Onderwerp: Bezoek-historie

Circulaire vaststelling regelgeving huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg - CI/19/08c
Geldigheid:01-01-2020 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Circulaire vaststelling beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg - CI/19/08c

Aan de besturen van:

  • InEen
  • ZN
  • LHV
  • VPH

 

Geachte heer/mevrouw,

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in juni 2019 de regelgeving huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg voor het jaar 2020 vastgesteld en gepubliceerd. Op twee punten is het beleid aangepast ten opzichte van 2019. In deze circulaire lichten wij deze toe. Wij vragen u deze informatie met uw achterban te delen.

 

  1. Herijking SCEN-tarief

Per 1 januari 2020 wordt het tarief voor de prestatie SCEN op gezamenlijk verzoek van de LHV en ZN opgehoogd. Dit naar aanleiding van de meest recente KNMG-Spiegelinformatie voor SCEN-artsen waaruit blijkt dat de gemiddelde SCEN-consultatie inmiddels ruim meer tijd kost dan waarvan bij vorige tariefonderbouwing is uitgegaan. Het herijkte SCEN-tarief stijgt met 29,6% tot € 530,94.

De prestatie SCEN betreft steun en consultatie bij euthanasie aan de patiënt en diens behandelend arts. Onder de prestatie wordt het totaal aan activiteiten van de SCEN-arts begrepen naar aanleiding van een steun/consultatieverzoek.

 

  1. Deelname programma OPEN

Per 1 juli 2020 is het wettelijk verplicht om patiënten elektronisch toegang te geven tot de eigen medische gegevens. In de huisartsenzorg is hiervoor het 4-jarig programma Online Patiëntinzage Eerstelijnszorg Nederland (OPEN) opgericht voor het ontsluiten van patiëntgegevens. Huisartsen en andere zorgverleners uit de gecontracteerde programmatische ketenzorg, vertegenwoordigd in een regionale coalitie onder regie van een huisartsenorganisatie, wordt het hiermee mogelijk gemaakt om iedere inwoner in Nederland die dat wil veilig, betrouwbaar en zonder kosten, digitaal en gestandaardiseerd te kunnen laten beschikken over de eigen gezondheidsgegevens. Voor de financiering hiervan zijn in het Hoofdlijnenakkoord afspraken gemaakt dat € 75 miljoen beschikbaar wordt gesteld. Hiervan is € 47,45 miljoen gereserveerd voor een tegemoetkoming voor de extra tijd en inspanning die van de huisartsen wordt gevraagd. LHV, ZN en VWS zijn overeengekomen dat deze middelen via de reguliere declaratiestromen binnen de Zvw bij de huisartsen belanden en niet via een afzonderlijke subsidiestroom. De aanspraak op de extra financiële middelen worden daarbij gedurende een periode van maximaal 3 jaar ter beschikking gesteld. VWS hevelt deze laatstgenoemde middelen over naar het macrokader huisartsenzorg.

Om deze declaratiestroom te mogelijk te maken, creëert de NZa een tijdelijke declaratietitel die de komende drie jaar in de beleidsregel wordt opgenomen. Per 2020 wordt de  prestatie ‘deelname programma OPEN’ opgenomen, die afhankelijk van het soort patiënt, op twee verschillende wijzen in rekening kan worden gebracht:

  1. als eenmalige opslag op het inschrijftarief per op naam van de huisarts ingeschreven verzekerde patiënt;

  2. als eenmalige opslag op het consulttarief voor een gemoedsbezwaarde.

 

Eenmalige declaratie

Aan de declaratie zitten voorwaarden gekoppeld, die in de beleidsregel en tariefbeschikking staan omschreven. Een van deze voorwaarden komt voort uit het bijzondere karakter van deze specifieke prestatie. Door middel van een opslag per patiënt wordt een landelijk vastgesteld macrobedrag verdeeld onder de huisartsenpraktijken. Omdat vergoeding via de Zvw-systematiek verloopt, moet deze echter worden vormgegeven als een prestatie per patiënt. De openstelling van de regeling gedurende drie jaar, gekoppeld aan de opslag per patiënt, zorgt hier voor een knelpunt. Gedurende deze drie jaar kan de patiënt zowel overstappen naar een andere huisarts als een andere verzekeraar. Zowel zorgverzekeraars als zorgaanbieders willen voorkomen dat zware administratieve lasten ontstaan om dubbelloop van declaraties en risico’s op over/onderbesteding van de vastgestelde middelen voor deze prestatie tegen te gaan.

 

Daarom is in overeenstemming met LHV en ZN gekomen tot een pragmatische voorwaarde bij de declaratie van deze specifieke prestatie. Op het moment dat aan alle overige voorwaarden rondom “deelname programma OPEN" wordt voldaan mag de huisartsenpraktijk de opslag in de periode 2020-2022 voor alle op het moment van declareren ingeschreven verzekerde patiënten eenmalig in rekening brengen. Voor patiënten die na dat moment van declareren toestromen in de praktijk kan niet nogmaals de opslag in rekening worden gebracht. De opslag kent daarmee het karakter van een éénmalige uitkering aan de huisartsenpraktijk gebaseerd op de op dat moment ingeschreven populatie. Hiermee worden risico’s op dubbelloop en hiermee samenhangende aanvullende administratieve lasten beperkt.  

 

Om de zorgverzekeraar in staat te stellen om centraal te controleren of aan de voorwaarden is voldaan bij declaratie van deze prestatie, worden een aantal elementen geregistreerd vanuit het programma OPEN en/of de hieraan gekoppelde regionale coalities. Tussen aanbieders en verzekeraars is het volgende overeengekomen. Van huisartsen wordt verwacht dat ze op het deelnemersformulier voor de regionale coalitie doorgeven dat ze in verband met de facturatie toestemming geven voor het doorgeven van hun gegevens (naam, AGB, welk HIS) aan de zorgverzekeraar. Daarnaast geeft OPEN aan de zorgverzekeraar door welke HIS’en beschikken over de functionaliteit voor het bieden van online toegang tot gezondheidsgegevens voor patiënten. De zorgverzekeraar weet daarmee of de huisarts deelnemer is aan een regionale coalitie en of het HIS dat gebruikt wordt geschikt is voor het bieden van online toegang.

 

gemoedsbezwaarden

Aan gemoedsbezwaarden wordt geen inschrijftarief in rekening gebracht. Zorg wordt direct in rekening gebracht aan de gemoedsbezwaarde in de vorm van aparte verrichtingentarieven. De gehanteerde systematiek van de eenmalige opslag op het inschrijftarief zou daarmee nadelig kunnen uitpakken voor huisartsenpraktijken met een relatief groot aandeel gemoedsbezwaarden. Om dit te ondervangen mag een huisarts, indien aan alle overige voorwaarden rondom ÖPEN is voldaan, dezelfde opslag in rekening brengen aan de gemoedsbezwaarde als opslag op het verrichtingentarief. Hiervoor zijn in de tariefbeschikking vanaf 2020 aparte prestaties voor consult en visites aan gemoedsbezwaarden opgenomen waarin deze opslag is verdisconteerd. Conform de systematiek bij de overige ingeschreven patiënten mag deze opslag gedurende de periode 2020/2022 slechts één keer in rekening brengen aan een individuele patiënt.

 

Indexatie

Jaarlijks worden de door de NZa vastgestelde tarieven ambtshalve geïndexeerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de indexatie van de personeelskosten en de materiële kosten. De indexering van de personele kosten gebeurt op basis van een percentage dat de overheid vaststelt: de Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (OVA). De indexering van de materiële kosten gebeurt op basis van het  prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau.

 

Omdat bij de vaststelling van de tarieven voor het jaar t het definitieve indexatiepercentage nog niet bekend is, wordt gewerkt met een voorlopig indexatiepercentage jaar t dat in het voorjaar jaar t-1 bekend wordt gemaakt door het Ministerie van VWS. Het verschil tussen de voorlopige index en de definitieve index jaar t, die een jaar later wordt vastgesteld, wordt de ‘inhaal’ genoemd. De inhaal van het jaar t wordt meegenomen in het structurele tarief voor het jaar t+1. De indexatie van de tarieven voor het gereguleerde zorgsegment voor het jaar t+1 vindt dus zowel op voor- als nacalculatorische basis plaats.

 

Voor de periode 2019-2020 zijn de volgende indexatiepercentages in de tarieven huisartsenzorg verwerkt:

 

Voorlopig 2019

Definitief 2019

Voorlopig 2020

Personeelskosten (OVA)

4,08%

3,42%

2,52%

Materiële kosten (CEP)

2,46%

2,49%

1,45%

 

Dit geheel resulteert in een stijging van afgerond 1,8% van de basistarieven (inschrijving/consult en daarvan afgeleide prestaties) in 2020 ten opzichte van 2019.

 

Publicatie beleidsregels en tariefbeschikkingen

De volgende beleidsregels en beschikkingen zijn gepubliceerd op onze website (www.puc.overheid.nl/nza).

 

Beleidsregels:

  • Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2020 (BR/REG-20133)

  • Beleidsregel macrobeheersinstrument huisartsenzorg 2020 (BR/REG-20134)

  • Beleidsregel macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg (BR/REG-20135)

  • Regeling macrobeheersinstrument huisartsenzorg 2020 (NR/REG-2013)

  • Regeling macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2020 (NR/REG-2014)

 

Prestatie- en tariefbeschikkingen:

  • Prestatie- en tariefbeschikking huisartsenzorg en multidiscipliniare zorg 2020 (TB/REG-20622-01)

  • Prestatie- en tariefbeschikking zorg op afroep en zorg geleverd in een inloopkliniek (TB/REG-20623-01)

 

Heeft u vragen?

De gewijzigde regelgeving vindt u op onze website www.nza.nl. Mocht u naar aanleiding van deze circulaire nog vragen hebben, dan kunt

u contact opnemen met het Informatie- en Contactcentrum van de NZa:

088 - 770 87 70 of info@nza.nl. Het Informatie- en Contactcentrum is op

werkdagen geopend van 9.00 tot 17.00 uur.

 

Met vriendelijke groet,

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

 

drs. J. Rijneveld

unitmanager Eerstelijnszorg

 

 

Naar boven