Onderwerp: Bezoek-historie

Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning N2000-activiteit; verwateren importmosselen in de Oosterschelde
Geldigheid:01-04-2025 t/m 31-03-2035Status: Toekomstig geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte,

Op 9 april 2024 heeft u als voorzitter van de Vereniging Schelpdierhandel een aanvraag ingediend voor een vergunning op grond van de Omgevingswet (hierna: OW) voor het verwateren van geïmporteerde mosselen op de daartoe aangewezen percelen in de Oosterschelde. Deze vergunning is door u initieel aangevraagd voor de periode 1 april 2025 tot en met 31 maart 2030.

Op 25 augustus 2024 heeft u een aangepaste aanvraag ingediend voor een langere looptijd tot en met 31 maart 2035 en met toevoeging van nog enkele Deense en Ierse mosselproductiegebieden.

Procedure

Op 9 april 2024 heeft u uw aanvraag ingediend via het omgevingsloket van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. U heeft hiervan een automatische bevestiging ontvangen.

Op 3 mei 2024 heb ik u een verzoek om aanvullende informatie gestuurd, op 13 mei 2024 heb ik hierop uw reactie ontvangen.

Op 16 mei 2024 heb ik u een verzoek gestuurd m.b.t. de update van het SASI rapport Poole Harbour, hierop heeft u op 22 mei 2024 gereageerd.

Op 4 juni 2024 heb ik u een verzoek om aanvullende gegevens gestuurd, op 20 juni 2024 heb ik hierop uw reactie ontvangen.

Op 21 augustus 2024 heb ik u verzocht de aangekondigde toevoegingen aan de aanvraag aan te leveren.

Op 25 augustus 2024 heb ik de aangepaste aanvraag en aanvulling op de passende beoordeling van u ontvangen.

Op 12 september 2024 heb ik de laatste aanvulling (aangepaste bijlage SASI's)

op de passende beoordeling van u ontvangen.

Op 23 september 2024 heb ik van u het definitieve bemonsteringsprotocol ontvangen.

Op deze aanvraag is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, zoals opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), van toepassing.

Besluit

Ik besluit om u op grond van OW art 5.1, lid 1, sub e de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

In dit besluit vindt u de voorschriften en de inhoudelijke overwegingen die aan deze omgevingsvergunning ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen zijn onderdeel van dit besluit.

1. AANVRAAG

1.1. Onderwerp

De activiteit of handeling waarvoor vergunning wordt gevraagd betreft het verwateren van uit specifieke productiegebieden in Denemarken, Ierland, Verenigd Koninkrijk en Zweden geïmporteerde mosselen op de daartoe aangewezen verwaterpercelen in de Oosterschelde.

De werkzaamheden worden uitgevoerd in de periode van 1 april 2025 tot en met 31 maart 2035.

De voorgenomen activiteiten zijn in meer detail beschreven in de aangeleverde Passende Beoordeling (hierna: PB, bijlage 1).

1.2. Bevoegdheid

Op basis van de OW art. 5.11, lid 1, sub g en art. 4.12, lid f, onderdeel 1° van het Omgevingsbesluit, luidend: niet-handmatige schaal- en schelpdiervisserij, met inbegrip van het invangen van schelpdierenzaad en van schelpdiercultures en het uitzetten van schelpdieren; ben ik bevoegd om te beslissen op uw vergunningaanvraag.

De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder 'wet- en regelgeving'.

Voor de activiteiten die verband houden met en plaatsvinden rondom het verwerken van de geïmporteerde mosselen (al dan niet na verwateren) is de provincie Zeeland het bevoegd gezag. Deze activiteiten omvatten onder meer het innemen van spoelwater aan wal in een verwerkingssysteem en het daaropvolgende lozen van dit water (afkomstig uit containers) in de Oosterschelde, evenals het storten van tarra afkomstig van de aan wal verwerkte importmosselen. Voor deze activiteiten dient op grond van de Omgevingswet een aanvraag te worden ingediend bij het bevoegde gezag voor één of meerdere van deze specifieke activiteiten. U heeft aangegeven dat u hiervoor separaat een omgevingsvergunning heeft aangevraagd bij de provincie Zeeland.

Het verwateren in de waterkolom van de Oosterschelde zelf maakt integraal onderdeel uit van het onderhavige te beoordelen project en valt onder de bevoegdheid van de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

1.3. Vergunningplicht

De aangevraagde activiteit kan, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor het Natura 2000-gebied Oosterschelde, significante gevolgen hebben voor de instandhoudingsdoelstellingen van dit gebied. Daarom geldt een vergunningplicht op grond van art 5.1, lid 1, sub e van de OW.

1.4. Beoordeling van projecten

1.4.1. Project met mogelijk significante gevolgen

De activiteiten waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, betreffen een project in de zin van (OW) art 5.1, lid 1, sub e, omdat zij, afzonderlijk of in cumulatie met andere plannen of projecten, kunnen leiden tot significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van een of meerdere Natura 2000-gebieden.

1.4.2. Passende beoordeling

Voor een project dat afzonderlijk of in cumulatie kan leiden tot significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen, kan alleen een vergunning verleend worden als de aanvrager een PB heeft overlegd, waaruit zonder redelijke wetenschappelijke twijfel kan worden geconcludeerd dat het project niet zal leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied. De PB moet rekening houden met de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied. De PB biedt de grondslag voor de vaststelling van de aard en omvang van de gevolgen of de cumulatieve gevolgen en de manier waarop in mitigatie van die gevolgen is voorzien. De met de aanvraag meegezonden PB toetst de effecten aan de instandhoudingdoelstellingen uit het aanwijzingsbesluit en/of wijzigingsbesluit van het betrokken Natura 2000-gebied.

1.5. Beleid

Natura 2000-beheerplan Oosterschelde 2016-2022 (verlengd tot 2028)

In het (verlengde) Natura 2000-beheerplan Oosterschelde (zie par. 4.3 blz. 60) is het verwateren van (in Nederland gekweekte) mosselen onder voorwaarden vrijgesteld van de vergunningplicht. Voor het verwateren van uit het buitenland afkomstige mosselen blijft een vergunningplicht bestaan.

2. BEOORDELING

2.1. Afbakening

Gebied

De beoogde activiteit vindt plaats in het Natura 2000-gebied Oosterschelde op specifiek daartoe aangewezen verwaterpelen in de Oosterschelde.

Gevolgen

Verwateren betreft het opslaan en/of schoonspoelen van mosselen voordat deze kunnen worden verwerkt of verhandeld. In het verlengde N2000-beheerplan voor de Oosterschelde is het verwateren van uit Nederland afkomstige mosselen onder voorwaarden vrijgesteld van de vergunningplicht. De activiteit 'verwateren' is derhalve al passend beoordeeld. De vrijstelling van de vergunningplicht geldt echter niet voor uit het buitenland afkomstige mosselen vanwege het mogelijke risico op de introductie van probleemsoorten. Dit zijn uitheemse soorten of (al dan niet invasieve) exoten die, volgens de best beschikbare wetenschappelijke kennis, een negatieve impact kunnen hebben op de Natura 2000-instandhoudingdoelen van de Oosterschelde.

Indien er in de mosselhandel en -verwerking een tekort is aan in Nederland gekweekte mosselen worden er mosselen uit het buitenland geïmporteerd. Het importeren van mosselen leidt niet tot meer of andere verwateractiviteiten dan bij voldoende beschikbaarheid van Nederlandse mosselen. Dit betekent dat ook de effecten niet meer of anders zijn dan bij het reeds toegestane verwateren, met uitzondering van het mogelijk risico van het introduceren van probleemsoorten. Dit is dan ook het enig overblijvende mogelijke gevolg dat in de PB wordt behandeld.

Natuurwaarden

De natuurwaarden die door de genoemde gevolgen beïnvloed kunnen worden, zijn niet op voorhand te bepalen. Omdat vooraf niet bekend is welke probleemsoorten geïntroduceerd kunnen worden kan ook de mogelijke impact op de Natura 2000-instandhoudingsdoelen niet worden bepaald. Wel is bekend dat de eventuele introductie van een probleemsoort kan leiden tot grote en onherstelbare natuurschade en dus zo goed als mogelijk voorkomen moet worden.

Conclusie afbakening

Ik ben van oordeel dat de afbakening van het gebied en de inventarisatie van mogelijke gevolgen van het project op de natuurwaarden in de PB op een juiste wijze hebben plaatsgevonden.

2.2. Mogelijke effecten en mitigatie

Hieronder volgt mijn beoordeling van de effectenanalyse en voorgestelde mitigerende maatregelen zoals die is neergelegd in de bij de aanvraag gevoegde PB (bijlage 1).

Om het risico op eventuele introductie van een probleemsoort zo goed als mogelijk te voorkomen, en daarmee de eventueel daarmee samengaande significant negatieve effecten op de Natura 2000-instandhoudingsdoelen van de Oosterschelde, is met het Schelpdier Import Monitoring Protocol (SIMP, zie bijlage 3) een effectief en juridisch geaccepteerd managementsysteem ontwikkeld. Het inzetten en naleven van het SIMP is de enig beschikbare maatregel om het in de Oosterschelde verwateren van geïmporteerde mosselen te kunnen toestaan. Dit is verder uitgewerkt in de voorschriften 11 t/m 18 bij deze vergunning.

In onderstaande tabel 1 is aangegeven in welke jaren, vallend binnen de looptijd van deze vergunning en rekening houdend met voorschrift 12, een nieuwe schelpdier afhankelijke soorteninventarisatie (SASI) moet zijn uitgevoerd om voor het betreffende gebied zonder onderbreking van deze vergunning gebruik te kunnen maken.

TABEL 1. Laatste geldig Nieuwe SASI nodig

SASI t/m in looptijd tot 31-03-35

Denemarken

  • Isefjord2022 2025 2025, 2028, 2031 en 2034

  • Jutland NE 2021 2024 2024, 2027, 2030 en 2034

  • Jutland SE 2021 2024 2024, 2027, 2030 en 2034

  • Limfjord2022 2025 2025, 2028, 2031 en 2034

Ierland

  • Bantry Bay 2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • Carlingford Lough 2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • Castlemaine Harbour 2022 2025 2025, 2028, 2031 en 2034

  • Clewbay2024 2027 2030 en 2033

  • Connemara 2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • Dunmanus Bay 2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • Glengariff2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • Kenmare River 2021 2024 2024, 2027, 2030 en 2033

  • Mulroy Bay 2021 2021 2024, 2027, 2030 en 2033

  • Wexford Harbour2022 2025 2025, 2028, 2031 en 2034

Verenigd Koninkrijk

  • Lyme Bay 2022 2025 2025, 2028, 2031 en 2034

  • Menai Strait 2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • Poole Harbour2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • Belfast Lough 2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • River Dee 2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • Shetland regio A1 2023 2026 2026, 2029 en 2032

  • Shetland regio A5 2023 2026 2026, 2029 en 2032

Zweden

  • Orust2022 2025 2025, 2028, 2031 en 2034

2.3. Stikstofdepositie

De Nederlandse mosselproductie is afgelopen jaren gedaald. Om toch aan de vraag te kunnen voldoen worden mosselen geïmporteerd. Dat is op bestelling, waarbij de partijen vrijwel altijd direct worden verwerkt en verpakt. Dit proces verloopt geleidelijk aan ook steeds efficiënter. Soms kunnen desondanks door onvoorziene omstandigheden importpartijen, of delen daarvan, niet direct worden verwerkt en is verwateren op de verwaterpercelen in de Oosterschelde noodzakelijk.

Door toenemende efficiëntie van de logistiek neemt het verwateren als activiteit geleidelijk aan af. Er is daardoor geen toename van vaarbewegingen van en naar de verwaterpercelen. De activiteit leidt daarom op voorhand niet tot een toename van stikstofdepositie.

2.4. Cumulatie

Bij vergunningverlening voor een project moet een beoordeling plaatsvinden van de cumulatieve gevolgen als het project, afzonderlijk of in combinatie met andere projecten, significante gevolgen kan hebben voor het desbetreffende Natura 2000-gebied. Een vergunning kan alleen verleend worden als het project afzonderlijk of in combinatie met andere projecten geen significante gevolgen heeft.

Ik heb hiervoor al geconcludeerd dat de uitvoering van de voorgenomen activiteit zelfstandig beschouwd, geen significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen.

De PB geeft aan dat de uitvoering van de activiteiten niet leidt tot negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen voor Natura 2000-gebied Oosterschelde. Bij de beoordeling van het risico op de mogelijke introductie van probleemsoorten is cumulatie van effecten niet aan de orde en dus ook niet nader onderzocht.

2.5. Monitoring en rapportage

De uitvoering van de SASI's en big bag monitoring moet gebeuren zoals beschreven in het schelpdier import monitoring protocol (SIMP, bijlage 3), het bemonsteringsprotocol (bijlage 4) en de voorschriften van deze vergunning.

2.6. Conclusie

Met de door u uitgevoerde PB en de hieronder aan deze omgevingsvergunning verbonden voorschriften is de zekerheid verkregen dat de activiteit waarvoor de vergunning is aangevraagd, niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied.

Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat de door u gevraagde omgevingsvergunning, onder de hieronder opgenomen voorschriften en beperkingen, kan worden verleend.

Deze vergunning betreft alleen toestemming op grond van de Omgevingswet voor de aangevraagde activiteit als Natura 2000-activiteit. De daadwerkelijke inzetbaarheid ervan kan beperkt worden door toekomstige ontwikkelingen en beperkingen vanuit andere kaders.

3. VOORSCHRIFTEN

Ter bescherming van de in het Natura 2000-gebied Oosterschelde aanwezige beschermde natuurwaarden, verbind ik aan deze omgevingsvergunning de volgende voorschriften en beperkingen.

Algemeen

  1. Deze vergunning staat op naam van de Vereniging Schelpdierhandel (hierna: vergunninghouder) en mag uitsluitend benut worden door de in bijlage 2 van deze vergunning genoemde bedrijven.

  2. Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de in voorschrift 1 genoemde bedrijven of door (rechts)personen die aantoonbaar in opdracht van deze bedrijven handelen. De vergunninghouder en de in voorschrift 1 genoemde bedrijven blijven daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning.

  3. De in voorschrift 1 genoemde bedrijven en de in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de vergunde activiteit wordt uitgevoerd over een (digitaal) exemplaar van deze vergunning, inclusief alle daarbij behorende bijlagen.

  4. De in voorschrift 1 genoemde bedrijven en de in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen zijn aantoonbaar op de hoogte van de inhoud en het doel van deze voorschriften en beperkingen.

  5. De vergunde activiteit wordt uitgevoerd zoals aangegeven in de aanvraag en bijbehorende passende beoordeling en volgens de voorschriften en beperkingen die aan deze vergunning zijn verbonden. Bij eventuele strijdigheid van de aanvraag (incl. SIMP) en de voorschriften en beperkingen van deze vergunning hebben deze laatste voorrang.

  6. Het voornemen tot het uitvoeren van een activiteit in afwijking van de aanvraag wordt vooraf schriftelijk gemeld aan de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur ter attentie van het Team Natuurvergunningen (hierna: het bevoegd gezag). Indien deze afwijking leidt tot mogelijke verandering van de conclusies van de PB moet tegelijk met het verzoek een aanvulling op de PB worden aangeleverd. Uitvoering ervan kan uitsluitend plaatsvinden na verkregen schriftelijke instemming van of namens het bevoegd gezag.

  7. Wanneer zich een incident voordoet, meldt de bij het incident betrokken rechtspersoon zoals genoemd in voorschrift 2, dit met alle relevante gegevens onmiddellijk aan het bevoegd gezag. Een incident is in dit geval een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied is of kan worden toegebracht, bijvoorbeeld wanneer onbedoeld vrijgekomen schadelijke stoffen een habitattype of habitat- of vogelrichtlijnsoort bedreigen.

  8. Wanneer zich een incident voordoet, is de vergunninghouder verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag.

  9. De vergunninghouder volgt de aanwijzingen op die het bevoegd gezag of de toezichthouder geeft.

  10. Alle correspondentie met betrekking tot deze vergunning kan per reguliere post of per e-mail natuurvergunningen@minlnv.nl worden gedaan.

Nadere inhoudelijke voorschriften

  1. Deze vergunning heeft uitsluitend gelding voor het uitzaaien en verwateren van bodem- en hangcultuurmosselen afkomstig uit de navolgende gebieden of, tussen haakjes aangegeven, een aantal specifieke deelgebieden daarvan zoals vermeld in de laatst uitgevoerde en nog geldige SASI ten tijde van de aanvraag:

    • DK, Isefjord (110, 111, 112, 113, 114, 115) SASI 2022

    • DK, Jutland NEC (60, 63, 66, 70, 71) SASI 2021

    • DK, Jutland SEC (76, 77, 78, 79, 80, 82, 83) SASI 2021

    • DK, Limfjord (bodemcultuur: 7, 8, 9, 11, 15, 16, 19, 22, 25, 30, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, hangcultuur: 14, 15) SASI 2022

    • IRL, Bantry Bay (CK-BB-SE, CK-BB-NC, CK-BB-SC, CK-BB-CE), SASI 2023

    • IRL, Carlingford Lough (LH-CL-P5), SASI 2023

    • IRL, Castlemaine Harbour (KY-CH-CH) SASI 2022

    • IRL, Clewbay (MO-CN-IL) SASI 2024

    • IRL, Connemara (GY-KH-KO, GY-KH-KM, GY-KH-KI) SASI 2023

    • IRL, Dunmanus Bay (CK-DB-BB) SASI 2023

    • IRL, Glengariff (CK-BB-GF, CK-BB-SH) SASI 2023

    • IRL, Kenmare River (KY-KR-ST, KY-KE-KE, CK-AM-AM) SASI 2021

    • IRL, Mulroy Bay (DL-MB-MB) SASI 2021

    • IRL, Wexford Harbour (WX-WO-WO) SASI 2022

    • VK, Belfast Lough (Belfast Lough) SASI 2023

    • VK, Lyme Bay (site 1, site 2) SASI 2022

    • VK, Menai Strait (East) SASI 2023

    • VK, Poole Harbour (Poole Harbour) SASI 2023

    • VK, River Dee (B045O) SASI 2023

    • VK, Shetland A1 (SI-232, SI-896, SI-327, SI-328, SI-076, SI-221, SI-326, SI-235, SI-517, SI-023, SI-321, SI-322, SI-441) SASI 2023

    • VK, Shetland A5 (SI-858, SI-899, SI-288, SI-289, SI-080, SI-081, SI-083, SI-084) SASI 2023

    • ZW, Orust (144, 147, 148, 152, 153, 158, 159, 164, 166, 167) SASI 2022

      Voor zo ver tussen haakjes deelgebieden zijn aangegeven is de ter plaatse geldende aanduiding gebruikt van de Sea Fisheries Protection Authority (SFPA, IRL), de Food Standard Agency (FSA, VK) Centre for Environment Fisheries and Aquaculture Science (Cefas, VK), Deense overheid, en de Livsmedel Verket (ZW).

  2. De in voorschrift 11 aangegeven geldigheid komt voor een gebied, of deelgebied daarvan, te vervallen op 31 december van het jaar waarin de SASI van dat gebied ouder dan 3 jaar wordt (zie tabel 1. in bovenstaande paragraaf 2.2), tenzij vóór 31 december van datzelfde jaar voor dat gebied of deelgebied een nieuwe SASI is uitgevoerd en de resultaten daarvan (de nieuwe lijst 1) voldoen aan het SIMP. De eindrapportage van de SASI dient uiterlijk 31 januari van het jaar volgend op het jaar van uitvoering, bij het bevoegd gezag te zijn aangeleverd en openbaar gemaakt op de website van de Vereniging Schelpdierhandel.

  3. De bedrijven die van deze vergunning gebruik maken mogen uitsluitend mosselen uitzaaien op de daartoe aangewezen verwaterpercelen in de Oosterschelde.

  4. De vierde druk (februari 2018) van het Schelpdier Import Monitoring Protocol (rapport GiMaRis_2018_09) (bijlage 3), wordt beschouwd als onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)persoon en medewerkers dienen zich aan dit protocol te houden.

  5. De selectie van geïmporteerde partijen voor bemonstering wordt uitgevoerd conform het door de Vereniging Schelpdierhandel opgestelde bemonsteringsprotocol (bijlage 4). Dit protocol wordt beschouwd als onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)persoon en medewerkers dienen zich aan dit protocol te houden.

  6. Het nemen van monsters van geïmporteerde partijen mosselen ten behoeve van de uitvoering van het protocol wordt in opdracht van de vergunninghouder uitgevoerd door of namens GiMaRIS. De resultaten van deze bemonsteringen worden door vergunninghouder twee maal per jaar, vóór 1 februari en vóór 1 augustus, per e-mail (natuurvergunningen@minlnv.nl) toegestuurd aan het bevoegd gezag en openbaar gemaakt op de website van de Vereniging Schelpdierhandel. Bij de monitoring wordt, evenals bij de SASI, uitgegaan van de meest recente en best beschikbare wetenschappelijke kennis ter zake. Afhankelijk van de aard van de aangetroffen soorten en het aantal levend aangetroffen soorten bij de monitoring kan dit op basis van het SIMP betekenen dat uit het betreffende gebied van herkomst geen mosselen meer in de Oosterschelde mogen worden verwaterd.

  7. Indien in een geïmporteerde lading mosselen probleemsoorten zijn aangetroffen en al dan niet in de Oosterschelde zijn uitgezaaid, wordt dit door of namens de vergunninghouder onmiddellijk schriftelijk of per e-mail (natuurvergunningen@minlnv.nl) gemeld aan het bevoegd gezag en aan de NVWA. Mosselen uit het betreffende gebied van herkomst mogen dan niet langer op de verwaterpercelen in de Oosterschelde worden uitgezaaid. Als mosselen van de betreffende lading daar al zijn uitgezaaid moeten de maatregelen worden uitgevoerd zoals omschreven in het SIMP.

  8. De bedrijven die van deze vergunning gebruik maken, moeten een jaarlijkse administratie bijhouden op basis waarvan het mogelijk is per verwaterde geïmporteerde partij ten minste het volgende vast te stellen:

    • de herkomst van de verwaterde mosselen, inclusief het nummer van het registratiedocument;

    • de hoeveelheid geïmporteerde en verwaterde mosselen;

    • de datum van binnenkomst;

    • de toepassing van het bemonsteringsprotocol (bijlage 4)

    • de nummers van de verwaterpercelen waarop de partij is uitgezaaid;

    • de datum/data waarop en de hoeveelheden waarin een geïmporteerde en verwaterde partij mosselen van het verwaterperceel wordt opgevist en het bedrijf verlaat.

Overige voorschriften

  1. Op de voor het verwateren te gebruiken schepen is het gebruik van geluidsapparatuur, anders dan ten behoeve van communicatiedoeleinden, niet toegestaan.

  2. Het is niet toegestaan afval in het gebied achter te laten.

    Toezicht

  3. De vergunninghouder voert een administratie met daarin alle documenten die betrekking hebben op deze vergunning en op de naleving van de voorschriften.

  4. De vergunninghouder geeft alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder en opsporingsambtenaren.

  5. De vergunninghouder toont informatie en documenten op verzoek aan de bevoegde toezichthouder en opsporingsambtenaren.

Looptijd en geldigheid

  1. De vergunning is geldig van 1 april 2025 tot en met 31 maart 2035, met inachtneming van het gestelde in voorschrift 12.

  2. Deze vergunning komt te vervallen indien de activiteit waarvoor de vergunning is verleend als zodanig, al dan niet onder voorwaarden, als vergunningvrij wordt opgenomen in het nieuwe Natura 2000-beheerplan voor de Oosterschelde.

TER INFORMATIE

Op grond van afdeling 4.1.1. van de Awb kan een verzoek tot wijziging van de vergunning worden ingediend.

Op grond van de artikel 5.39 en 5.40, lid 1 en lid 2, van de OW kan de verleende vergunning worden ingetrokken of gewijzigd.

Als de vergunninghouder handelt in strijd met de vergunning, kan op grond van artikel 18.4 OW een last onder bestuursdwang worden opgelegd.

Conform artikel 5:32, lid 1, Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen, in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

 

Hoogachtend,

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

namens deze:

 

 

 

MT-lid Natuurvergunningen

Directoraat-Generaal Natuur en Visserij

 

 

 

BIJLAGEN:

1. Passende Beoordeling inclusief SASI-bijlage

2. Lijst van leden Vereniging Schelpdierhandel

3. Schelpdier Import Monitor Protocol (vierde druk, februari 2018)

4. Bemonsteringprotocol (eerste druk, september 2024) inclusief Planningstabel importpartijen

Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Op deze vergunningprocedure is de openbare uniforme voorbereidingsprocedure als opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Zienswijze doorgeven

U kunt uw zienswijze op verschillende manieren doorgeven. U doet dit het snelst door het digitale formulier (zie hieronder) in te vullen.

Lukt het niet om de zienswijze door te geven met het digitale formulier? Geef uw zienswijze dan telefonisch door of in een brief. U kunt uw zienswijze niet in een e-mail of via het algemene contactformulier sturen. We nemen deze niet in behandeling.

Digitaal formulier

Geef uw zienswijze op tijd door met een digitaal formulier op https://mijn.rvo.nl/zienswijze-ontwerpbesluit-of-voorgenomen-besluit. Dit kunt u doen tot uiterlijk zes weken na publicatie van dit besluit. U logt hierop in met DigiD (als burger), of met eHerkenning niveau 2+ (als organisatie).

Telefonisch

U moet eerst een afspraak maken. Dit doet u door te bellen naar 088 042 42 42. Kies voor optie 1 en daarna voor optie 4.

Brief

U kunt uw zienswijze ook via de post naar ons sturen. De adresgegevens treft u hieronder aan:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Vergunning en Handhaving

Postbus 40225

8004 DE Zwolle

Zorg dat uw naam, adres en telefoonnummer in de brief staan. Noem in uw brief om welk ontwerpbesluit het gaat. En vertel of u het er wel of niet mee eens bent. Alleen dan kan uw zienswijze meegenomen worden in het nemen van het besluit.

Na uw zienswijze

Nadat u uw zienswijze heeft doorgegeven, krijgt u een ontvangstbevestiging. Alle zienswijzen worden meegenomen in het nemen van een definitief besluit. Als alle zienswijzen verwerkt zijn, krijgt u bericht dat er een Nota van Antwoord is opgesteld. Hierin zijn alle zienswijzen en de reacties daarop samengevoegd. Uw persoonlijke gegevens komen niet in deze nota te staan.

PUBLICATIE BESLUIT

De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur maakt dit besluit openbaar op grond van artikel 3 van de Wet open overheid. Het zal onder anonimisering van de persoonsgegevens geplaatst worden op https://puc.overheid.nl/natuurvergunningen.

Naar boven