningen, bedoeld in artikel 4, tweede lid van de Wet ambulancezorgvoorzieningen, die door middel van een budget worden gefinancierd.

Artikel 4, tweede lid
De opbrengsten bestaan uitsluitend uit de declaraties van zorgprestaties die ter dekking van het budget dienen. Dit betreffen de declaraties van de volgende prestaties (zie Beleidsregel Regionale ambulancevoorziening):

 

I001 – Beladen vervoerskilometer

I002 – Niet-spoedeisende ambulancezorg (B-inzet)

I003 – Stand-by

I005 – Grensoverschrijdende spoedinzet van ambulances

I006 – MICU-vervoer

I010 – Spoedeisende ambulancezorg (A1-/A2-inzet)

 

De opbrengsten bevatten niet de gedeclareerde verrekenbedragen. De volgende prestaties zijn dus geen onderdeel van de opbrengsten:

 

I020 – Verrekenbedrag

I021 – Maandelijks verrekenbedrag

Artikel 4, vijfde lid
De NZa is met ingang van 1 januari 2021 belast met de uitoefening van het toezicht op de naleving van artikel 13 en artikel 19 van de Wet ambulancezorgvoorzieningen (Wazv). In het ondertekeningsdocument wordt de regionale ambulancevoorziening naar de naleving van deze artikelen gevraagd. Deze informatie gebruikt de NZa voor de uitoefening van haar toezichtstaken.

Naar boven