Onderwerp: Bezoek-historie

Onderzoeksmatige sleepnetvisserij met mosselkor; optimalisatie mosselpercelen
Geldigheid:30-07-2020 t/m 30-09-2020Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte

Per brief van 27 juli 2020 heeft u mij verzocht om toestemming voor een onderzoeksmatige sleepnetvisserij met de mosselkor in het Natura 2000-gebied Waddenzee.

Binnen het project 'Effect nieuwe mosselpercelen op vispopulaties' worden in augustus en/of september 2020 een aantal bemonsteringsactiviteiten uitgevoerd op een aantal locaties in de Waddenzee, waaronder een bemonstering met een mosselkor met omhullingskuil.

U heeft bij uw verzoek specifieke projectinformatie alsmede een aerius-berekening toegevoegd.

Voor deze activiteiten worden twee schepen ingezet: het ene schip voor bemonstering met de mosselkor met omhullingskuil, en het andere schip voor het uitzetten van kubben. Voor het bemonsteren van de locaties met de mosselkor is één week nodig. Het gaat om de vijf locaties in de Waddenzee: Oosterom, Kabelgat, Wolfshoek, Westkom West en Scheer. Een overzicht van deze locaties is opgenomen op kaarten binnen het projectplan. Dit projectplan is als bijlage bij de onderhavige brief toegevoegd.

Bevoegdheid

Het Ministerie van LNV is enkel voor de inzet van de mosselkor met omhullingskuil bevoegd gezag op grond van de Wet natuurbescherming (Besluit natuurbescherming; artikel 1.3, lid1, sub f onder 2). Het beoordelen onder de Wet natuurbescherming van het uitzetten van de kubben is een provinciale bevoegdheid.

Ecologische effectanalyse

Voor wat betreft de effecten op de relevante beschermde natuurwaarden ben ik, met u, van mening dat de voorgenomen activiteiten afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten geen significante gevolgen kunnen hebben voor de relevante beschermde natuurwaarden van het voorgenoemd Natura 2000-gebied, onder de premisse dat uitvoering zal plaatsvinden in overeenstemming met de aangeleverde projectomschrijving.

Stikstof

Uit de door u aangeleverde stikstofberekening (uitgevoerd met AERIUS Calculator) blijkt dat er geen sprake zal zijn van een depositietoename op de beschermde habitattypen of leefgebieden van beschermde soorten.

Eindoordeel

Ik ben, gezien het voorgaande, van mening dat er geen sprake is van een vergunningplicht op grond van de Wet natuurbescherming zoals opgenomen in artikel 2.7, lid 2, van de Wnb.

Publicatie

Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal ik het onderhavig rechtsoordeel openbaar maken. Onder anonimisering van de persoonsgegevens zal deze brief worden geplaatst op https://puc.overheid.nl/natuurvergunningen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:




C. den Hartog MSc.

MT-lid bij het Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

Bijlagen:

  1. Projectplan

  2. Aerius-berekening

Naar boven