-
Op 7 november 2017 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag). Hierin is medegedeeld dat Unicum Huisartsen coöperatie Zuidoost Utrecht U.A. en Huisartsen Coöperatie Zeist U.A. voornemens zijn te fuseren in de zin van artikel 27, eerste lid, onder a, van de Mededingingswet (Mw) (hierna: het voornemen).
-
Op grond van artikel 49c, tweede lid, Wmg kan de NZa haar goedkeuring slechts onthouden indien:
a. cliënten, personeel en andere betrokkenen niet op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte moeten zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt;
b. het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen niet overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;
c. als gevolg van de concentratie de continuïteit van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, Wmg in gevaar komt;
d. het rapport als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, Wmg onvoldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van de beoogde concentratie aan de hand van de eisen, bedoeld in artikel 49b, tweede en derde lid Wmg.
-
Op grond van bovenstaande wettelijke criteria die de NZa bij de beoordeling van deze aanvraag moet hanteren, is in dit besluit nadrukkelijk geen oordeel gegeven over de verwachte effecten van de beoogde concentratie (behoudens het genoemde in punt 2, onder c).
Partijen
-
Unicum Huisartsenzorg coöperatie Zuidoost Utrecht U.A. (hierna: Unicum Huisartsenzorg coöperatie) is een coöperatie naar Nederlands recht. Unicum Huisartsenzorg coöperatie is via haar dochterondernemingen Unicum Huisartsenzorg Zuidoost Utrecht B.V. en Unicum Huisartsenzorg Zuidwest Utrecht B.V. actief op het gebied van multidisciplinaire eerstelijns ketenzorg in Bilthoven, Bunnik, Cothen, De Bilt, Doorn, Driebergen, Langbroek, Maarn, Odijk, Werkhoven, Leersum, Amerongen Elst, Maartensdijk en Westbroek.
-
Huisartsen Coöperatie Zeist U.A. (hierna: Huisartsen Coöperatie Zeist) is een coöperatie naar Nederlands recht. Huisartsen Coöperatie Zeist is via haar dochterondernemingen Geïntegreerde Eerstelijnszorg Zeist B.V. en Chronische Zorg Zeist B.V. actief op het gebied van multidisciplinaire eerstelijns ketenzorg in Zeist, Den Dolder, Driebergen en Langbroek.
-
Hierna worden Unicum Huisartsenzorg coöperatie en Huisartsen Coöperatie Zeist ook aangeduid als ‘partijen’.
Het voornemen
-
Het voornemen betreft een juridische fusie tussen partijen, waarbij Unicum Huisartsenzorg coöperatie de verkrijgende coöperatie is en Huisartsen Coöperatie Zeist de verdwijnende coöperatie is. Het voornemen is vastgelegd in de bij de aanvraag overgelegde akte van gewijzigde statuten alsmede een bij de aanvraag overgelegd, op 11 oktober 2017 door partijen ondertekend voorstel tot fusie.
Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets
-
Betrokken organisaties zijn Unicum Huisartsenzorg coöperatie en Huisartsen Coöperatie Zeist.
-
Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder a, Mw. De hierboven, onder punt 7, omschreven transactie leidt er namelijk toe dat Unicum Huisartsenzorg coöperatie en Huisartsen Coöperatie Zeist fuseren.
-
Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 4 van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.
Beoordeling
A. Betrokkenheid belanghebbenden
-
Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar konden worden gemaakt.
-
Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat het oordeel en de aanbevelingen van betrokkenen overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie.
-
Met betrekking tot de betrokkenheid van de cliënten van partijen bij de voorbereiding van de concentratie merkt de NZa het volgende op:
-
Op grond van artikel 49c, tweede lid, van de Wmg is de NZa gehouden om, voordat zij haar goedkeuring kan verlenen aan een voorgenomen concentratie, onder andere, te beoordelen of, kort gezegd, de cliënten en personeel op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de voorgenomen concentratie.
-
Blijkens de wetsgeschiedenis is daarbij aangesloten bij de in de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (hierna: Wmcz) en de Wet op de ondernemingsraden (hierna: WOR) verankerde advies- en instemmingsrechten van cliëntenraden respectievelijk ondernemingsraden bij voorgenomen concentraties.[1] Dit betekent dat de NZa, voordat zij haar goedkeuring kan verlenen aan een voorgenomen concentratie, beoordeelt of de cliëntenraden en de ondernemingsraden van de zorgaanbieders die de voorgenomen concentratie tot stand brengen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de voorgenomen concentratie.
-
Zorgaanbieders die een instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen (hierna: WTZi) in stand houden, zijn op grond van artikel 2, eerste lid van de Wmcz verplicht om een cliëntenraad in te stellen. Uit artikel 5, eerste lid, van de WTZi jo. artikel 1.2, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit WTZi blijkt dat aanbieders van huisartsenzorg instellingen zijn in de zin van de WTZi.
-
Uit de parlementaire geschiedenis bij de Wmcz blijkt echter ondubbelzinnig dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om de verplichting om een cliëntenraad in te stellen ook voor, onder andere, aanbieders van huisartsenzorg te laten gelden.[2]
-
Omdat partijen huisartsenzorg, dat onderdeel uitmaakt van multidisciplinaire ketenzorg, verlenen, is de NZa van oordeel dat de in randnummer 17 beschreven situatie tevens geldt voor partijen. Dat wil zeggen: kennelijk is door de wetgever niet beoogd dat op zorgaanbieders als partijen de plicht rust om een cliëntenraad in de zin van de Wmcz in te stellen en deze te betrekken bij de voorbereiding van de concentratie. Om die reden is de betrokkenheid van de cliënten bij de voorbereiding van de voorgenomen concentratie door de NZa niet beoordeeld.
B. Cruciale zorg
-
Uit de bij de aanvraag overgelegde gegevens blijkt dat door betrokken organisaties geen cruciale zorg wordt aangeboden in de zin van artikel 49c, tweede lid, onder c, Wmg.
C. Inzicht in de verwachte effecten van de concentratie
-
De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt voldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie, zoals opgesomd in artikel 49b, tweede lid, Wmg:
- de doelstellingen van de concentratie;
- de redenen voor concentratie;
- de structuur van de beoogde organisatie van de zorgaanbieder of zorgaanbieders;
- de financiële gevolgen van de concentratie voor de zorgaanbieder of zorgaanbieders;
- de gevolgen van de concentratie voor de zorgverlening aan de cliënt;
- de risico’s van de concentratie voor de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen;
- het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen over het voornemen tot concentratie en de wijze waarop zij dit kenbaar hebben kunnen maken, alsmede een onderbouwing voor de wijze waarop het oordeel of de aanbevelingen zijn meegewogen bij het voornemen tot concentratie;
- de wijze waarop en het tijdsbestek waarbinnen de concentratie zal worden gerealiseerd.
Conclusie
-
Na onderzoek van deze aanvraag concludeert de NZa dat:
a. betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt;
b. het oordeel en de aanbevelingen van betrokkenen overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;
c. als gevolg van de concentratie de continuïteit van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, van de Wmg niet in gevaar komt;
d. het rapport als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, Wmg voldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van de beoogde concentratie aan de hand van de eisen, bedoeld in artikel 49b, tweede en derde lid Wmg.
-
Gelet op het bovenstaande en gelet op de criteria genoemd onder punt 2, verleent de NZa goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.
drs. J.M. Landman
Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
t.a.v. unit Juridische Zaken
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.