Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Overwegende:
dat het aan boord van schepen vaak noodzakelijk is werkzaamheden
te verrichten waaraan een verhoogd risico is verbonden:
Gezien:
de aanbevelingen van de Raad voor de Scheepvaart.
Beveelt aan:
1. dat aan boord van elk schip een voldoend aantal veiligheidsgordels
en werkvesten aanwezig is;
2. dat personen, betrokken bij
werkzaamheden op enige hoogte boven dek, in masten, in hoge tanks of laadruimen, dan
wel bij werkzaamheden waaraan overeenkomstige gevaren zijn verbonden, gebruik maken
van de veiligheidsgordel;
3. dat personen, betrokken bij
werkzaamheden buiten boord dan wel in het algemeen bij werkzaamheden onder
omstandigheden van zodanig aard dat te water geraken niet uitgesloten moet worden
geacht, gebruik maken van een werkvest al of niet in combinatie met een
veiligheidsgordel;
4. dat personen, betrokken bij de onder
2 en 3 bedoelde werkzaamheden voortdurend worden geobserveerd door iemand die zich
op een veilige plaats bevindt en die in staat is bij een ongeval onmiddellijk
handelend op te treden:
Maakt bekend:
dat veiligheidsgordels van een type moeten zijn
dat is goedgekeurd door het Directoraat-Generaal van Arbeid dan wel bij aankoop in
het buitenland van een type dat is goedgekeurd door een vergelijkbare buitenlandse
instantie:
dat werkvesten van een type moeten zijn dat is
goedgekeurd door de Scheepvaartinspectie:
Trekt
in:
De Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 45/1968 van 26 februari
1968.
`s-Gravenhage, 17 januari 1975
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie voornoemd,
J. F. Doorn
Versie informatie document
Publicatie op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 10-02-2005 (vanaf dit moment beschikbaar op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime)
Datum document: