Onderwerp: Bezoek-historie

Fusiebesluit GGZ NHN – Triversum
Geldigheid:16-11-2017 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in artikel 49c van de Wet marktordening gezondheidszorg.

 

 

Betreft: Stichting GGZ Noord-Holland-Noord – Stichting Triversum, Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie  

Aanvraag tot goedkeuring van een concentratie

1. Op 24 juli 2017 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanvraag ontvangen in de zin van artikel 49a van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) voor het verkrijgen van goedkeuring van een voorgenomen concentratie (hierna: de aanvraag). Hierin is medegedeeld dat Stichting GGZ Noord-Holland-Noord en Stichting Triversum, Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie voornemens zijn te fuseren in de zin van artikel 27, eerste lid, onder a, van de Mededingingswet (Mw) (hierna: het voornemen).

 

2. Op grond van artikel 49c, tweede lid, Wmg kan de NZa haar goedkeuring slechts onthouden indien:

  • a. cliënten, personeel en andere betrokkenen niet op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte moeten zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt;
  • b. het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen niet overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;
  • c. als gevolg van de concentratie de continuïteit van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, Wmg in gevaar komt;
  • d. het rapport als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, Wmg onvoldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van de beoogde concentratie aan de hand van de eisen, bedoeld in artikel 49b, tweede en derde lid Wmg.

 

3. Op grond van bovenstaande wettelijke criteria die de NZa bij de beoordeling van deze aanvraag moet hanteren, is in dit besluit nadrukkelijk geen oordeel gegeven over de verwachte effecten van de beoogde concentratie (behoudens het genoemde in punt 2, onder c).

Partijen

4. Stichting GGZ Noord-Holland-Noord (hierna: GGZ NHN) is een stichting naar Nederlands recht. GGZ NHN is actief op het gebied van specialistische ggz in de provincie Noord-Holland.

 

5. Stichting Triversum, Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie (hierna: Triversum) is een stichting naar Nederlands recht. Triversum is actief op het gebied van specialistische ggz in de provincie Noord-Holland.

 

6. Hierna worden GGZ NHN en Triversum ook aangeduid als ‘partijen’.

Het voornemen

7. Het voornemen betreft een juridische fusie tussen GGZ NHN en Triversum, waarbij GGZ NHN de verkrijgende en Triversum de verdwijnende stichting is. Het voornemen is vastgelegd in een bij de aanvraag overgelegde, door partijen op 22 december 2016 ondertekende, intentieverklaring alsmede een door partijen op 20 juli 2017 ondertekend fusieprotocol.

Toepasselijkheid van de zorgspecifieke concentratietoets

8. Betrokken organisaties zijn GGZ NHN en Triversum.

 

9. Het voornemen leidt tot het tot stand brengen van een concentratie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder a, Mw. De hierboven, onder punt 7, omschreven transactie leidt er namelijk toe dat GGZ NHN en Triversum fuseren.

 

10. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens over het aantal personen dat werkzaam is binnen de betrokken organisaties blijkt dat de voorgenomen concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 4 van de Wmg geregelde zorgspecifieke concentratietoezicht valt.

Beoordeling

A. Betrokkenheid belanghebbenden

11. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat cliënten, personeel en andere betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar konden worden gemaakt.

 

12. Uit de bij de aanvraag ter beschikking gestelde gegevens blijkt dat het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie.

 

B. Cruciale zorg

13. Betrokken organisaties leveren crisisopvang ggz. Uit de bij de aanvraag overgelegde gegevens blijkt dat, als gevolg van de voorgenomen concentratie, geen veranderingen zullen plaatsvinden in de organisatie en verlening van deze vorm van zorg.

 

14. GGZ NHN levert zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz-zorg). Wlz-zorg is een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vorm van cruciale zorg, als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, Wmg. Uit de bij de aanvraag overgelegde gegevens blijkt dat door de concentratie geen veranderingen zullen optreden in de Wlz-zorg.

 

C. Inzicht in de verwachte effecten van de concentratie

15. De bij de aanvraag ter beschikking gestelde effectrapportage biedt voldoende inzicht in de verwachte effecten van de beoogde concentratie, zoals opgesomd in artikel 49b, tweede lid, Wmg:

  • de doelstellingen van de concentratie;
  • de redenen voor concentratie;
  • de structuur van de beoogde organisatie van de zorgaanbieder of zorgaanbieders;
  • de financiële gevolgen van de concentratie voor de zorgaanbieder of zorgaanbieders;
  • de gevolgen van de concentratie voor de zorgverlening aan de cliënt;
  • de risico’s van de concentratie voor de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg en de wijze waarop deze risico’s worden ondervangen;
  • het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen over het voornemen tot concentratie en de wijze waarop zij dit kenbaar hebben kunnen maken, alsmede een onderbouwing voor de wijze waarop het oordeel of de aanbevelingen zijn meegewogen bij het voornemen tot concentratie;
  • de wijze waarop en het tijdsbestek waarbinnen de concentratie zal worden gerealiseerd. 

Conclusie

16. Na onderzoek van deze aanvraag concludeert de NZa dat:

  • a. cliënten, personeel en andere betrokkenen op een zorgvuldige wijze zijn betrokken bij de voorbereiding van de concentratie, waarbij zij in ieder geval tijdig en op begrijpelijke wijze op de hoogte zijn gebracht van de inhoud van de concentratieplannen en de manier waarop oordelen of aanbevelingen hierover kenbaar kunnen worden gemaakt;
  • b. het oordeel en de aanbevelingen van cliënten, personeel en andere betrokkenen overtuigend en beargumenteerd zijn meegewogen in de besluitvorming tot concentratie;
  • c. als gevolg van de concentratie de continuïteit van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen vormen van zorg als bedoeld in artikel 56a, eerste lid, van de Wmg niet in gevaar komt;
  • d. het rapport als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, Wmg voldoende inzicht biedt in de verwachte effecten van de beoogde concentratie aan de hand van de eisen, bedoeld in artikel 49b, tweede en derde lid Wmg.

 

17. Gelet op het bovenstaande en gelet op de criteria genoemd onder punt 2, verleent de NZa goedkeuring aan het tot stand brengen van de concentratie waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

 

Datum: 16 november 2017

 

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

 

drs. I.W. Komrij RA
plv. directeur Toezicht en Handhaving /

unitmanager Toezicht Zorgverzekeraars

 

 

 

 

 

 

 

Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: per post of per fax. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.

 

Adres:    Nederlandse Zorgautoriteit

              t.a.v. unit Juridische Zaken

              Postbus 3017

             3502 GA  UTRECHT

             (In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)

              Fax:        030 – 296 82 96

 

Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:

  • naam en adres van de indiener;
  • de dagtekening;
  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
  • de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.

 

Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.

Naar boven