§
1
Benodigde certificaten
Artikel
4
Internationaal certificaat van uitwatering
Voor schepen met een lengte van 24 meter of meer waarmee internationale reizen worden ondernomen, is een internationaal certificaat van uitwatering als bedoeld in artikel 16 van het Uitwateringsverdrag benodigd.
relaties0relaties0
Artikel
5
Internationale veiligheidscertificaten (SOLAS)
1. Voor schepen waarmee internationale reizen worden ondernomen, zijn de volgende in voorschrift I/12 van het SOLAS-verdrag genoemde internationale veiligheidscertificaten benodigd:
a.voor passagiersschepen: het veiligheidscertificaat voor passagiersschepen;
relaties0
b.voor vrachtschepen van 500 GT of meer: het veiligheidscertificaat voor vrachtschepen;
relaties0
c.voor vrachtschepen van 300 GT of meer, doch minder dan 500 GT: het radioveiligheidscertificaat voor vrachtschepen.
relaties0
relaties0 2. Het eerste lid is niet van toepassing op zeilschepen van minder dan 500 GT, gebruikt voor het vervoer van ten hoogste 36 passagiers, en schepen die niet van middelen tot werktuiglijke voortstuwing zijn voorzien.
relaties0 3. Voor schepen waarop voorschrift II-2/19 van het SOLAS-verdrag van toepassing is, is tevens het in dat voorschrift bedoelde conformiteitsdocument voor het vervoer van gevaarlijke stoffen benodigd.
relaties0
relaties0
Artikel
6
Nationaal veiligheidscertificaat
1. Voor een schip waarvoor geen internationaal veiligheidscertificaat als bedoeld in
artikel 5, eerste lid, onderdeel a of b, benodigd is, is een bij regeling van Onze Minister vast te stellen nationaal veiligheidscertificaat benodigd.
relaties0 2. Het eerste lid is niet van toepassing op vrachtschepen met een lengte van minder dan 12 meter.
relaties0 3. In afwijking van het tweede lid kan voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bij ministeriële regeling worden bepaald dat een nationaal veiligheidscertificaat benodigd is voor daarbij aangewezen categorieën vrachtschepen met een lengte van minder dan 12 meter.
relaties0
relaties0
Artikel
7
Veiligheidscertificaten voor hogesnelheidsschepen (SOLAS)
1. Voor een hogesnelheidsschip als bedoeld in voorschrift X/1 van het SOLAS-verdrag ten aanzien waarvan op grond van
artikel 16, eerste lid, is gekozen voor toepassing van de HSC-Code 1994 of de HSC-Code 2000, is het bij de desbetreffende Code behorende veiligheidscertificaat voor hogesnelheidsschepen benodigd, alsmede de in die Code voorgeschreven exploitatievergunning.
relaties0 2. Het in het eerste lid bedoelde veiligheidscertificaat en de in dat lid bedoelde vergunning treden in de plaats van het ingevolge
artikel 5 of
6 benodigde veiligheidscertificaat.
relaties0
relaties0
Artikel
8
Certificaten voor schepen met bijzondere lading (SOLAS, IMO)
1. Voor schepen waarmee internationale reizen worden ondernomen, zijn in aanvulling op de overigens bij of krachtens dit besluit vereiste certificaten tevens de volgende bijzondere certificaten benodigd:
a.voor schepen die gestort graan als bedoeld in voorschrift VI/8 van het SOLAS-verdrag vervoeren: het document van machtiging, behorende bij de Graancode;
relaties0
b.voor chemicaliëntankschepen als bedoeld in voorschrift VII/8 van het SOLAS-verdrag, gebouwd op of na 1 juli 1986: het internationaal certificaat van geschiktheid voor het vervoer van gevaarlijke chemicaliën in bulk, behorende bij de IBC-Code;
relaties0
c.voor chemicaliëntankschepen als bedoeld in de BCH-Code, gebouwd voor 1 juli 1986: het certificaat van geschiktheid voor het vervoer van gevaarlijke chemicaliën in bulk, behorende bij de BCH-Code;
relaties0
d.voor gastankschepen als bedoeld in voorschrift VII/11 van het SOLAS-verdrag, gebouwd op of na 1 juli 1986: het internationaal certificaat van geschiktheid voor het vervoer van vloeibaar gemaakte gassen in bulk, behorende bij de IGC-Code;
relaties0
e.voor gastankschepen als bedoeld in de GC-Code, gebouwd voor 1 juli 1986: het certificaat van geschiktheid voor het vervoer van vloeibaar gemaakte gassen in bulk, behorende bij de GC-Code;
relaties0
f.voor schepen, gebruikt voor het vervoer in verpakte vorm van bestraalde splijtstoffen, plutonium of hoog-radioactief afval als bedoeld in voorschrift VII/14 van het SOLAS-verdrag: het conformiteitsdocument, behorende bij de INF-Code.
relaties0
relaties0 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op schepen waarmee nationale reizen worden ondernomen.
relaties0
relaties0
Artikel
9
Veiligheidsmanagement- en scheepsbeveiligingscertificaat (SOLAS)
1. Voor een schip waarvoor een veiligheidscertificaat voor passagiersschepen, een veiligheidscertificaat voor vrachtschepen of, indien het een schip betreft waarmee internationale reizen worden ondernomen, een veiligheidscertificaat voor hogesnelheidsschepen benodigd is, zijn tevens de volgende certificaten benodigd:
a.het veiligheidsmanagementcertificaat, behorende bij de ISM-Code;
relaties0
b.het internationaal scheepsbeveiligingscertificaat, behorende bij de ISPS-Code.
relaties0
relaties0 2. Voor de exploitatie van een schip als bedoeld in het eerste lid is een op het desbetreffende type schip betrekking hebbend conformiteitsdocument, behorend bij de ISM-Code, benodigd. Van dit document is aan boord van het schip een afschrift aanwezig.
relaties0
relaties0
Artikel
9a
Certificaat voor poolschepen (SOLAS)
Voor een schip dat in polaire wateren vaart en waarvoor een internationaal veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen a en b, is afgegeven, is tevens een certificaat voor poolschepen benodigd als bedoeld in voorschrift 1.3.1 van de Polar-Code.
relaties0relaties0
Artikel
10
Bij certificaten behorende uitrustingsrapporten, aanhangsels e.d.
De in de artikelen 4 tot en met 8 en 9a bedoelde certificaten gaan vergezeld van de bij die certificaten behorende uitrustingsrapporten en aanhangsels, alsmede van de in de desbetreffende verdragen of Codes voorgeschreven stabiliteitsgegevens of andere gegevens met betrekking tot schip of lading.
relaties0relaties0
Artikel
11
Certificaat van vrijstelling (SOLAS, Uitwateringsverdrag)
1. Een internationaal certificaat van uitwatering dat is afgegeven met inachtneming van een op grond van
artikel 5 van de Schepenwet verleende vrijstelling of ontheffing, gaat vergezeld van een internationaal certificaat van vrijstelling betreffende de uitwatering als bedoeld in artikel 16 van het Uitwateringsverdrag.
relaties0 2. Certificaten als bedoeld in
artikel 5 die zijn afgegeven met inachtneming van een op grond van
artikel 5 van de Schepenwet verleende vrijstelling of ontheffing, gaan vergezeld van een certificaat van vrijstelling als bedoeld in voorschrift I/12 van het SOLAS-verdrag.
relaties0
relaties0
Artikel
12
Overige certificaten
1. Bij regeling van Onze Minister kan worden bepaald dat voor schepen met bijzondere eigenschappen of bestemd voor bijzondere doeleinden of vaargebieden, een bijzonder certificaat benodigd is. In de regeling kan worden bepaald dat dit certificaat in de plaats treedt van het nationaal veiligheidscertificaat.
relaties0 2. Bij regeling van Onze Minister kunnen aanvullende regels worden gesteld met betrekking tot de voor het vervoer van lading of de bedrijfsvoering over schepen benodigde certificaten.
relaties0
relaties0 relaties0
§
2
Onderzoeken
Artikel
13
Onderzoeken op grond van het Uitwateringsverdrag
Een schip waarvoor een internationaal certificaat van uitwatering benodigd is, wordt ter verkrijging van dat certificaat en tijdens de geldigheidsduur daarvan onderworpen aan de in artikel 14, eerste lid, van het Uitwateringsverdrag voorgeschreven onderzoeken.
relaties0relaties0
Artikel
14
Onderzoeken i.v.m. internationale veiligheidscertificaten (SOLAS)
1. Een schip waarvoor een veiligheidscertificaat voor passagiersschepen benodigd is, wordt ter verkrijging van dat certificaat en tijdens de geldigheidsduur daarvan onderworpen aan de in voorschrift I/7 van het SOLAS-verdrag voorgeschreven onderzoeken.
relaties0 2. Een schip waarvoor een veiligheidscertificaat voor vrachtschepen benodigd is, wordt ter verkrijging van dat certificaat en tijdens de geldigheidsduur daarvan onderworpen aan de in de voorschriften I/8 tot en met I/10 van het SOLAS-verdrag voorgeschreven onderzoeken.
relaties0 3. Een schip waarvoor een radioveiligheidscertificaat voor vrachtschepen benodigd is, wordt ter verkrijging van dat certificaat en tijdens de geldigheidsduur daarvan onderworpen aan de in voorschrift I/9 van het SOLAS-verdrag voorgeschreven onderzoeken.
relaties0 4. Bulkcarriers en olietankschepen als bedoeld in voorschrift IX/1, onderscheidenlijk voorschrift II-1/2, van het SOLAS-verdrag worden bij de onderzoeken, bedoeld in het tweede lid, tevens onderworpen aan het uitgebreid inspectieprogramma, bedoeld in voorschrift XI-1/2 van dat verdrag.
relaties0
relaties0
Artikel
15
Onderzoeken in verband met nationaal veiligheidscertificaat
1. De voorschriften I/8 tot en met I/10 van het SOLAS-verdrag zijn, met uitzondering van de bepalingen betreffende jaarlijkse onderzoeken, van overeenkomstige toepassing op schepen waarvoor een nationaal veiligheidscertificaat benodigd is, met uitzondering van vrachtschepen met een lengte van minder dan 24 meter.
relaties0 2. De onderzoeken waaraan een vrachtschip in verband met het nationaal veiligheidscertificaat wordt onderworpen, hebben, indien voor het schip tevens een radioveiligheidscertificaat benodigd is, geen betrekking op de eisen betreffende de radio-uitrusting van het schip.
relaties0 3. Schepen als bedoeld in het eerste lid waarmee nationale reizen worden ondernomen, worden tevens onderworpen aan onderzoeken betreffende hun uitwatering. Artikel 14, eerste lid, van het Uitwateringsverdrag is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de bepalingen betreffende jaarlijkse onderzoeken.
relaties0 4. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot de onderzoeken waaraan vrachtschepen met een lengte van minder dan 24 meter in verband met het nationaal veiligheidscertificaat worden onderworpen.
relaties0
relaties0
Artikel
16
Onderzoeken van hogesnelheidsschepen (SOLAS)
1. De eigenaar van een hogesnelheidsschip als bedoeld in voorschrift X/1 van het SOLAS-verdrag kan er voor kiezen om dat schip te laten onderzoeken en certificeren met inachtneming van:
a.voor een schip, gebouwd voor 1 juli 2002: de HSC-Code 1994;
relaties0
b.voor een schip, gebouwd op of na 1 juli 2002: de HSC-Code 2000.
relaties0
relaties0 2. Indien ten aanzien van een hogesnelheidsschip is gekozen voor toepassing van de HSC-Code 1994 of de HSC-Code 2000, treden de in de desbetreffende Code voorgeschreven onderzoeken in de plaats van de in
artikel 14 of
15 bedoelde onderzoeken.
relaties0
relaties0
Artikel
17
Onderzoeken van schepen met bijzondere lading (SOLAS, IMO)
Een schip waarvoor een certificaat behorende bij een in artikel 8 genoemde Code benodigd is, wordt ter verkrijging van dat certificaat en tijdens de geldigheidsduur daarvan onderworpen aan de in de desbetreffende Code voorgeschreven onderzoeken.
relaties0relaties0
Artikel
18
Onderzoeken van het veiligheidsmanagement (SOLAS)
1. Een schip waarvoor een veiligheidsmanagementcertificaat benodigd is, wordt ter verkrijging van dat certificaat en tijdens de geldigheidsduur daarvan onderworpen aan de in de ISM-Code voorgeschreven onderzoeken.
relaties0 2. De bedrijfsorganisatie van de eigenaar van een schip als bedoeld in het eerste lid, wordt ter verkrijging van het conformiteitsdocument, bedoeld in
artikel 9, tweede lid, en tijdens de geldigheidsduur van datdocument onderworpen aan de in de ISM-Code voorgeschreven onderzoeken.
relaties0
relaties0
Artikel
19
Onderzoeken in verband met de beveiliging (SOLAS)
Een schip waarvoor een internationaal scheepsbeveiligingscertificaat benodigd is, wordt ter verkrijging van dat certificaat en tijdens de geldigheidsduur daarvan onderworpen aan de in de ISPS-Code voorgeschreven onderzoeken.
relaties0relaties0
Artikel
19a
Onderzoeken in verband met het certificaat voor poolschepen (SOLAS)
Een schip waarvoor een certificaat als bedoeld in artikel 9a benodigd is, wordt ter verkrijging van het certificaat en tijdens de geldigheidsduur daarvan onderworpen aan de in de Polar-Code voorgeschreven onderzoeken.
relaties0relaties0
Artikel
20
Tijdstippen van onderzoek
1. De in de
artikelen 13 tot en met 17,
19 en
19a bedoelde onderzoeken vinden plaats op de in de desbetreffende verdragen en Codes voorgeschreven tijdstippen, met dien verstande dat het hernieuwde onderzoek waaraan een schip in verband met de vernieuwing van een certificaat wordt onderworpen, steeds plaatsvindt in de laatste drie maanden van de geldigheidsduur van het desbetreffende certificaat.
relaties0 2. De in
artikel 18 bedoelde onderzoeken vinden plaats op de in de ISM-Code voorgeschreven tijdstippen, met dien verstande dat:
a.het eerste onderzoek waaraan een schip in verband met de eerste afgifte van een veiligheidsmanagementcertificaat wordt onderworpen, plaatsvindt nadat het door de ISM-Code voorgeschreven veiligheidsmanagementsysteem gedurende ten minste drie maanden aan boord van dat schip is toegepast;
relaties0
b.het eerste onderzoek waaraan een bedrijfsorganisatie in verband met de eerste afgifte van het conformiteitsdocument, bedoeld in
artikel 9, tweede lid, wordt onderworpen, plaatsvindt nadat het door de ISM-Code voorgeschreven veiligheidsmanagementsysteem gedurende ten minste drie maanden in die organisatie, alsmede aan boord van ten minste één schip van het type waarop het systeem betrekking heeft, is toegepast.
relaties0
relaties0
relaties0
Artikel
21
Aantekening van onderzoeken
Van de onderzoeken waaraan een schip ingevolge de artikelen 13 tot en met 19 tijdens de geldigheidsduur van een certificaat wordt onderworpen, wordt door degene die het onderzoek heeft verricht, aantekening geplaatst op het certificaat.
relaties0relaties0
Artikel
22
Overige onderzoeken
1. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot de onderzoeken waaraan schepen in verband met een krachtens
artikel 12 vereist certificaat worden onderworpen.
relaties0 2. Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de onderzoeken waaraan schepen waarvoor een certificaat als bedoeld in de
artikelen 4 tot en met 9a benodigd is, worden onderworpen.
relaties0
relaties0
Artikel
23
Aanwijzing natuurlijke personen of rechtspersonen
1. Onze Minister wijst de natuurlijke personen en rechtspersonen aan die zijn belast met door hem aan te geven, in het kader van de in de
artikelen 13 tot en met 19a en
22 bedoelde onderzoeken te verrichten taken.
relaties0 2. Een ingevolge het eerste lid aangewezen natuurlijke persoon of rechtspersoon is, indien bij een onderzoek gebreken aan het schip of zijn uitrusting worden geconstateerd, bevoegd om herstel van deze gebreken te vorderen.
relaties0 3. Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de ingevolge het eerste lid aangewezen natuurlijke personen en rechtspersonen hun taken uitoefenen.
relaties0
relaties0
Artikel
24
Handhaving toestand na onderzoek
1. Nadat een bij of krachtens dit besluit voorgeschreven onderzoek is voltooid, wordt de toestand van het schip en zijn uitrusting gehandhaafd in overeenstemming met de bij of krachtens dit besluit gestelde regels. In deze toestand wordt geen verandering aangebracht zonder voorafgaande toestemming van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie of van de ingevolge
artikel 23, eerste lid, aangewezen natuurlijke persoon of rechtspersoon die het onderzoek heeft uitgevoerd.
relaties0 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ter voldoening aan de ISPS-Code of ter uitvoering van het in die Code voorgeschreven scheepsbeveiligingsplan getroffen beveiligingsmaatregelen.
relaties0
relaties0 relaties0
§
3
Afgifte en geldigheid van certificaten
Artikel
25
Aanvraag van certificaten
1. De aanvraag van een bij of krachtens dit besluit vereist certificaat geschiedt schriftelijk bij het Hoofd van de Scheepvaartinspectie.
relaties0 2. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot de bij de aanvraag van een certificaat te verstrekken gegevens en te overleggen bescheiden.
relaties0
relaties0
Artikel
26
Afgifte veiligheids- en veiligheidsmanagementcertificaten
1. Een veiligheidscertificaat voor passagiersschepen, een veiligheidscertificaat voor vrachtschepen of, indien het een schip betreft waarmee internationale reizen worden ondernomen, een veiligheidscertificaat voor hogesnelheidsschepen wordt slechts afgegeven, indien voor het desbetreffende schip een veiligheidsmanagementcertificaat is afgegeven.
relaties0 2. Een veiligheidsmanagementcertificaat wordt slechts afgegeven, indien de eigenaar van het schip voor dat type schip beschikt over een conformiteitsdocument als bedoeld in
artikel 9, tweede lid.
relaties0
relaties0
Artikel
27
Voorlopige certificering van het veiligheidsmanagement
1. Voor een schip dat door zijn eigenaar voor het eerst in gebruik wordt genomen, kan voorafgaande aan het in
artikel 20, tweede lid, onderdeel a, bedoelde onderzoek een voorlopig veiligheidsmanagementcertificaat met een geldigheidsduur van ten hoogste zes maanden worden afgegeven, indien aan de in de ISM-Code gestelde voorwaarden voor de afgifte van een voorlopig certificaat is voldaan.
relaties0 2. Ten behoeve van een nieuw gevestigde eigenaar of een eigenaar die een nieuw scheepstype in gebruik neemt, kan voorafgaande aan het in
artikel 20, tweede lid, onderdeel b, bedoelde onderzoek een voorlopig conformiteitsdocument met een geldigheidsduur van ten hoogste twaalf maanden worden afgegeven, indien aan de in de ISM-Code gestelde voorwaarden voor de afgifte van een voorlopig conformiteitsdocument is voldaan.
relaties0
relaties0
Artikel
28
Voorlopige certificering van de scheepsbeveiliging
1. Voor een schip dat door zijn eigenaar voor het eerst of opnieuw in gebruik wordt genomen, kan een voorlopig internationaal scheepsbeveiligingscertificaat met een geldigheidsduur van ten hoogste zes maanden worden afgegeven, indien aan de in de ISPS-Code gestelde voorwaarden voor de afgifte van een voorlopig certificaat is voldaan.
relaties0 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op schepen die voor het eerst of opnieuw onder de vlag van het Koninkrijk in gebruik worden genomen.
relaties0
relaties0
Artikel
29
Geldigheidsduur van certificaten
1. Het veiligheidscertificaat voor passagiersschepen en, indien afgegeven voor een passagiersschip, het veiligheidscertificaat voor hogesnelheidsschepen hebben een geldigheidsduur van een jaar. De overige in de
artikelen 4 tot en met 9a genoemde certificaten hebben, evenals veiligheidscertificaten voor hogesnelheidsschepen die zijn afgegeven voor vrachtschepen, een geldigheidsduur van vijf jaren.
relaties0 2. Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie kan certificaten afgeven met een kortere geldigheidsduur dan in het eerste lid bepaald, indien nog niet alle onderzoeken naar zijn genoegen zijn voltooid, of indien hij nog niet over alle door hem gevraagde gegevens over het schip beschikt.
relaties0
relaties0
Artikel
30
Vernieuwing van certificaten
Na voltooiing van een hernieuwd onderzoek in verband met de vernieuwing van een certificaat is het nieuwe certificaat, in afwijking van artikel 29, eerste lid, geldig vanaf de datum van voltooiing van het desbetreffende onderzoek tot:
a.indien het een veiligheidscertificaat voor passagiersschepen of een veiligheidscertificaat voor hogesnelheidsschepen, afgegeven voor een passagiersschip, betreft: een datum niet later dan twaalf maanden na de vervaldatum van het bestaande certificaat;
relaties0
relaties0relaties0
Artikel
31
Bijzondere verlengingen van de geldigheidsduur
1. Indien een schip zich op het tijdstip waarop een certificaat zijn geldigheid verliest, niet in een haven bevindt waar een hernieuwd onderzoek kan plaatsvinden, kan het Hoofd van de Scheepvaartinspectie de geldigheidsduur van het certificaat met ten hoogste drie maanden verlengen ten einde het schip in staat te stellen zijn reis naar de haven waar het zal worden onderzocht, te voltooien. Het schip verlaat die haven vervolgens niet zonder nieuw certificaat.
relaties0 2. Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie kan de geldigheidsduur van een certificaat dat is afgegeven ten behoeve van een schip dat korte reizen maakt, met ten hoogste een maand verlengen.
relaties0 3. In een geval als bedoeld in het eerste of tweede lid wordt na de voltooiing van het hernieuwde onderzoek de geldigheidsduur van het nieuwe certificaat bepaald aan de hand van de oorspronkelijke vervaldatum van het bestaande certificaat.
relaties0 4. Indien na de voltooiing van een hernieuwd onderzoek het nieuwe certificaat niet voor de vervaldatum van het bestaande certificaat kan worden afgegeven of aan het schip kan worden verstrekt, kan degene die het onderzoek heeft uitgevoerd daarvan een aantekening plaatsen op het bestaande certificaat. In dat geval wordt het bestaande certificaat nog als geldig aangemerkt voor een tijdvak van ten hoogste vijf maanden na zijn vervaldatum.
relaties0
relaties0
Artikel
32
Nadere regels
Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld met betrekking tot de geldigheidsduur van de krachtens artikel 12 vereiste certificaten en kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de geldigheidsduur van de in de artikelen 4 tot en met 9a en 11 bedoelde certificaten.
relaties0relaties0
Artikel
33
Weigering afgifte certificaten
In Aruba, Curaçao en Sint Maarten wordt de weigering van een certificaat schriftelijk en gemotiveerd gegeven en bekendgemaakt door toezending of uitreiking aan de belanghebbende.
relaties0relaties0
Artikel
34
Verval van certificaten
1. Indien een schip door zijn eigenaar wordt onttrokken aan zijn algemene bestemming als passagiersschip of vrachtschip, vervallen de voor dat schip afgegeven certificaten.
relaties0 2. Indien een schip door zijn eigenaar wordt onttrokken aan een bijzondere bestemming die het had ten tijde van de afgifte van de voor dat schip benodigde certificaten, doch zijn algemene bestemming als passagiersschip of vrachtschip behoudt, vervallen de in verband met die bijzondere bestemming afgegeven certificaten.
relaties0
relaties0 relaties0