Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
Gelet
op artikel 174, eerste lid, van het Schepenbesluit 1965;
Maakt
bekend:
Artikel I
Bekendmaking aan de scheepvaart no. 293/1992 komt te luiden:
Artikel 1
Alvorens een goedkeuring te verkrijgen moeten:
-
reddingboeien;
- reddinggordels;
-
overlevingspakken;
- hulpmiddelen tegen warmteverlies;
- pyrotechnische middelen;
- reddingvlotten;
- reddingboten;
- hulpverleningsboten;
- tewaterlatings- en inschepingsmiddelen;
-
lijnwerptoestellen;
- lichten voor reddingmiddelen en
- hydrostatische ontkoppelmechanismen
worden
beproefd op de wijze, zoals aangegeven in de als bijlage bij deze bekendmaking
gevoegde IMO Resolutie A.689(17).
Artikel
2
Alvorens een goedkeuring te kunnen krijgen moeten reddingmiddelen
of voorzieningen van een nieuw ontwerp beoordeeld en beproefd worden op de wijze,
zoals aangegeven in de als bijlage bij deze bekendmaking gevoegde IMO Resolutie
A.520(13).
Artikel 3
1. Deze bekendmaking is van toepassing op reddingmiddelen
waarvoor na 1 mei 1992 een typegoedkeuring wordt verleend.
2. Reddingmiddelen waarvoor vóór 1 mei 1992 een typegoedkeuring is
verleend op grond van een beproeving krachtens de als bijlage bij deze bekendmaking
gevoegde Resolutie A.521(13) mogen aan boord gehandhaafd blijven.
Artikel 4
Met de in deze bekendmaking vastgestelde technische normen of
technische eisen worden gelijkgesteld daaraan gelijkwaardige technische normen of
technische eisen, vastgesteld door een andere lid-staat van de Europese Unie dan wel
door een staat die partij is bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische
Ruimte.
Artikel II
Deze bekendmaking treedt in werking met ingang van de tweede dag
na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze bekendmaking zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche
Courant en in de Landscourant van Aruba worden geplaatst, met uitzondering van de
bijlagen bij deze bekendmaking, die in Nederland ter inzage liggen bij het
Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Willem Witsenplein 6 te Den Haag en bij de
Scheepvaartinspectie, 's-Gravenweg 665 te Rotterdam.
Van de
terinzagelegging van de bijlagen in de Nederlandse Antillen en in Aruba zal
mededeling worden gedaan in de Curaçaosche Courant en in de Landscourant van Aruba.
Het Hoofd van Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.
Toelichting
Deze Bekendmaking aan de scheepvaart strekt tot het opnieuw
vaststellen van Bekendmaking aan de scheepvaart no. 293/1992 (Stcrt. 1992, 152). Het
ontwerp van die bekendmaking werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8,
eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen
van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en
technische voorschriften (PbEG L 109)*. Om alsnog aan de verplichting tot
notificatie te voldoen is deze bekendmaking in ontwerp aan de Commissie van de
Europese Gemeenschappen genotificeerd (zie ook kamerstukken II 1996/1997, 25 389).
De tekst van de bekendmaking is identiek aan de tekst van de
oorspronkelijke bekendmaking, behoudens het volgende.
In artikel 4
is een bepaling betreffende wederzijdse erkenning van technische eisen en technische
normen opgenomen.
De ontwerp-bekendmaking is op 18 augustus 1997
gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienr. 97/0623/NL),
ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van de eerdergenoemde richtlijn nr.
83/189/EEG. De ontwerpbekendmaking is op 30 september 1997 gemeld aan het
Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie (notificatienr. G/TBT/Notif.97.561),
ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot
stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235).
Een aankondiging van de ontwerp-bekendmaking is gepubliceerd in Stcrt. 1997, 197.
Deze notificaties zijn noodzakelijk aangezien de bekendmaking
technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn nr. 83/189/EEG, zoals
gewijzigd, en als bedoeld in voornoemde overeenkomst.
Als
technische voorschriften kunnen worden aangewezen de artikelen 1 en 2.
Deze voorschriften, die zonder onderscheid van toepassing zijn op
Nederlandse en ingevoerde reddingmiddelen en voorzieningen, zijn uit hoofde van een
doeltreffende bescherming van de openbare veiligheid en de gezondheid en het leven
van personen noodzakelijk.
Ook zijn zij evenredig aan de met deze
voorschriften beoogde doelen.
Voor zover deze bekendmaking
kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking in de zin van
artikel 30 EG-Verdrag bevat, zijn deze derhalve gerechtvaardigd ter bescherming van
de bovengenoemde belangen.
In het kader van de notificatie
ingevolge de richtlijn is in artikel 4 de bovengenoemde bepaling betreffende
wederzijdse erkenning opgenomen met het oog op de geharmoniseerde toepassing van
technische voorschriften.
De WTO-notificatieprocedure heeft niet
geleid tot wijziging van de ontwerp-bekendmaking.
Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,
H.G.H. ten Hoopen.
* Laatstelijk gewijzigd bij richtlijn nr. 94/10/EG van het Europees Parlement en
de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 (PbEG L 100).
Een bijgewerkte integrale tekst van de richtlijn is gepubliceerd in PbEG 1997,
C 78.
Versie informatie document
Publicatie op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime:
Huidige versie: 1
Datum beschikbaarheid huidige versie: 10-02-2005 (vanaf dit moment beschikbaar op Netherlands Regulatory Framework (NeRF) – Maritime)
Datum document: