Onderwerp: Bezoek-historie

Beleidsregel Regionale ambulancevoorziening 2019 - BR/REG-19153a
Publicatiedatum:07-11-2018Geldigheid:01-01-2019 t/m 31-12-2019Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wmg, stelt de NZa beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid tot het vaststellen van een vereffeningbedrag als bedoeld in artikel 56b van de Wmg.

Gelet op artikel 59, aanhef en onder c en e van de Wmg, heeft de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) met brief van 15 juli 2013, met kenmerk 130899-106615-MC, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg aan de NZa gegeven. Deze aanwijzing dateert van 15 juli 2013 en heeft als kenmerk 130899-106615-MC. Deze aanwijzing is gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 20624.

Indeling beleidsregel

  1. Begripsbepalingen
  2. Doel van de beleidsregel
  3. Reikwijdte
  4. Procedure vaststelling budget en opbrengstresultaat
  5. Vergoeding ambulancezorg
  6. Vergoeding meldkamer
  7. Prestaties en tarieven
  8. Indexatie
  9. Intrekking oude beleidsregel
  10. Overgangsbepaling
  11. Inwerkingtreding en citeerregel

1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. RAV (Regionale Ambulancevoorziening): de rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Tijdelijke wet ambulancezorg, die zorg draagt voor het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg en het in stand houden van een meldkamer.

b. A1/A2 rit (spoedrit): een spoedrit in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance gezien de ernst van de melding binnen 15 minuten (A1) dan wel 30 minuten (A2) ter plaatse dient te zijn. De meldkamer stelt de classificatie vast.

c. Aanwezigheidsdiensten: een aanwezigheidsdienst is een aaneengesloten tijdruimte van ten hoogste 24 uur, waarin het personeel ’s nachts in de bedrijfsruimte op oproep beschikbaar is voor het verlenen van ambulancezorg.

d. Afhijsen brandweer: een in opdracht van de RAV door de brandweer uitgevoerde afhijsing van een patiënt naar een ambulance in situaties waarbij de afhijsing niet tot het wettelijk takenpakket van de brandweer behoort. Hiervan is sprake als de RAV aannemelijk kan maken dat de afhijsing noodzakelijk was met het oog op het beperken c.q. bestrijden van een directe bedreiging voor het leven of de gezondheid van de patiënt, die zich zou voordoen indien de patiënt op niet-horizontale wijze naar de ambulance zou worden vervoerd.1

e. Ambulance: ambulance zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Tijdelijke wet ambulancezorg.

f. Ambulancezorg: zorg zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d van de Tijdelijke wet ambulancezorg.

g. B-rit (besteld vervoer): een rit in opdracht van de meldkamer die vooraf is aangevraagd bij de meldkamer en waarbij geen sprake is van een spoedclassificatie.

h. Eerste Hulp Geen Vervoer-rit (EHGV-rit): een ambulancerit uitgevoerd in opdracht van de meldkamer met de intentie tot hulpverlening en/of vervoer van één of meerdere slachtoffers/patiënten, waarbij de noodzaak tot vervoer, na onderzoek dan wel hulpverlening ter plaatse, niet gebleken is. Ritten uitgevoerd met piketauto’s en MICU-ambulances zijn geen EHGV- ritten.

i. Budget: het betreft een budget voor de vergoeding van de kosten van de ambulancezorg en van de meldkamer.

j. Kilometer: het aantal verreden kilometers voor alle soorten ritten gezamenlijk. Dat wil zeggen declarabele en niet-declarabele ritten, inclusief EHGV-ritten, loze ritten en voorwaardenscheppende ritten.Kilometers verreden met piketauto’s en MICU-ambulances vallen hier niet onder.

k. Loze rit: een ambulancerit uitgevoerd in opdracht van de meldkamer met de intentie tot vervoer, waarbij tijdens de rit of op de plaats van bestemming blijkt dat geen indicatie voor ambulancezorg (meer) aanwezig is.

l. Meldkamer: meldkamer zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e van de Tijdelijke wet ambulancezorg.

m. Meldkamerlocatie:

  • Monolocatie: meldkamerlocatie die alleen wordt gebruikt door de RAV.
  • Bilocatie: meldkamerlocatie die gezamenlijk wordt gebruikt door de RAV en politie of brandweer.
  • Trilocatie: meldkamerlocatie die gezamenlijk wordt gebruikt door de RAV, politie en brandweer.

 

n. Melding: een bericht c.q. aangifte bij de meldkamer waarbij een rit toegekend wordt.  Het aantal meldingen (dat voor de vergoeding meldkamer wordt gehanteerd) wordt gebaseerd op de som van het aantal A1/A2-ritten, B-ritten en EHGV-ritten, exclusief de loze ritten.

o. MICU-ambulance: een Mobile Intensive Care Unit, bestaande uit een MICU-trolley en een IC-ambulance, ten behoeve van vervoer van een IC-patiënt tussen zorginstellingen.

p. Overtocht per (veer)boot: een overtocht per (veer)boot (niet ingericht voor het vervoer van patiënten) om de patiënt en evt. de ambulance over water te vervoeren.

q. Parate diensten: bij een parate dienst is het personeel direct inzetbaar. Het personeel is meestal op de standplaats aanwezig.

r. Piketauto: piketauto's zijn auto's die worden ingezet ten behoeve van de tijdige beschikbaarheid van personeel voor de ambulancezorg.

s. Rit: een ambulancerit die in opdracht van de meldkamer wordt uitgevoerd. De opdrachtverstrekking door de meldkamer bepaalt of sprake is van spoedvervoer of besteld vervoer. Het aantal ritten (dat voor de vergoeding ambulancezorg wordt gehanteerd) is gelijk aan de som van het aantal A1/A2-ritten, B-ritten en EHGV-ritten, exclusief de loze ritten.

t. Retourrit: een rit waarbij de ambulance een patiënt naar een behandelplaats brengt en deze, na een bepaalde wachttijd ter plaatse, weer terug brengt.

u. Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid (S&B): het ‘Referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2018’ zoals opgesteld door het RIVM2 en vastgesteld door de minister van VWS.

v. Representerende verzekeraar(s): zorgverzekeraars die door de leden van Zorgverzekeraars Nederland zijn aangewezen om namens hen een overeenkomst af te sluiten.

w. Standplaats: door RAV gebruikte locatie waar vandaan de ambulances vertrekken en waar voorzieningen zijn voor ambulancepersoneel en –materieel.3

x. Stand-by rit: rit in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance zich verplaatst naar een bepaalde gebeurtenis of evenement vanwege de openbare orde of veiligheid.

y. Voorwaardenscheppende rit: rit in opdracht van de meldkamer, waarbij de ambulance naar een door de centralist bepaalde plaats rijdt om de beschikbaarheid van ambulancezorg te waarborgen.

z. Vereffeningbedrag: het bedrag zoals genoemd in artikel 56b Wmg. Bij een positief opbrengstresultaat (opbrengstoverschot) stelt de NZa dit bedrag bij beschikking vast. De betreffende zorgverzekeraar kan op basis van deze beschikking een bedrag ter hoogte van het positief opbrengstresultaat bij de betreffende RAV terug doen vorderen.

aa. Verrekenbedrag: bij een negatief opbrengstresultaat (opbrengsttekort) stelt de NZa dit bedrag bij beschikking vast. Een RAV kan op basis van de beschikking een bedrag ter hoogte van het negatief opbrengstresultaat bij de betreffende verzekeraar in rekening brengen.

2. Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is het beleid van de NZa vast te leggen met betrekking tot de vaststelling van prestaties en tarieven voor ambulancezorg geleverd door de RAV-en. Verder wordt met deze beleidsregel het beleid vastgelegd met betrekking tot de opbrengstverrekening tussen RAV-en en zorgverzekeraars.  

3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op ambulancezorg geleverd door of in opdracht van Regionale Ambulancevoorzieningen (hierna: RAV).4

 

4. Procedure vaststelling budget en opbrengstresultaat

De onderstaande procedure heeft betrekking op de vaststelling van het totale budget. De RAV ontvangt één budget met daarin de vergoeding voor zowel de ambulancezorg als de vergoeding voor de meldkamer.

4.1 Voorlopig opbrengstresultaat

Indien een risico bestaat op liquiditeitstekorten of –overschotten als gevolg van een verwacht (voorspelbaar) opbrengsttekort of opbrengstoverschot, is het mogelijk om in het najaar (t-1) doch vóór 1 januari jaar (t) een aanvraag voor voorlopige maandelijkse opbrengstverrekening bij de NZa in te dienen voor jaar (t). Daarnaast is het mogelijk vóór 1 oktober jaar (t) eenmalig een aanvullende voorlopige opbrengstverrekening aan te vragen ten behoeve van onvoorziene opbrengsttekorten of opbrengstoverschotten jaar (t). Voor deze aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van het door de NZa beschikbaar gestelde formulier.

Voor het vaststellen van de verrekeningen voor het voorlopig opbrengstresultaat hanteert de NZa de procedure zoals bepaald in artikel 4.2.1 van deze beleidsregel. In het geval van twee eenzijdige aanvragen wordt, indien het voorlopig opbrengstresultaat negatief is, het laagste aangevraagde voorlopig opbrengstresultaat als uitgangspunt genomen. De NZa kan hiervan afwijken indien de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld. De aanvraag voor het overeengekomen opbrengstresultaat (zowel de maandelijkse verrekening als de aanvullende) is optioneel. In tegenstelling tot artikel 4.2.1 zal de NZa daarom partijen niet aanschrijven indien indiening uitblijft.

4.1.1 Aanvraag en vaststelling overeengekomen maandelijks voorlopig opbrengstresultaat

Vóór 1 oktober van jaar (t-1) maakt de NZa via haar website de voorlopige indexcijfers voor jaar (t) bekend. Daarnaast stelt de NZa het aanvraagformulier voor het overeengekomen voorlopig opbrengstresultaat beschikbaar uiterlijk in oktober jaar (t-1). De NZa geeft bij goedkeuring van het ingevulde formulier in begin jaar (t) een beschikking af met maandelijkse verreken- of vereffenbedragen.

Indien partijen een tussentijdse maandelijkse verrekening, ofwel de voorlopige maandelijkse opbrengstverrekening wensen voor jaar (t), ontvangt de NZa de aanvraag vóór 1 januari jaar (t). Op basis van deze aanvraag en de rato van marktaandelen van jaar (t-3) (bron: ZINL) geeft de NZa beschikkingen af waarmee de RAV met betreffende zorgverzekeraars een deel van het voorlopige opbrengstresultaat maandelijks onderling kan verrekenen.

4.1.2 Aanvraag en vaststelling overeengekomen aanvullend voorlopig opbrengstresultaat

Uiterlijk in juli jaar (t) stelt de NZa het aanvraagformulier voor het overeengekomen aanvullend voorlopig opbrengstresultaat beschikbaar. RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen dit formulier vóór 1 oktober jaar (t) bij de NZa indienen met het verzoek om eenmalig een aanvullende voorlopige opbrengstverrekening vast te stellen. De NZa geeft bij goedkeuring aanvullende beschikkingen af met eenmalige verreken- of vereffenbedragen die RAV en zorgverzekeraars onderling kunnen afrekenen ten behoeve van het opbrengstresultaat jaar (t).

4.2 Definitief budget

Het budget met betrekking tot jaar (t) wordt definitief vastgesteld op basis van de nacalculatie. Het nacalculatieformulier bevat de nacalculatieposten op hoofdlijnen. Na verwerking van de nacalculatie met betrekking tot jaar (t) wordt het budget met betrekking tot jaar (t) of onderdelen daarvan niet meer gewijzigd. Vóór 1 juli jaar (t+1) leveren de RAV en representerende zorgverzekeraar(s) gezamenlijk de overeengekomen definitieve bedragen aan bij de NZa (de nacalculatie met betrekking tot jaar (t)). Bij deze aanvraag dienen de RAV en zorgverzekeraar(s) gebruik te maken van het door de NZa beschikbaar gestelde formulier.

4.2.1 Procedure aanvraag definitief budget

4.2.2.1 Tweezijdige aanvraag

Aanvragen die tweezijdig zijn ingediend, worden door de NZa in behandeling genomen. Het tweezijdig aangevraagde budget wordt vastgesteld door de NZa, tenzij de NZa de aanvraag als onrealistisch beoordeelt. De NZa kan daartoe de onderliggende parameters van het budget opvragen.

4.2.2.2 Enkele eenzijdige aanvraag 

Bij ontvangst van slechts één eenzijdige aanvraag wordt partijen verzocht om binnen vier weken gezamenlijk tot een definitief budget te komen en de eventueel bereikte overeenstemming in de vorm van een tweezijdige aanvraag bij de NZa in te dienen. Indien binnen de termijn van vier weken geen tweezijdige aanvraag wordt ingediend, neemt de NZa het eenzijdige verzoek in behandeling.
Het eenzijdig aangevraagde budget wordt vastgesteld door de NZa, tenzij de NZa de aanvraag als onrealistisch beoordeelt. De NZa kan daartoe de onderliggende parameters van het budget opvragen.

4.2.2.3 Eenzijdige aanvraag RAV en zorgverzekeraar

Indien de zorgverzekeraar(s) en RAV afzonderlijk van elkaar een afwijkende aanvraag indienen, zal de NZa de laagst ingediende aanvraag verwerken. De NZa kan hiervan afwijken indien de vigerende beleidsregels hiertoe aanleiding geven en/of indien op basis van nadere motiveringen de ingediende aanvraag door de NZa als onrealistisch wordt beoordeeld. De NZa kan daartoe de onderliggende parameters van het budget opvragen.

4.2.2.4 Meerdere soorten aanvragen

Indien binnen de indienstermijn meerdere van bovenstaande situaties zich voordoen, zal de NZa de laatst ingediende aanvraag in behandeling nemen.

Daarnaast geldt dat ingediende aanvragen na de indieningstermijn niet in behandeling worden genomen indien eerder al een aanvraag door de NZa binnen de gestelde indieningstermijn is ontvangen.

4.2.2.5 Geen of onvolledige aanvraag

Van een onvolledige aanvraag is sprake indien noodzakelijke informatie onjuist is of ontbreekt. Dit is ter beoordeling aan de NZa en betreft de gegevens om tot vaststelling van het definitieve budget te komen. Indien geen aanvraag wordt ingediend, dan wel indien de aanvraag onvolledig is, schrijft de NZa de RAV en representerende zorgverzekeraar(s) aan om alsnog binnen vier weken een gezamenlijke aanvraag in te dienen, dan wel de informatie aan te vullen of te corrigeren.

Indien na vier weken wederom geen of een onvolledige aanvraag wordt ingediend, stelt de NZa het budget vast op 80% van het vastgestelde budget van jaar (t-1).

Wanneer de NZa binnen bovenstaande termijn alsnog een tweezijdige aanvraag, eenzijdige aanvraag, of meerdere eenzijdige aanvragen ontvangt, geldt de op die situatie betrekking hebbende procedure van bovenstaande artikelen. Echter, bij de enkele eenzijdige aanvraag wordt deze niet nogmaals voorgelegd aan de partij die de aanvraag niet heeft ondertekend, maar neemt de NZa de eenzijdige aanvraag in behandeling.

4.3 Definitief opbrengstresultaat

Het opbrengstresultaat met betrekking tot jaar (t) wordt definitief vastgesteld op basis van de nacalculatie. Vóór 1 juli jaar (t+1) levert de RAV haar definitieve opbrengsten jaar (t) aan bij de NZa (de nacalculatie met betrekking tot jaar (t)). De NZa legt het definitief opbrengstresultaat vast in een beschikking.

4.3.1 Aanvraag opbrengsten

Vóór 1 juli jaar (t+1) levert de RAV de opbrengsten (gedeclareerde tarieven) met betrekking tot jaar (t) aan bij de NZa. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van het door de NZa beschikbaar gestelde formulier. Dit formulier maakt onderdeel uit van het nacalculatieformulier.

De opbrengsten bestaan uitsluitend uit de declaraties van zorgprestaties die ter dekking van het budget dienen. Dit betreffen de declaraties van de volgende prestaties:

I001 – Beladen vervoerskilometer

I002 – Besteld vervoer

I003 – Stand-by

I005 – Grensoverschrijdende spoedinzet van ambulances

I006 – MICU vervoer

I010 – Spoedvervoer

De opbrengsten bevatten niet de gedeclareerde verrekenbedragen (dus niet prestatie I020).

Zie voor de verplichting tot aanlevering van de opbrengsten: de regeling ‘Informatieverstrekking vaststelling budget Regionale Ambulancevoorzieningen’.

4.3.2  Procedure vaststelling opbrengstresultaat

Ten behoeve van de opbrengstverrekening stelt de NZa gelijktijdig met vaststelling van het definitief budget jaar (t) in najaar (t+1) het positieve dan wel negatieve opbrengstresultaat jaar (t) vast. Dit resultaat is gelijk aan het totaal van de gedeclareerde tarieven jaar (t) minus de som van het definitieve budget jaar (t).

De onderstaande bepalingen gelden bij de definitieve vaststelling van het opbrengstresultaat.

4.3.2.1  Volledige aanvraag

Ten behoeve van het vaststellen van het definitieve opbrengstresultaat jaar (t) worden de werkelijke opbrengsten (gelijk aan het totaal van gedeclareerde tarieven ter dekking van het budget jaar (t)) door de RAV opgegeven met bijbehorende accountantsverklaring. Bij de werkelijke opbrengsten wordt ook de verdeling van deze opbrengsten over de verzekeraars in jaar (t) opgegeven. Op basis van deze gegevens kan de NZa per RAV de marktaandelen van de verzekeraars berekenen. Deze  marktaandelen gebruikt de NZa voor de definitieve opbrengstverrekening.

4.3.2.2  Geen of onvolledige aanvraag

Van een onvolledige aanvraag is sprake indien noodzakelijke informatie onjuist is, of ontbreekt. Dit is ter beoordeling aan de NZa en betreft tenminste de gegevens zoals deze ten aanzien van de opbrengsten in het beschikbaar gestelde formulier worden opgevraagd.

Indien geen of een onvolledige aanvraag wordt ingediend, schrijft de NZa de RAV aan om alsnog binnen vier weken een aanvraag in te dienen, dan wel de informatie aan te vullen of te corrigeren. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt voor vaststelling van het opbrengstresultaat de hiernavolgende systematiek gevolgd.

Indien binnen vier weken alsnog geen aanvraag wordt ingediend, dan wel wordt aangevuld, gaat de NZa over tot ambtshalve vaststelling wegens het ontbreken van informatie van het opbrengstresultaat en daarmee ook tot ambtshalve vaststelling van het definitieve vereffening- dan wel verrekenbedrag voor de betreffende RAV en zorgverzekeraar. De NZa stelt de opbrengsten daarbij vast op 120% van het definitieve budget, tenzij uit nadere informatie blijkt dat een ander percentage als meer gerechtvaardigd wordt beoordeeld door de NZa. Partijen dienen dergelijke informatie zelf aan te dragen. 

4.4 Definitieve opbrengstverrekening

De definitieve opbrengstverrekening jaar (t) wordt volgend op de vaststelling van het definitief budget jaar (t) en het opbrengstresultaat jaar (t) vastgesteld. Op basis van de definitieve opbrengstverrekening jaar (t) in jaar (t+1) en eventuele tussentijdse verrekeningen, wordt door partijen onderling bepaald welke verrekening nog plaats moet vinden met betrekking tot jaar (t).

4.4.1 Vereffeningbedrag

De NZa berekent het definitief terug te vorderen bedrag per zorgverzekeraar naar rato van hun definitieve marktaandeel bij de betreffende RAV. De opbrengsten uit gedeclareerde tarieven per zorgverzekeraar worden door de RAV gelijktijdig met de nacalculatie ingediend. Op basis van deze gegevens berekent de NZa per RAV de marktaandelen per verzekeraar.

De NZa legt de definitieve vereffeningsbedragen jaar (t) vast in een beschikking. Op basis van de beschikking met het vereffeningbedrag kan de zorgverzekeraar het door de NZa berekende (resterende) opbrengstoverschot in rekening brengen bij de betreffende RAV.

4.4.2 Verrekenbedrag

De NZa berekent het definitief in rekening te brengen bedrag per zorgverzekeraar naar rato van hun definitieve marktaandeel bij de betreffende RAV. De opbrengsten uit gedeclareerde tarieven per zorgverzekeraar worden door de RAV gelijktijdig met de nacalculatie ingediend. Op basis van deze gegevens berekent de NZa per RAV de marktaandelen per verzekeraar.

De NZa legt de definitieve verrekenbedragen jaar (t) vast in een beschikking. Op basis van de beschikking met het verrekenbedrag kan de RAV het door de NZa berekende (resterende) opbrengsttekort in rekening brengen bij de betreffende zorgverzekeraar.

5. Vergoeding ambulancezorg

De vergoeding voor ambulancezorg is opgebouwd uit vijf onderdelen: een loonkostenvergoeding, wagenparkvergoeding, productievergoeding, vrije marge en restvergoeding. Deze onderdelen worden achtereenvolgens toegelicht:

5.1 Loonkostenvergoeding

De loonkostenvergoeding bestaat uit zes onderdelen:

  • S&B-vergoeding
  • Flexibilisering S&B-vergoeding
  • Vergoeding ouderenbeleid
  • Opleidingsvergoeding
  • Overige loonkosten
  • Vergoeding MICU-chauffeur

 

5.1.1 S&B-vergoeding

De S&B-vergoeding wordt genormeerd op basis van de parameteraantallen (diensten) uit het Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid 2018.
 

De NZa classificeert alle individuele standplaatsen in een regio naar ‘paraatheidsdienst’ of ‘aanwezigheidsdienst’. Hiervoor gebruikt de NZa de inwoneraantallen en gewogen omgevingsadressendichtheid (OAD) 2017 van het RIVM. Bij de classificatie hanteert de NZa een dagindeling gebaseerd op 3 blokken (van 0 tot 8 uur, van 8 tot 16 uur, van 16 tot 24 uur). In het dagdeel 8-16u worden alle standplaatsen gefinancierd op basis van paraatheidsdienst.

Voor de overige tijdsblokken geldt:

  • Standplaatsen met een inwonersklasse van 3 en hoger én een gewogen omgevingsadressendichtheid klasse van 3 en hoger worden op basis van paraatheidsdienst gefinancierd.
  • Alle overige standplaatsen worden op basis van aanwezigheidsdiensten gefinancierd.

 

Zie onderstaande tabellen voor de klasse-indelingen.

Klasse-indeling inwoneraantal

Klasse Van Tot
1 0 15.000
2 15.000 42.500
3 42.500 95.000
4 95.000 160.000
5 160.000 -

 

Klasse-indeling omgevingsadressendichtheid

Klasse Van Tot
1 0 350
2 350 750
3 750 1250
4 1250 2000
5 2000

-

 

Afhankelijk van de uitkomst van de classificatie van de standplaats vermenigvuldigt de NZa het aantal ambulances per dagdeel, zoals in het referentiekader opgenomen, met de in onderstaande tabel vermelde loonkostenbedragen (prijspeil ultimo 2018). Een optelling van deze bedragen vormt de S&B-vergoeding, tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

 

Loonkostenbedragen S&B-vergoeding per dagdeel

  Aanwezigheid Paraatheid Aanwezigheid Paraatheid Paraatheid
  0-8 u 8-16 u 16-24 u 0-8 u 16-24 u
Werkdag  €       122.149 €  193.720  €      200.781 €  229.837  €  214.325
Zaterdag €         25.752  €    47.926  €        45.164  €    47.926  €    47.926
Zondag €         34.945  €    59.308 €        56.274  €    59.308 €    59.308

 

5.1.2. Flexibilisering S&B-vergoeding

RAV en representerende verzekeraar(s) kunnen in uitzonderingssituaties gezamenlijk een loonkostenvergoeding overeenkomen voor het oplossen van specifieke knelpunten in de ambulancezorg. De aanvraag voor budgetuitbreiding is tweezijdig. Een eenzijdige aanvraag voor deze vergoeding wordt niet in behandeling genomen.

5.1.3 Vergoeding ouderenbeleid

De vergoeding ouderenbeleid is gelijk aan de vergoeding ouderenbeleid jaar (t-1), tenzij lager overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.1.4 Opleidingsvergoeding

De opleidingsvergoeding wordt berekend als 3,89% van de maximaal berekende S&B-vergoeding (5.1.1), tenzij lager overeengekomen in overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.1.5 Overige loonkosten

De overige loonkosten zijn gelijk aan de overige loonkosten in het budget jaar (t-1), tenzij lager overeengekomen in overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.1.6 Vergoeding MICU-chauffeur

De vergoeding MICU-chauffeur is gelijk aan de vergoeding MICU-chauffeur jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s) .

5.2 Wagenparkvergoeding

De wagenparkvergoeding wordt genormeerd op basis van het aantal ambulances.

  • Kosten per ambulance: €40.759.

De wagenparkvergoeding wordt berekend op basis van het aantal ambulances in het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.3 Productievergoeding

De productievergoeding bestaat uit 4 onderdelen:

  • Productievergoeding kilometers
  • Productievergoeding ritten
  • Productievergoeding afhijsingen brandweer
  • Productievergoeding overtocht per (veer)boot

 

5.3.1 Productievergoeding kilometers

De productievergoeding kilometers wordt genormeerd op basis van het aantal kilometers van alle ritten gezamenlijk. Ritten gereden met piketauto’s en MICU’s vallen hier niet onder.

  • Materiële kosten per kilometer: €0,28
  • Brandstofkosten per kilometer: €0,215

 

De productievergoeding kilometers wordt berekend op basis van het aantal kilometers in het budget ambulancezorg jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

5.3.2 Productievergoeding ritten

De productievergoeding ritten wordt genormeerd op basis van het totaal aantal ritten.

  • Kosten per rit: €18,58

 

De productievergoeding ritten wordt berekend op basis van het aantal ritten in het budget ambulancezorg jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

Het aantal ritten wordt overeengekomen in het overleg tussen RAV en de zorgverzekeraar(s). Indien geen overeenkomst tot stand komt, gelden de bepalingen in artikel 4.2.

5.3.3 Productievergoeding afhijsingen brandweer

De component Productievergoeding afhijsingen brandweer bevat de kosten voor in opdracht van de RAV door de brandweer uitgevoerde hijswerkzaamheden van de patiënt. Deze component is gelijk aan de component Productievergoeding afhijsingen brandweer van het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Deze component wordt berekend op basis van het aantal overeengekomen afhijsingen en het overeengekomen bedrag per afhijsing. Bij geen overeenkomst gelden de bepalingen van de vaststelling van het definitief budget zoals beschreven in artikel 4.2.

5.3.4 Productievergoeding overtocht per (veer)boot

De component Productievergoeding overtocht per (veer)boot bevat de kosten voor in opdracht van de RAV door derden uitgevoerde overtochten per (veer)boot van de patiënt en eventueel ambulance. Deze component is gelijk aan de component Productievergoeding overtocht per (veer)boot van het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) . Deze component wordt berekend op basis van het overeengekomen aantal overtochten per (veer)boot en het overeengekomen bedrag per overtocht per (veer)boot. Bij geen overeenkomst gelden de bepalingen van de vaststelling van het definitief budget zoals beschreven in artikel 4.2.

5.4 Vrije marge ambulancezorg

De vrije marge is bedoeld voor innovatie, verbetering van de zorgkwaliteit en verbetering van de prestaties en wordt door de RAV en de zorgverzekeraars gezamenlijk overeengekomen en bedraagt ten hoogste 4,5% van de S&B-vergoeding.

5.5 Restvergoeding

De restvergoeding bestaat uit de volgende componenten:

  • Huisvesting
  • Piketauto’s
  • Directie en administratie
  • Rentevergoeding
  • Controleprotocol
  • Afschrijving dubieuze debiteuren
  • Overige kosten
  • Vergoeding verbruikskosten AED’s
  • Pilots voor zorg op de juiste plaats

 

5.5.1 Huisvesting

Afschrijving huisvesting:

De afschrijving voor huisvesting is gelijk aan de afschrijving huisvesting uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

Materiële kosten huisvesting:

De materiële kosten huisvesting zijn gelijk aan de materiële kosten huisvesting jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.2 Vergoeding piketauto’s

De component piketauto’s is gelijk aan de component piketauto’s jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.3 Directie en administratie

De component Directie en administratie is gelijk aan de component Directie en administratie uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.4 Rentevergoeding

De rentevergoeding is gelijk aan de rentevergoeding in het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.5 Controleprotocol

Deze component is gelijk aan de component Controleprotocol uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). 

5.5.6 Afschrijving dubieuze debiteuren

Deze component is gelijk aan de afschrijving dubieuze debiteuren uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

5.5.7 Overige kosten

Deze component is gelijk aan de component ‘overige kosten’ uit het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). Deze post dient ter vergoeding van kosten waar de overige budgetonderdelen geen ruimte voor bieden.

Deze component kan niet gebruikt worden als compensatie voor posten waarvoor een maximum vergoeding geldt.

Onder deze component kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) voor budgetjaar t een bedrag overeenkomen ten behoeve van de initiële scholing voor de instroom van ambulancemedewerkers. Voor de capaciteit per dienst (tijdsblok) uit het Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid 2018 kan het volgende bedrag overeengekomen worden, tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s):

  • Opslag per aanwezigheids- of paraatheidsdienst, werkdagen: € 7.393
  • Opslag per aanwezigheids- of paraatheidsdienst, zaterdag en zondag: € 1.479

 

5.5.8 Wijziging aanbod acute zorg

Deze post bevat de aanvullende middelen in verband met tijdelijke of structurele wijzigingen in het aanbod van acute medisch specialistische zorg. RAV en representerende zorgverzekeraar(s) kunnen hiervoor gezamenlijk een aanvraag indienen. Deze aanvraag bevat extra middelen voor zowel loon- als materiële kosten, en kapitaallasten.

Voor de aanvraag gelden de volgende criteria.

  1. Er is daadwerkelijk sprake van een (op handen zijnde) wijziging in het aanbod van acute medisch specialistische zorg in de veiligheidsregio van de RAV.
     
  2. De zorgplicht van de zorgverzekeraar wordt geborgd met uitbreiding van ambulancezorg. Dit blijkt uit een doorrekening van het RIVM, waarin het effect van de voorgestelde uitbreiding van de ambulancezorg op de aanrijdtijden vergeleken wordt met de situatie zonder de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg.
     
  3. De voorgestelde oplossing is besproken in het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ).
     
  4. De aanvraag voor budgetuitbreiding heeft alleen betrekking op spoedvervoer binnen de regio.
     
  5. De aanvraag voor budgetuitbreiding is tweezijdig. Eén enkele eenzijdige aanvraag voor een RAV wordt niet in behandeling genomen. Bij meerdere eenzijdige aanvragen voor een RAV gelden de bepalingen zoals genoemd in artikel 4.2 van deze beleidsregel.
     
  6. De aangevraagde budgetuitbreiding is voor wat betreft de loonkosten maximaal het bedrag zoals berekend met de parameter-loonkostenbedragen S&B uit artikel 5.1.1 van deze beleidsregel.
     
  7. Bij de aangevraagde budgetuitbreiding wordt voor wat betreft de materiële kosten aangesloten bij de bepalingen in de artikelen 5.2, 5.3 en 5.5 uit deze beleidsregel.
     
  8. Budgetuitbreiding is niet mogelijk als voor het betreffende specialisme en de betreffende locatie aan het ziekenhuis een beschikbaarheidbijdrage SEH of beschikbaarheidbijdrage acute verloskunde is toegekend.
     
  9. De RAV komt pas voor budgetuitbreiding in aanmerking als de bestaande budgetafspraken het maximum van de beleidsregelruimte binnen het loonkostenbudget benutten.
     
  10. De extra middelen worden door de RAV alleen gebruikt voor ambulancezorg.
     
  11. De aanvraag bevat een Plan van Aanpak, waaruit blijkt dat aan bovenstaande criteria is voldaan. Het Plan van Aanpak bevat in ieder geval de volgende onderwerpen:
  • situatiebeschrijving waaruit de (op handen zijnde) wijziging in het aanbod van acute medisch specialistische zorg blijkt;
  • borging van de bereikbaarheid van acute zorg middels uitbreiding van ambulancezorg;
  • analyse van het RIVM, waaruit het effect op de aanrijdtijden van de voorgestelde oplossing blijkt;
  • planning;
  • afspraken binnen het ROAZ over de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg;
  • afspraken met zorgverzekeraars over de voorgestelde uitbreiding van ambulancezorg;
  • onderbouwing en specificering van de kosten.             

 

Ad 5

Aanbieders en representatieve zorgverzekeraars zijn het eens over de noodzaak van de extra benodigde middelen en over het Plan van Aanpak. Over de hoogte van het bedrag kunnen zorgaanbieder en zorgverzekeraar wel van mening verschillen, wat resulteert in twee eenzijdige aanvragen. Hierbij honoreert de NZa (conform beleid ambulancezorg) in principe de laagste aanvraag (na een inhoudelijke beoordeling door de NZa).

Aanvraagprocedure

De ‘Aanvullende middelen in verband met tijdelijke of structurele wijzigingen in het aanbod van acute medisch specialistische zorg’ worden via het door de NZa beschikbaar gestelde budgetformulier aangevraagd.

De budgetuitbreiding wordt door partijen opgenomen op de regel ‘overige kosten’ bij de aanvraag van het definitief budget (zie artikel 4 van deze beleidsregel). Hier dient tevens het plan van aanpak te worden ingediend.

5.5.9 Vergoeding gebruikerskosten AED

Deze post bevat de vergoeding van de gebruikerskosten van automatische externe defibrillatoren (AED’s) door AED-eigenaren en een vergoeding voor de administratieve afhandeling hiervan door RAV’s.

De nota’s horend bij de direct aan de inzet van de AED gebonden kosten worden door de RAV rechtstreeks uitbetaald aan de AED-eigenaar, niet zijnde een Wmg-zorgaanbieder. De RAV en representerende zorgverzekeraar komen een bedrag overeen voor de kosten die de RAV maakt voor afhandelen van de ontvangen nota’s.

5.5.10 Pilots voor zorg op de juiste plaats

Deze post bevat de financiële middelen voor pilots ten behoeve van coördinatie van de juiste zorg op de juiste plaats. De pilots komen in overleg met RAV, representerende verzekeraar(s), ZN en AZN tot stand.

De aanvraag voor deze post is tweezijdig. Een eenzijdige aanvraag voor deze post wordt niet in behandeling genomen.

5.6 Ambulanceritten luchthaven Schiphol

Vanaf het terrein van de luchthaven Schiphol vinden ambulanceritten plaats die aangemeld worden bij de RAV Kennemerland. Deze ritten zijn als zodanig niet opgenomen in het referentiekader S&B. De financiering van deze ritten is daardoor niet verwerkt in een budget van een RAV. Voor deze specifieke ritten bestond reeds een separate vergoeding voordat de Twaz in werking is getreden. Deze situatie wordt voortgezet tot en met ultimo 2020 wanneer de looptijd van de Twaz eindigt.

Voor de ambulanceritten vanaf het terrein luchthaven Schiphol gelden de volgende prestaties:

  • I001 – Beladen vervoerskilometer
  • I010 – Spoedvervoer

 

6. Vergoeding meldkamer

Het budget voor de meldkamer is opgebouwd uit de volgende vier budgetcomponenten:

  • Loonkosten
  • Materiële kosten
  • Kapitaallasten
     

De hoogte van de normatieve kosten in het budget wordt voor een groot deel bepaald door onderstaande inputparameter:

  • Aantal meldingen (opgesplitst in ‘t/m 25.000’ en ‘boven 25.000’)

Het aantal meldingen is gelijk aan het aantal ritten uit de vergoeding ambulancezorg, te weten de som van het aantal A1/A2-ritten, B-ritten en EHGV-ritten. Het aantal meldingen wordt overeengekomen in het overleg tussen RAV en de zorgverzekeraar(s).

6.1 Loonkosten

6.1.1 Loonkosten meldingen

De post loonkosten meldingen wordt genormeerd op basis van het aantal meldingen in de vergoeding jaar (t-1) (opgesplitst in ‘t/m 25.000’ en ‘boven 25.000’), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

De loonkosten zijn inclusief sociale lasten, ziekteverzuim, ouderenbeleid en wachtgeld.

  • Meldingen t/m 25.000: € 35,99
  • Meldingen boven 25.000: € 22,25


6.2.2 Locatiegebonden loonkosten

De locatiegebonden loonkosten onderhoud zijn gelijk aan de locatiegebonden loonkosten onderhoud in de vergoeding jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s).

6.2 Materiële kosten

6.2.1 Locatiegebonden materiële kosten

De locatiegebonden materiële kosten zijn gelijk aan de locatiegebonden materiële kosten in de vergoeding jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

Onder locatiegebonden materiële kosten vallen de onderstaande kosten:

  • energiekosten;
  • kosten van heffingen, verzekeringen en belastingen in verband met gebouwen;
  • materiële kosten verbonden aan het onderhouden van gebouwen, installaties en terreinen.

 

6.2.2 Materiële kosten meldkamersystemen

De materiële kosten meldkamersystemen worden bepaald door mono-, bi- of trilocatie, het aantal centralistenwerkplekken en het aantal beheerderwerkplekken.

Het aantal werkplekken per meldkamer wordt bepaald door het totaal aantal meldingen conform onderstaande tabel, tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

Aantal meldingen Aantal centralistenwerkplekken
<25.000

 

2 centralistenwerkplekken

25.000 – 40.000  

3 centralistenwerkplekken

40.000 – 70.000  

4 centralistenwerkplekken

70.000 – 100.000  

5 centralistenwerkplekken

Elke 30.000 boven 100.000  

+1 centralistenwerkplek

 

In geval van bi- of trilocatie wordt 1 beheerderwerkplek toegekend, waarvan de kosten worden gedeeld met de andere meldkamergebruikers. Aan een monolocatie wordt geen beheerderwerkplek toegekend.

De volgende genormeerde onderhoudskosten gelden voor de verschillende locaties:

Onderhoudskosten Monolocatie Bilocatie trilocatie
GMS (per meldkamer) € 47.957 € 27.456 € 17.210
GMS (per centralistenwerkplek) €   1.114 €   1.114 €   1.114
GMS (per beheerderwerkplek) €          0 €      434 €      217
AVLS-GIS (per centralistenwerkplek) € 19.674 € 19.674 € 19.674

 

6.2.3 Overige materiële kosten

Dit betreft kosten schoonmaak, kosten administratie en overige kosten. De vergoeding voor de kosten schoonmaak, kosten administratie en overige kosten is gelijk aan de vergoeding van deze kosten jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

6.3 Kapitaallasten

6.3.1 De vergoeding voor afschrijvingskosten op huisvesting, inventaris en de overige afschrijvingskosten (o.a. huur) is gelijk aan de vergoeding voor deze kosten jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende verzekeraar(s).

6.3.2 De afschrijvingskosten meldkamersysteem worden genormeerd, uitgaande van een afschrijvingstermijn van drie jaar. Voor de afschrijvingskosten AVLS-GIS geldt een afschrijvingstermijn van vijf jaar. 

De volgende genormeerde afschrijvingskosten gelden voor de verschillende locaties:

Afschrijvingskosten Monolocatie Bilocatie trilocatie
GMS (per meldkamer) € 93.007 € 54.316 € 34.951
GMS (per centralistenwerkplek) €   3.179 €   3.179 €   3.179
GMS (per beheerderwerkplek) €          0 €   1.029 €      515
AVLS-GIS (per centralistenwerkplek) € 19.058 € 19.058 € 19.058

 

6.3.2 Rentekosten

De rentevergoeding van de meldkamer is gelijk aan de rentekosten in het budget jaar (t-1), tenzij anders overeengekomen in het overleg tussen RAV en representerende zorgverzekeraar(s). 

7. Prestaties en tarieven

7.1 Prestaties

Voor ambulancezorg worden de volgende prestaties gehanteerd.

I001 BELADEN VERVOERSKILOMETER

Het I001-tarief is een tarief per beladen kilometer voor alle A1/A2 en
B-ritten. Het aantal beladen kilo­meters is het aantal kilometers met de patiënt in de ambulance, berekend aan de hand van een postcodetabel, met een hieraan gekoppelde routeplanner. Bij de berekening wordt uitgegaan van de snelste route tussen de locatie waar de patiënt wordt opgehaald en de locatie waar de patiënt wordt afgeleverd.

I002 BESTELD VERVOER (B-RIT)

Het I002-tarief is een tarief per rit indien er sprake is van besteld vervoer (B-rit).

Het I002 tarief is inclusief het tarief voor de meldkamer.

Onder besteld vervoer valt ook:

  • Interklinisch vervoer, het vervoer van een klinische patiënt met een ambulance tussen ziekenhuis A en ziekenhuis B, met uitzondering van MICU-vervoer6. De kosten van het interklinisch vervoer zijn voor de verzekeraar, wanneer sprake is van vervoer in verband met
  1. WBMV functies (ex. Art. 2 en 8) (zogenaamde topklinische zorg) of,
  2. topreferente zorg of,
  3. overname van de patiënt door ziekenhuis B (dus bij ontslag in ziekenhuis A).

Indien geen sprake is van bovengenoemde drie redenen tot vervoer, is sprake van onderlinge dienstverlening tussen ziekenhuizen (uitbesteding van zorg) en zijn de kosten voor het vervoer voor het uitsturende ziekenhuis.

  • Intraklinisch vervoer, het vervoer van een klinisch patiënt met een ambulance tussen verschillende locaties van hetzelfde ziekenhuis, met uitzondering van MICU-vervoer. De kosten voor dit vervoer zijn voor het ziekenhuis. De kosten voor dit vervoer zijn ook voor het ziekenhuis indien sprake is van (1) WBMV functies (ex. Art. 2 en 8) (zogenaamde topklinische zorg), (2) topreferente zorg of (3) overname van de patiënt door hetzelfde ziekenhuis op een andere locatie.

I003 STAND-BY

Het I003 tarief geldt per uur wachttijd gedurende het stand-by houden van een ambulance in verband met de openbare orde dan wel openbare veiligheid. De opdracht hiervoor wordt gegeven door de meldkamer en valt in het reguliere dienstrooster. Voor uurdelen geldt het tarief naar evenredigheid.

Het I003-tarief kan niet worden gedeclareerd voor wachttijd bij een ziekenhuis voor het ophalen van een patiënt.

I005 GRENSOVERSCHRIJDENDE SPOEDINZET VAN AMBULANCES

Het I005-bandbreedtetarief is een tarief per uur inzet van een ambulance voor spoedvervoer in het buitenland. De tijd wordt gemeten vanaf het moment van ontvangst van de opdracht tot het moment van overdracht van de patiënt aan het ziekenhuis. Het buitenlandvervoer, de repatriëring van patiënten uit het buitenland, valt hier niet onder. Deze rit telt niet mee in het budget en wordt ook niet door een Nederlandse zorgverzekeraar betaald.

I006 MICU VERVOER

Interklinisch vervoer (tussen ziekenhuis A en ziekenhuis B) van een IC-patiënt met een MICU-ambulance, begeleid door een MICU-team, bestaande uit een IC-arts of intensivist en een MICU-verpleegkundige, beiden aantoonbaar bekwaam in het uitvoeren van MICU-vervoer. MICU vervoer vindt plaats op verzoek van een MICU-coördinatiecentrum.

I010 SPOEDVERVOER (A1-/A2-RIT)

Het I010-tarief is een tarief per declarabele rit indien er sprake is van spoedvervoer (A1- of A2-rit).

Het I010 tarief is inclusief het tarief voor de meldkamer.

I020 Verrekenbedrag

Prestatie I020 wordt gebruikt om bij een negatief opbrengstresultaat het tekort aan opbrengsten bij de zorgverzekeraars in rekening te brengen met inachtneming van de tussentijdse verrekeningen die hebben plaatsgevonden met betrekking tot jaar t.

I021 Maandelijks verrekenbedrag

Prestatie I021 wordt gebruikt om een verwacht negatief opbrengstresultaat maandelijks bij de zorgverzekeraars in rekening te brengen. De hoogte van het tarief maakt onderdeel uit van de aanvraag voor het verrekenbedrag in het najaar van jaar (t-1). De NZa stelt de hoogte van het tarief daarbij vast op aangevraagd tarief gedeeld door 12 en rekent de bedragen toe aan de betrokken zorgverzekeraars op basis van de meest recente beschikbare marktaandelen.

7.2 Tarieven

Bij de declaratie van de onder 9.1 genoemde prestaties zijn de volgende tarieven en prestatiecodes van toepassing.

 

Prestatiecode   Verrichtingencode Tarief
I001 Beladen vervoerskilometer 196001 Zie tariefbeschikking
I002 Besteld vervoer (B-rit) 196002 Zie tariefbeschikking
I003 Stand-by (per uur) 196003 Zie tariefbeschikking
I005 Grensoverschrijdende spoedinzet van ambulances (bandbreedte tarief) 196005 Zie tariefbeschikking
I006 MICU vervoer 196006 Zie tariefbeschikking
I010 Spoedvervoer (A1- / A2-rit) 196010 Zie tariefbeschikking
I020 Verrekenbedrag   Zie individuele tariefbeschikking
I021 Maandelijks verrekenbedrag   Zie individuele tariefbeschikking

 

7.3 Declaratiebepalingen

7.3.1 Declaratie van een retourrit

Bij een retourrit kunnen het rittarief en het belader vervoerskilometertarief (zie 7.2) voor zowel de heen- als de terugrit worden gedeclareerd. Er is sprake van een retourrit als de ambulance een patiënt naar een behandelplaats brengt en deze, na een bepaalde wachttijd ter plaatse, weer terug brengt.

7.3.2 Declaratie van een rit waarbij meerdere patiënten vervoerd worden

Indien tijdens een rit meerdere patiënten in één ambulance worden vervoerd kan aan elke patiënt het evenredige deel van 150% van het enkelvoudig rit- en kilometerbedrag worden gedeclareerd (zie 7.2).

7.3.3 Declaratie van het stand-by tarief

Het stand-by tarief (I003) wordt in rekening gebracht aan de aanvrager van het stand-by houden van een ambulance.

8. Indexatie

Alle in deze beleidsregel genoemde bedragen zijn op prijspeil ultimo 2018 vastgesteld (tenzij anders staat vermeld). Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd volgens de in artikelen 8.1 t/m 8.3 genoemde indices.

 

8.1 Indexatie loonkosten

Het totaal van de vergoeding voor loonkosten opgenomen in het budget wordt aangepast met de loonindex op basis van de door de Minister van VWS aangegeven overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (ova). Zolang de ova nog niet bekend is, past de NZa de door de Minister vastgestelde voorcalculatie toe.

 

8.2 Indexatie materiële kosten en kapitaallasten

De NZa baseert de aanpassing van de materiële kosten en de kapitaallasten in jaar (t) op gegevens uit de tabel 'middelen en bestedingen' van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het jaar (t). Deze aanpassing bestaat uit een eindcalculatie voor het jaar (t). Zolang de eindcalculatie nog niet bekend is, wordt de door de Minister vastgestelde voorcalculatie toegepast.

Eindcalculatie jaar t (A):

 

(particuliere consumptie jaar t in prijzen t / particuliere consumptie jaar t in prijzen t-1) -1

 

8.3 Brandstofindex

(Alleen van toepassing op ambulancezorg, productiebudget kilometers)

In het definitief budget (nacalculatie) van jaar (t) worden de definitieve brandstofkosten per kilometer van jaar (t) gebruikt. Deze worden als volgt berekend:

De definitieve brandstofkosten per kilometer van jaar (t-2) vermenigvuldigd met de definitieve brandstofindex van jaar (t-1) vermenigvuldigd met de definitieve brandstofindex van jaar (t).

De definitieve brandstofindex wordt berekend met behulp van de gemiddelde weekprijzen voor dieselolie die door de Europese Commissie worden gepubliceerd. 

9. Intrekken oude beleidsregel

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de ‘Beleidsregel Regionale Ambulancevoorziening 2019’ met kenmerk BR/REG-19153 ingetrokken.

10. Overgangsbepaling

De ‘Beleidsregel Regionale Ambulancevoorziening 2018', met kenmerk BR/REG-18152, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

11. Inwerkingtreding en citeerregel

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

 

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel Regionale Ambulancevoorziening 2019’.

Toelichting

Algemeen

De voorliggende beleidsregel Regionale Ambulancevoorziening is aangepast voor het jaar 2019.

Alle in deze beleidsregel genoemde bedragen zijn op prijspeil ultimo 2018 vastgesteld (tenzij anders staat vermeld).

 

Inhoudelijk

Artikel 4.1.1: Voor de voorlopige opbrengstverrekening 2019 en 2020 worden de meest recent beschikbare marktaandelen gehanteerd. In dit geval zijn dat de marktaandelen van jaar (t-3). Voor de voorlopige opbrengstverrekening 2021 kunnen de marktaandelen van 2019 jaar (t-2) gebruikt worden die zijn opgevraagd tijdens de nacalculatie.

Artikel 4.4.1 en 4.4.2: Ten tijde van de nacalculatie 2019 worden de opbrengsten uit gedeclareerde tarieven per verzekeraar van 2019 bij de RAV opgevraagd ten behoeve van de definitieve opbrengstverrekening 2019. Op basis van deze gegevens zal de NZa de marktaandelen berekenen die nodig zijn voor de definitieve opbrengstverrekening.

Voor het jaar 2018 geldt dat de definitieve opbrengstverrekening in het jaar 2020 zal plaatsvinden, conform de beleidsregel Regionale Ambulancevoorziening 2018 (BR/REG-18152).

Artikel 5.1.2: Vanaf budgetjaar 2019 kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) een vergoeding overeenkomen ten behoeve van uitzonderlijke, incidentele uitbreiding van de loonkosten indien RAV en representerende zorgverzekeraar(s) constateren dat de S&B-vergoeding van artikel 5.1.1 en/of de vergoeding loonkosten meldingen van artikel 6.1 ontoereikend is. Deze middelen zijn alleen tweezijdig aan te vragen. De NZa voert geen toets uit op deze middelen en afspraken.

Deze aanvullende middelen kunnen door de RAV aangewend worden voor bijvoorbeeld de loonkosten van een extra standplaats of ambulance.

In lokaal overleg, kunnen bijvoorbeeld de volgende afspraken worden gemaakt:

  1. De RAV vult de bestaande capaciteit volgens het Referentiekader in.
  2. Voordat tot extra inzet van middelen wordt overgegaan wordt een (onafhankelijke) analyse uitgevoerd die inzicht biedt in de
    1. afwijking tussen S&B-capaciteit en werkelijk geleverde capaciteit;
    2. reeds genomen maatregelen voor verbetering van het responspercentage;
    3. samenwerkingsafspraken met lokale (keten)partijen gericht op verbetering van de aanrijtijden;
    4. samenwerkingsafspraken met de buurregio’s;
    5. effecten van de punten a t/m d op het responspercentage.
  3. Zorgverzekeraar en RAV maken afspraken over inzet, reden, doel, evaluatie, financiën en looptijd.

Artikel 5.5.10: Vanaf budgetjaar 2019 kunnen RAV en representerende zorgverzekeraar(s) een vergoeding overeenkomen ten behoeve van pilots voor coördinatie van juiste zorg op de juiste plaats. De pilots hebben als doel om de activiteiten gericht op het triëren, afstemmen, regisseren en bewaken van de uitvoering van de zorgverlening aan de patiënt met een acute zorgvraag, te organiseren samen met zorgpartners die betrokken zijn in de acute zorgketen.

Bijlage: het overzicht met standplaatsen zoals berekend in het Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid is gewijzigd conform het geactualiseerde Referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg 2018 (RIVM briefrapport 2018-0128). Daarnaast heeft hierop een aanpassing plaatsgevonden, als gevolg van de gemeentelijke herindeling van Vijfheerenlanden tussen Utrecht en Zuid-Holland Zuid per 2019. Dit betekent dat de bijlage niet exact overeenkomt met het Referentiekader 2018.

Overzicht proces

TERMIJN

PROCESSTAPPEN BUDGETJAAR (t)

OPTIONEEL

WIE

Vóór 1 oktober jaar

(t-1)

Beschikbaar stellen aanvraagformulier voorlopig opbrengstresultaat

 

NZa

Vóór 1 januari jaar (t)

Indienen overeengekomen verwacht budget, verwachte opbrengsten en verwacht opbrengstresultaat

Optioneel

Zorgaanbieders / verzekeraars

Begin jaar (t)

Vaststellen voorlopig opbrengstresultaat op basis van verwacht opbrengstresultaat

Optioneel

NZa

Juli jaar (t)

Beschikbaar stellen aanvraagformulier aanvullend voorlopig opbrengstresultaat

 

NZa

Vóór 1 oktober jaar (t)

Indienen formulier aanvullend voorlopig opbrengstresultaat

Optioneel

Zorgaanbieders / verzekeraars

Najaar jaar (t)

Vaststellen aanvullend voorlopig opbrengstresultaat

Optioneel

NZa

Januari (t+1)

Beschikbaar stellen nacalculatie formulier

 

NZa

Vóór 1 juli jaar (t+1)

 

Indienen nacalculatie

Verplicht

Zorgaanbieders / verzekeraars

Indienen opbrengsten (gedeclareerde tarieven)

Verplicht

Zorgaanbieders (evt. verzekeraars)

Indienen opbrengsten uit gedeclareerde tarieven per verzekeraar

Verplicht

Zorgaanbieder

Augustus – september jaar (t+1)

 

Vaststellen definitief budget en opbrengstresultaat

 

NZa

Vaststellen definitief vereffeningbedrag / verrekenbedrag

 

NZa

 

 

Bijlage

Overzicht standplaatsen zoals in het Referentiekader spreiding en beschikbaarheid ambulancezorg  2018 (na gemeentelijke herindeling Vijfheerenlanden)

 

Standplaats

Regionr

RAV

Plaats

Inwoners

Inw klasse

OAD gewogen

OAD-klasse gewogen

9364

1

RAV Groningen

Nuis

25235

2

358,66

2

9502

1

RAV Groningen

Stadskanaal

34695

2

780,77

3

9541

1

RAV Groningen

Vlagtwedde

10790

1

157,73

1

9561

1

RAV Groningen

Ter Apel

29925

2

299,15

1

9611

1

RAV Groningen

Sappemeer

49720

3

930,03

3

9641

1

RAV Groningen

Veendam

40865

2

758,55

3

9672

1

RAV Groningen

Winschoten

51880

3

694,42

2

9723

1

RAV Groningen

Groningen-Zuid

96860

4

1905,53

4

9741

1

RAV Groningen

Groningen-Noord

161570

5

3272,80

5

9901

1

RAV Groningen

Appingedam

46745

3

650,99

2

9951

1

RAV Groningen

Winsum

17875

2

404,50

2

9965

1

RAV Groningen

Leens (De Marne)

13575

1

151,22

1

9982

1

RAV Groningen

Uithuizermeeden

16515

2

316,59

1

8431

2

RAV Friesland

Oosterwolde

35260

2

363,26

2

8448

2

RAV Friesland

Heerenveen

71200

3

925,08

3

8471

2

RAV Friesland

Wolvega

29430

2

594,34

2

8522

2

RAV Friesland

Skarsterlan (gem.)

14555

1

298,44

1

8531

2

RAV Friesland

Lemmer

16960

2

513,53

2

8601

2

RAV Friesland

Sneek

65130

3

999,08

3

8723

2

RAV Friesland

Koudum

16160

2

254,20

1

8871

2

RAV Friesland

Midlum (Harlingen)

44735

3

711,99

2

8881

2

RAV Friesland

Terschelling West

4910

1

253,20

1

8899

2

RAV Friesland

Vlieland

1085

1

197,00

1

8912

2

RAV Friesland

Leeuwarden

43735

3

1377,63

4

8924

2

RAV Friesland

Leeuwarden

84340

3

2062,92

5

9011

2

RAV Friesland

Boarnsterhim (gem.)

19890

2

376,56

2

9071

2

RAV Friesland

Leeuwarderadeel (gem.)

27290

2

374,95

2

9101

2

RAV Friesland

Dokkum

36840

2

453,37

2

9163

2

RAV Friesland

Nes (Ameland)

3640

1

255,09

1

9166

2

RAV Friesland

Schiermonnikoog

935

1

311,00

1

9202

2

RAV Friesland

Drachten

65710

3

1107,56

3

9219

2

RAV Friesland

Smallingerland (gem.)

28110

2

430,96

2

9285

2

RAV Friesland

Buitenpost

52875

3

385,29

2

7741

3

RAV Drenthe

Coevorden

31120

2

559,58

2

7811

3

RAV Drenthe

Emmen

65765

3

958,93

3

7891

3

RAV Drenthe

Emmen (gem.)

36710

2

515,05

2

7903

3

RAV Drenthe

Hoogeveen

70770

3

931,28

3

7943

3

RAV Drenthe

Meppel

57350

3

810,92

3

7971

3

RAV Drenthe

Havelte

13730

1

248,69

1

9301

3

RAV Drenthe

Roden

51020

3

735,66

2

9401

3

RAV Drenthe

Assen

85720

3

1210,81

3

9411

3

RAV Drenthe

Beilen

27370

2

400,61

2

9468

3

RAV Drenthe

Annen

22165

2

323,31

1

9531

3

RAV Drenthe

Borger

22225

2

299,94

1

7418

4

RAV IJsselland

Deventer

137100

4

1380,16

4

7701

4

RAV IJsselland

Dedemsvaart (Balkbrug)

17365

2

623,02

2

7711

4

RAV IJsselland

Nieuwleusen (Rouveen)

17615

2

608,86

2

7731

4

RAV IJsselland

Ommen

21090

2

463,58

2

7771

4

RAV IJsselland

Hardenberg

38080

2

528,95

2

8013

4

RAV IJsselland

Zwolle

127995

4

1863,31

4

8103

4

RAV IJsselland

Raalte

50075

3

577,70

2

8261

4

RAV IJsselland

Kampen (Ijsselmuiden)

52505

3

1389,10

4

8281

4

RAV IJsselland

Zwartsluis

22515

2

707,01

2

8331

4

RAV IJsselland

Steenwijk

37400

2

596,62

2

7447

5

RAV Twente

Nijverdal (Hellendoorn)

35335

2

789,32

3

7475

5

RAV Twente

Markelo

71400

3

855,55

3

7483

5

RAV Twente

Haaksbergen

30250

2

831,50

3

7541

5

RAV Twente

Enschede

162430

5

1987,02

4

7556

5

RAV Twente

Hengelo

116440

4

1487,89

4

7572

5

RAV Twente

Oldenzaal

65705

3

1036,52

3

7602

5

RAV Twente

Almelo

99395

4

1317,09

4

7651

5

RAV Twente

Tubbergen

28290

2

294,10

1

7681

5

RAV Twente

Vroomshoop

30975

2

427,87

2

3843

6

RAV Noordoost Gelderland

Harderwijk (Ermelo)

53890

3

1321,99

4

3852

6

RAV Noordoost Gelderland

Ermelo

56130

3

829,77

3

7005

6

RAV Noordoost Gelderland

Doetinchem

109940

4

861,93

3

7051

6

RAV Noordoost Gelderland

Varsseveld

54425

3

596,24

2

7102

6

RAV Noordoost Gelderland

Winterswijk

49310

3

1020,78

3

7207

6

RAV Noordoost Gelderland

Zutphen

81965

3

1078,43

3

7271

6

RAV Noordoost Gelderland

Borculo

57305

3

745,03

2

7311

6

RAV Noordoost Gelderland

Apeldoorn

160290

5

1700,77

4

8081

6

RAV Noordoost Gelderland

Elburg

52110

3

706,73

2

8181

6

RAV Noordoost Gelderland

Heerde

72255

3

702,44

2

3772

7

RAV Gelderland Midden

Barneveld

84660

3

790,68

3

6661

7

RAV Gelderland Midden

Elst

118030

4

1065,28

3

6701

7

RAV Gelderland Midden

Wageningen (Renkum)

56070

3

1604,75

4

6711

7

RAV Gelderland Midden

Ede

97625

4

1609,84

4

6828

7

RAV Gelderland Midden

Arnhem

184550

5

1884,15

4

6901

7

RAV Gelderland Midden

Zevenaar

86315

3

1025,54

3

6951

7

RAV Gelderland Midden

Dieren

53120

3

875,51

3

4002

8

RAV Gelderland Zuid

Tiel

60260

3

1016,92

3

4041

8

RAV Gelderland Zuid

Kesteren

47690

3

581,83

2

4101

8

RAV Gelderland Zuid

Culemborg

36130

2

1177,94

3

4191

8

RAV Gelderland Zuid

Geldermalsen

33205

2

503,24

2

5301

8

RAV Gelderland Zuid

Zaltbommel

42325

2

557,65

2

6524

8

RAV Gelderland Zuid

Nijmegen

224105

5

1939,71

4

6602

8

RAV Gelderland Zuid

Wijchen

53100

3

1316,06

4

6651

8

RAV Gelderland Zuid

Druten

39175

2

577,47

2

3436

9

RAV Utrecht

Nieuwegein

119590

4

1674,24

4

3447

9

RAV Utrecht

Woerden

80735

3

1068,47

3

3561

9

RAV Utrecht

Utrecht

168660

5

3421,08

5

3582

9

RAV Utrecht

Utrecht

183680

5

2935,20

5

3608

9

RAV Utrecht

Maarssen

137260

4

1462,34

4

3645

9

RAV Utrecht

Vinkeveen

45920

3

730,16

2

3707

9

RAV Utrecht

Zeist

79720

3

1414,68

4

3811

9

RAV Utrecht

Amersfoort Centrum

146020

4

2104,80

5

3823

9

RAV Utrecht

Amersfoort Noord

132870

4

1429,51

4

3903

9

RAV Utrecht

Veenendaal (Rhenen)

74190

3

1830,15

4

3941

9

RAV Utrecht

Doorn

86750

3

892,72

3

4231 9 RAV Utrecht Meerkerk

40555

2 781,39 3

1616

10

RAV Noord-Holland Noord

Hoogkarspel

84905

3

884,79

3

1625

10

RAV Noord-Holland Noord

Hoorn

114760

4

1195,66

3

1741

10

RAV Noord-Holland Noord

Schagen

59500

3

649,33

2

1761

10

RAV Noord-Holland Noord

Anna Paulowna

19745

2

505,11

2

1771

10

RAV Noord-Holland Noord

Wieringermeer

15340

2

424,82

2

1786

10

RAV Noord-Holland Noord

Den Helder

59710

3

1621,73

4

1791

10

RAV Noord-Holland Noord

Den Burg (Texel)

13530

1

533,20

2

1823

10

RAV Noord-Holland Noord

Alkmaar

240725

5

1664,59

4

1018

13

RAV Amsterdam

Amsterdam

302160

5

5144,32

5

1075

13

RAV Amsterdam

Amsterdam

458255

5

6605,41

5

1105

13

RAV Amsterdam

Amsterdam Zuidoost

147380

4

2272,18

5

1185

13

RAV Amsterdam

Amstelveen

89330

3

2405,51

5

1431

13

RAV Amsterdam

Aalsmeer

68225

3

1062,04

3

1141

11

RAV Amsterdam

Monnickendam

46105

3

1187,94

3

1442

11

RAV Amsterdam

Purmerend

103005

4

1757,96

4

1502

11

RAV Amsterdam

Zaanstad

118630

4

2118,46

5

1521

11

RAV Amsterdam

Zaanstad (gem.)

93475

3

1479,66

4

1962

12

RAV Kennemerland

Heemskerk (gem.)

80770

3

1962,94

4

1969

12

RAV Kennemerland

Heemskerk

57790

3

1992,20

4

1981

12

RAV Kennemerland

Velsen

18120

2

877,83

3

2015

12

RAV Kennemerland

Haarlem

281180

5

2706,77

5

2131

12

RAV Kennemerland

Haarlemmermeer

115070

4

1727,64

4

1213

14

RAV Gooi- en Vechtstreek

Hilversum

133230

4

2190,53

5

1404

14

RAV Gooi- en Vechtstreek

Bussum

130055

4

1697,97

4

2274

15

RAV Haaglanden

Leidschendam

323285

5

3717,72

5

2544

15

RAV Haaglanden

Den Haag

188135

5

3794,25

5

2564

15

RAV Haaglanden

Den Haag

178655

5

5731,04

5

2627

15

RAV Haaglanden

Delft

138360

4

2954,44

5

2671

15

RAV Haaglanden

Naaldwijk

122685

4

1455,70

4

2718

15

RAV Haaglanden

Zoetermeer

157425

4

2123,40

5

2211

16

RAV Hollands Midden

Noordwijkerhout

123085

4

1446,74

4

2333

16

RAV Hollands Midden

Leiden

249280

5

2669,49

5

2353

16

RAV Hollands Midden

Leiderdorp

63835

3

1905,66

4

2405

16

RAV Hollands Midden

Alphen aan den Rijn

122905

4

1730,98

4

2461

16

RAV Hollands Midden

Ter Aar

36260

2

493,63

2

2801

16

RAV Hollands Midden

Gouda

124565

4

1882,77

4

2861

16

RAV Hollands Midden

Bergambacht

45410

3

731,70

2

2907

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

Capelle aan den IJssel

140215

4

2249,25

5

2922

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

Barendrecht

91255

3

1970,97

4

3038

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

Rotterdam Centrum

304570

5

4376,16

5

3083

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

Rotterdam Noord

282610

5

3290,39

5

3118

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

Schiedam

172030

5

2888,98

5

3201

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

Spijkenisse

140655

4

1896,80

4

3223

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

Hellevoetsluis

71035

3

1190,85

3

3247

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

Dirksland

34500

2

753,38

3

3252

17

RAV Rotterdam-Rijnmond

Goedereede

11480

1

402,94

2

2957

18

RAV Zuid-Holland Zuid

Papendrecht

33080

2

1171,51

3

3286

18

RAV Zuid-Holland Zuid

Klaaswaal

82085

3

763,97

3

3311

18

RAV Zuid-Holland Zuid

Dordrecht

167240

5

2222,12

5

3331

18

RAV Zuid-Holland Zuid

Zwijndrecht

120465

4

1831,81

4

4204

18

RAV Zuid-Holland Zuid

Gorinchem

71985

3

1138,93

3

2973

18

RAV Zuid-Holland Zuid

Molenaarsgraaf

33280

2

1135,29

3

4301

19

RAV Zeeland

Zierikzee

26090

2

588,23

2

4323

19

RAV Zeeland

Schouwen-Duiveland (gem.)

9270

1

263,97

1

4335

19

RAV Zeeland

Middelburg

103605

4

1611,47

4

4354

19

RAV Zeeland

Vrouwenpolder (Neeltje Jans)

15355

2

245,07

1

4401

19

RAV Zeeland

Yerseke (Reimerswaal)

17000

2

552,97

2

4411

19

RAV Zeeland

Rilland

28595

2

598,63

2

4462

19

RAV Zeeland

Goes

70060

3

863,09

3

4501

19

RAV Zeeland

Oostburg

23440

2

431,45

2

4535

19

RAV Zeeland

Terneuzen

52210

3

865,30

3

4561

19

RAV Zeeland

Hulst

30020

2

450,25

2

4695

19

RAV Zeeland

Sint Maartensdijk

22865

2

494,54

2

4255

20

RAV Midden- en West-Brabant

Werkendam (gem.)

34865

2

650,56

2

4283

20

RAV Midden- en West-Brabant

Giessen

31195

2

345,06

1

4611

20

RAV Midden- en West-Brabant

Bergen op Zoom

68130

3

1687,71

4

4651

20

RAV Midden- en West-Brabant

Steenbergen

30105

2

591,31

2

4701

20

RAV Midden- en West-Brabant

Roosendaal

106275

4

1404,08

4

4721

20

RAV Midden- en West-Brabant

Rucphen (gem.)

41880

2

762,04

3

4761

20

RAV Midden- en West-Brabant

Zevensbergen

58340

3

1070,44

3

4811

20

RAV Midden- en West-Brabant

Breda

183635

5

2006,29

5

4851

20

RAV Midden- en West-Brabant

Ulvenhout

50075

3

920,66

3

4901

20

RAV Midden- en West-Brabant

Oosterhout

132285

4

1285,31

4

5018

20

RAV Midden- en West-Brabant

Tilburg Centrum

214490

5

2303,14

5

5047

20

RAV Midden- en West-Brabant

Tilburg Vossenberg

72495

3

1657,65

4

5142

20

RAV Midden- en West-Brabant

Waalwijk

91365

3

1211,08

3

5231

21

RAV Brabant-Noord

's-Hertogenbosch

228185

5

1501,15

4

5281

21

RAV Brabant-Noord

Boxtel

58545

3

950,50

3

5341

21

RAV Brabant-Noord

Oss

105595

4

1251,01

4

5363

21

RAV Brabant-Noord

Velp NB

42780

3

420,12

2

5405

21

RAV Brabant-Noord

Uden

62010

3

1018,90

3

5441

21

RAV Brabant-Noord

Boxmeer

75520

3

669,03

2

5463

21

RAV Brabant-Noord

Veghel

92875

3

870,43

3

5541

22

RAV Brabant-Zuidoost

Reusel

36115

2

597,82

2

5571

22

RAV Brabant-Zuidoost

Bergeijk

49055

3

912,29

3

5611

22

RAV Brabant-Zuidoost

Eindhoven

291510

5

2164,09

5

5657

22

RAV Brabant-Zuidoost

Eindhoven

108855

4

1336,80

4

5701

22

RAV Brabant-Zuidoost

Helmond

152065

4

1328,78

4

5751

22

RAV Brabant-Zuidoost

Deurne

57130

3

782,98

3

6026

22

RAV Brabant-Zuidoost

Maarheze

41400

2

577,97

2

5801

23

RAV Noord- en Midden Limburg

Venray

80195

3

761,29

3

5854

23

RAV Noord- en Midden Limburg

Bergen (L.)

16250

2

277,42

1

5912

23

RAV Noord- en Midden Limburg

Venlo

123320

4

1418,65

4

5981

23

RAV Noord- en Midden Limburg

Panningen/Helden

62425

3

500,28

2

6003

23

RAV Noord- en Midden Limburg

Weert

74055

3

982,90

3

6045

23

RAV Noord- en Midden Limburg

Roermond

95210

4

1043,20

3

6101

23

RAV Noord- en Midden Limburg

Echt

60850

3

557,78

2

6166

24

RAV Zuid Limburg

Geleen

150650

4

1148,74

3

6229

24

RAV Zuid Limburg

Maastricht

169130

5

1822,56

4

6291

24

RAV Zuid Limburg

Mechelen

28545

2

579,52

2

6411

24

RAV Zuid Limburg

Heerlen

248450

5

1474,53

4

1326

25

RAV Flevoland

Almere

200845

5

1568,05

4

3899

25

RAV Flevoland

Zeewolde

22260

2

909,26

3

8223

25

RAV Flevoland

Lelystad

76985

3

1361,74

4

8251

25

RAV Flevoland

Dronten

40715

2

761,98

3

8304

25

RAV Flevoland

Emmeloord

39985

2

841,55

3

8308

25

RAV Flevoland

Nagele

28995

2

782,80

3

Naar boven