Onderwerp: Bezoek-historie

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg - BR/REG-17144
Publicatiedatum:01-07-2016Geldigheid:01-01-2017 t/m 31-12-2017Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Ingevolge artikel 52, aanhef en onderdeel e, Wmg, worden tarieven en prestatiebeschrijvingen die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve door de NZa vastgesteld.

1. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op intensieve kindzorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) die wordt geleverd door een rechtspersoonlijkheid bezittend organisatorisch verband ten behoeve van verpleegkundige dagopvang of verblijf. 

2. Doel van de beleidsregel

Het doel van deze beleidsregel is vast te leggen op welke wijze de NZa gebruikt maakt van haar bevoegdheid om de tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen voor intensieve kindzorg die wordt geleverd:

  • in een verpleegkundige dagopvang;
  •  met verblijf.

3. Begripsbepalingen

3.1 Intensieve kindzorg

Intensieve kindzorg is zorg aan kinderen tot achttien jaar waarbij sprake is van behoefte aan zorg zoals verpleegkundigen plegen te bieden in verband met geneeskundige zorg of een hoog risico daarop. Tevens is bij deze kinderen sprake van een behoefte aan permanent toezicht of 24-uurs zorg in de nabijheid in combinatie met verpleegkundig technische handelingen.

 

3.2 Verblijfsdag

Een verblijfsdag is een kalenderdag, die deel uitmaakt van een periode van opname voor verblijf bij intensieve kindzorg. Een opname omvat minimaal één overnachting. De verblijfsdag mag alleen gedeclareerd worden als de patiënt voor 20:00 uur is opgenomen en ’s nachts in de instelling verblijft. De dag van opname en de daarop volgende nacht gelden als één verblijfsdag. De dag van ontslag – waarop de patiënt dus niet ‘s nachts verblijft – geldt niet als een te declareren verblijfsdag.

 

3.3 Zorgaanbieder

De natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg. 

4. Prestatieomschrijvingen

In deze beleidsregel worden de volgende prestaties onderscheiden:

  • verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg;
  • verblijf intensieve kindzorg;
  • onderlinge dienstverlening.

4.1 Verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg

De verpleging en verzorging is ‘zorg zoals verpleegkundigen plegen te bieden in verband met een behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop’, conform artikel 2.10 Besluit zorgverzekering (Bzv). Deze zorg wordt vanuit zorginhoudelijke overwegingen en/of doelmatigheidsoverwegingen in  groepsverband op eenzelfde locatie georganiseerd. De prestatie omvat dagopvang met  zorg in de nabijheid en indien nodig permanent toezicht op een locatie die hiervoor is ingericht.

 

Het betreft een integrale prestatie en omvat in ieder geval de volgende elementen:

  • Dagopvang. Hierbij is inbegrepen de huisvestingskosten, inventaris, spelmateriaal, eten en drinken, schoonmaak, linnengoed, outillagemiddelen (zoals hulpmiddelen voor algemeen gebruik), etc.;
  • Verpleging en verzorging;
  • Niet-patiëntgebonden materialen, zoals verbandmiddelen en incontinentiemateriaal.

 

De prestatie kan alleen gedeclareerd worden bij tenminste zes uur aanwezigheid van een patiënt op één dag op een locatie ingericht voor verpleegkundige dagopvang voor intensieve kindzorg.

4.2 Verblijf intensieve kindzorg

Er is sprake van verblijf conform artikel 2.12 Bzv dat medisch noodzakelijk is in verband met geneeskundige zorg, gepaard gaande met verpleging en verzorging. De verpleging en verzorging is ‘zorg zoals verpleegkundigen plegen te bieden in verband met een behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop’. De prestatie omvat 24-uurs zorg in de nabijheid en indien nodig permanent toezicht op een locatie die hiervoor is ingericht.

 

Het betreft een integrale prestatie en omvat in ieder geval de volgende elementen:

  • Verblijf. Hierbij is inbegrepen de huisvestingskosten, inventaris, spelmateriaal, eten en drinken, schoonmaak, linnengoed, outillagemiddelen (zoals hulpmiddelen voor algemeen gebruik), etc.;
  • Verpleging en verzorging;
  • Niet-patiëntgebonden materialen, zoals verbandmiddelen en incontinentiemateriaal.

 

De prestatie kan alleen gedeclareerd worden indien de patiënt ’s nachts in de instelling verblijft en op de dag van opname voor 20:00 aanwezig is op een locatie ingericht voor verblijf voor intensieve kindzorg. De dag van opname en de daarop volgende nacht gelden als één verblijfsdag.

4.3 Onderlinge dienstverlening

In deze beleidsregel is sprake van onderlinge dienstverlening als de zorg die door een zorgaanbieder wordt verleend onderdeel uitmaakt van de beschrijving van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van intensieve kindzorg. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.

 

De uitvoerende zorgaanbieder brengt de prestatie ‘onderlinge dienstverlening’ in rekening bij de opdrachtgevende zorgaanbieder die de prestatie bij de uitvoerende zorgaanbieder heeft aangevraagd.

5. Tarieven

5.1 Tariefsoort

Voor de volgende prestaties gelden maximumtarieven:

  • verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg;
  • verblijf intensieve kindzorg.

 

Voor de volgende prestatie geldt een vrij tarief:

  • onderlinge dienstverlening.

5.2 Totstandkoming tarieven

Het maximumtarief voor verpleegkundige dagopvang is gebaseerd op een kostenonderzoek naar de werkelijke kosten uit het meest recente beschikbare boekjaar (2014) onder aanbieders van verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg. De onderbouwing van het tarief is uiteengezet in het verantwoordingsdocument ‘tarief verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg’, dat als bijlage 1 bij deze beleidsregel is opgenomen.

 

Het maximumtarief voor verblijf is gebaseerd op twee onderzoeken: (1) een kostenonderzoek naar de werkelijke kosten uit het meest recente beschikbare boekjaar (2014) onder aanbieders van verblijf bij intensieve kindzorg en (2) een onderzoek naar de onderbouwing van een normatief huisvestingscomponent (NHC). De onderbouwing van het tarief is uiteengezet in het verantwoordingsdocument ‘tarief verblijf intensieve kindzorg’, dat als bijlage 2 bij deze beleidsregel is opgenomen.

5.3 Verhoogde maximumtarieven

Voor de prestaties – andere dan onderlinge dienstverlening - geldt een verhoogd maximumtarief. De maximumtarieven berekend op basis van artikel 5.2 kunnen ten hoogste met 10% worden verhoogd indien hieraan een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en

ziektekostenverzekeraar ten grondslag ligt.

 

Een tarief dat niet hoger is dan berekend op basis van artikel 5.2 kan aan eenieder in rekening worden gebracht.

 

Een tarief dat tot stand komt met toepassing van artikel 5.2 en 5.3 kan uitsluitend in rekening worden gebracht aan (a) de ziektekostenverzekeraar met wie het verhoogde maximumtarief schriftelijk is overeengekomen of (b) de verzekerde ten behoeve van wie een ziektekostenverzekering met betrekking tot intensieve kindzorg is gesloten bij een ziektekostenverzekeraar met wie een zodanig verhoogd maximumtarief schriftelijk is overeengekomen. 

6. Indexering

De tarieven worden jaarlijks trendmatig aangepast met een index voor loonkosten, materiële kosten en/of kapitaallasten. Op basis van het uitgevoerde kostenonderzoek is per prestatie inzichtelijk welk aandeel van de totale kosten loonkosten, materiële kosten, dan wel kapitaallasten betreft.

 

De loonkosten worden geïndexeerd op basis van de door het ministerie van VWS aangegeven Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling. Voor de materiële kosten wordt aangesloten bij het prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau. De kapitaalslasten worden jaarlijks met 2,5 % geïndexeerd, zoals op dit moment gebruikelijk is in de sectoren waar de kapitaallasten genormeerd zijn middels een NHC. Dit geldt alleen voor het tarief voor de prestatie verblijf intensieve kindzorg.

 

De gehanteerde prijsindex per prestatie wordt berekend als het gewogen gemiddelde van de loon-, materiële en/of kapitaal indices.

Voor het tarief bij de prestatie verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg wordt uitgegaan van 74% loonkosten en 26% materiele kosten. Voor het tarief bij de prestatie verblijf intensieve kindzorg wordt uitgegaan van 84% loonkosten, 10% materiele kosten en 6% kapitaallasten. 

7. Inwerkingtreding en citeerregel

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

 

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg’.

TOELICHTING

Algemeen

In 2015 en 2016 konden aanbieders van verpleegkundige dagopvang en/of verblijf voor intensieve kindzorg declareren op basis van de ‘Beleidsregel Verpleging en verzorging’.  In de regeling ‘Verpleging en verzorging’ maakte een specifieke declaratiebepaling het mogelijk om naast de zorg vallend onder de prestaties verpleging en verzorging, ook de kosten voor het verblijf en de pedagogische ondersteuning in rekening te brengen met de prestaties verpleging en verzorging. Voor deze jaren geldt dat de  ‘beleidsregel Verpleging en verzorging‘ van toepassing blijft op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in deze beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

 

Vanaf 2017 gelden voor deze zorg twee nieuwe prestaties, verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg en verblijf intensieve kindzorg. 

Artikelsgewijs

Artikel 1. Reikwijdte

De term intensieve kindzorg komt niet als zodanig voor in het Besluit zorgverzekering (Bzv). Het is geen aparte aanspraak, maar wordt door de NZa in de regelgeving gehanteerd in het kader van de bekostiging. Intensieve kindzorg is zorg zoals verpleegkundigen plegen te bieden (artikel 2.10 Bzv.), waarbij tevens wordt voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld onder lid 2 van artikel 2.10 Bzv. Dit betekent dat bij intensieve kindzorg zowel de verpleging als verzorging aan kinderen jonger dan 18 jaar onder de Zvw valt. Wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarden van lid 2 van artikel 2.10 Bzv, valt de verzorging aan kinderen jonger dan 18 jaar niet onder de Zvw en is er geen sprake van intensieve kindzorg.

 

Kinderen met een zorgbehoefte voor intensieve kindzorg vanwege complexe lichamelijke (somatische) aandoeningen of vanwege een lichamelijke beperking kunnen middels verschillende vormen de noodzakelijke zorg afnemen. De duur van de zorg en de locatie, is bepalend voor de prestatie die in rekening gebracht mag worden. Deze beleidsregel richt zich op intensieve kindzorg, die wordt geleverd in een dagopvang of een verblijfslocatie. Voor de intensieve kindzorg in eigen omgeving moet gebruik gemaakt worden van de Beleidsregel verpleging en verzorging. Ook voor kinderen die niet voldoen aan de voorwaarden voor intensieve kindzorg, maar wel een indicatie hebben voor verpleging en verzorging, moet gebruik gemaakt worden van de Beleidsregel verpleging en verzorging.

 

Artikel 2.12 Bzv regelt verblijf binnen de Zvw. Voorwaarde voor verblijf is de ‘medische noodzaak in verband met geneeskundige zorg’. Verblijf op een locatie waar intensieve kindzorg geleverd kan worden, kan geïndiceerd zijn als een ziekenhuisopname niet noodzakelijk is of wenselijk wordt geacht maar er thuis geen adequate zorg geleverd kan worden. Gedacht kan worden aan de situatie waarin ouders/verzorgers geleerd wordt om te gaan met een aandoening of overbelast dreigen te raken. De verblijfsprestatie intensieve kindzorg maakt de declaratie van intensieve kindzorg met verblijf mogelijk.

Voor het verpleegkundige dagopvang zijn naast de zorgkosten ook de locatiekosten onderdeel van het tarief behorende bij de prestatie voor de verpleegkundige dagopvang. Deze kunnen gedeclareerd worden met de prestatie van deze beleidsregel. Vanuit zorginhoudelijke en/of doelmatigheidsoverwegingen wordt de verpleging en verzorging in groepsverband op één locatie geleverd. Deze prestatie maakt dat mogelijk.

 

Ten tijde van de verpleegkundige dagopvang en ten tijde van het verblijf wordt zorg geleverd ‘zoals verpleegkundigen plegen te bieden’. De prestaties verpleegkundige dagopvang en verblijf van deze beleidsregel zijn geënt op zorglevering op specifieke locaties, die hiervoor ingericht moeten zijn. Daarmee is een duidelijk onderscheid te maken met een locatie, die te typeren is als een ‘thuissituatie’ of ‘eigen omgeving’.      


Signalering van de noodzaak voor pedagogische ondersteuning maakt onderdeel uit van de prestatie verblijfzorg. Een (kinder)verpleegkundige kan immers (dreigende) problemen in de ontwikkeling van het kind signaleren in verband met de aandoening van het kind of problemen in het systeem rond het kind die daarmee samenhangen. Pedagogische ondersteuning zelf valt echter niet binnen het professionele arsenaal van de (kinder)verpleegkundige; daarvoor zijn andere zorgverleners meer aangewezen. In het tarief van beide prestaties is rekening gehouden met de kosten voor ondersteuning die deze andere zorgverleners bieden. De pedagogische ondersteuning wordt geleverd in verband met de risico's voor de ontwikkeling van het kind door de ziekte en/of aandoening. Een kind dat intensieve kindzorg ontvangt is namelijk niet alleen patiënt, maar vooral of juist ook een kind, dat opgevoed wordt en waarbij pedagogische ondersteuning nodig is. Deze pedagogische ondersteuning is aanvullend op de ondersteuning en begeleiding bij zorg- en ziekteprocessen, dat valt onder ‘zorg zoals verpleegkundigen plegen te bieden’. 

 

Ziekenvervoer voor kinderen van en naar een verpleegkundig kinderdagverblijf valt buiten de reikwijdte van deze beleidsregel. Vanaf 2016 worden de kosten voor dit vervoer bekostigd vanuit de aanspraak zittend ziekenvervoer.

Naar boven