1. In de gemeenten met een of meer havenfaciliteiten is de burgemeester het bevoegd gezag voor de uitvoering, respectievelijk de toepassing van artikel 7, eerste, derde en vijfde lid, van de Verordening en voorschrift 10, tweede en derde lid, van Bijlage I, de onderdelen 5.4, onder 2, 15 en 16 van Bijlage II en de onderdelen 1.16, 4.1, 4.2, 4.14, 4.15, 4.16, 4.18, 15.3, 15.4, 15.6, 16.3, 16.8, 17.1, 18.5 en 18.6 van Bijlage III van de Verordening, voorzover deze betrekking hebben op havenfaciliteiten.
relaties0