Onderwerp: Bezoek-historie

Ontwerpbesluit Handhavingsverzoek tav Maastricht Aachen Airport
Geldigheid:28-02-2022 t/m 31-12-2099Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte,

Met uw brief van 16 september 2021 (kenmerk 2021-010) verzocht u namens Coöperatie Mobilisation for the Environment UA om handhavend op te treden tegen Maastricht Aachen Airport (verder: MAA) vanwege het ontbreken van een vergunbare aanvraag voor een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming per 1 april 2021.

Verzoek

U verzoekt om het per direct laten staken van alle vliegbewegingen op MAA.

Besluit

Ik wijs uw verzoek om direct te handhaven af.

Hieronder licht ik u toe hoe de procedure tot nu toe is verlopen en ik licht u toe wat de overwegingen zijn om uw verzoek af te wijzen.

Gevolgde procedure

Ontvangstbevestiging en te volgen procedure

Uw brief met het verzoek tot handhaving werd door mij op 24 september 2021 ontvangen. Met de brief van 22 oktober 2021 (kenmerk DGNVLG/21259173) werd aan u de ontvangst van uw verzoek bevestigd. Ik stuurde u deze brief per mail van 25 oktober 2021.

Daarbij deelde ik u ook mee dat voor de afhandeling van uw verzoek de uitgebreide uniforme voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 Awb (verder UOV) gevolgd zou gaan worden. De procedure bedraagt daarom maximaal 26 weken. Ook werd in deze brief de verwachting uitgesproken dat medio januari 2022 een ontwerpbesluit kon worden verwacht.

Met uw brief van 15 november 2021 stuurde u mij, namens MOB, een ingebrekestelling vanwege het niet tijdig beslissen op het handhavingsverzoek. In uw brief geeft u aan dat u de ingebrekestelling stelde, vanwege het niet reageren op het handhavingsverzoek binnen 8 weken.

Ingebrekestelling

Op donderdag 25 november 2021 heeft de heer , beleidsmedewerker bij het Ministerie van LNV, u telefonisch geïnformeerd over de te volgen procedure ten aanzien van het handhavingsverzoek en de daar aan gekoppelde behandeltermijn van maximaal 26 weken. U gaf in dat gesprek aan dat u de ingebrekestelling (nog) niet zou intrekken. Mocht u wel tot dat besluit komen dan zou u dit laten weten. Er werd geen bericht van u ontvangen.

Vervolgens stuurde u op 13 december 2021 een mailbericht waarin u aangaf geen reactie op de afwijzing van de ingebrekestelling t.a.v. MAA te hebben ontvangen.

Op 7 januari 2022 ontving u van de heer een mailbericht waarin u werd meegedeeld dat uw mailbericht van 13 december 2021 niet het handhavingsverzoek ten aanzien van MAA betrof, maar een (kennelijk) ander door u ingediend handhavingsverzoek, nl. ten aanzien van Breda International Airport. U antwoordde daarop dat u twee dossiers met elkaar had verward.

Op 26 januari 2022 stuurde u opnieuw een mailbericht waarin u meedeelde dat uw mailbericht van 13 december 2021 toch MAA betrof en niet Breda International Airport. Ook gaf u (in het mailbericht van 26 januari) aan dat u het niet eens bent met het volgen van de procedure met toepassing van afdeling 3.4 Awb.

Er is verzuimd om u, zoals u zou kunnen afleiden uit de tekst van de brief met de ontvangstbevestiging (22 oktober 2021), te informeren over het nog niet hebben kunnen opstellen van een ontwerpbesluit. Dat betreur ik.

Vervolg verloop procedure

Uw verzoek tot handhaving is doorgestuurd (brief d.d. 22 oktober 2021 en kenmerk DGNVLG/21262171) naar MAA om hen in de gelegenheid te stellen een zienswijze te geven op uw verzoek tot handhaving. MAA heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt via de brief van 19 november 2021 (kenmerk SLM008488.BRF005.FV). In deze brief stelt MAA dat er wel een ontvankelijke aanvraag was ingediend en er geen grond is voor handhaving zoals door of namens MOB gesteld.

Motivering van de afwijzing van het verzoek tot handhaving

Met de brief van 31 maart 2021 werd namens MAA een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming aangevraagd.

Met de brief van 29 juli 2021 (kenmerk: DGNVLG/21201248) werd door mij aanvullende informatie gevraagd aan MAA.

Deze aanvullende informatie was met name gericht op de stikstofberekening, mede vanwege de wijziging van de regelgeving als gevolg van eindrapport van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof. Het instrument Aerius calculator werd mede als gevolg van dat advies ook aangepast. De termijn die werd gesteld voor het aanleveren van de aanvullende informatie werd gesteld op 10 weken vanaf 29 juli 2021.

Door MAA werd met de brief van 7 oktober 2021 (kenmerk SLM08448-WnbMAA) uitstel aangevraagd voor het aanleveren van de gevraagde aanvullende informatie omdat de (verplicht) te gebruiken versie van Aerius calculator nog niet beschikbaar was.

De berichtgeving toen, over het ter beschikking komen van de nieuwe versie van Aerius calculator, was dat deze vermoedelijk medio november 2021 ter beschikking zou komen. Aan MAA werd per brief d.d. 2 november 2021 (kenmerk DGNVLG/21262291) tot 5 januari 2022 uitstel verleend om de gevraagde informatie aan te leveren. Voor de planning van het opstellen van een ontwerpbesluit vergunning Wet natuurbescherming werd er van uitgegaan dat dit medio januari 2022 haalbaar zou moeten zijn. Dit moment werd ook aan u meegedeeld bij het u informeren over de ontvangstbevestiging.

Daarna werd duidelijk dat de versie van Aerius calculator niet in november 2021 maar op 13 januari 2022 beschikbaar zou komen.

Door MAA werd op 19 november 2021 het verzoek ingediend om de aanvullende informatie niet aan te moeten leveren per uiterlijk 5 januari 2022 maar dit te kunnen doen op 15 februari 2022.

Per mailbericht van 9 januari 2022 werd aan MAA bevestigd dat akkoord gegaan werd met het verzoek om per 15 februari de gevraagde aanvullende informatie te kunnen aanleveren.

Dit is de huidige situatie.

Ik ga ervan uit dat de gevraagde aanvullende informatie op uiterlijk 15 februari zal worden toegestuurd en ik daarna het ontwerpbesluit vergunning Wet natuurbescherming Exploitatie Maastricht Aachen Airport kan opstellen en publiceren.

In de beslissing op een eerder door MOB ingediend bezwaar (Brief RVO d.d. 29-09-2020 en kenmerk 494-39180) werd uiteengezet waarom toen het verzoek om direct handhaven op het ontbreken van een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming werd afgewezen.

De toen aangevoerde redenen gelden ook nu nog onverkort. Het aantal vliegtuigbewegingen ligt nog steeds onder het aantal waarvoor toestemming was in de referentiesituatie en dat geldt dan ook voor de stikstofdepositie.

De verwachting is dat als de aangevraagde aanvullende informatie is aangeleverd een vergunning kan worden verleend.

Op dit moment zie ik geen aanleiding om gevolg te geven aan uw verzoek tot handhaving.

De Minister voor Natuur en Stikstof

namens deze:

MT-lid bij het Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

Naar boven