Onderwerp: Bezoek-historie

Besluit concentratie Parnassia Groep B.V. – een onderdeel van Virenze Algemeen Beheer B.V. – een onderdeel van Virenze Riagg B.V.

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Aanvraag

  1. Op 21 december 2017 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag in de zin van artikel 49a, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) ontvangen voor de goedkeuring van een voorgenomen concentratie tussen Parnassia Groep B.V., Virenze Algemeen Beheer B.V. en . Hierin is medegedeeld dat Parnassia Groep B.V. voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen over een onderdeel van , in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet (Mw). Parnassia Groep B.V. en (de curator van) Virenze Algemeen Beheer B.V. en Virenze Riagg B.V. hebben bij deze aanvraag de NZa verzocht een ontheffing te verlenen in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wmg, van het verbod om een concentratie tot stand te brengen zonder daaraan voorafgaande goedkeuring van de NZa.

    Partijen

  2. Parnassia Groep B.V. (hierna: Parnassia) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Parnassia is (onder meer) actief op het gebied van specialistische klinische en niet-klinische geestelijke gezondheidszorg in de regio’s Haaglanden, Rotterdam-Rijnmond en Noord-Holland. Lucertis is een dochteronderneming van Parnassia die actief is op het gebied van kinder- en jeugdpsychiatrie in voornamelijk Noord- en Zuid-Holland.

  3. Virenze Algemeen Beheer B.V. (hierna: Virenze Algemeen Beheer) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Virenze Algemeen Beheer is actief op het gebied van niet-klinische geestelijke gezondheidszorg aan kinderen, jeugdigen, volwassenen en ouderen in de regio’s Limburg, Brabant, Gelderland, Overijssel en de Randstad.

  4. Virenze Riagg B.V. (hierna: Virenze Riagg) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Virenze is actief op het gebied van niet-klinische geestelijke gezondheidszorg aan kinderen, jeugdigen, volwassenen en ouderen in de regio’s Limburg, Brabant, Gelderland, Overijssel en de Randstad.

  5. Hierna worden Parnassia, Virenze Algemeen Beheer en Virenze Riagggezamenlijk aangeduid als ‘partijen’. Virenze Algemeen Beheer en Virenze Riagggezamenlijk aangeduid als ‘Virenze’.

    Het voornemen

  6. Het voornemen betreft de overname van de activiteiten op basis van de Jeugdwet en de niet-Limburgse activiteiten op basis van de Zorgverzekeringswet van Virenze door Parnassia. Na de concentratie worden deze activiteiten van Virenze voortgezet door Parnassia. Het voornemen is vastgelegd in een bij de aanvraag overgelegde, op 14 december 2017 ondertekende overeenkomst inzake gezamenlijke bieding Virene alsmede een op 21 december 2017 ondertekende koopovereenkomst.

    Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

  7. Het voornemen, als bedoeld onder randnummer 6, is een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, Mw. Na deze transactie verkrijgt Parnassia uitsluitende zeggenschap over een onderdeel van .

  8. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal bij partijen werkzame personen blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 4 van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.

    Argumenten partijen

  9. Partijen baseren het verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 49d, eerste lid, Wmg, op het feit dat de aan bij beschikking van de Rechtbank Limburg van 18 december 2017 is ingetrokken onder gelijktijdige faillietverklaring van beide vennootschappen. Zij betogen dat het doorlopen van de (reguliere) aanvraagprocedure onherstelbare schade zou toebrengen aan Virenze.

  10. Bij beschikking van 5 december 2017 is aan Virenze, die kampte met financiële problemen, voorlopig surseance van betaling verleend.[1] Op 18 december 2017 heeft de bewindvoerder van Virenze aangegeven dat er geen vooruitzicht bestaat op zodanig herstel dat Virenze na verloop van tijd haar schuldeisers zou kunnen bevredigen, op grond waarvan hij heeft verzocht de verleende surseance van betaling in te trekken en Virenze in staat van faillissement te verklaren.[2]

  11. Na het faillissement zijn de arbeidsovereenkomsten van de medewerkers van Virenze op 18 december 2017 opgezegd. De opzegtermijn loopt op 28 januari 2018 af. Het UWV heeft de salarisbetalingen op grond van de loongarantieregeling tot die datum overgenomen. De medewerkers zijn derhalve nog tot 29 januari 2018 in dienst bij Virenze en tot die datum worden zij door het UWV betaald.

  12. Gelet op de beoogde overname van de activiteiten van Virenze door Parnassia heeft de curator de rechter-commissaris om toestemming verzocht voor het sluiten van de koopovereenkomst en daarmee voor het totstandbrengen van de onderhavige concentratie per 1 januari 2018.

  13. Indien en voor zover op dat moment (1 januari 2018) de onderhavige concentratie niet tot stand zou zijn gebracht, mogen de bedrijfsactiviteiten van Virenze niet langer worden voortgezet zonder voorafgaande machtiging van de rechter-commissaris. Hierdoor komt de continuïteit van de zorg voor de cliënten van Virenze in gevaar.

  14. Voorts is sprake van onvoldoende boedelkrediet voor gestanddoening van de lopende contracten met Virenze. Ook om die reden dient de voorgenomen concentratie voor 1 januari 2018 tot stand te worden gebracht om de continuïteit van zorgverlening te waarborgen.

  15. Partijen hebben aangegeven dat de betrokken zorgverzekeraars en gemeenten neutraal tot positief tegenover de voorgenomen concentratie staan. Parnassia kan de Zvw-zorg binnen haar eigen budgetafspraken verlenen.

  16. In de aanvraag geven partijen aan dat de continuïteit van zorg van Virenze e doelstelling van de voorgenomen concentratie is. Daarnaast is volgens partijen met de concentratie de financiële stabiliteit en de werkgelegenheid voor (een deel van de) medewerkers van Virenze gegarandeerd.

    Beoordeling

  17. Artikel 49d, eerste lid, Wmg geeft de NZa de mogelijkheid om in spoedeisende gevallen op verzoek van degene die de aanvraag voor het verkrijgen van goedkeuring heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 49a, eerste lid, Wmg gestelde verbod, indien de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden. Hieronder zal achtereenvolgens worden beoordeeld of sprake is van een spoedeisend geval en of de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden.

    A. Spoedeisendheid

  18. Zoals genoemd onder randnummer 9, verkeert Virenze reeds in staat van faillissement.[3] De curator heeft de NZa schriftelijk bevestigd dat het UWV, in het kader van de loongarantieregeling, momenteel de lonen van de werknemers betaalt gedurende hun opzegtermijn. Vanaf 29 januari 2018 ontvangen de werknemers geen salaris meer. Vanaf 1 januari 2018 moeten de werkzaamheden worden gestaakt en kan de zorgverlening aan de cliënten van Virenze niet langer worden voortgezet.

  19. Wegens deze omstandigheden acht de NZa het aannemelijk dat de continuïteit van de zorgverlening aan de cliënten van Virenze gevaar loopt. Tevens acht de NZa het aannemelijk dat de zorgverlening aan de cliënten kan worden gecontinueerd indien de voorgenomen concentratie op korte termijn plaatsvindt.

  20. Gezien het voorgaande acht de NZa het aannemelijk dat er sprake is van een spoedeisend geval in de zin van artikel 49, eerste lid, Wmg.

    B. Redelijk vermoeden van goedkeuring

  21. Voor de verlening van een ontheffing in de zin van artikel 49d, eerste lid, Wmg is het tevens noodzakelijk dat de NZa een redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring niet zal onthouden. De NZa acht het aannemelijk dat zij haar goedkeuring voor de voorgenomen concentratie tussen partijen niet zal onthouden. Daartoe is het volgende redengevend:

    Raadpleging personeel, cliënten en andere betrokkenen

  22. Bij de in de vorige alinea genoemde beoordeling is, onder andere, van belang of het aannemelijk is dat de cliënten en het personeel van partijen en andere betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn en zullen worden betrokken bij de voorbereiding van de voorgenomen concentratie.

  23. Hieronder wordt achtereenvolgens beoordeeld of de NZa aannemelijk acht dat de cliënten en het personeel van partijen en andere betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn en zullen worden betrokken bij de voorbereiding van de voorgenomen concentratie.

    Cliënten

  24. De cliëntenraden van Lucertis (een dochteronderneming van Parnassia waar de over te nemen activiteiten worden gepositioneerd) en Virenze zijn door het bestuur van Parnassia respectievelijk (mondeling) geïnformeerd over de voorgenomen concentratie. De cliëntenraden van Lucertis en Virenze zijn in de gelegenheid gesteld vragen te stellen, opmerkingen te maken en een advies te geven over de voorgenomen concentratie. Vervolgens hebben de cliëntenraden van Lucertis en Virenze positief geadviseerd over de voorgenomen concentratie. Om die reden acht de NZa het aannemelijk dat de cliënten van Lucertis en Virenzeop een zorgvuldige wijze zijn en zullen worden betrokken bij de voorbereiding van de voorgenomen concentratie.

    Personeel

  25. De ondernemingsraden van van Lucertis (een dochteronderneming van Parnassia waar de over te nemen activiteiten worden gepositioneerd) en Virenze zijn door het bestuur van Parnassia respectievelijk (mondeling) geïnformeerd over de voorgenomen concentratie. De ondernemingsraden van Lucertis en Virenze zijn in de gelegenheid gesteld vragen te stellen, opmerkingen te maken en een advies te geven over de voorgenomen concentratie. De ondernemingsraad van Lucertis heeft afgezien van haar adviesrecht over de voorgenomen concentratie, waarbij het bestuur van Lucertis met de ondernemingsraad van Lucertis heeft afgesproken de ondernemingsraad van Lucertis te betrekken bij de implementatie van de concentratie en alle verdere ontwikkelingen die daar verband mee houden. De ondernemingsraad van Virenze heeft positief geadviseerd over de voorgenomen concentratie. Om die reden acht de NZa het aannemelijk dat het personeel van Lucertis en Virenzeop een zorgvuldige wijze is en zal worden betrokken bij de voorbereiding van de voorgenomen concentratie.

    Andere stakeholders

  26. Naast de cliënten en het personeel hebben partijen aangegeven dat zij met zorgverzekeraars CZ en VGZ en gemeenten in contact zijn geweest over de voorgenomen concentratie. Deze zorgverzekeraars en gemeenten staan neutraal tot positief tegenover de voorgenomen concentratie en partijen gaan er daarom vanuit dat de huidige afspraken met na de concentratie worden gecontinueerd dan wel dat de overname past binnen de huidige afspraken van Parnassia.

  27. Gezien het voorgaande acht de NZa het aannemelijk dat de cliënten en het personeel en andere betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn en zullen worden geraadpleegd. Daarnaast acht de NZa het aannemelijk dat hun oordelen en aanbevelingen op een overtuigende en beargumenteerde wijze in de besluitvorming zijn en zullen worden betrokken door partijen.

    Cruciale zorg

  28. Parnassia levert crisopvang geestelijke gezondheidszorg. Uit de bij de aanvraag overgelegde gegevens blijkt dat, als gevolg van de voorgenomen concentratie, geen veranderingen zullen plaatsvinden in de organisatie en verlening van deze vorm van zorg.

  29. Parnassia levert zorg op bassis van de Wet langdurige zorg (Wlz-zorg). Wlz-zrog is een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vorm van cruciale zorg, als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, Wmg. Uit de bij de aanvraag overlegde gegevens blijkt dat door de concentratie geen veranderingen zullen optreden in de Wlz-zorg.

    Voorwaarden en voorschriften

  30. Gezien de spoedeisendheid van de besluitvorming omtrent het ontheffingsverzoek heeft de NZa geen diepgaand onderzoek kunnen doen naar de voorgenomen concentratie. In dit soort situaties kan de NZa op grond van artikel 49d, tweede lid, Wmg binnen vier weken na het verlenen van de ontheffing voorwaarden of voorschriften verbinden aan de ontheffing. De NZa zal na het verlenen van de ontheffing nader onderzoek doen naar de voorgenomen concentratie. Indien de NZa, op basis van het te verrichten onderzoek, het stellen van voorwaarden en voorschriften noodzakelijk acht, zal de NZa binnen de genoemde termijn voorwaarden of voorschriften verbinden aan de ontheffing.

    Conclusie

  31. Gelet op het bovenstaande concludeert de NZa dat er in de onderhavige zaak sprake is van een spoedeisend geval als bedoeld in artikel 49d, eerste lid, Wmg, waarbij zij het redelijk vermoeden heeft dat zij haar goedkeuring aan de concentratie niet zal onthouden. Het verzoek om ontheffing zal derhalve worden toegewezen, met dien verstande dat de NZa binnen vier weken na de verlening van de ontheffing voorwaarden of voorschriften aan deze ontheffing kan verbinden.

 

Datum: 29 december 2017

 

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

 

 

 

drs. R.J.P. Jansen
lid Raad van Bestuur

 

 

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

 

Adres:    Nederlandse Zorgautoriteit

   t.a.v. unit Juridische Zaken

   Postbus 3017

   3502 GA  UTRECHT

(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)

Fax:        030 – 296 82 96

 

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;

  • de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

 

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

 

 

 


[1] Insolventienummers S.03/17/20 en S.03/17/21, te raadplegen via insolventies.rechtspraak.nl.

[2] Insolventienummers F.03/17/374 en F.03/17/375, te raadplegen via insolventies.rechtspraak.nl.

[3] Insolventienummers F.03/17/374 en F.03/17/375, te raadplegen via insolventies.rechtspraak.nl.

Naar boven