Onderwerp: Bezoek-historie

Concentratiebesluit Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam – Stichting IJsselland Ziekenhuis
Ondertekeningsdatum:09-04-2019Publicatiedatum:25-04-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Aanvraag tot goedkeuring van een concentratie

 

  1. Op 18 december 2018 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag).

    Partijen

  2. Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam (hierna: Erasmus MC) is actief op het gebied van medisch specialistische zorg,[1] palliatieve zorg, paramedische zorg en ambulante zorg vanuit locaties in Rotterdam.

  3. Stichting IJsselland Ziekenhuis (hierna: IJsselland Ziekenhuis) is actief op het gebied van medisch specialistische zorg vanuit locaties in Rotterdam.

    Het voornemen

  4. Het voornemen betreft de omzetting van IJsselland Ziekenhuis in een besloten vennootschap en de verwerving van 51% van de aandelen van die besloten vennootschap door Erasmus MC. De overige 49% van de aandelen zullen worden gehouden door de nieuw op te richten Stichting Beschermvrouwe IJsselland. Het voornemen is vastgelegd in een door partijen ondertekende Intentieovereenkomst van 21 december 2016 en een addendum bij de Intentieovereenkomst van 3 april 2017. Daarnaast blijkt het voornemen uit de (concept)akte van omzetting en statuten IJsselland Ziekenhuis B.V. van 14 februari 2017, de (concept)akte van oprichting Stichting Beschermvrouwe IJsselland Ziekenhuis B.V. van 13 februari 2017 en de (concept)aandeelhoudersovereenkomst tussen Stichting Beschermvrouwe IJsselland en Erasmus MC van 22 juni 2017.

    Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

  5. Betrokken organisaties zijn Erasmus MC en IJsselland Ziekenhuis.

  6. Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1 van de Wmg.

  7. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.

  8. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4 omschreven transactie leidt er namelijk toe dat Erasmus MC uitsluitende zeggenschap verkrijgt over IJsselland Ziekenhuis.

    Beoordeling

  9. Bij de beoordeling van de aanvraag tot goedkeuring van de voorgenomen concentratie hanteert de NZa de wettelijke criteria zoals vervat in artikel 49c lid 2 Wmg.

  10. Bij de beoordeling van de aanvraag tot goedkeuring neemt de NZa tevens in overweging dat partijen:

    A. streven naar het leveren van de juiste zorg op de juiste plaats; en

    B. het fuseren van volledige afdelingen en zorgprocessen uitsluiten.

    De concentratie heeft tot doel zorgverschuivingen mogelijk te maken richting de best passende locatie, waarbij de complexiteit van zorg en/of cliënt bepalend is. Erasmus MC zal zich toeleggen op en specialiseren in het leveren van topzorg en IJsselland Ziekenhuis zal zich toeleggen op en specialiseren in het leveren zich op tweede en tweeënhalve lijnszorg.

    Inzicht in de verwachte effecten van de concentratie
     
  11. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt voldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie voor de samenwerkingsinitiatieven op het gebied van leverchirurgie, de Intensive Care en de hematologie. Dit is een deel van de intiatieven met samenwerkingspotentieel die partijen hebben geïdentificeerd voor de middellange termijn (hierna: zorginitiatieven).

  12. De effectrapportage biedt echter onvoldoende inzicht in de gevolgen van de overige toekomstige zorginitiatieven binnen het samenwerkingsverband. Dit betreft zorginitiatieven die na de concentratie door partijen proefondervindelijk verder zullen worden uitgewerkt.

  13. In de effectrapportage wordt wel een afwegingskader en geovernancestructuur overgelegd die is ingericht om toekomstige zorginitiatieven uit te werken. Als zodanig ziet de NZa aanleiding om aan onderhavig besluit de voorwaarde te verbinden dat partijen de effecten en gevolgen van deze zorginitiatieven nader aanvullen.

  14. De NZa overweegt hierbij dat partijen aannemelijk hebben gemaakt dat:

    a. partijen streven naar het bieden van de juiste zorg op de juiste plaats, en de samenwerking betrekking zal hebben op het verschuiven van zorg in plaats van op lateralisatie van zorg
    b. partijen het fuseren van afdelingen, vakgroepen, groepen van medewerkers of anderszins uitsluiten;
    c. de concentratie gekenmerkt wordt door een grote omvang, en de daarin te ontplooien samenwerking complexe en diverse zorgintiatieven op het snijvlak van 2e en 3e lijns zorg betreft;
    d. partijen een deel van de zorginitiatieven reeds volledig hebben uitgewerkt, waarbij voldoende inzicht is gegeven in de gevolgen van de concentratie;
    e. partijen de overige onderdelen van de concentratie-effectrapportage juist en volledig hebben uitgewerkt
    f. een governancestructuur en afwegingskader is ingericht voor de wijze waarop toekomstige zorginitiatieven uitgewerkt dienen te worden.

    Betrokkenheid belanghebbenden
     
  15. Voor de beoordeling van de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[2]

  16. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat cliënten, personeel en andere betrokkenen door partijen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie. Zij zijn tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar konden worden gemaakt.

  17. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen door partijen overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie.

    Cruciale zorg

  18. Erasmus MC levert ambulancezorg, spoedeisende hulp, acute verloskunde en crisiopvang geestelijke gezondheidszorg. Uit de bij de aanvraag overgelegde gegevens blijkt dat, als gevolg van de voorgenomen concentratie, geen veranderingen zullen plaatsvinden in de organisatie en verlening van deze vorm van zorg.

  19. IJsseland Ziekenhuis levert spoedeisende hulp en acute verloskunde. Uit de bij de aanvraag overgelegde gegevens blijkt dat, als gevolg van de voorgenomen concentratie, geen veranderingen zullen plaatsvinden in de organisatie en verlening van deze vorm van zorg.

    Besluit

  20. De NZa heeft vastgesteld dat partijen de stakeholders, waaronder de clientenraden, ondernemingsraden, zorgverzekeraars en inspraakorganen van de medische staf voldoende hebben betrokken en dat er als gevolg van de concentratie geen negatieve gevolgen zullen zijn voor de cruciale zorg.

  21. Met betrekking tot de effectrapportage is overwogen dat deze de gevolgen van de concentratie voor de zorgverlening aan cliënten en de risico’s voor de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg niet volledig inzichtelijk maakt, althans wat betreft een deel van de door partijen voorgenomen plannen.

  22. Gelet op het bovenstaande verleent de NZa goedkeuring tot het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft, onder de voorwaarden dat:

    a. Partijen gedurende een periode van vijf jaar, jaarlijks schriftelijk aan de NZa rapporteren over de voortgang van de ontplooide zorginitiatieven. De eerste rapportage dient uiterlijk 1 jaar na goedkeuring van de concentratie door de NZa en de ACM plaats te vinden.

    b. De rapportage dient, per te ontplooien zorginitiatief, aan te geven wat de uitkomst is van de toepassing van het in de bijlage 1 van dit besluit opgenomen afwegingskader, en in het bijzonder te vermelden:
    1. Welke risicobeheersingsmaatregelen door partijen worden genomen.

    2. Wat de risico’s van de uitwerking zijn voor de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg;

    3. Welke gevolgen de uitvoering daarvan heeft voor de zorgverlening voor de betrokken cliëntgroepen;

    4. Welke afspraken tussen partijen zijn gemaakt om het geïdentificeerde samenwerkingspotentieel te realiseren;

 

Datum: 9 april 2019

 

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

 

 

 

mw. dr. M. Kaljouw

Voorzitter Raad van Bestuur

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 1: Afwegingskader

 

[…]

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

 

Adres:    Nederlandse Zorgautoriteit

   t.a.v. unit Juridische Zaken

   Postbus 3017

   3502 GA  UTRECHT

(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)

Fax:        030 – 296 82 96

 

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;

  • de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

 

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

 


[1] Bestaande uit topklinische zorg, topreferente zorg en basiszorg.

[2] Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.

Naar boven