Geachte,
Per brief van 11 april 2024 (op 16 april 2024 per e-mail ontvangen) verzoekt Natuurmonumenten, mede namens Wereld Natuurfonds, Stichting De Noordzee, Vogelbescherming Nederland, Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland, Stichting Duinbehoud en Stichting Het Zuid-Hollands Landschap, aan mij om uitvoering te geven aan de, per besluit van 5 april 2023 door mij opgelegde last onder bestuursdwang jegens het Havenbedrijf Rotterdam.
Op grond van artikel 5:31a, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht dient, in uw optiek, binnen vier weken een beslissing op uw verzoek gegeven te worden. U wilt de gevraagde beslissing op uw verzoek èn de definitieve vaststelling van het beoogde Toegangbeperkende Besluit (hierna: TBB) binnen die termijn van vier weken tegemoetzien.
Uw verzoek
In het betreffende besluit van 5 april 2023 is de volgende last onder bestuursdwang aan het Havenbedrijf Rotterdam opgelegd:
Het Havenbedrijf Rotterdam NV dient als vergunninghouder te zorgen voor tijdige compensatie van de natuur wegens de aanleg van de Tweede Maasvlakte. Het Havenbedrijf is gehouden te bevorderen dat: 'De minister binnen zes maanden het huidige TBB Voordelta van 9 juni 2008 zal aanpassen zodat bodemberoerende visserij, waaronder in ieder geval garnalen- ensis- en spisulavisserij in voornoemd gebied niet meer zal zijn toegestaan.'
De begunstigingstermijn voor het uitvoeren van deze last verstreek op 5 oktober 2023.
U wijst er in dat kader op dat van een bestuursorgaan dat bestuursdwang aanzegt, indien niet aan de opgelegde last wordt voldaan, verwacht mag worden dat het de bestuursdwang ook effectueert. Uit vaste jurisprudentie volgt dat zowel de door de overtreden voorschriften beschermde belangen als de geloofwaardigheid van de overheid tot dit uitgangspunt nopen. Zie bijvoorbeeld: Rechtbank Zeeland West-Brabant 6 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7374 en ABRvS 28 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2547.
Nu het niet mogelijk blijkt om in minnelijk overleg tot een datum voor de uitvoering van de benodigde maatregelen te komen, vordert het belang van de natuur in uw visie dat u mij nu vraagt om de last daadwerkelijk uit te voeren. Naar uw mening zou dit betekenen dat ik overga tot het definitief vaststellen van het beoogde TBB.
Beoordeling van uw verzoek
In de eerste plaats merk ik, meer procedureel, op dat uw verzoek enkel kan zien op de aan het Havenbedrijf Rotterdam opgelegde last. Het is in juridische zin middels dit verzoek niet mogelijk mij rechtstreeks te verzoeken om binnen vier weken tot een definitieve vaststelling van het gewijzigde TBB over te gaan.
Meer inhoudelijk stel ik vast dat de last, zoals opgelegd aan het Havenbedrijf Rotterdam, haar slechts ertoe beoogde aan te zetten om te bevorderen dat ik zou overgaan tot het vaststellen van het beoogde gewijzigde TBB.
Ik constateer evenwel ook dat er nog enige tijd nodig is om tot de beoogde wijziging van het TBB te komen.
In onderstaande ga ik meer inhoudelijk in op mijn overwegingen.
U bent bekend met de brief van 6 april 2024 (DGNV/ DGNV-M/47407885) waarin is ingegaan op uw schrijven van 6 februari 2024 waarin u uw zorgen heeft geuit over de inwerkingtreding van de beoogde maatregelen.
U vroeg mij reeds in die brief om mij te houden aan het de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 15 november 2022 (ECLI:NL:RBMNE:2022:4557), het hoger beroep daartegen in te trekken en het definitieve besluit over het maatregelenpakket uiterlijk 29 februari te publiceren.
Ik heb in mijn brief van 6 april 2024, samengevat, gesteld dat:
- ik zorgvuldige uitvoering dien te geven aan de 'motie Flach' zoals aangenomen op 19 maart 2024 en voor het uiteindelijk resultaat daarop ook voldoende draagvlak binnen de Tweede Kamer nastreef;
- ik pas een definitief TBB kan afgeven nadat ik een formeel positief advies van de Europese Commissie heb ontvangen over het voorgenomen maatregelenpakket;
Pas daarna kan ik een definitief besluit nemen over het totale maatregelenpakket inclusief flankerend beleid. En opvolgend overgaan tot de beoogde wijziging van het betreffende TBB.
Ik constateer dat het Havenbedrijf Rotterdam al het mogelijke heeft gedaan qua inspanningsverplichting die uit de opgelegde last voortvloeit en zij in die zin aan de opgelegde last heeft voldaan. Ook constateer ik dat de huidige voortgang beïnvloed is door factoren buiten de invloedsfeer van het Havenbedrijf. Maar gezien het voorgaande kan en wil ik op dit moment, omwille van een zorgvuldig proces, geen uitvoering geven aan de Uitwerkingsovereenkomst zoals gesloten tussen het Havenbedrijf en mijn rechtsvoorganger.
De door het Havenbedrijf geleverde inspanningen hebben in dit stadium dus effectief nog niet tot het gewenste resultaat geleid en duidelijk is dat dit nog enige tijd in beslag zal nemen. Er is daarom aanleiding om de opgelegde last, gezien de huidige stand van zaken, te verlengen.
Besluit
Vanuit het voorgaande besluit ik uw verzoek tot effectuering van de opgelegde last onder bestuursdwang jegens het Havenbedrijf Rotterdam af te wijzen, mede onder verwijzing naar mijn aanstaande besluit tot verlenging van de betreffende last.
Wel wordt vanuit het ministerie zelf uiteraard onverminderd al het mogelijke gedaan om te bevorderen dat de hiervoor geschetste stappen en acties met voldoende voortgang uitgevoerd worden.
De last onder bestuursdwang zal ik, zoals gesteld, met een separaat besluit verlengen.
De Minister voor Natuur & Stikstof
namens deze:
DG Natuur & Visserij
Bezwaar
Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:
De Minister voor Natuur en Stikstof
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
afdeling Juridische Zaken
Postbus 40219
8004 DE Zwolle
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en
d. de gronden van bezwaar.
Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.