Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Overwegende:
dat bij de wijziging van het Schepenbesluit 1965 bij koninklijk
besluit van 18 december 1985 (Stb. 736), de voorschriften voor aandrijving van de
hoofdstuurinrichting aan boord van schepen zodanig zijn gewijzigd, dat geen behoefte
meer bestaat aan de in de Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 56/1968 van 21 juli
1968 opgenomen aanbevelingen voor de stuurinrichting van kustvaartuigen:
dat bij eerdergenoemde wijziging in bijlage IV van het
Schepenbesluit 1965 zijn opgenomen de in de Bekendmaking aan de Scheepvaart nr.
177/1983 van 11 februari 1983 gestelde brandveiligheidsvoorschriften voor
vrachtschepen van 500 ton of meer, geen tankschepen zijnde;
dat
ook geen behoefte meer bestaat aan de in de Bekendmaking aan de Scheepvaart nr.
23/1965 van 3 september 1965 opgenomen regels voor de stabiliteit van kustvaartuigen
die een deklast vervoeren, daar deze regels inmiddels zijn opgenomen in de
Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 128/1977 (stabiliteit van schepen, geen
passagiersschepen of vissersvaartuigen zijnde):
Trekt in:
de Bekendmakingen aan de Scheepvaart
nr. 56/1968, nr. 177/1983 en nr. 23/1965.
Rijswijk, 21 januari 1986
Het Hoofd van de
Scheepvaartinspectie voornoemd,
S. Keuning
Versie informatie document
Publicatie op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 28-01-2003 (vanaf dit moment beschikbaar op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime)
Datum document: