Geachte,
Op 21 maart 2023 heeft u een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) aangevraagd vergunning voor het boren van een exploratieput vanaf het bestaande platform P11-B-De Ruyter naar het Johan de Liefde prospect in het naburige P10b mijnbouwblok. Het project is gelegen in het Natura 2000-gebied Bruine Bank.
Procedure
Bij e-mail van 30 maart 2023 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.
Wijziging na ontwerpbesluit
Op 29 september 2023 ontving ik van u een e-mail met daarin het verzoek de geldigheidsduur van de Wnb-vergunning met één jaar te verlengen tot 31 december 2025. Dit vanwege het kunnen doen van investeringen, nadat alle vergunningen rond zijn. Voor die tijd kan niet worden begonnen met het contracteren van de mobiele boorinstallatie en noodzakelijke materialen met een lange levertijd. Beschikbaarheid van de boorinstallatie en tijdige levering van materialen voor het vierde kwartaal van 2024 zijn zeer onzeker. Ik onderschrijf dit en verleng de geldigheidsduur van de Wnb-vergunning tot 31 december 2025, zoals opgenomen in voorschrift 24 van de vergunning.
Op deze aanvraag is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, zoals opgenomen in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), van toepassing. Van 24 augustus tot en met 5 oktober 2023 was het mogelijk om een zienswijze in te dienen op het ontwerpbesluit via
https://www.rvo.nl/onderwerpen/wet-natuurbescherming/reageren-op-projecten/proefboring-noordzee. Binnen deze periode zijn geen zienswijzen door mij ontvangen. Het ontwerpbesluit is daarom zonder inhoudelijke wijzigingen, op verlenging van de looptijd van de vergunning na, omgezet in het onderhavige definitieve besluit.
Besluit
Ik verleen u hierbij de gevraagde vergunning.
In dit besluit vindt u, naast de vergunningvoorschriften ook de inhoudelijke overwegingen die eraan ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.
AANVRAAG
1.1. Onderwerp
Dana Petroleum Netherlands B.V. (hierna: Dana) is voornemens vanaf P11-B-De Ruyter een exploratieput te boren naar het Johan de Liefde-prospect in het naburige P10b mijn-bouwblok. Het platform ligt in de Nederlandse Exclusieve Economische Zone (EEZ), in het Natura 2000-gebied Bruine Bank.
Het voornemen betreft de uitvoering van een proefboring om vast te stellen of er economisch winbaar aardgas aanwezig is. De activiteiten omvatten het tijdelijk plaatsen van een mobiel boorplatform, het de zeebodem in heien van een conductor (waarbinnen de eigenlijke boring zal worden uitgevoerd) en het boren van de put. Dit boorplatform wordt op al bestaande verstevigingen op de zeebodem (rock pads) naast het productieplatform P11-B De Ruyter geplaatst. Bij het heien wordt er gebruik gemaakt van een Acoustic Deterrent Device (ADD) in combinatie met het langzaam opstarten van de geluid veroorzakende werkzaamheden (soft start). Het heien duurt minder dan een dag. De boorwerkzaamheden vinden vervolgens plaats in een continurooster (24 uur per dag, 7 dagen per week). Indien er gas wordt aangetroffen, put gecompleteerd
(voorbereid en uitgerust voor de productie van gas) en daarna schoongeproduceerd. Bij het schoonproduceren worden in de put achtergebleven resten van de boorspoeling en boorgruis verwijderd. Het schoonproduceren kan enkele dagen in beslag nemen. Er zal hierbij getracht worden om fakkelen te
voorkomen. Indien dit om operationele redenen niet mogelijk mocht blijken, dan wordt fakkelen tot een minimum beperkt en zal er niet langer dan 30 uur gefakkeld worden over een periode van 2 dagen. Als de boring succesvol is, wordt de put aangesloten op productieplatform P11-B-De Ruyter. Abandonnering zal later tegelijk met de verwijdering van het platform plaatsvinden.
Voor een uitgebreidere beschrijving van de voorgenomen activiteit verwijs ik naar de aanvraag en de bijlage daarbij.
1.2. Bevoegdheid
Op basis van artikel 1.3, lid 5, van de Wnb en de artikelen 1.2 en 1.3, lid 1, sub b, onder 3°, luidend: 'activiteiten ten aanzien van het opsporen, winnen of opslaan van diepe delfstoffen, bedoeld in artikel 1 van de Mijnbouwwet' van het Besluit natuurbescherming ben ik bevoegd om te beslissen op uw vergunningaanvraag.
De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder 'wet- en regelgeving'.
1.3. Vergunningplicht
De aangevraagde activiteit kan, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor de Natura 2000-gebieden Bruine Bank en Voordelta, de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied verslechteren of een significant verstorend effect hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen. Daarom geldt een vergunningplicht op grond van artikel 2.7, lid 2 van de Wnb.
1.4. Beoordeling van projecten en andere handelingen
1.4.1. Project met mogelijk significante gevolgen
De activiteit waarvoor u een vergunning aanvraagt, is een project in de zin van artikel 2.7, lid 2 van de Wnb dat, afzonderlijk of in cumulatie met andere plannen of projecten kan leiden tot significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura-gebied. Het betreft de uitvoering van bouwwerken of de totstandbrenging van andere installaties of (materiële) werken en andere (materiële) ingrepen in het natuurlijke milieu of landschap, inclusief de ingrepen voor de ontginning van bodemschatten.
De door u voorgenomen activiteiten zijn te beschouwen als één project omdat zij onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
1.4.2. Passende beoordeling
Voor een project dat afzonderlijk of in cumulatie kan leiden tot significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen, kan alleen een vergunning verleend worden als de aanvrager een passende beoordeling (hierna: PB) heeft overgelegd, waaruit zonder redelijke wetenschappelijke twijfel kan worden geconcludeerd dat het project niet zal leiden tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000-gebied. Deze moet rekening houden met de instandhoudingsdoelstellingen van het gebied. De PB biedt de grondslag voor de vaststelling van de aard en omvang van de gevolgen of de cumulatieve gevolgen en de manier waarop in mitigatie van die gevolgen is voorzien. De PB toetst de effecten aan de instandhoudingdoelstellingen uit het aanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied Bruine Bank en het Natura 2000-gebied Voordelta.
In het onderstaande volgt mijn beoordeling van de effectenanalyse zoals die is neergelegd in de bij de aanvraag gevoegde PB (bijlage 1).
BEOORDELING
2.1 Afbakening
Gebieden
De proefboring vindt plaats in Natura 2000-gebied Bruine Bank en op 58 km afstand van Natura 2000-gebied Voordelta.
Gevolgen
Voor de beoordeling van de gevolgen inventariseert de PB welke in redelijkheid denkbare typen gevolgen kunnen optreden. Dit zijn:
De beschermde waarden en de relevante instandhoudingsdoelstellingen van het betrokken Natura 2000-gebied staan vermeld op www.rijksoverheid.nl/lnv ('Onderwerpen' >'Natuur en Biodiversiteit' > 'Natura 2000').
Conclusie afbakening
Ik ben van oordeel dat de afbakening van het gebied en de inventarisatie van mogelijke gevolgen van het project op de natuurwaarden in de PB op een juiste wijze hebben plaatsgevonden.
2.2 Mogelijke effecten en mitigatie
Effecten ten gevolge van verstoring door bovenwatergeluid, onderwatergeluid, aanwezigheid en licht kunnen niet op voorhand worden uitgesloten.
Uit de PB volgt dat mogelijk significant negatieve effecten als gevolg van de
voorgenomen activiteit op de instandhoudingsdoelstellingen van
vogelsoorten waar het Natura 2000-gebied Bruine Bank voor is aangewezen kunnen worden uitgesloten. Dit geldt voor significant negatieve effecten van bovenwatergeluid en de effecten van verstoring door aanwezigheid en licht op zeevogels. Dezelfde conclusie is verbonden aan de effecten van verstoring door
onderwatergeluid op de instandhoudingsdoelstellingen van de bruinvis, gewone zeehond en grijze zeehond voor het Natura 2000-gebied Voordelta.
Om dit te borgen worden er standaardmaatregelen genomen, welke ik heb opgenomen als voorschrift 12 t/m 20 bij de vergunning.
2.3. Stikstofdepositie
Op 7 juli 2023 heeft een berekening plaatsgevonden met AERIUS Calculator (kenmerk: RSFF9gb2jUeT).
Uit deze berekening komt naar voren dat er op geen enkel relevant hexagoon sprake is van een depositie van meer dan 0,00 mol/ha/jaar. Effecten als gevolg van stikstofdepositie zijn uitgesloten. De AERIUS-berekening en toelichting daarop zijn toegevoegd als bijlagen bij dit besluit.
2.4 Cumulatie
Bij vergunningverlening voor een project moet een beoordeling plaatsvinden van de cumulatieve gevolgen als het project, afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen, significante gevolgen kan hebben voor de desbetreffende Natura 2000-gebieden. Een vergunning kan alleen verleend worden als het project afzonderlijk of in combinatie met andere projecten geen significante gevolgen heeft.
Ik heb hiervoor al geconcludeerd dat de uitvoering van de voorgenomen activiteit zelfstandig beschouwd, niet kan leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in de betrokken Natura 2000-gebieden of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor de gebieden zijn aangewezen.
Ik concludeer dat in de aangeleverde PB een volledige en juiste cumulatietoetsing is uitgevoerd.
2.5 Conclusie
Met de door u uitgevoerde PB, de vergunningvoorschriften en de mitigerende maatregelen is de zekerheid verkregen dat het project waarvoor de vergunning is aangevraagd, niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van enig Natura 2000-gebied.
Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat de gevraagde vergunning, onder de opgenomen voorschriften en beperkingen, kan worden verleend.
VOORSCHRIFTEN
Ter bescherming van de in het Natura 2000-gebied Bruine Bank aanwezige beschermde natuurwaarden, verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen.
Algemeen
-
Deze vergunning staat op naam van Dana Petroleum Netherlands B.V. (hierna: vergunninghouder) (of diens rechtsopvolger).
-
Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de vergunninghouder of door (rechts)personen die aantoonbaar in opdracht van de vergunninghouder handelen. De vergunninghouder blijft daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning.
-
De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de vergunde activiteit wordt uitgevoerd over een (digitaal) exemplaar van deze beschikking, inclusief alle daarbij behorende bijlagen.
-
De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen zijn aantoonbaar op de hoogte van de inhoud en het doel van deze voorschriften en beperkingen
-
Het tijdstip waarop de vergunde activiteit daadwerkelijk wordt gestart, wordt minimaal een week voor de aanvang ervan gemeld aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ter attentie van het Team Natuurvergunningen (hierna: het bevoegd gezag).
-
De vergunde activiteit wordt uitgevoerd zoals de aangegeven in de aanvraag en bijbehorende rapporten en passende beoordeling en volgens de voorschriften en beperkingen die aan deze vergunning zijn verbonden. Bij eventuele strijdigheid van de aanvraag en de voorschriften en beperkingen van deze vergunning hebben de laatste voorrang.
-
Als zich een incident voordoet, meldt de vergunninghouder dit met alle relevante gegevens onmiddellijk aan het bevoegd gezag. Een incident is in dit geval een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied is of kan worden toegebracht, bijvoorbeeld wanneer onbedoeld vrijgekomen schadelijke stoffen een habitattype of habitat- of vogelrichtlijnsoort bedreigen.
-
Als zich een incident voordoet, is de vergunninghouder verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag.
-
De vergunninghouder volgt de aanwijzingen op die het bevoegd gezag geeft.
-
Zodra de werkzaamheden met betrekking tot de vergunde activiteit feitelijk zijn beëindigd, meldt de vergunninghouder dit uiterlijk binnen een week bij het bevoegd gezag.
-
Alle correspondentie met betrekking tot deze vergunning kan per reguliere post of per e-mail (wetnatuurbescherming@minlnv.nl) worden gedaan.
Nader inhoudelijke voorschriften
-
Het boorplatform wordt uitgerust met een horizontale fakkel.
-
Tijdens het schoonproduceren kan fakkelen plaatsvinden. Het fakkelen vindt niet langer dan 30 uur over een periode van twee dagen plaats. Het fakkelen start na zonsopkomst, om de aantrekkende werking van de vlam op vogels te beperken. Fakkelen na de astronomsiche schemering wordt zoveel mogelijk beperkt.
-
Indien er wordt gefakkeld wordt een vogelwachter geraadpleegd. De vogelwachter volgt vóór en tijdens het fakkelen de vogeltrek en adviseert omtrent het tijdstip en mogelijk onderbreken van fakkelen.
-
Verlichtingsarmaturen op het platform dienen zoveel mogelijk te zijn afgeschermd om onnodige lichtuitstraling te voorkomen.
-
Het boren van de exploratieput duurt ca. drie maanden, eventueel verlengd tot vier maanden indien er een sidetrack wordt geboord.
-
Oliehoudend boorgruis wordt door de vergunningverlener afgevoerd naar wal. Boorgruis met nog aanhangede OBM-boorspoeling wordt naar land afgevoerd en daar verwerkt in een speciale installatie. De olie wordt zoveel mogelijk teruggewonnen voor hergebruik. Gereinigd boorgruis wordt gestort op IBC-stortplaatsen.
-
Rest- en afvalstoffen worden door de vergunningverlener gescheiden afgevoerd.
-
Bij het heien van de conductor wordt een ADD (Acoustic Deterrent Device) in combinatie met een soft start toegepast.
-
De soft start dient minimaal 30 minuten lang te duren en te beginnen met 5 minuten op ca. 20% van de slagenergie, aansluitend kan de slagenergie geleidelijk naar 100% worden opgehoogd.
Toezicht
-
De vergunninghouder voert een administratie met daarin alle documenten die betrekking hebben op deze vergunning en op de naleving van de voorschriften, in het bijzonder de voorschriften 12 t/m 20.
-
De vergunninghouder geeft alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder en opsporingsambtenaren.
-
De vergunninghouder toont informatie en documenten op verzoek aan de bevoegde toezichthouder en opsporingsambtenaren.
Looptijd en geldigheid
-
De vergunning is geldig vanaf de datum van afgifte tot en met het moment dat de vergunde activiteit wordt beëindigd (zie voorschrift 10), en uiterlijk tot en met 31 december 2025.
TER INFORMATIE
Op grond van afdeling 4.1.1. van de Awb kan een verzoek tot wijziging van de vergunning worden ingediend.
Op grond van artikel 5.4, lid 1 en lid 2 van de Wnb kan de verleende vergunning worden ingetrokken of gewijzigd.
Als de vergunninghouder handelt in strijd met de vergunning, kan op grond van artikel 7.2, lid 2 van de Wnb een last onder bestuursdwang worden opgelegd.
Conform artikel 5:32, lid 1 van de Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen, in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.
Hoogachtend,
Minister voor Natuur en Stikstof,
namens deze:
MT-lid Directoraat-Generaal Natuur en Visserij
BIJLAGEN:
1. Ecologische effectbeoordeling Exploratieboring Dana NL P11-B-Johan de Liefde
2. AERIUS Calculator berekening
3. Aanvullingsverzoek Wnb-vergunning aanvraag exploratieboring P11-BJohan
de Liefde kenmerk DGNV / 28057893
4. Aanvulling Wnb-vergunningaanvraag exploratieboring P11-B - Johan de Liefde
5. E-mail d.d. 29 september 2023 'RC-23-5102 Ontwerpbesluit Wnb Ontwerpbesluit vergunning P11-B-Johan de Liefde - Verzoek verlenging geldigheid'
BEROEP
Bent u het niet eens met het definitieve besluit? Als belanghebbende kunt u hiertegen in beroep gaan. Bent u geen belanghebbende? Dan kunt u in beroep gaan als u op tijd een zienswijze heeft doorgegeven. Verschilt het definitieve besluit inhoudelijk van het ontwerpbesluit? Dan kunt ook in beroep gaan als u geen belanghebbende bent en geen zienswijze heeft doorgegeven.
U kunt uw beroepschrift digitaal of via een brief indienen.
Digitaal dient u in via het beroepschriftformulier:
https://formulier.rechtspraak.nl/burger/bestuur/beroepschrift/rechtbank
U heeft hier een DigiD voor nodig. Let op: het digitale beroepschriftformulier is niet bruikbaar voor rechtspersonen of voor gemachtigden van rechtspersonen. Bedrijven als een besloten vennootschep (bv) of naamloze vennootschap (nv) en organisatie als een stichting of vereniging dienen hun stukken op papier in. Een eenmanszaak, vennootschep onder firma (vof) of commanditaire vennootschap (cv) kan de formulieren wel gebruiken. Zij kunnen inloggen met hun DigiD.
Via een brief. Vermeld in uw beroepschrift:
-
uw naam en adres
-
het besluit waartegen u in beroep gaat
-
waarom u het niet eens bent met de beslissing van het bestuursorgaan
-
wat de beslissing volgens u moet zijn
Dateer en onderteken het beroepschrift. Uw woonplaats is bepalend bij de vraag bij welke rechtbank u uw beroepschrift moet indienen. Heeft u geen woonplaats in Nederland dan is de zetel van het bestuursorgaan bepalend.
Via https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Contact#contactgegevens kunt u nagaan bij welke rechtbank u uw beroepschrift moet indienen.
Stuur de stukken die belangrijk zijn voor de rechter mee met het beroepschrift. In elk geval: