Onderwerp: Bezoek-historie

Wet natuurbescherming; intrekking besluit en wijzigen looptijd vergunning onderhoud vaargeul Westerschelde
Ondertekeningsdatum:22-12-2021Geldigheid:22-12-2021 t/m 11-02-2022Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

[Besluit

Geachte mevrouw ,

Op 9 december jl. zond ik u het besluit d.d. 8 december op uw aanvraag om een vergunning op grond van de Wet natuurbescherming voor onderhoud van de vaargeul Westerschelde in de periode 2022-2028.

Helaas is nadien gebleken dat dit besluit niet op de juiste wijze tot stand is gekomen. Door een menselijke fout zijn drie zienswijzen die tegen het ontwerp-besluit naar voren zijn gebracht, in het ongerede geraakt waardoor zij niet bij mijn besluit zijn betrokken. Dit betekent dat mijn besluit, in strijd met Afdeling 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht, niet met de noodzakelijke zorgvuldigheid en afweging van belangen, is genomen. Ik betreur zeer dat deze situatie is ontstaan. Ik dien een nieuw besluit te nemen waarbij ik alle (in totaal vijf) ingediende zienswijzen betrek.

U heeft kenbaar gemaakt dat het voor de continuïteit in het onderhoud van de vaargeul noodzakelijk is om de werkzaamheden ook na 31 december 2021, de datum waarop de vigerende vergunning expireert, te laten plaatsvinden. Ik overweeg hierover het volgende.

Gedurende de looptijd van de vigerende vergunning is tot heden 62,1 miljoen m3 baggerspecie gestort. De maximaal toegestane hoeveelheid baggerspecie die op grond van de vigerende vergunning in de periode 1 januari 2015 tot en met 31 december 2021 mag worden gestort, zoals passend beoordeeld en vastgelegd in voorschrift 12, is 81,9 miljoen m3. Deze hoeveelheid is met 1,5 miljoen m3 ingeperkt door de wijziging van voorschrift 14 d.d. 6 augustus 2020 waarin de volgende hoeveelheden per macrocel zijn vastgelegd:

Maximale stortcapaciteit voor zeven jaar (miljoen m³)

Plaatranden

Nevengeulen

Hoofdgeul

Macrocel 1

7,1

7,7

0,0

Macrocel 3

0,0

8,4

0,0

Macrocel 4

3,4

2,8

21,7

Macrocel 5

6,3

9,8

4,9

Macrocel 6

0,0

2,1

4,15

Macrocel 7

0,0

0,0

2,05

Van deze hoeveelheden staat blijkens de uitgevoerde passende beoordeling die ten grondslag ligt aan de vigerende vergunning vast dat, mits wordt voldaan aan de voorwaarden uit de passende beoordeling en de voorschriften van de vergunning, significante gevolgen voor Natura 2000-gebieden zijn uit te sluiten.

Uw prognose, opgenomen in de e-mail van 22 december 2021, is dat in de periode van 1 januari 2022 tot en met 11 februari 2022 1,1 miljoen m3 baggerspecie gestort zal worden. Hiermee wordt nog steeds ruim onder de maximale hoeveelheid van de vigerende vergunning gebleven. Ik zie daarom aanleiding om de einddatum zoals opgenomen in voorschrift 43 van de vigerende vergunning op te schuiven en vast te stellen op 11 februari 2022.

Ik zal mij inspannen om uiterlijk 11 februari 2022 een nieuw besluit te nemen op uw aanvraag om een Wnb-vergunning voor vaargeulonderhoud in de periode 2022-2028, waarbij ik alle indiende zienswijzen heb betrokken. De indieners van zienswijzen zal ik hierover informeren.

Gelet op al het bovenstaande, besluit ik als volgt:

  • het besluit van 8 december 2021, kenmerk DGNVLG / 21308017, trek ik in;

  • artikel 43 van de vergunning d.d. 20 december 2013, kenmerk DGNR-RRE / 13194161, wordt als volgt gewijzigd:

De vergunning is, onverlet het bepaalde in voorschrift 34 tot en met 38, geldig van 1 januari 2015 tot en met 11 februari 2022.

Hoogachtend,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

namens deze:

wnd. directeur Natuur

BEZWAAR

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

  4. de gronden van bezwaar.

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

]

Naar boven