Onderwerp: Bezoek-historie

Besluit op Handhavingsverzoek op grond van Wet natuurbescherming i.v.m. Verkeersbesluit Aanpassing van de maximumsnelheid op delen van autosnelwegen in beheer van het Rijk
Geldigheid:24-02-2020 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte

Met uw brief van 5 september 2019 verzocht u mij om handhavend op te treden tegen het zonder vergunning ingevolge artikel 2.7, lid 2, dan wel zonder passende beoordeling ingevolge artikel 2.8, lid 1 Wet natuurbescherming (verder: Wet nb) nemen en uitvoeren van het Verkeersbesluit Aanpassing van de maximumsnelheid op delen van autosnelwegen in beheer bij het Rijk, Staatscourant 15 december 2016, nr. 70410, verder: Verkeersbesluit.

Met deze brief beantwoord ik uw verzoek en motiveer daarbij mijn beslissing.

1 Besluit

Ik wijs uw verzoek om handhavend op te treden af.

Motivering van het besluit tot afwijzing van handhavend optreden

Procedureel

Op 5 september 2019 ontving ik uw verzoek tot handhaving.

Met mijn brief van 16 september 2019, kenmerk DGNVLG /19219556, stuurde ik u de ontvangstbevestiging van uw verzoek en deelde u onder meer mee dat uiterlijk 1 februari 2020 een besluit zou worden genomen op dit verzoek.

Met mijn brief van 22 november 2019, kenmerk DGNVLG/19278463, informeerde ik u tussentijds over de stand van zaken met betrekking tot bovengenoemd Verkeersbesluit. Dit naar aanleiding van het op 13 november 2019 door het Kabinet genomen maatregelenpakket om de maximumsnelheid op autosnelwegen te verlagen naar 100km/uur. Ik stelde u daarbij in de gelegenheid om uw handhavingsverzoek in te trekken dan wel te wijzigen aan de het op aan te passen.

Met uw brief door mij op 19 december 2019 ontvangen brief deelt u mij mee het handhavingsverzoek niet in te trekken en ook niet te wijzigen.

Zienswijze IenW

Met mijn brief van 12 september 2019, kenmerk DGNVLG/19265326, werd het Ministerie van Infrastructuur en Water (verder: IenW) in de gelegenheid gesteld om een zienswijze op het handhavingsverzoek in te dienen. IenW heeft een zienwijze ingediend en geconcludeerd dat VMD geen belang meer heeft bij het handhavingsverzoek. Handhaving zou betekenen dat de situatie ten aanzien van de maximumsnelheid op de onder het verzoek vallende autosnelwegen weer wordt teruggebracht naar de situatie van voor inwerkingtreding van het Verkeersbesluit. Dat betekent 120 km/u overdag en 130 km/u 's nachts voor de trajecten 1, 3 en 4 en op traject 2 een maximumsnelheid van 120 km/u.

Inmiddels heeft het Kabinet op 13 november 2019 besloten om de maximumsnelheid op autosnelwegen terug te brengen. De effectuering hiervan vindt plaats door middel van het Besluit van 19 december (Staatscourant RWS-2019/45657). Met dit besluit wordt de maximumsnelheid op alle autosnelwegen teruggebracht naar 100km/u gedurende 06.00 – en 19.00 uur en op die autosnelwegen waar buiten deze uren een maximumsnelheid was toegestaan van 120 of 130 km/u blijft dit gehandhaafd. Uitvoering van dit besluit is voorzien in de periode 12 maart – 16 maart 2020. Ook geeft de zienswijze aan dat uitvoering van het handhavingsverzoek niet leidt tot een voordeliger situatie ten aanzien van stokstofemissie en -depositie, dan uitvoering van het besluit tot terugbrenging van de maximumsnelheid.

Inhoudelijk

Uit de zienswijze van IenW kan worden afgeleid dat niet zou moeten worden overgaan tot uitvoering van het handhavingsverzoek vanwege het inmiddels ontbreken van een gerechtvaardigd belang voor VMD. Ik heb daar kennis van genomen.

Voor het besluit om niet tot handhaving over te gaan overweeg ik het navolgende.

Bij de voorbereiding van de totstandkoming van het Verkeersbesluit in 2015 is er ambtelijk overleg geweest tussen IenW (toen: het Ministerie van Infrastructuur en Milieu) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (verder: LNV). Daarbij is toen juridisch vastgesteld dat het Verkeersbesluit geen project was in de zin van artikel 2.7, lid 2 Wet nb (voorheen art 19d Natuurbeschermingswet 1998). Vergunningplicht op grond van artikel 2.7, lid 2 Wet nb, ziet op feitelijke handelingen. Een Verkeersbesluit is geen feitelijke handeling maar een rechtshandeling en daarmee geen vergunningplichtige activiteit. Dit standpunt is door LNV in 2017, ter gelegenheid van de uitbreiding van het aantal autosnelwegen waarvoor een verhoging van de maximumsnelheid ging gelden, herhaald.

Een Verkeersbesluit werd en wordt beschouwd als een plan in de zin van art 2.7, lid 1, Wet nb. Bij dergelijke plannen wordt door het bevoegd gezag voor dat plan ook een zogeheten plantoets opgesteld waarbij onder meer de effecten op de natuurwaarden worden beoordeeld. De latere ontwikkelingen van het wegverkeer zijn, als 'autonome ontwikkelingen aan te merken die niet als afzonderlijke vergunningplichtige N2000-activiteiten gelden'. Uitspraken hierover zien weliswaar op de omvang van het wegverkeer, maar besluiten tot het doorvoeren van snelheidswijzigingen kunnen, naar analogie, dienen ook zo te worden bezien. Daarmee is LNV geen bevoegd gezag ten aanzien van eventuele handhaving op het Verkeersbesluit.

Hoogachtend

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

namens deze,

C. den Hartog Msc.

MT-lid van het Directoraat-generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

Naar boven