Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Overwegende:
dat het gewenst is aan personen die bevoegd zijn tot het
calibreren van richtingzoekers en tot het verifiëren van fouten van richtingzoekers
een nieuw model legitimatiebewijs uit te reiken:
Gelet op:
het bepaalde in het zevende lid van Artikel 96 van het
Schepenbesluit 1965;
Maakt bekend:
1. Met ingang van 1 maart 1968 zullen aan
personen die bevoegd zijn tot het calibreren van richtingzoekers en tot het
verifiëren van fouten van richtingzoekers legitimatiebewijzen worden uitgereikt van
onderstaand model:
2. Het in het eerste lid genoemde
legitimatiebewijs heeft een geldigheidsduur van vijf jaren.
3. Legitimatiebewijzen, uitgereikt vóór 1 maart 1968, zijn na 1 januari
1969 niet meer geldig.
4. Personen, die in het bezit zijn
van een legitimatiebewijs, uitgereikt vóór 1 maart 1968, kunnen een verzoek tot
inwisseling tegen een nieuw model legitimatiebewijs, door tussenkomst van hun
werkgever, indienen bij het bureau van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, Hoge
Prins Willemstraat 26 te `s-Gravenhage.
5. Een lijst van
firma's die personen in dienst hebben, bevoegd tot het calibreren van
richtingzoekers en tot het verifiëren van fouten van richtingzoekers, is
verkrijgbaar bij het Bureau van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie te
`s-Gravenhage.
`s-Gravenhage, 7 februari 1968
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie voornoemd, J. Metz
Inspecteur-Generaal voor de
Scheepvaart