Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.
Ingevolge artikel 53, aanhef en onder b Wmg, worden prestatiebeschrijvingen die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve door de NZa vastgesteld.
Ingevolge artikel 59, aanhef en onder a, Wmg heeft de Minister van VWS met brief van 16 juli 2014 kenmerk 378012-121397-MC, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven.
8. Inwerkingtreding en citeerregel
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
Indien de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, sub b, van de Wmg wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2016, treedt de beleidsregel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2017.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: ‘Beleidsregel Regiefunctie complexe wondzorg’.
TOELICHTING
Algemeen
Vernieuwende vormen van zorgverlening en organisatie (regie) van complexe wondzorg in de Zorgverzekeringswet (Zvw) leiden gemiddeld tot snellere genezing van complexe wonden ten opzichte van de reguliere behandelmethoden. De behandelperiode kan hierdoor worden verkort en er kunnen minder consulten plaatsvinden. Met deze beleidsregel wordt een prestatie vastgesteld voor de regie bij behandeling van complexe wonden.
Artikel 1
Op basis van deze beleidsregel kunnen de volgende zorgaanbieders de prestatie declareren: verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, medisch specialisten, ziekenhuizen, thuiszorginstellingen en andere zorginstellingen met wondexpertise.
Artikel 3
Complexe wonden
Er bestaat geen consensus over de definitie van complexe wonden. Het Zorginstituut Nederland hanteert de volgende definitie:
“Een complexe wond is een wond met een verstoorde genezingstendens ten gevolge van pathofysiologische factoren. Verder kunnen psychosociale verstoringen van invloed zijn, zoals onvoldoende kennis en/of vaardigheden ten aanzien van adequate wondzorg bij professionals, onvoldoende inbedding van adequate wondzorg in een zorginstelling.”
Het Zorginstituut Nederland geeft aan dat een wond – bij ongecompliceerde genezing – geacht wordt binnen enkele weken (2-4 weken) gesloten te zijn.
Van de zijde van sommige deskundigen is kritiek geuit op de definitie ‘complexe wonden’. In het Wondplatform, waarin de verschillende wondprofessionals samenwerken, wordt gezocht naar een definitie die de lading beter dekt. Er wordt bij complexe wonden ook wel gesproken van chronische of niet helende wonden.
Inhoud van de prestatie
Het is aan partijen om binnen de kaders van artikel 3 nadere invulling te geven aan de inhoud van de prestatie.
Samenhang met Verpleging en verzorging
De prestatie regiefunctie complexe wondzorg kan eenmaal per 12 maanden per patiënt worden gedeclareerd door een zorgaanbieder met wondexpertise. Naast deze regiefunctie kunnen de prestaties voor verpleging en verzorging in rekening worden gebracht voor de wondverpleging en -verzorging. Onder de prestatie regiefunctie complexe wondzorg kan een deel van de behandeling plaatsvinden. Zo kan het gespecialiseerde wondcentrum ervoor kiezen de wondverpleging en –verzorging niet zelf uit te voeren en alleen de Regiefunctie complexe wondzorg zoals in deze beleidsregel omschreven uit te voeren. De zorgaanbieder die de verpleging en verzorging levert, declareert deze zorg volgens de ‘Beleidsregel Verpleging en verzorging’, de ‘Beleidsregel Experiment bekostiging verpleging en verzorging’ of de ‘Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg’.
Artikel 4
De prestatie regiefunctie complexe wondzorg mag alleen worden gedeclareerd indien de patiënt niet is opgenomen in een instelling voor medisch specialistische zorg (klinische opname of dagopname) en niet in een Wet langdurige zorg (Wlz)-instelling verblijft. Dit is om dubbele bekostiging te voorkomen.
De reden om declaratie van de prestatie wel mogelijk te maken naast een poliklinische dbc is dat patiënten met complexe wonden vaak onderliggende aandoeningen hebben waarvoor ook nog een dbc-product openstaat. Voor het declareren van de prestatie als omschreven in artikel 3, moet er wat betreft de Regiefunctie complexe wondzorg, overdracht hebben plaatsgevonden van de hoofdbehandelaar van het geopende poliklinische dbc naar het (extramuraal/poliklinisch) gespecialiseerde wondcentrum.
Het gaat om overdracht van de zorg van een situatie waarin de patiënt is opgenomen, naar een behandelsetting waarbij van opname niet langer sprake is. De verantwoordelijkheid voor de complexe wondzorg ligt na deze overdracht bij de, aan het gespecialiseerde wondcentrum verbonden, arts en/of verpleegkundig specialist. Dit kan overigens dezelfde zorgaanbieder (juridische entiteit) zijn als voor overdracht van de patiënt.
In het geval een patiënt wordt overgedragen van het ene gespecialiseerde wondcentrum naar het andere, kunnen beide gespecialiseerde wondcentra de prestatie declareren (mits aan de overige voorwaarden is voldaan). Bij de tariefstelling kan rekening worden gehouden met het feit dat de kosten verbonden aan de levering van de prestatie verdeeld zijn over meerdere gespecialiseerde wondcentra.
Zorgstandaarden en kwaliteit
Er zijn op dit moment geen zorgstandaarden. Wel zijn er kwaliteitscriteria vastgesteld door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ten aanzien van de organisatiestructuur. Deze criteria kunnen door de zorgverzekeraar als onderdeel van het contracteringsproces van de regiefunctie complexe wondzorg worden gebruikt. Het staat zorgverzekeraars bovendien vrij om nadere eisen te stellen.
De kenmerken van de innovatieve wondzorg zijn onder andere vastgelegd in de “Kwaliteitscriteria voor wondexpertisecentra”1 die door een werkgroep van wondconsulenten aangesloten bij Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN), het Centraal Begeleidingsorgaan (CBO) en het Woundcare Consultant Society (WCS), Kenniscentrum Wondzorg op verzoek van IGZ zijn opgesteld.