Onderwerp: Bezoek-historie

Beslissing op uw aanvraag; Kokkelteelt Polder Wassenaar
Ondertekeningsdatum:04-06-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

[Geachte ,

Op 22 april 2020 heb ik uw aanvraag van 14 april 2020 om een vergunning voor het project Pilot kokkelteelt polder Wassenaar ontvangen. Ik beschouw de aanvraag van 24 januari 2020 die qua inhoud grotendeels gelijk is aan die van 14 april 2020, feitelijk als ingetrokken. Met de brief van 14 april 2020 zijn meegezonden de natuurtoets uit 2015 en de ecologische onderbouwing in de vorm van een brief van Staatsbosbeheer (hierna: SBB) van 17 april 2020.

Hieronder licht ik dit nader toe en leest u wat mijn beslissing is.

1 Inhoudelijke overwegingen

In de Natuurtoets Kokkelteelt Polder Wassenaar van 3 december 2015 zijn de effecten in de aanlegfase en de gebruiksfase van uw project beoordeeld. Op basis van de natuurtoets die als een verslechteringstoets is beschouwd, is op 30 mei 2016 aan u op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet) een vergunning met kenmerk DG-AN/16059505 verleend. Op grond van het overgangsrecht zoals vastgelegd in artikel 9.4, eerste lid, van de thans vigerende Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) gelden vergunningen als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Nb-wet als vergunningen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb.

De Nb-wetvergunning van 30 mei 2016 is verleend met een looptijd tot en met 31 december 2019. U vraagt thans verlenging aan voor de periode van 5 jaar voor het gebruiken van de buffers, raceways en de inlaatconstructie. Ik stel vast dat de voor uw project verleende Nb-wetvergunning op het moment van indienen van uw verlengingsverzoek niet langer rechtsgeldig was. Op dat moment is het van rechtswege niet meer mogelijk om de geldigheidsduur van de primaire vergunning te verlengen. Wat dan nog resteert is het opnieuw aanvragen van een vergunning.

Met het oog op een eventuele nieuwe vergunning heeft een ecoloog in dienst van SBB een oordeel gegeven over de actualiteit van de in de natuurtoets uit 2015 beschreven ecologische gegevens. Onder aantekening dat de activiteit wordt voortgezet op eenzelfde wijze als beschreven in de natuurtoets is hij van mening dat de (natuur-)toets nog steeds een juist beeld geeft van de invloed van deze activiteit (dat is de kokkelteelt in Polder Wassenaar) op de te beschermen natuurwaarden. Daarbij teken ik aan dat vorenbedoelde invloed in de gebruiksfase zich beperkt tot de aanwezigheid van de inlaat- en uitlaatconstructie en van ankerblokken binnen het Natura 2000-gebied Waddenzee. Volgens de natuurtoets leidt de aanwezigheid van de genoemde constructie niet tot verslechtering van de kwaliteit van het habitattype H1110 permanent overstroomde zandbanken en heeft de aanwezigheid van ankerblokken geen negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het habitattype H1140 slik- en zandplaten. Beide conclusies uit de natuurtoets zijn bevestigd in de inhoudelijke overwegingen bij de Nb-wetvergunning van 30 mei 2016.

Verder teken ik aan dat artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb recent is gewijzigd in verband de inwerkingtreding van de Spoedwet aanpak stikstof. De wijziging houdt in dat vanaf 1 januari 2020 alleen nog projecten vergunningplichtig zijn die afzonderlijk of in cumulatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kunnen hebben voor een Natura 2000-gebied. De daarvoor bestaande vergunningplicht voor niet-significante verslechtering – hetzij voor habitattypen hetzij voor leefgebieden van soorten – is daarmee komen te vervallen. Waar significante gevolgen op voorhand kunnen worden uitgesloten hoeft er ook geen passende beoordeling te worden gemaakt.

Op grond van het bovenstaande concludeer ik dat het niet mogelijk is om de looptijd van de aan u verleende Nb-wetvergunning te verlengen, noch om voor de gebruiksfase van uw project een nieuwe vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb te verlenen.

2 Besluit

Aangezien er door de aanwezigheid van de inlaat- en uitlaatconstructie en van de ankerblokken geen kans is op significante gevolgen (gevaar) voor de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Waddenzee, ontbreekt de verplichting tot opstelling van een passende beoordeling en is vergunningverlening in het kader van de Wnb derhalve evenmin aan de orde.

Dit houdt in dat het toegestaan is om uw project zonder Wnb-vergunning voort te zetten zolang de uitvoering van de activiteit niet wijzigt.

Met vriendelijke groet,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

namens deze:

C. den Hartog MSc

MT-lid van het Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

Bezwaar

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

  4. de gronden van bezwaar.

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

Publicatie besluit

Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het voorliggende besluit openbaar maken. De besluiten op grond van de Wnb, waaronder dit besluit, zullen, onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op https://puc.overheid.nl/natuurvergunningen.

Naar boven