-
Op 29 mei 2018 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag).
Partijen
-
FC Zorgonderneming B.V. (hierna: FC Zorgonderneming) is via haar dochteronderneming FysioHolland B.V. (hierna: FysioHolland) actief op het gebied van paramedische zorg in Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn, Blaricum, Capelle a/d IJssel, Den Helder, Dordrecht, Enschede, Hengelo, Hilversum, Laren, Maastricht, Ridderkerk, Rotterdam, Steenbergen, Tilburg en Utrecht.
-
Groepspraktijk voor Fysiotherapie ’t Fontainehoff B.V. (hierna: Fontainehoff) is actief op het gebied van fysiotherapie in de regio Amsterdam-Zuidoost.
Het voornemen
-
Het voornemen betreft de overname van de activa en passiva van Fontainehoff door FysioHolland. Dit is vastgelegd in een bij de aanvraag overgelegde koopovereenkomst.
Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets
-
Betrokken organisaties zijn FC Zorgonderneming en de onderneming van Fontainehoff.
-
Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieder in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1, van de Wmg.
-
Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is bij de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.
-
Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b van de Mededingingswet. De in randnummer 4 omschreven transactie betekent namelijk dat FC Zorgonderneming, via FysioHolland, uitsluitende zeggenschap verkrijgt over de onderneming van Fontainehoff.
Beoordeling
A. Betrokkenheid belanghebbenden
-
Fontainehoff doet door minder dan 50 personen zorg verlenen in de zin van de Wmg en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 49a Wmg. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten en personeel van Fontainehoff door de NZa niet beoordeeld.
-
Met betrekking tot de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden (hierna: WOR) verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.
Cliënten
-
Zorgaanbieders die een instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi) in stand houden, zijn op grond van artikel 2, eerste lid van de Wmcz verplicht om een cliëntenraad in te stellen. Uit artikel 5, eerste lid, van de WTZi jo. artikel 1.2, negende lid, van het Uitvoeringsbesluit WTZi blijkt dat aanbieders van paramedische zorg instellingen zijn in de zin van de WTZi.
-
Uit de parlementaire geschiedenis bij de Wmcz blijkt echter dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om de verplichting om een cliëntenraad in te stellen ook voor aanbieders van, onder andere, paramedische zorg te laten gelden. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten van FysioHolland door de NZa niet beoordeeld.
Personeel
-
Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat FysioHolland geen ondernemingsraad in de zin van de WOR heeft ingesteld, maar dat zij wel al haar personeel over de voorgenomen concentratie heeft geïnformeerd en de mogelijkheid heeft gegeven hierop te reageren.
B. Cruciale zorg
-
Door betrokken organisaties wordt geen cruciale zorg aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c, Wmg.
Conclusie
-
Na onderzoek van deze aanvraag concludeert de NZa gelet op artikel 49c, tweede lid, Wmg dat:
a. het personeel van FysioHolland en andere betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt;
b. het oordeel en de aanbevelingen van het personeel van FysioHolland en andere betrokkenen overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;
c. als gevolg van de concentratie de continuïteit van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, Wmg niet in gevaar komt;
d. het rapport als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, Wmg voldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van de beoogde concentratie aan de hand van de eisen, bedoeld in artikel 49b, tweede en derde lid Wmg.
-
Vanwege de in artikel 49c, tweede lid, Wmg opgenomen toetsingscriteria, is in dit besluit nadrukkelijk geen oordeel gegeven over de verwachte effecten van de voorgenomen concentratie (behoudens het genoemde in randnummer 15, onder c).
-
Gelet op het voorgaande verleent de NZa goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.
mw. mr. drs. K. Raaijmakers
Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
t.a.v. unit Juridische Zaken
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.