REGELING NR/REG-1928
Vastgesteld op 28 november 2018
Gelet op de artikelen 36, derde lid, 37, 38, derde en zevende lid van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van administratie- en declaratievoorschriften.
1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Zorgaanbieder
De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.
Voor forensische zorg is dit een rechtspersoon die een zorginstelling forensische zorg in stand houdt of een natuurlijke persoon die forensische zorg verleent, dan wel de natuurlijke persoon of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling forensische zorg vormen, en die krachtens een overeenkomst forensische zorg verlenen.
Ziektekostenverzekeraar
- een zorgverzekeraar: een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 onder b Zorgverzekeringswet (Zvw);
- een Wlz-uitvoerder: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet langdurige zorg;
- een particuliere ziektekostenverzekeraar, zijnde een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen.
Op grond van artikel 4, eerste lid, van het Interimbesluit forensische zorg of, bij inwerkingtreding van de Wet forensische zorg, op grond van artikel 1, derde lid, van de Wmg is de minister van Justitie en Veiligheid voor de inkoop van forensische zorg aangemerkt als ziektekostenverzekeraar. De Divisie Forensische zorg/Justitiële Jeugdinrichtingen (ForZo/JJI) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), onderdeel van het ministerie van Veiligheid en Justitie voert de inkoop uit. Waar in deze regeling gesproken wordt over de ziektekostenverzekeraar wordt hieronder ook verstaan ForZo/JJI.
Innovatieve zorgprestatie
De zorgprestatie waarmee geëxperimenteerd wordt, als bedoeld in de Beleidsregel innovatie voor kleinschalige experimenten. Deze zorgprestatie is nog niet eerder vastgesteld door de NZa als reguliere zorgprestatie.
Kortdurend kleinschalig experiment
Het leveren van een door de NZa toegekende innovatieve zorgprestatie in de praktijk binnen een experimentopzet. Het kortdurend kleinschalig experiment bestrijkt een periode van maximaal drie jaar respectievelijk (in totaal) maximaal vijf jaar bij afgifte van een verlengingsbeschikking en is naar gelang zijn doelstelling beperkt tot een specifieke patiëntengroep, prestatie, een of meerdere zorgaanbieders, een of meerdere ziektekostenverzekeraars of een beperkte regio.
Experimentopzet
De opzet van het kortdurend kleinschalig experiment waarin staat beschreven hoe het experiment wordt uitgevoerd, met welke indicatoren de doelstelling(en) van het experiment worden gemeten en bij welke uitkomst op voorgenoemde indicatoren de doelstelling(en) van het experiment is/zijn behaald.
Experimentovereenkomst
Een schriftelijke overeenkomst tussen een of meerdere zorgaanbieder(s) en een of meerdere ziektekostenverzekeraar(s) die door hen is ondertekend ten behoeve van een kortdurend kleinschalig experiment.
Experimenteerpartijen
Een (of meerdere) zorgaanbieder(s) en een (of meerdere) ziektekostenverzekeraar(s) die een kortdurend kleinschalig experiment zijn gestart of hebben aangevraagd.
Experimentevaluatie
De rapportage aan de NZa van experimenteerpartijen over de resultaten van het kortdurend kleinschalig experiment.
Aansluiter
Een zorgaanbieder of ziektekostenverzekeraar die op of na de startdatum van een kortdurend kleinschalig experiment aansluit bij de experimentovereenkomst.
Aansluitersovereenkomst
De schriftelijke overeenkomst tussen een aansluiter en een van de oorspronkelijke experimenteerpartijen. De aansluitersovereenkomst is getekend door de aansluiter en een van de oorspronkelijke experimenteerpartijen, waarbij de ondertekenende partijen minstens een ziektekostenverzekeraar en minstens een zorgaanbieder betreffen.
Individuele beschikking
De beschikking waarmee de innovatieve zorgprestatie zoals overeengekomen tussen zorgaanbieder(s) en ziektekostenverzekeraar(s), gedeclareerd en vergoed kan worden. Voor experimenten met Wlz-zorg is dit een beschikking en voor experimenten met Zvw en overige Wmg zorg wordt een prestatiebeschrijvingbeschikking afgegeven.
5. Declaratievoorschriften
5.1 De zorgaanbieder declareert geen innovatieve zorgprestatie indien de zorg reeds op andere wijze wordt gedeclareerd dan wel bekostigd.
5.2 De zorgaanbieder dient op de declaratie onderscheid te maken tussen Zvw, Wlz of overige Wmg-zorg.
5.3 De zorgaanbieder declareert de innovatieve zorgprestatie uitsluitend aan:
- een ziektekostenverzekeraar met wie daartoe een experimentovereenkomst of aansluitersovereenkomst is gesloten en de NZa hiervoor een individuele beschikking heeft afgegeven; óf
- een verzekerde die een daartoe strekkende verzekeringsovereenkomst heeft gesloten bij een onder 5.3 a genoemde ziektekostenverzekeraar.
5.4 De zorgaanbieder declareert de innovatieve zorgprestatie van experimenten met Zvw of overige Wmg-zorg aan de hand van de codes zoals deze zijn op te vragen bij Vektis.
8. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet marktordening gezondheidszorg wordt geplaatst.
Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling innovatie voor kleinschalige experimenten’.
De Nederlandse Zorgautoriteit,
dr. M.J. Kaljouw
voorzitter Raad van Bestuur