Onderwerp: Bezoek-historie

BadS 306/1995 Beoordeling, beproeving en keuring prototypen brandwerende constructies
Geldigheid:24-01-1998 t/m 31-12-2004Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.


Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Gelet op artikel 174, eerste lid, van het Schepenbesluit 1965;
Maakt bekend:

Artikel I
Bekendmaking aan de scheepvaart no. 306/1995 komt te luiden:

Artikel 1
Alvorens goedkeuring van een prototype te verkrijgen, worden:
- schotten, dekken en deuren van klasse ’A’ en ’B’,
- beschietingen en plafonds van klasse ’B’,
- ramen, pijpdoorvoeringen, brandkleppen en kabeldoorvoeringen in schotten en dekken van klasse ’A’,
beproefd op de wijze zoals bepaald in IMO resolutie A.754(18), die als bijlage bij deze bekendmaking is gevoegd, met dien verstande dat:
a. schotten van klasse ’A’ in alle gevallen aan elke zijde afzonderlijk worden getest;
b. isolatie-materiaal, aan te brengen op schotten en dekken van klasse A-30 en A-60 in twee lagen met de naden verschoven wordt aangebracht;
c. brandkleppen, pijp- en kabeldoorvoeringen niet worden beproefd in schotten met afmetingen, zoals aangegeven in paragraaf 2.1.1 van de IMO resolutie A.754(18), doch op een nader in overleg met het Hoofd van de Scheepvaartinspectie te bepalen wijze; en
d. de figuren A1 en A2 van IMO resolutie A.754(18) betreffende de isolatie van brandkleppen en kabeldoorvoeringen worden gehanteerd in overleg met het Hoofd van de Scheepvaartinspectie.

Artikel 2
Artikel 1 is niet van toepassing op scheidingen en doorvoerringen, waarvoor vóór de inwerkingtreding van deze bekendmaking een type-goedkeuring is verleend op grond van een beproeving krachtens resolutie A.517(13).

Artikel 3
Met de in deze bekendmaking vastgestelde technische eisen of technische normen worden gelijkgesteld daaraan gelijkwaardige technische normen of technische eisen, vastgesteld door een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel door een staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte.

Artikel II
Deze bekendmaking treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze bekendmaking zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage bij deze bekendmaking, die in Nederland ter inzage ligt bij het Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Willem Witsenplein 6 te Den Haag en bij de Scheepvaartinspectie, ’s-Gravenweg 665 te Rotterdam.

Van de terinzagelegging van de bijlage in de Nederlandse Antillen en in Aruba zal mededeling worden gedaan in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba.

Het Hoofd van Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.

Toelichting
Deze Bekendmaking aan de scheepvaart strekt tot het opnieuw vaststellen van Bekendmaking aan de Scheepvaart no. 306/1995 (Stcrt. 1995, 98). Het ontwerp van die bekendmaking werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109)*. Om alsnog aan de verplichting tot notificatie te voldoen is deze bekendmaking in ontwerp aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen genotificeerd (zie ook kamerstukken II 1996/1997, 25 389). Voor een toelichting op de achtergronden van deze bekendmaking wordt verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke bekendmaking (zie Stcrt. 1995, 98).
De tekst van de bekendmaking is identiek aan de tekst van de oorspronkelijke bekendmaking, behoudens het volgende. In artikel 3 is een bepaling opgenomen betreffende wederzijdse erkenning van technische normen en technische eisen.
De ontwerp-bekendmaking is op 19 augustus 1997 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienr. 97/0608/NL), ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van de eerdergenoemde richtlijn nr. 83/189/EEG. De ontwerpbekendmaking is op 29 september 1997 gemeld aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie (notificatienr. G/TBT/Notif.97.524), ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235). Een aankondiging van de ontwerp-bekendmaking is gepubliceerd in Stcrt. 1997, 197.
Deze notificaties zijn noodzakelijk aangezien de bekendmaking technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn nr. 83/189/EEG, zoals gewijzigd, en als bedoeld in voornoemde overeenkomst.
Als technische voorschrift kan worden aangewezen artikel 1.
Deze voorschriften, die zonder onderscheid van toepassing zijn op Nederlandse en ingevoerde prototypen van brandwerende constructies aan boord van zeeschepen zijn uit hoofde van een doeltreffende bescherming van de openbare veiligheid en de gezondheid en het leven van personen noodzakelijk. Ook zijn zij evenredig aan de met deze voorschriften beoogde doelen.
Voor zover deze bekendmaking kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking in de zin van artikel 30 EG-Verdrag bevat, zijn deze derhalve gerechtvaardigd ter bescherming van de bovengenoemde belangen.
In het kader van de notificatie ingevolge de richtlijn is in artikel 3 de bovengenoemde bepaling opgenomen betreffende wederzijdse erkenning met het oog op de geharmoniseerde toepassing van technische voorschriften.
De WTO-notificatieprocedure heeft niet geleid tot wijziging van de ontwerp-bekendmaking.
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.


* Laatstelijk gewijzigd bij richtlijn nr. 94/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 (PbEG L 100).
Een bijgewerkte integrale tekst van de richtlijn is gepubliceerd in PbEG 1997, C 78.
Naar boven