Onderwerp: Bezoek-historie

Handhavingsverzoek Gasboringen Wapse; verzoek particulieren
Geldigheid:27-03-2023 t/m 31-12-2099Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte,

Op 9 december 2022 verzocht u, mede namens 86 andere natuurlijke personen uit buurtgemeenschap Doldersum en 30 andere natuurlijke personen uit de buurtgemeenschappen Wapse, Wateren en Oude Willem, om op grond van artikel 7.2, tweede lid, onderdeel a, van de Wet natuurbescherming (Wnb) onverwijld handhavend op te treden tegen Vermilion Energy Netherlands B.V. (Vermilion) met betrekking tot zijn activiteiten op gaswinningslocatie Wapse, Drenthe. U stelt dat Vermilion niet beschikt over een vergunning op grond artikel 2.7, tweede lid, en artikel 2.8, Wnb en dat de natuurlijke kenmerken en waarden van Nationaal Park Drents-Friese Wold, dat onderdeel is van Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold & Leggelderveld, door de activiteiten van Vermilion worden verstoord.

 

Besluit

Ik wijs uw verzoek om direct handhavend op te treden af.

Hieronder licht ik toe hoe de procedure tot nu toe is verlopen en licht ik toe wat de overwegingen zijn om uw verzoek af te wijzen.

 

Gevolgde procedure

Vergunningaanvraag en ontwerpbesluit

Op 12 oktober 2022 heeft Vermilion een aanvraag ingediend voor een vergunning op grond van de Wnb voor het uitvoeren van een tweetal diepboringen, inclusief voorbereidende werkzaamheden, en het in productie nemen van de geboorde putten op gaswinningslocatie Wapse.

Op 1 december 2022 heb ik besloten om Vermilion op grond van artikel 2.7, tweede lid, Wnb de gevraagde vergunning te verlenen. Met de door Vermilion uitgevoerde Passende Beoordeling (PB), AERIUS-berekeningen en de daarbij behorende documenten en de aan de vergunning verbonden voorschriften is de zekerheid verkregen dat de activiteit waarvoor de vergunning is aangevraagd, niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden.

Het ontwerpbesluit is op 9 december 2022 gepubliceerd via Publicatieplatform UitvoeringsContent (PUC). Op 10 december 2022 heeft publicatie op de website van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) plaatsgevonden. Het ontwerpbesluit lag van 10 december 2022 tot en met 21 januari 2023 ter inzage. In die periode kon eenieder zijn zienswijze op het ontwerpbesluit doorgeven. Deze inspraaktermijn is aangekondigd via de Staatscourant 2022, nr. 32956 op 9 december 2022. Voorts is de inspraaktermijn aangekondigd via het Dagblad van het Noorden op 10 december 2022 en de Westervelder Wolder Courant op 14 december 2022.

Handhavingsverzoek

Op 9 december 2022 heeft u per post een handhavingsverzoek ingediend. Dit handhavingsverzoek heb ik op 15 december 2022 ontvangen. De ontvangst daarvan heb ik op 22 december 2022 per post aan u bevestigd. In uw handhavingsverzoek heeft u aangegeven dat het verzoek tevens beschouwd moet worden als een zienwijze op het ontwerpbesluit. In mijn brief van 22 december 2022 heb ik u verzocht om separaat een zienswijze in te dienen, conform de in het ontwerpbesluit beschreven procedure. U heeft op 7 januari 2022 bij RVO een zienswijze ingediend.

Op 7 februari 2023 heb ik u, ingevolge artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) j° artikel 4:14, derde lid, Awb medegedeeld dat ik de beslistermijn zal verlengen tot 15 maart 2023. Dit vanwege de naar mijn oordeel noodzakelijke interne afstemming.

 

Belanghebbenden

Ik stel vast dat ... en .... in deze aangelegenheid als belanghebbenden op grond van artikel 1:2, derde lid, Awb kunnen worden aangemerkt. Daarom merk ik het handhavingsverzoek ingevolge artikel 1:3, derde lid, Awb aan als een aanvraag om een handhavingsbesluit.

 

Bevoegdheid

Activiteiten ten aanzien van het opsporen, winnen of opslaan van diepe delfstoffen, bedoeld in artikel 1 van de Mijnbouwwet zijn op grond van artikel 1.3, vijfde lid, Wnb opgenomen in artikel 1.3, eerste lid, sub b onder 3° van het Besluit natuurbescherming. Dat betekent dat ik, in plaats van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe, bevoegd ben tot vergunningverlening op grond van artikel 2.7, tweede lid, Wnb en handhaving op grond van artikel 7.2, tweede lid, onderdeel a, Wnb.

 

Motivering handhavingsverzoek

Samengevat komt de kern van uw handhavingsverzoek op het volgende neer:

Hoewel Vermilion een Wnb-vergunning heeft aangevraagd, is deze (nog) niet verleend. Vermilion beschikt derhalve niet over een Wnb-vergunning. Sinds eind november 2022 worden evenwel al werkzaamheden door Vermilion uitgevoerd. U stelt dat de activiteiten van Vermilion significant negatieve gevolgen hebben op de natuurwaarden in Nationaal Park Drents-Friese Wold, dat onderdeel is van Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold & Leggelderveld, en in andere Natura 2000-gebieden. Omdat Vermilion daarmee handelt in strijd met de Wnb, verzoekt u om per direct handhavend op te treden.

Ter onderbouwing van uw handhavingsverzoek voert u, voor zover van belang, het volgende aan:

a) Stikstofdepositie

Uit de PB blijkt dat de werkzaamheden van Vermilion leiden tot een toename van stikstofdepositie van maximaal 0,22 mol/ha/jaar op Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold & Leggelderveld. Een dergelijke toename van stikstofdepositie maakt een Wnb-vergunning noodzakelijk. U stelt dat een beroep op de bouwvrijstelling na de Porthos-uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 november 2022 onmogelijk is geworden. Voorts stelt u de externe saldering die door Vermilion wordt toegepast ter discussie. U stelt dat dit niet conform de beleidsregels in- en extern salderen plaatsvindt en daarom mag dit niet worden toegestaan. Ten derde merkt u op dat niet voldaan wordt aan de vereiste 'additionaliteit', omdat niet aangetoond kan worden dat de vergunningen waarmee extern gesaldeerd wordt, niet nodig zijn voor natuurherstel van het Drents-Friese Wold. Desbetreffende vergunningen zijn mogelijkerwijs nodig voor natuurherstel, gelet op de mate van stikstofoverbelasting van het Drents-Friese Wold. Verder geldt volgens u een wettelijke plicht tot het legaliseren van PAS-melders, die prevaleert boven nieuwe activiteiten, waaronder ook begrepen de (voorgenomen) activiteiten van Vermilion. Ten slotte zou verleasing van stikstofrechten (en mogelijk ook extern salderen) niet toegestaan zijn op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn.

b) Verstoring lokale natuurdoelen

Daarnaast stelt u dat de werkzaamheden leiden tot verstoring van lokale natuurdoelen. Daarbij wordt onder meer gewezen op verstoring van kraanvogels, otters en verschillende soorten waarvoor het Drents-Friese Wold is aangewezen als Natura 2000-gebied. Door lichtuitstraling en geluidsverstoring zouden de natuurlijke kenmerken en waarden van dit gebied verstoord worden. Voorts wijst u nog op de toename van andere milieubelastende stoffen, zoals aardgascondensaat.

c) Herstel beekdal en bodemdaling

De activiteiten van Vermilion vinden plaats in een beekdal, waar de komende jaren beekdalherstel plaatsvindt. U stelt dat, volgens waterschap Drents Overijsselse Delta, gaswinning negatieve impact heeft op het watersysteem. Daarbij wijst u op het belang van watersysteemherstel, hetgeen nodig is voor natuurherstel.

d) Handhavingsverzoek Milieudefensie Westerveld

Ten slotte stelt u aan te sluiten bij de argumenten uit het handhavingsverzoek van Milieudefensie Westerveld d.d. 24 november 2022.

 

Reactie op het handhavingsverzoek

Als een wettelijk voorschrift wordt overtreden (in dit geval artikel 2.7, tweede lid, Wnb), zal het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel gebruik moeten maken van deze bevoegdheid. Dit vanwege het algemeen belang dat gediend is met handhaving. Dit is de beginselplicht tot handhaving. Op basis van vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State1 kan slechts onder bijzondere omstandigheden van handhaving worden afgezien door het bestuursorgaan. Dit doet zich voor indien concreet zicht op legalisatie bestaat (er is een vergunningaanvraag met PB ingediend), of als handhaving onevenredig zou zijn bij afweging van het natuurbelang tegen de belangen van de overtreder. Ook dan behoort van handhavend optreden in de concrete situatie te worden afgezien.

Eerstgenoemde situatie doet zich hier voor. Daarvoor verwijs ik naar mijn ontwerpbesluit van 1 december jl., waarin ik heb besloten om Vermilion op grond van artikel 2.7, lid 2, Wnb de gevraagde vergunning te verlenen. Op basis van de door Vermilion ingediende vergunningaanvraag inclusief PB d.d. 12 oktober 2022, AERIUS-berekeningen en de daarbij behorende documenten en de aan de vergunning verbonden voorschriften is de zekerheid verkregen dat de activiteit waarvoor de vergunning is aangevraagd, niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden. Derhalve is een concreet zicht op legalisatie aanwezig en wijs ik uw verzoek om handhavend op te treden af.

Uw argumentatie dient, voor zover dit niet reeds in het kader van de omgevingsvergunningprocedure aangevoerd had moeten worden, naar voren gebracht te worden in het kader van de zienswijzemogelijkheid tegen het ontwerpbesluit dan wel in beroep tegen het definitieve besluit. Zoals hierboven aangegeven, heeft u op 7 januari 2023 een zienswijze ingediend. Ik zal uw zienswijze, gezamenlijk met de andere ingediende zienswijzen, separaat beantwoorden door middel van een Nota van Antwoord. Zienswijzen worden bovendien betrokken bij het definitieve besluit op de vergunningaanvraag.

 

Hoogachtend,

De Minister voor Natuur en Stikstof,

namens deze:

MT-lid bij het Directoraat-Generaal Natuur en Visserij

BEZWAAR

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

  4. de gronden van bezwaar.

 

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

PUBLICATIE

Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het Ministerie van LNV onderhavig besluit openbaar maken. De besluiten op grond van de Wnb, waaronder onderhavige, zullen, onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op https://puc.overheid.nl/natuurvergunningen.

Naar boven