Onderwerp: Bezoek-historie

Informatiekaart afwezigheid in de langdurige zorg
Publicatiedatum:03-04-2017Geldigheid:01-01-2020 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Voor bekostiging in de Wlz moet een cliënt daadwerkelijk aanwezig zijn in de instelling of op zijn/haar woonadres. Als een cliënt tijdelijk afwezig is, kan die afwezigheid in enkele gevallen toch bekostigd worden. Deze factsheet geeft een overzicht van de regels voor (het declareren van) afwezigheidsdagen in de langdurige zorg.

Voor wie is deze factsheet bedoeld?

Zorgaanbieders die zorg in natura leveren en daarvoor zzp- en/of vpt-prestaties in rekening brengen.

Welke regelingen zijn van toepassing?

De afwezigheidsdagen zijn geregeld in de volgende regelgeving:

  • Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis.

  • Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz.

Definitie afwezigheid

De periode van tijdelijke afwezigheid begint op de eerste dag na vertrek bij de zorgaanbieder of bij het woonadres en eindigt op de dag vóór de terugkomst.

Afwezigheid in geval van een zzp-prestatie

De dagen worden alleen bekostigd indien de cliënt voor de vakantie of detentie reeds 14 dagen verbleef bij de instelling.

Afwezigheid bij een zzp-prestatie bekostigen we in de volgende gevallen:

  • Als een cliënt tijdelijk is opgenomen bij een andere zorgaanbieder of op een andere locatie van de huidige zorgaanbieder voor:

    • Wlz-zorg met behandeling, terwijl de cliënt eerder alleen Wlz-verblijf zonder behandeling ontving;

    • revalidatiezorg. Dit kan ook geriatrische revalidatiezorg volgens de Zvw of herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging volgens de Wlz zijn;

    • gespecialiseerde ggz;

    • medisch-specialistische zorg.

Als men verwacht dat de afwezigheid langer dan 91 dagen duurt, moet de Wlz-uitvoerder binnen deze 91 dagen toestemming geven voor verlenging van het bekostigen van afwezigheid.

  • Bij afwezigheid vanwege vakantie of detentie kan afwezigheid worden bekostigd voor maximaal 42 dagen per kalenderjaar.

  • De maximaal twee aaneengesloten dagen dat een cliënt afwezig is in een periode van zeven dagen (maandag tot en met zondag), voorheen weekendverlof.

  • Voor cliënten die dagonderwijs volgen, wordt maximaal de wettelijke vakantieduur bekostigd bij afwezigheid.

De volgende prestaties kunnen niet worden gedeclareerd bij afwezigheid:

  • Toeslagen, met uitzondering van de toeslagen woonzorg ghz en de toeslag gespecialiseerde epilepsiezorg laag.

  • Afzonderlijk afgesproken dagbesteding.

  • Vervoer naar dagbesteding.

  • Afzonderlijk afgesproken behandeling.

Uitleg verlof en weekend

De telling van weekenddagen in relatie tot verlof wordt als volgt uitgelegd.

Afwezigheid van de cliënt van één week (7 kalenderdagen) kan worden geregistreerd als 2 weekenddagen en 5 verlofdagen. Bij 2 weken aaneengesloten afwezigheid (14 kalenderdagen) kan dus worden geregistreerd als een totaal van 4 weekenddagen en 10 verlofdagen. Per kalenderjaar kunnen maximaal 42 verlofdagen worden gedeclareerd voor een cliënt.

Afwezigheid in geval van een vpt-prestatie

De voorwaarden voor het bekostigen van afwezigheid bij een vpt-prestatie komen vrijwel overeen met die bij een zzp-prestatie. De volgende verschillen gelden:

  • Afwezigheid bij een vpt-prestatie kan ook bekostigd worden bij tijdelijk verblijf bij familie of bij logeren om de mantelzorger te ontlasten.

  • Een cliënt moet al 14 dagen vpt hebben ontvangen.

Afwezigheid in geval van Deeltijdverblijf

De voorwaarden voor het bekostigen van afwezigheid bij deeltijdverblijf (dtv) komen vrijwel overeen met die bij een zzp-prestatie. De volgende verschillen gelden:

  • Bij dtv geldt een ander maximumaantal te declareren afwezigheidsdagen. Dit maximum is afhankelijk van het aantal dagen dat een cliënt volgens het vaste patroon in deeltijd verblijft:

  • 3,5 dagdtv, 12 afwezigheidsdagen

  • 4 dagen dtv, 14 afwezigheidsdagen

  • 4,5 dagdtv, 16 afwezigheidsdagen

  • Deeltijdverblijfcliënten zijn uitgesloten van de regeling met betrekking tot weekendverlof.

Voorbeelden

Vakantie

  • Een cliënt verblijft sinds 1 mei bij een zorgaanbieder (zzp) of ontvangt vanaf dat moment vpt. Hij gaat op 2 juni in dat jaar met vakantie. Op 11 juni komt hij terug in de instelling. Er gelden acht afwezigheidsdagen: de eerste is 3 juni, de laatste - de dag voor heropname - 10 juni.

  • Als deze cliënt op 7 mei in dat jaar met vakantie was gegaan, wordt zijn afwezigheid niet bekostigd. Hij verbleef voorafgaand aan de vakantie immers nog geen 14 dagen in de instelling/ontving nog geen 14 dagen vpt.

  • Als een cliënt verschillende keren per jaar op vakantie gaat en/of in detentie is, mag het totale aantal afwezigheidsdagen dat in een jaar gedeclareerd wordt niet groter zijn dan 42 als er sprake is van zzp/vpt. Voor dtv geldt dat het maximumaantal te declareren afwezigheidsdagen afhankelijk is van het aantal dagen dat iemand volgens het vaste patroon in deeltijd verblijft.

Bovenstaande voorbeelden gelden ook voor detentie in plaats van vakantie en kunnen ook worden gebruikt in geval van een vpt en deeltijdverblijf, in het laatste geval is het aantal te declareren afwezigheidsdagen afhankelijk van het aantal verblijfsdagen.

Wanneer er sprake is van detentie, geldt het maximum van 42 dagen per kalenderjaar als het totaal voor vakantie en detentie tezamen.

Weekendverlof

  • Een cliënt gaat op familiebezoek. Hij wordt op vrijdag opgehaald en op zondag weer teruggebracht. Dit geldt als weekendverlof. Dit zijn maximaal 2 aaneengesloten dagen in een periode van 7 dagen. Als afwezigheidsdag wordt uitsluitend zaterdag geregistreerd. Komt cliënt maandag terug in de instelling, dan gelden 2 afwezigheidsdagen, namelijk zaterdag en zondag.

  • Een cliënt wordt op dinsdag opgehaald en op vrijdag weer teruggebracht. Dan zijn woensdag en donderdag de dagen die geteld worden als afwezig. Dit zijn maximaal 2 aaneengesloten dagen in een periode van 7 dagen (maandag tot en met zondag) en geldt als weekendverlof.

  • Als de cliënt meerdere keren in een week afwezig is (geen aaneengesloten dagen), dan kan slechts één van die keren vallen onder het weekendverlof. De andere keer/keren komen ten laste van de regeling van max. 42 dagen.

Voor cliënten die in deeltijd verblijven kan geen aanspraak worden gemaakt op de regeling met betrekking tot weekendverlof.

Naar boven