Aanvraag tot goedkeuring van een concentratie
1. Op 13 augustus 2019 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag).
Partijen
2. Stichting Vereniging Nederlandse Apotheken (hierna: VNA) houdt zich via haar dochteronderneming Farmaceutisch Beheer B.V. (hierna: FB) bezig met het verwerven en (tijdelijk) exploiteren van apotheken in heel Nederland. FB houdt 100% van de aandelen in Apotheek Oosterbrug B.V. (hierna Apotheek Oosterbrug). Apotheek Oosterbrug exploiteert geen activiteiten (voorgenoemde partijen hierna gezamenlijk: het VNA concern).
3. Apotheek Bergh B.V. (hierna: Apotheek Bergh) is actief op het gebied van farmaceutische zorg in .
Het voornemen
4. Het voornemen betreft de overname van de activa en passiva van Apotheek Bergh door Apotheek Oosterbrug. Het voornemen is vastgelegd in een bij de aanvraag overgelegde conceptkoopovereenkomst van 1 augustus 2019 en een door partijen ondertekende verklaring van overeenstemming van 5 augustus 2019.
Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets
5. Betrokken organisaties zijn FB en Apotheek Bergh.
6. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1 van de Wmg.
7. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.
8. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mededingingswet. De hierboven onder punt 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat FB uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Apotheek Bergh.
Beoordeling
9. Bij de beoordeling van de aanvraag tot goedkeuring van de voorgenomen concentratie hanteert de NZa de wettelijke criteria van artikel 49c, tweede lid, Wmg.
A. Inzicht in de verwachte effecten van de concentratie
10. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt voldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie, zoals opgesomd in artikel 49b, tweede lid, Wmg.
B. Betrokkenheid belanghebbenden
11. Voor de beoordeling van de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden (hierna: WOR) verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[1]
12. Apotheek Bergh doet door minder dan 50 personen zorg verlenen in de zin van de Wmg en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 49a Wmg. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten en personeel van Apotheek Bergh door de NZa niet beoordeeld.
Cliënten
13. Zorgaanbieders die een instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi) in stand houden, zijn op grond van artikel 2, eerste lid van de Wmcz verplicht om een cliëntenraad in te stellen. Uit artikel 5, eerste lid, van de WTZi jo. artikel 1.2, elfde lid, van het Uitvoeringsbesluit WTZi blijkt dat aanbieders van farmaceutische zorg instellingen zijn in de zin van de WTZi.
14. Uit de parlementaire geschiedenis bij de Wmcz blijkt echter dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om de verplichting om een cliëntenraad in te stellen ook voor, onder andere, aanbieders van farmaceutische zorg te laten gelden. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten van het VNA concern door de NZa niet beoordeeld.
Personeel
15. Het VNA concern is overeenkomstig de WOR niet gehouden een ondernemingsraad in te stellen. Om die reden is de betrokkenheid van het personeel van Apotheek Oosterbrug door de NZa niet beoordeeld.
C. Cruciale zorg
16. Door betrokken organisaties wordt geen cruciale zorg aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c, Wmg.
Besluit
17. De NZa heeft vastgesteld dat partijen hebben voldaan aan de vereisten zoals opgenomen in artikel 49c Wmg. De NZa verleent goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.
Datum: 27 augustus 2019
Hoogachtend,
Nederlandse Zorgautoriteit,
mw. mr. drs. K. Raaijmakers
directeur Toezicht en Handhaving
Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
Adres: Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax: 030 – 296 82 96
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.
[1] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.