De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4,
paragrafen 4.2, 4.4 en 4.6 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
en meer in het bijzonder:
artikel 35, artikel 50, eerste lid jo. artikel 51, 52, 53 en 58 van de Wmg,
alsmede de beleidsregel:
Beleidsregel proeftuin kortdurende zorg;
en de regeling:
Regeling proeftuin kortdurende zorg;
besloten:
dat rechtsgeldig
door:
zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c sub 1 van de Wmg die zorg in een proeftuin kortdurende zorg leveren zoals omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw)
aan:
alle zorgverzekeraars en alle (niet-)verzekerden1
in rekening mag worden gebracht:
de prestatie en het bijbehorend tarief zoals opgenomen in onderstaande tabel, met inachtneming van de hierna genoemde voorwaarden, voorschriften en beperkingen alsmede de voorwaarden, voorschriften en beperkingen genoemd in de van toepassing zijnde beleidsregel en regeling. Voor de beschrijving van de prestatie wordt verwezen naar de Beleidsregel proeftuin kortdurende zorg.
Prestatie proeftuin kortdurende zorg. De eenheid waarin de prestatie wordt gedeclareerd, is vrij.
|
Vrij tarief
|
Voorwaarden, voorschriften en beperkingen
De proeftuin kent de volgende voorwaarden:
Aanmelden proeftuin
Proeftuinpartijen dienen voor de start van de proeftuin een formulier in bij de NZa. Dit formulier is opgenomen als bijlage 1 bij de Beleidsregel proeftuinen kortdurende zorg.
Tariefsoort
Voor de prestatie geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, lid 1, sub a van de Wmg.
Overeenkomst
De prestatie kan alleen in rekening worden gebracht als hier voorafgaand aan de declaratie een schriftelijke overeenkomst tussen de zorgaanbieder en zorgverzekeraar van de desbetreffende verzekerde aan ten grondslag ligt. In de overeenkomst zijn de inhoud van de te leveren zorg, de declaratie-eenheid en de hoogte van het in rekening te brengen tarief vastgelegd.
Reikwijdte
De kortdurende zorg waar deze tariefbeschikking op ziet, betreft de zorg zoals omschreven bij of krachtens de Zvw. Een proeftuin omvat minimaal twee van de betrokken zorgvormen eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen.
Intrekken oude prestatiebeschrijvingbeschikking
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze prestatiebeschrijvingbeschikking wordt de Prestatiebeschrijvingbeschikking proeftuin kortdurende zorg, met kenmerk BR/REG-20627-01, ingetrokken.
Toepasselijkheid voorafgaande prestatiebeschrijvingbeschikking
De Prestatiebeschrijvingbeschikking proeftuin kortdurende zorg met kenmerk BR/REG-20627-01, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.
Inwerkingtreding
Deze tariefbeschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2021 en vervalt met ingang van 1 januari 2025. Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel d, van de Wmg zal van de vaststelling van deze prestatiebeschrijvingbeschikking mededeling worden gedaan in de Staatscourant.
Deze beschikking wordt aangehaald als: Prestatiebeschrijvingbeschikking proeftuin kortdurende zorg.
Bezwaarclausule
Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
Adres: Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax: 030 – 296 82 96
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
-
naam en adres van de indiener;
-
de dagtekening;
-
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
-
de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.
Met vriendelijke groet,
De Nederlandse Zorgautoriteit,
drs. J. Rijneveld
unitmanager Eerstelijnszorg