Onderwerp: Bezoek-historie

Winningsplan Diever
Ondertekeningsdatum:08-05-2019

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

[Geachte heer,

Op 27 maart 2019 ontving ik uw definitieve verzoek om een bestuurlijk rechtsoordeel Wet natuurbescherming (Wnb) in relatie tot winningsplan Diever. U vraagt om een oordeel te geven over een eventuele vergunningplicht in het kader van de Wnb op basis van een bijgevoegde memo met titel 'Effectbeoordeling bodemdaling als gevolg van gaswinning Diever op de waterhuishouding en natuur'. De gaswinning vindt plaats nabij het Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold & Leggelderveld.

1 Voorgenomen activiteit

De gaswinning Diever is een bestaand project sinds de jaren negentig. De gaswinning Diever vindt plaats met een winningsinstallatie op de productielocatie Wapse in de gemeente Westerveld. Het gasvoorkomen ligt onder het Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold & Leggelderveld. In 2017 is door het toenmalige bevoegd gezag de minister van Economische Zaken een productieverhoging tot 1.500.000 nm3 ruw aardgas per dag beoordeeld op onder andere natuur en ecologie. Daarbij werd verwacht dat de winning in 2025 beëindigd zou worden. De voorgenomen activiteit is om de gaswinning verder te verhogen en de winning te verlengen tot het jaar 2040. Daartoe is op 27 juli 2018 een update van het winningsplan Diever ingediend bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in het kader van de Mijnbouwwet. De effectbeoordeling zal bij het winningsplan worden gevoegd, en dient in samenhang met het winningsplan te worden gelezen.

2 Bevoegdheid

De voorgenomen activiteit valt onder artikel 1.3, lid 1 sub 3o , van het Besluit natuurbescherming (Bnb), luidend: het opsporen, winnen of opslaan van diepe delfstoffen, bedoeld in artikel 1 van de Mijnbouwwet. Dat betekent dat ik bevoegd ben te beslissen op uw verzoek.

3 Vergunningplicht

Voor projecten en andere handelingen die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold & Leggelderveld, de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen, geldt een vergunningplicht ingevolge artikel 2.7, lid 2 en lid 3, onderdeel a, Wnb. Daar de voorgenomen activiteit een wijziging betreft van de hoeveelheid en duur van de gaswinning moet getoetst worden of dit project vergunningplichtig is aan de hand van een passende beoordeling.

4 Effecten gaswinning

De gaswinning tot en met 2040 leidt tot (verdere) bodemdaling en kan mogelijke gevolgen hebben voor de waterhuishouding en natuur. Verdroging en stikstof zijn de belangrijkste knelpunten in het N2000-beheerplan Drents-Friese Wold & Leggelderveld.

In de onderhavige effectbeoordeling is het cumulatieve effect beoordeeld van de gaswinning Diever en die in de omgeving zoals Eesveen op de toekomstige bodemdaling vanaf 2018 tot einde gaswinning in 2040. Door de voorgenomen verhoging van de gasproductie bedraagt de totale bodemdaling vanaf start tot einde productie maximaal 3.7 cm, waarvan per 2018 nog 1 tot maximaal 3 cm op kan treden ter plaatse van de grondwaterstand afhankelijke habitattypen.

5 Stikstofdepositie

In de onderhavige effectbeoordeling is stikstof niet meegenomen. Effecten van productieverhoging op stikstofdepositie zijn eerder beoordeeld binnen het kader van een onherroepelijke Omgevingsvergunning (2017) en MER1. Dat was ten opzichte van de vergunde situatie in 2015. De depositie komt bij productieverhoging niet uit boven de grenswaarde van 0.05 mol N/hectare/jaar. Onder deze omstandigheden geldt een vrijstelling van de vergunningplicht, ingevolge artikel 2.12 Bnb.

In het MER is aangegeven dat het aantal transportbewegingen van en naar de locatie niet zal wijzigen als gevolg van productieverhoging. Voor en na de productieverhoging zal de verwachte maximale hoeveelheid productiewater aan het eind van de levensduur van de put gelijk zijn. Want door de productieverhoging zal de put eerder uitgeproduceerd zijn ten opzichte van de reeds vergunde situatie.

Tijdens reguliere gasproductie vindt op de locatie geen emissie van stikstof plaats. De enige stikstofemissies die optreden zijn uitlaatgassen van de voertuigen die worden ingezet voor transport van en naar de mijnbouwlocatie en emissies tijdens de verlading van het productiewater en levering van de mijnbouwhulpstoffen.

Het aantal transportbewegingen is hoofdzakelijk afhankelijk van de hoeveelheid water die met de productie van het aardgas wordt mee geproduceerd. Er is uitgegaan van een worst case situatie met de maximale hoeveelheid te verwachten productiewater aan het eind van de levensduur van de put.

6 Beoordeling verdroging

Verdroging is in het Natura 2000-gebied een probleem en in het kader van de PAS-Gebiedsanalyse (2017) zijn er dan ook maatregelen voor de waterhuishouding opgenomen. Voor het gedeelte van het Natura 2000-gebied dat onder invloed kan zijn van het gasvoorkomen Diever laat de PAS-Gebiedsanalyse op de Natura 2000 maatregelenkaart waterhuishouding (kaart 12) herstelmaatregelen zien zoals maatregelen aan sloten en herinrichting middenloop Vledder Aa. De maatregelen zijn geborgd door een beheercommissie met onder andere Waterschap Drents Overijsselde Delta.

De aanvrager heeft laten verkennen of er sprake kan zijn van een relatieve verandering van de drooglegging door bodemdaling als gevolg van gaswinning. Er is van uitgegaan dat er mogelijk sprake is van negatieve effecten op grondwaterafhankelijke habitattypen bij een bodemdalingsverschil van 1 cm of meer of een afname van de drooglegging van meer dan 1 cm. In die situatie zijn significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen niet op voorhand zijn uit te sluiten zodat een passende beoordeling moet worden gemaakt. De habitattypen H4010A Vochtige heiden, H7110B Actieve hoogvenen, en H7150 Pioniersvegetatie met snavelbiezen zijn habitattypen die afhankelijk zijn van ondiepe grondwaterstanden. Het habitattype H3160 Zure vennen functioneert onafhankelijk van het regionale grondwatersysteem.

De conclusie van het ecologisch onderzoek is: 'De verwachte bodemdaling in het Drents-Friese Wood & Leggelderveld bedraagt maximaal 3,0 cm. Binnen de peilvakken ter plaatse van de grondwaterstandsafhankelijke vegetatie treedt een bodemdalingsverschil op van minder dan 1 cm waarmee geen negatieve effecten worden verwacht. Waterschap Drents Overijsselse Delta heeft aangegeven dat de bodemdaling in het Natura 2000-gebied zo gering is dat het voor de functie natuur benodigde waterpeil zonder problemen gehandhaafd kan worden. Negatieve effecten vanuit de bodem op beschermde natuurwaarden zijn hiermee op voorhand uit te sluiten. Er is geen nader onderzoek in het kader van de Wet natuurbescherming noodzakelijk.' 2

7 Overwegingen en conclusie

Ik deel uw conclusie dat er geen effecten zijn te verwachten op de relevante instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Drents-Friese Wold & Leggelderveld. Derhalve worden de natuurlijke kenmerken van het gebied niet aangetast en geldt er geen vergunningplicht op grond van de Wnb voor de voorgenomen activiteit.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, namens deze:

drs. S.P. Band

MT-lid Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

8 Bijlage:

1. Effectbeoordeling bodemdaling als gevolg van gaswinning Diever op de waterhuishouding en natuur d.d. 26 maart 2019, kenmerk BA5753WATNT1903261436.

]

Naar boven