Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
REGELING NR/REG-1741
Vastgesteld op 30 mei 2017
Gelet op de artikelen 61, 62 en 68, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van informatie die benodigd is om de beschikbaarheidbijdrage academische zorg (bbaz) te kunnen vaststellen.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Patiënten die topreferente zorg ontvangen.
Het uitvoeren van topreferente zorg en innovatieve zorg, en de ontwikkeling van nieuwe vormen van diagnostiek en behandeling. De omschrijving van academische zorg is opgenomen in onderdeel B van de bijlage bij het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG (Stb. 2012, 396).
Een bijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wmg.
Een beschikbaarheidbijdrage zoals bedoeld in de beleidsregel ‘Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve’.
Digitale databank zoals omschreven in de nadere regel ‘Regeling verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg (MDS)’.
De ontvangers van de bbaz zoals opgenomen in artikel 5.3 van de beleidsregel ‘Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve’.
Topreferente zorg is zeer specialistische patiëntenzorg die: - gepaard gaat met bijzondere diagnostiek en behandeling waarvoor geen doorverwijzing meer mogelijk is; - vereist een infrastructuur waarbinnen vele disciplines op het hoogste deskundigheidsniveau samenwerken; - is gekoppeld aan fundamenteel patiëntgericht onderzoek.
Ontwikkeling en Innovatie hebben betrekking op het bedenken, uitproberen, systematisch uittesten en verspreiden van nieuwe behandelingen en vormen van diagnostiek. Het betreft uitsluitend die vormen van ontwikkeling en innovatie die steunen op fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.
Patiëntgebonden labels zijn negen verschillende labels. Per label zijn variabelen bepaald die van toepassing kunnen zijn op een patiënt; valt een patiënt onder een van deze labels, dan is sprake van een academische patiënt. Dit zijn patiënten die topreferente zorg krijgen. De verdeling van academische patiënten over de ontvangers van de bbaz bepaalt vanaf 2020 de verdeling van het variabele deel van de bbaz over de ontvangers. Zie de toelichting bij deze regeling voor een omschrijving van de negen patiëntgebonden labels.
Het variabele deel van de bbaz is het deel van de beschikbaarheidbijdrage dat de kosten van de behandelde academische patiënten dekt. Voor de verantwoording van het variabele deel is daarmee het aantal academische patiënten dat door de ontvangers behandeld werden in voorgaande jaren bepalend.
Het vaste deel van de bbaz is het deel van de beschikbaarheidbijdrage dat de kosten dekt voor het in stand houden van de kennis en infrastructuur voor het continue kunnen leveren van academische zorg.
Deze regeling heeft als doel op transparante wijze vast te leggen welke gegevens de ontvangers van de beschikbaarheidbijdrage academische zorg (bbaz) verstrekken aan de NZa en hoe zij deze gegevens aan de NZa verstrekken. Deze informatie gebruikt de NZa om vast te stellen wat de bbaz volgens de beoogde, maar nog niet in werking getreden en nader te ontwikkelen, systematiek zou zijn.
De regeling legt vast op welke wijze ontvangers van de bbaz zich dienen te verantwoorden over het jaar 2017.
De verantwoording over het jaar 2017 heeft geen invloed op het bedrag dat de NZa verleent en vaststelt. Dit gebeurt conform de procedures die zijn vastgelegd in de beleidsregel ‘Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve’.
Deze regeling is van toepassing op de ontvangers van de beschikbaarheidbijdrage academische zorg.
De procedure voor het verantwoordingsjaar 2017 is als volgt:
1. Uiterlijk 1 mei 2018: de NZa levert over de jaren 2012 tot en met 2016 aan de ontvangers de volgende gegevens:
a. Per jaar, per label het aantal academische patiënten dat door hun instelling behandeld is.b. Per jaar de vullingsgraad van de data op basis waarvan het aantal academische patiënten bepaald is. c. Per jaar, per label hoe de procentuele verdeling van academische patiënten over de labels bij de ontvanger scoort ten opzichte van:
d. Per jaar de onderliggende gebruikte data en de bijbehorende specificaties,
2. Uiterlijk 1 september 2018: de ontvanger levert de informatie terug aan de NZa zoals uitgewerkt in artikel 4.2.1, lid 3 en artikel 4.2.2, lid 1.
3. Uiterlijk 1 oktober 2018: de NZa stelt de bbaz 2017 formeel vast conform de beleidsregel ‘beschikbaarheidbijdrage ambtshalve’.
De jaarlijkse verantwoording vindt plaats aan de hand van de volgende twee onderdelen:
4.2.1 Verantwoording patiëntgebonden labels: De nieuwe systematiek voor de verantwoording van de labels bestaat uit de volgende stappen:
4.2.2 Verantwoording ontwikkeling en innovatie De verantwoording van ontwikkeling en innovatie (O&I) ziet er als volgt uit:
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet marktordening gezondheidszorg wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling verantwoording bbaz 2017 nieuwe systematiek.
De Nederlandse Zorgautoriteit,
dr. M.J. Kaljouwvoorzitter Raad van Bestuur
Huidige versie: 1