Behandeld door: Directie Regulering
Telefoonnummer: 088 770 87 70
E-mailadres: info@nza.nl
Kenmerk: CI/19/10c - 0326221/0502730
Onderwerp: Regelgeving ggz en fz 2020
Datum: 12 april 2019
Aan:
Aan het bestuur van:
Zorgverzekeraars Nederland (ZN);
GGZ Nederland (GGZN);
Platform MeerGGZ;
Federatie Medisch Specialisten (FMS);
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ);
Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU);
Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en
Psychotherapeuten (LVVP);
Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP);
Nederlands Instituut van Psychologen (NIP);
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF);
Mind Landelijk platform Psychische Gezondheid;
Divisie Forensische Zorg / Justitiële Jeugdinrichtingen (Forzo/JJI);
Gevangeniswezen (GW);
Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN);
Geachte heer/mevrouw,
Inleiding
Jaarlijks levert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een release uit voor de ggz en de fz. Deze bestaat uit een productstructuur (prestaties en tarieven), regelgeving (beleidsregels en nadere regels), ICT-specificaties, validatieregels en codelijsten (informatieproducten).
De Raad van Bestuur van de NZa heeft op 9 april 2019 de onderwerpenlijst van de release 2020 vastgesteld. Hiermee staan de hoofdlijnen van het voorgenomen beleid vast. Dit geldt voor de gespecialiseerde ggz (RG20), de forensische zorg (RF20) en de generalistische basis-ggz (RB20).
De onderhoudsagenda
De NZa heeft samen met de koepels van zorgaanbieders, zorgverzekeraars en cliënten geïnventariseerd welke onderwerpen mogelijk tot een wijziging per 2020 moeten leiden. Dit gebeurde in de technische overleggen van januari tot en met maart 2019. Bij onderwerpen die nauw samenhangen met de doorontwikkeling van de productstructuur is het uitgangspunt om deze niet los op te pakken.
Onderwerpen die definitief in de release 2020 komen
- acute psychiatrische hulpverlening (g-ggz)
- eerstelijnsdiagnostiek (g-ggz en fz)
- verplichte ggz (g-ggz)
- ggz-differentiatie in db(b)c-beroepentabel (g-ggz, gb-ggz en fz)
- afwezigheid bij ziekenhuisopname (fz)
- verblijf met rechtvaardigingsgrond bij vervolg-dbc’s (g-ggz)
Uitlevering definitieve pakket 2020 uiterlijk op 1 augustus
De uiteindelijke wijzigingen worden bekend gemaakt bij de publicatie van het totale pakket (productstructuur, regelgeving, ICT-specificaties) op uiterlijk 1 augustus 2019. Deze planning is afgestemd op het lopende kostenonderzoek en het tijdpad van de acute psychiatrische hulpverlening. Hiermee wordt afgeweken van de reguliere jaarlijkse opleverdatum van 1 juli.
Ter voorbereiding op de ICT-implementatie en zorgcontractering 2020 leveren wij begin juni alvast conceptregelgeving uit.
Hieronder volgt een indicatie van de voorgenomen beleidsaanpassingen.
1. Acute psychiatrische hulpverlening (g-ggz)
De Generieke Module Acute Psychiatrie (GMAP) is ingediend bij het Zorginstituut (ZINL). Het ZINL gaat de NZa vragen om een Budget Impact Analyse (BIA) uit te voeren. Naast de BIA werken partijen, onder leiding van Akwa GGZ, aan het implementatieplan voor de GMAP. Als de BIA is uitgevoerd en het implementatieplan is ingediend, besluit het ZINL over inschrijving van de GMAP in het Kwaliteitsregister. Dit zal naar verwachting eind juni zijn. Bij een positief besluit tot inschrijving wordt de budgetsystematiek (zoals die beoogd was voor 2019) ingevoerd per 2020. Op die oorspronkelijke regelgeving voeren wij nog enkele technische aanpassingen door. Bij een negatief besluit van het ZINL tot inschrijving blijft de huidige systematiek voor crisis dbc’s bestaan.
2. Eerstelijnsdiagnostiek (ggz, fz)
Per 2020 worden de bestaande prestaties voor eerstelijnsdiagnostiek (ozp’s) binnen de ggz en fz opgeheven. De betreffende kosten zijn dan ge(her)alloceerd naar de reguliere (behandel)prestaties. Zo sluiten we aan bij de systematiek zoals die binnen de ggz en fz ook al voor verblijfszorg geldt. Daarvoor geldt immers dat alle diagnostische verrichtingen als onderdeel van de verblijfstarieven worden vergoed. Dit verlaagt naar verwachting de uitvoeringslasten rondom het declaratieproces.
3. Verplichte ggz (g-ggz)
Op 1 januari 2020 vervangt de Wet verplichte ggz1 (Wvggz) de huidige Wet BOPZ. Deze wet regelt het verlenen van verplichte zorg aan personen met een psychische stoornis. Mogelijk neemt de omvang van het voortraject onder de Wvggz toe. Denk hierbij aan extra werkzaamheden in het kader van het voorbereiden van een verzoekschrift voor een zorgmachtiging en het opstellen van een plan van aanpak. Voor cliënten die uiteindelijk (na aanvraag van de zorgmachtiging) niet in behandeling komen, zijn de huidige diagnostiek-dbc’s naar verwachting dan soms niet toereikend. Wij willen daarom de diagnostiek-dbc’s per 2020 met een of enkele prestatie(s) uitbreiden.
De precieze uitwerking van deze prestaties maken wij bekend bij uitlevering van de regelgeving en het pakket 2020 (uiterlijk op 1 augustus 2020).
4. Ggz-differentiatie in db(b)c-beroepentabel (g-ggz, gb-ggz en fz)
Op verzoek van partijen wordt het onderscheid naar Psychomotorisch therapeuten en Maatschappelijk Werkenden met/zonder ggz-differentiatie in de db(b)c-beroepentabel per 2020 opgeheven. De geregistreerde tijd van beide beroepen telt voortaan altijd mee in de productafleiding.
5. Afwezigheid bij ziekenhuisopname (fz)
Per 2020 is binnen de forensische zorg de mogelijkheid om zzp’s te registreren (en declareren) bij afwezigheid verruimd. De bestaande beperking dat dit bij ziekenhuisopname maximaal zeven dagen mag zijn bestaat dan niet meer. Voortaan geldt voor ziekenhuisopname (zoals bij andere redenen van afwezigheid) de maximale periode van 49 dagen.
6. Verblijf met rechtvaardigingsgrond bij vervolg-dbc’s (g-ggz)
De mogelijkheid moet bestaan dat voor een patiënt een vervolg-dbc geopend wordt, met alleen de deelprestatie VMR. De huidige regeling gespecialiseerde ggz schrijft echter voor dat verblijfsprestaties alleen in combinatie met behandeling gedeclareerd mogen worden. De NZa zal deze inperking per 2020 wegnemen.
Achtergrond
Op 6 maart 2017 heeft het ZINL de duiding Medisch noodzakelijk verblijf in de geneeskundige ggz gepubliceerd. Zorginstituut Nederland concludeert hierin dat het in uitzonderlijke situaties gerechtvaardigd is om verblijf voor een redelijke termijn voort te zetten terwijl dit eigenlijk niet meer ‘medisch noodzakelijk’ is voor de geneeskundige ggz. In 2017 is met veldpartijen geconcludeerd dat deze uitzonderingsituaties zichtbaar moeten zijn via een nieuwe prestatie ‘Verblijf met rechtvaardigingsgrond (vmr)’. Deze prestatie is per 2018 toegevoegd aan de verblijfsprestaties binnen de dbc-systematiek.
Overige ontwikkelingen
Geen nieuwe bekostiging per 2020
In overleg met veldpartijen is besloten dat er de nieuwe bekostiging nog niet in 2020 ingevoerd wordt. De NZa legt momenteel de laatste hand aan een advies aan VWS over de nieuwe bekostiging. In mei brengen wij dit advies uit en volgt hierover meer informatie.
Tarieven 2020
De NZa publiceert uiterlijk op 1 augustus 2019 de tarieven 2020, tegelijkertijd met de regelgeving, het pakket en de informatieproducten 2020. Naast het kostenonderzoek voor de db(b)c-systematiek doet de NZa samen met fz-partijen onderzoek naar de tarieven voor de ZZP C-reeks. Zo mogelijk worden de resultaten hiervan meegenomen in de tarieven 2020.
Onvolledig behandeltraject gb-ggz
Zorgverzekeraars en aanbieders hebben vragen gesteld over Onvolledige behandeltrajecten (gb-ggz) met meer dan 120 minuten tijdsbesteding. Naar aanleiding hiervan lichten wij de systematiek van de gb-ggz toe:
In de gb-ggz zijn er vier integrale prestaties: Kort (BK), Middel (BM), Intensief (BI) en Chronisch (BC). De zorgaanbieder declareert de prestatie met het patiëntprofiel2 dat aansluit bij de zorgvraagzwaarte van de patiënt. Dit zijn normatieve prestaties. Dit betekent dat het uitgangspunt is dat - bij aanwezigheid van een DSM-stoornis - de ingeschatte zorgvraagzwaarte leidend is, ongeacht de duur van de behandeling.Voor uitzonderlijk korte trajecten (<120 minuten) geldt in specifieke gevallen (doorverwijzing naar g-ggz, beëindiging behandeling, overlijden patiënt) een uitzondering. In die gevallen mag de zorgaanbieder een Onvolledig behandeltraject in rekening brengen. Dit mag ook als het langer dan 120 minuten duurt om te concluderen dat er géén DSM-stoornis kan worden vastgesteld.
Als het langer dan 120 minuten duurt om vast te stellen dat de cliënt in de g-ggz thuishoort (in plaats van de gb-ggz), dan geldt dus het volgende:
- Als er (nog) geen DSM-stoornis is vastgesteld, dan kan de prestatie Onvolledig behandeltraject worden gedeclareerd.
- Als er wel een DSM-stoornis is vastgesteld, dient o.b.v. de criteria uit de prestatieomschrijvingen gb-ggz de best passende prestatie in rekening gebracht te worden.
Wij vragen u als koepelvereniging om deze informatie te verspreiden onder uw leden.
Heeft u vragen?
Met vragen kunt u contact opnemen met ons Informatie- en Contactcentrum op telefoonnummer 088‑770 8 770 of via info@nza.nl
Met vriendelijke groet,
Nederlandse Zorgautoriteit
drs. C.A.H. ten Damme RA
unitmanager Geestelijke Gezondheidszorg en Forensische Zorg