Aanvraag tot goedkeuring van een concentratie
-
Op 1 mei 2018 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag).
Partijen
-
Stichting Verenigde Nederlandse Apotheken (hierna: VNA) houdt zich via haar dochteronderneming Farmaceutisch Beheer B.V. (hierna: FB) bezig met het verwerven en tijdelijk exploiteren van apotheken in heel Nederland.
-
Oosterbeekse Apotheek B.V. (hierna: Oosterbeekse Apotheek) is actief op het gebied van farmaceutische zorg in Oosterbeek.
Het voornemen
-
Het voornemen betreft de overname van alle aandelen in Oosterbeekse Apotheek door FB. Dit is vastgelegd in een bij de aanvraag overgelegde, door partijen op 20 en 24 april ondertekende, intentieovereenkomst alsmede een bij de aanvraag overlegde conceptkoopovereenkomst van 7 juni 2018.
Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets
-
Betrokken organisaties zijn VNA en Oosterbeekse Apotheek.
-
Betrokken organisaties kwalificeren als zorgaanbieders in de zin van artikel 1, onderdeel c, onder 1, van de Wmg.
-
Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is bij de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in artikelen 49a t/m 49d van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.
-
Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b van de Mededingingswet. De in randnummer 4 omschreven transactie betekent namelijk dat VNA, via FB, uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Oosterbeekse Apotheek.
Beoordeling
A. Betrokkenheid belanghebbenden
-
Oosterbeekse Apotheek doet door minder dan 50 personen zorg verlenen in de zin van de Wmg en valt daarom niet onder de reikwijdte van artikel 49a Wmg. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten en personeel van Oosterbeekse Apotheek door de NZa niet beoordeeld.
-
Met betrekking tot de betrokkenheid van cliënten en personeel bij de voorbereiding van de concentratie sluit de NZa aan bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden (hierna: WOR) verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden en ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[1]
Cliënten
-
Zorgaanbieders die een instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi) in stand houden, zijn op grond van artikel 2, eerste lid van de Wmcz verplicht om een cliëntenraad in te stellen. Uit artikel 5, eerste lid, van de WTZi jo. artikel 1.2, elfde lid, van het Uitvoeringsbesluit WTZi blijkt dat aanbieders van farmaceutische zorg instellingen zijn in de zin van de WTZi.
-
Uit de parlementaire geschiedenis bij de Wmcz blijkt echter dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om de verplichting om een cliëntenraad in te stellen ook voor, onder andere, aanbieders van farmaceutische zorg te laten gelden. Om die reden is de betrokkenheid van cliënten van VNA door de NZa niet beoordeeld.
Personeel
-
VNA is overeenkomstig de WOR niet gehouden een ondernemingsraad in te stellen. Om die reden is de betrokkenheid van het personeel van VNA door de NZa niet beoordeeld.
B. Cruciale zorg
-
Door betrokken organisaties wordt geen cruciale zorg aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c, Wmg.
Conclusie
-
Na onderzoek van deze aanvraag concludeert de NZa gelet op artikel 49c, tweede lid, Wmg dat:
a. betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt;
b.het oordeel en de aanbevelingen van betrokkenen overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;
c. als gevolg van de concentratie de continuïteit van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, Wmg niet in gevaar komt;
d. het rapport als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, Wmg voldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van de beoogde concentratie aan de hand van de eisen, bedoeld in artikel 49b, tweede en derde lid Wmg.
-
Vanwege de in artikel 49c, tweede lid, Wmg opgenomen toetsingscriteria, is in dit besluit nadrukkelijk geen oordeel gegeven over de verwachte effecten van de voorgenomen concentratie (behoudens het genoemde in randnummer 15, onder c).
-
Gelet op het voorgaande verleent de NZa goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.
Datum: 21 juni 2018
De Nederlandse Zorgautoriteit,
mr. drs. K. Raaijmakers
directeur Toezicht en Handhaving
Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
Adres: Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Fax: 030 – 296 82 96
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
-
naam en adres van de indiener;
-
de dagtekening;
-
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
-
de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.
[1]
Zie, onder andere, Kamerstukken II, 2011-2012, 33 253, nr. 3, p. 12; Kamerstukken II, 2012-2013, 33 253, nr. 6. p. 13; Kamerstukken I, 2012-2013, 33 253, C, p. 15-17.
Versie informatie document
Publicatie op Nederlandse Zorgautoriteit:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 28-06-2018 (vanaf dit moment beschikbaar op Nederlandse Zorgautoriteit)
Datum document:
Publicatiedatum: 28-06-2018