Onderwerp: Bezoek-historie

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg - NR/REG-1723
Publicatiedatum:01-07-2016Geldigheid:01-01-2017 t/m 31-12-2017Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Regeling NR/REG-1723

Vastgesteld op 28 juni 2016

 

Ingevolge artikel 35, 36, 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg. 

1. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die intensieve kindzorg leveren als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) en waarbij deze zorg wordt geleverd door een rechtspersoonlijkheid bezittend organisatorisch verband ten behoeve van verpleegkundige dagopvang of verblijfszorg.

2. Doel van de regeling

Het doel van deze regeling is om voorschriften te stellen voor verpleegkundige dagopvang of verblijfszorg bij kinderen met een intensieve zorgvraag over:

  • registratie;
  • administratie;
  • declaratiewijze.

3. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

3.1 Intensieve kindzorg

Intensieve kindzorg is zorg aan kinderen waarbij sprake is van behoefte aan zorg zoals verpleegkundigen plegen te bieden in verband met geneeskundige zorg of een hoog risico daarop. Tevens is bij deze kinderen sprake van een behoefte aan permanent toezicht of 24-uurs zorg in de nabijheid in combinatie met verpleegkundig technische handelingen.

 

3.2 Verblijfsdag

Een verblijfsdag is een kalenderdag, die deel uitmaakt van een periode van opname voor verblijf bij intensieve kindzorg. Een opname omvat minimaal één overnachting. De verblijfsdag mag alleen gedeclareerd worden als de patiënt voor 20:00 uur is opgenomen en ’s nachts in de instelling verblijft. De dag van opname en de daarop volgende nacht gelden als één verblijfsdag. De dag van ontslag – waarop de patiënt dus niet ‘s nachts verblijft – geldt niet als een te declareren verblijfsdag.

 

3.3 Audit-trail

Zodanige vastlegging van gegevens dat het spoor van basisgegeven naar eindgegeven en omgekeerd achteraf door een externe accountant of, afhankelijk van de aard van de gegevens door de NZa en de ziektekostenverzekeraar, kan worden gevolgd en gecontroleerd.

 

3.4 Declaratie

Het in rekening brengen van de verrichte prestatie(s) door de zorgaanbieder aan de patiënt of de ziektekostenverzekeraar.

 

3.5 Onderlinge dienstverlening

De levering van een (deel)prestatie of van een geheel van prestaties op het gebied van de zorg als bedoeld in artikel 1 Wmg door een zorgaanbieder in opdracht van een andere zorgaanbieder op het gebied van intensieve kindzorg. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.

 

3.6 Tarief

De prijs voor een prestatie, een deel van een prestatie of geheel van prestaties van een zorgaanbieder (artikel 1, onder k, Wmg).

 

3.7 Zorgaanbieder

De natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

 

3.8 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code)

Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

4. Registratievoorschriften

4.1 De registratie van de prestaties en tarieven in de administratie van de zorgaanbieder is volledig, juist en actueel.

 

4.2 Bij verblijf wordt het tijdstip en de datum van aankomst en de datum van vertrek geregistreerd.

 

4.3 Bij dagopvang wordt het tijdstip van aankomst en vertrek en de betreffende datum geregistreerd.

5. Administratievoorschriften

De administratieve organisatie is zodanig ingericht dat een audit-trail mogelijk is. De ziektekostenverzekeraar en de NZa moeten te allen tijde de mogelijkheid hebben om vastlegging van de uitgevoerde behandeltrajecten op volledigheid, juistheid en actualiteit te controleren.

6. Declaratievoorschriften

6.1 De prestaties als bedoeld in de ‘Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg’ worden niet eerder in rekening gebracht dan nadat de zorg geleverd is.

 

6.2 Bij iedere declaratie moet een AGB-code vermeld worden.

 

6.3 De declaratie van de prestaties vindt plaats op patiëntniveau. Dat houdt in dat de declaratie bestaat uit een overzicht van het per patiënt geleverde aantal prestaties, het daarbij gehanteerde tarief en het totaalbedrag per prestatie per declaratieperiode. Op de declaratie wordt vermeld welke prestatie op welke dag (datum) geleverd is.

 

6.4 Indien sprake is van onderlinge dienstverlening mag de zorgaanbieder die de (deel)prestatie levert deze uitsluitend in rekening brengen aan de opdrachtgevende zorgaanbieder.

De opdrachtgevende zorgaanbieder declareert de prestatie (vermeld onder artikel 4.1 en 4.2 van de ‘Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg’) bij de patiënt of diens ziektekostenverzekeraar. 

7. Verplichting

De verplichtingen als genoemd in deze regeling zijn van toepassing op het moment dat sprake is van levering van de prestaties, genoemd in de ‘Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg’.

8. Verantwoordelijkheid

8.1 De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de goede opvolging van de in deze regeling genoemde bepalingen.

 

8.2 Indien een zorgaanbieder in loondienst is, draagt de werkgever zorg voor uitvoering van de in deze regeling genoemde bepalingen.

 

8.3 Indien een zorgaanbieder in een personenvennootschap werkzaam is en niet zelf de tarieven bepaalt of in rekening brengt, draagt de personenvennootschap zorg voor de uitvoering van de in deze regeling genoemde bepalingen. De rechtspersoon die de declaratie indient is verantwoordelijk.

 

8.4 Bij onderlinge dienstverlening draagt de opdrachtgevende zorgaanbieder zorg voor de uitvoering van de in deze regeling genoemde bepalingen. 

9. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) zal deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst.

 

De regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg’.

 

 

Nederlandse Zorgautoriteit,

 

dr. M.J. Kaljouw

voorzitter Raad van Bestuur

TOELICHTING

Algemeen

In 2015 en 2016 konden aanbieders van verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg declareren op basis van de ‘nadere regel Verpleging en verzorging ‘. Een specifieke declaratiebepaling maakte het mogelijk om naast de zorg vallend onder de prestaties verpleging en verzorging, ook de kosten voor het verblijf en de pedagogische ondersteuning in rekening te brengen met de prestaties verpleging en verzorging. Voor deze jaren geldt dat de  ‘nadere regel Verpleging en verzorging‘ van toepassing blijft op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in deze nadere regel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die nadere regel gold.   

 

Vanaf 2017 gelden voor deze zorg twee nieuwe prestaties, verpleegkundige dagopvang intensieve kindzorg en verblijfszorg intensieve kindzorg.

 

Artikelsgewijs

Artikel 1 Reikwijdte

De door de zorgaanbieders geleverde zorg waar deze regeling op toe ziet, betreft alleen de zorg die onder de aanspraak van de Zvw valt.

 

De term intensieve kindzorg komt niet als zodanig voor in het Besluit zorgverzekering (Bzv). Het is geen aparte aanspraak, maar wordt door de NZa in de regelgeving gehanteerd in de het kader van de bekostiging. Intensieve kindzorg is zorg zoals verpleegkundigen plegen te bieden (artikel 2.10 Bzv.), waarbij tevens wordt voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld onder lid 2 van artikel 2.10 Bzv. Dit betekent dat bij intensieve kindzorg zowel de verpleging als verzorging aan kinderen jonger dan 18 jaar onder de Zvw valt. Wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaarden van lid 2 van artikel 2.10 Bzv, valt de verzorging aan kinderen jonger dan 18 jaar niet onder de Zvw en is er geen sprake van intensieve kindzorg.

 

De ‘Regeling Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg’ is ook van toepassing wanneer een natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg verpleegkundige dagopvang of verblijf bij intensieve kindzorg levert in het kader van een persoonsgebonden budget.

 

Artikel 6. Declaratievoorschriften

Bij iedere declaratie moet een AGB-code vermeld worden. AGB-codes worden op verschillende niveaus afgegeven. Zo zijn er AGB-codes voor zorginstellingen, maar bijvoorbeeld ook voor individuele zorgaanbieders. Voor de declaratie gaat het om de AGB-code op het hoogste aggregatieniveau. Ofwel, de AGB-code van de zorgaanbieder, zijnde een individu of een organisatie, die de prestaties voor verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg (niet zijnde onderlinge dienstverlening) declareert.

 

Op de declaratie wordt vermeld welke prestatie op welke dag (datum) geleverd is. Voor de prestatie verblijf intensieve kindzorg is dit de datum van opname en de daaropvolgende verblijfsdagen. Voor de tijd dat een kind met een zorgbehoefte voor intensieve kindzorg verblijft in een verpleegkundige dagopvang of een verpleegkundig kinderzorghuis, kan de zorgaanbieder geen prestaties voor verpleging en verzorging in rekening brengen. 

Naar boven