Onderwerp: Bezoek-historie

selectiviteitsonderzoek garnalentuig
Ondertekeningsdatum:02-05-2019Geldigheid:02-05-2019 t/m 01-11-2021Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Geachte,

Op basis van uw aanvraag van 1 april 2019, namens de individuele benoemde natuurlijke personen of rechtspersonen zoals vermeld in bijlage 3 van onderhavig besluit, om een vergunning verleen ik hierbij vergunning op grond van artikelen 2.7, lid 2, jo. 1.3, lid 5 Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor het onderzoeksmatig uitvoeren van garnalenvisserij met diverse experimentele netvoorzieningen in de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone in het kader van het innovatieproject 'selectieve garnalenvisserij Waddenzee.'

Voor een weergave van de inhoud van de aanvraag en de relevante wet- en regelgeving verwijs ik naar bijlage 1 bij dit besluit. In deze bijlage treft u voorts mijn inhoudelijke overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen aan. Bijlage 2 betreft de Passende Beoordeling waar u in uw aanvraag naar verwijst. Bijlage 3 bevat de lijst van vergunninghouders. Ik merk op dat deze lijst gemaximeerd is tot acht vergunninghouders. Een aantal van deze vergunninghouders zullen door u nog op korte termijn specifiek benoemd worden en door u aan mij doorgemeld worden. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.

1 Voorschriften en beperkingen

Ter bescherming van de in de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone aanwezige beschermde natuurwaarden, verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen.

Algemeen

  1. Deze vergunning staat op naam van de individuele benoemde natuurlijke personen of rechtspersonen zoals vermeld in bijlage 3 van deze vergunning en een (maximaal) vijftal nog nader te specificeren beoogde vergunninghouders (hierna: vergunninghouders) (of diens rechtsopvolgers). Deze specificatie dient uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de start van hun inzet bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ter attentie van het Team Natuurvergunningen (hierna: het bevoegd gezag) schriftelijk ter nadere vastlegging te worden aangemeld.

  2. Deze vergunning wordt uitsluitend gebruikt door (medewerkers van) de vergunninghouders of aantoonbaar in opdracht van de vergunninghouders handelende (rechts)personen. De vergunninghouders blijven daarbij verantwoordelijk voor de juiste naleving van deze vergunning.

  3. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen beschikken op de plaats waar de vergunde activiteit wordt uitgevoerd over een kopie van deze beschikking, inclusief alle daarbij behorende bijlagen.

  4. De in voorschrift 2 genoemde (rechts)personen zijn aantoonbaar op de hoogte van de inhoud en het doel van deze voorschriften en beperkingen, zodanig dat zij daar ook invulling en uitvoering aan kunnen geven.

  5. De vergunde activiteit wordt overeenkomstig de ingediende aanvraag en bijbehorende passende beoordeling uitgevoerd, met inachtneming van de aan deze vergunning verbonden voorschriften en beperkingen. De netinnovaties dienen zodanig uitgevoerd worden dat zij in conformiteit met de omschrijving in bijlage 4 zijn. Bij eventuele strijdigheid van de aanvraag en/of passende beoordeling met de voorschriften en beperkingen in onderhavige vergunning, prevaleren deze laatste.

  6. Bij een opgetreden incident wordt onverwijld melding over de aard en omvang van het incident gedaan aan het bevoegd gezag onder overlegging van alle relevante gegevens. Onder incident wordt in dit verband verstaan 'een onvoorziene gebeurtenis waardoor schade aan de natuurlijke kenmerken in het betrokken beschermde gebied is of kan worden toegebracht' (bijvoorbeeld wanneer onbedoeld vrijgekomen schadelijke stoffen een habitattype of habitat- of vogelsoort bedreigen.)

  7. Bij een opgetreden incident is de vergunninghouder verplicht eventuele verontreinigingen zo mogelijk direct te laten verwijderen en de eventueel opgetreden schade voor zover mogelijk te herstellen, zulks ter beoordeling van het bevoegd gezag.

  8. Alle door of namens het bevoegd gezag te geven aanwijzingen en/of uitvoeringsbepalingen worden binnen de in de aanwijzing bepaalde termijn opgevolgd.

  9. Zodra vergunde activiteiten feitelijk zijn beëindigd, wordt dit uiterlijk binnen één week bij het bevoegd gezag gemeld.

  10. Alle correspondentie uit hoofde van deze vergunning kan per reguliere post of per e-mail (wetnatuurbescherming@minlnv.nl) worden gedaan.

Nadere inhoudelijke voorschriften

  1. In 2019 mogen er in totaal maximaal 30 testvisdagen per ontwerp uitgevoerd worden. Deze testvisdagen zijn uitwisselbaar onder het geheel van vergunninghouders tezamen: niet benutte testvisdagen op het ene ontwerp mogen benut worden als testvisdag op het andere ontwerp maar tot een maximum van 60 testvisdagen per ontwerp. De testvisdagen vinden plaats in de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone gezamenlijk.

  2. In 2019 mogen er maximaal 60 dataverzamelingsvisdagen en maximaal 12 waarnemersvisdagen uitgevoerd worden in de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone gezamenlijk.

  3. In 2020 mogen er maximaal 16 dataverzamelingsvisdagen en maximaal 12 waarnemersvisdagen uitgevoerd worden in de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone gezamenlijk.

  4. De in 2019 en 2020 niet benutte dataverzamelingsvisdagen en waarnemersvisdagen mogen in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 augustus 2021 ingezet worden door de vergunninghouders.

  5. De in de voorschriften 11 t/m 14 opgenomen totale aantallen aan dataverzameling- en waarnemersvisdagen staan ter beschikking aan het totaal van de (uiteindelijke) totale groep van maximaal 8 vergunninghouders.

  6. Door of namens de vergunninghouders wordt uiterlijk vrijdag 17:00 uur voorafgaand aan de betreffende week waarin test-, dataverzamelings- of waarnemersvisdagen zullen plaatsvinden, aan het bevoegd gezag opgaaf gedaan van:

    1. de locatie waar gevist wordt;

    2. de data waarop gevist wordt;

    3. de net- of tuigaanpassingen die getest worden.

  7. Wageningen Marine Research verstrekt, namens de daadwerkelijk actieve houders van de onderhavige vergunning, elke twee kalendermaanden een beknopt overzicht van de ondernomen test-, dataverzamelings- en waarnemersvisdagen aan het bevoegd gezag. De vergunninghouders dragen er zorg voor dat Wageningen Marine Research deze overzichten aanlevert.

  8. Wageningen Marine Research verstrekt, namens de daadwerkelijk actieve houders van de onderhavige vergunning, uiterlijk op 1 februari 2020 en 1 februari 2021 tussenrapportages aan het bevoegd gezag. De vergunninghouders dragen er zorg voor dat Wageningen Marine Research deze tussenrapportages aanlevert.

  9. Wageningen Marine Research verstrekt, namens de daadwerkelijk actieve houders van de onderhavige vergunning, uiterlijk op 1 november 2021 de eindrapportage bij het bevoegd gezag. De vergunninghouders dragen er zorg voor dat Wageningen Marine Research deze eindrapportage aanlevert.

  10. Het toegestane visgebied binnen de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone is gedefinieerd in het vergunningbesluit van 15 december 2016 (DGAN-NB/16144842) en daarop gevolgde afzonderlijke wijzigingsbesluiten.

  11. Bij de uitvoering van de experimentele garnalenvisserij gelden de voorschriften uit het voorgenoemd vergunningbesluit onverkort (omdat zij zien op de meer algemene uitvoeringsparameters van de garnalenvisserij in Natura 2000-gebieden), m.u.v. de voorschriften 5,7, 8 en 16 t/m 19.

  12. Bevissing van 'Zone III' is toegestaan omdat de beoogde experimentele netvoorzieningen louter worden toegepast in combinatie met de in zone III toegestane tuigen.

  13. De binnen deze vergunning toegestane experimentele netvoorzieningen beperken zich tot in de bijlage 4 bij dit vergunningbesluit gevoegde omschrijving.

    Toezicht

  14. De vergunninghouder geeft, overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht, alle medewerking aan de aangewezen toezichthouder(s).

Looptijd/geldigheid

  1. Onderhavige vergunning geldt voor wat betreft de feitelijke uitvoering vanaf het moment van afgifte van de vergunning tot en met 31 augustus 2021 en voor wat betreft het vergunningvoorschrift 19, tot en met 1 november 2021.

2 Ter informatie

Op grond van art. 5.1, lid 1 van de Wnb jo. afdeling 4.1.1. Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan een verzoek tot wijziging van de vergunning worden ingediend.

Op grond van artikel 5.4, lid 1 en lid 2, van de Wnb kan de verleende vergunning worden ingetrokken of gewijzigd.

Op grond van artikel 7.2, lid 2, van de Wnb kan een last onder bestuursdwang worden opgelegd.

Conform artikel 5:32, lid 1, Awb kan een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen, in plaats daarvan, aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen.

Hoogachtend,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
namens deze:

 


 

MT-lid Directoraat-Generaal Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

3 Bijlagen:

  1. Inhoudelijke overwegingen

  2. Passende beoordeling

  3. Lijst met vergunninghouders

  4. Technische omschrijving te testen configuraties

4 Bezwaar

Tegen dit besluit staat op grond van de Algemene wet bestuursrecht voor een belanghebbende de mogelijkheid open een bezwaarschrift in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit worden ingediend bij:

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Afdeling Juridische Zaken

Postbus 40219

8004 DE Zwolle

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste de volgende elementen bevatten:

  1. de naam en het adres van de indiener;

  2. de dagtekening;

  3. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is, en

  4. de gronden van bezwaar.

Het is raadzaam een kopie van dit besluit bij het bezwaarschrift te voegen.

5 Publicatie besluit

Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderhavig besluit openbaar maken. De besluiten op grond van de Wnb, waaronder onderhavige, zullen, onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op http://vergunningenbank.overheid.nl/wet-natuurbescherming

6 ONDERWERP AANVRAAG

De aanvraag betreft het voornemen van een maximaal achttal bedrijven/natuurlijke personen die onderzoeksmatig op garnalen willen vissen met experimentele netvoorzieningen. Dit onderzoeksmatig vissen zal plaatsvinden in de Natura 2000 gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone. De activiteiten vinden plaats in het kader van het innovatieproject 'selectieve garnalenvisserij Waddenzee'.

Vanuit het 'Verduurzamingsplan garnalenvisserij', onderdeel van het VIBEG 2.0 akkoord alsmede vanuit de MSC-eisen heeft de sector zich gecommitteerd aan de verbetering van de selectiviteit van haar vangsten. Daarnaast dwingt de aanlandplicht de sector om te innoveren op het vlak van hogere selectiviteit. U geeft aan dat er uit de eerdere testen veelbelovende resultaten zijn gekomen.

De ontwikkeling van de prototypes wordt begeleid door Wageningen Marine Research (hierna: WMR). De netvoorzieningen bestaan uit één of meerdere sorteerroosters en/of ontsnappingspanelen. De beoogde (drie) netinnovaties worden in een bijlage bij uw aanvraag omschreven. De netaanpassingen worden uitgetest zonder zeeflap om het effect van bepaalde netaanpassingen te kunnen meten zonder invloed van de zeeflap.

Het project wordt uitgevoerd tot feitelijk uitgevoerd tot en met 31 augustus 2021.

Onderzoeksopzet

Het onderzoek op zee kent de volgende fasen:

2019

Testreizen

Per experimenteel ontwerp zal één schip het ontwerp testen. Systematische dataverzameling blijft in deze fase nog achterwege omdat eerst moet blijken of het praktisch werkbaar vissen is met de ontwerpen. Er wordt gedurende tussen de één en zes weken per ontwerp getest voordat er over wordt gegaan op de dataverzamelingsreizen.

Dataverzamelingsreizen

Tijdens deze fase zullen de bemanningen aan boord zelf data verzamelen over de werkzaamheid van het experimentele tuig op basis van een bemonsteringsprotocol, opgesteld door WMR.

Waarnemersreizen

Indien op basis van de verzamelde data uit de voorgaande fase is gebleken dat het ontwerp veelbelovend is, zullen waarnemers van WMR meegaan om uitgebreidere data te verzamelen.

2020

In 2020 worden twee gekozen prototypes uit het onderzoeksjaar 2019 door de betrokken vissers verder getest en gefinetuned. Daarnaast is er ruimte om combinaties van prototypes te testen.

In 2020 kunnen er dataverzamelingsreizen worden ondernomen verdeeld over dezelfde drie vergunninghouders als waarop de begeleiding in 2019 irt de dataverzamelingsreizen betrekking hadden, aangevuld met 1 extra vergunninghouder.

Uitloop van de onderzoekswerkzaamheden is mogelijk; ik heb een hierop gericht voorschrift aan de vergunning verbonden welke ziet op het kunnen inhalen van de niet gerealiseerde onderzoeksinspanning. Zulks gedurende de eerste acht maanden van het jaar 2021.

Vislocaties

De locaties waar met de experimentele netontwerpen gevist wordt, het zwaartepunt ligt in het Natura 2000-gebied Waddenzee, worden in samenspraak met de vissers en de onderzoekers bepaald. Dit is afhankelijk van de omstandigheden die in dat seizoen gelden in een bepaald gebied en van de omstandigheden die vereist zijn voor een bepaald experimenteel ontwerp. Als het beoogde doel van een bepaald ontwerp bijvoorbeeld het laten ontsnappen van ondermaatse platvis is, dan wordt gezocht naar een locatie waar zich ondermaatse platvis bevindt zodat onderzocht kan worden of de aanwezige platvis uit het net kan ontsnappen.

Zone III

Het onderzoek dient ook te mogen plaatsvinden in de zogenoemde 'zone III-gebieden' vanuit het Toegangbeperkend Besluit Noordzeekustzone. In zone III mag uitsluitend met de best beschikbare vistechnieken worden gevist: in de vigerende Wnb-vergunning voor de reguliere garnalenvisserij zijn deze technieken nader aangeduid: de traditionele klossenpees en de Seewing (beiden met toepassing van de zeeflap). De netontwerpen die ontwikkeld worden binnen het Innovatieproject selectieve garnalenvisserij Waddenzee worden toegepast in combinatie met de voorgenoemde twee typen van tuigen. Het zijn derhalve aanpassingen die beogen de momenteel best beschikbare techniek nog verder te verbeteren. Experimentele inzet ervan zal dus, worst case, een gelijkblijvende impact op het mariene milieu hebben, maar naar verwachting juist nog minder impact hebben. De aanpassingen wijken niet dusdanig af dat ze niet gekwalificeerd kunnen worden als de best beschikbare techniek.

Door ook in zone III-gebieden te mogen vissen, kunnen de netontwerpen bovendien breed toegepast worden op visgronden waar de vissers normaliter ook komen. Op die wijze kunnen de vissers tevens hun kennis van de voor hen bekende visgronden benutten.

7 PROCEDURE

Op 2 april 2019 (uw kenmerk: 20326151) ontving ik uw aanvraag. Per e-mail van 8 april 2019 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

8 WETTELIJK KADER

Relevante artikelen Wet natuurbescherming

In relatie tot het betrokken Natura 2000-gebied zijn in deze relevant de artikelen 2.7, lid 2 , jo 1.3, lid 5 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb).

De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder 'wet- en regelgeving'.

Bevoegdheid

De voorgenomen activiteit valt onder artikel 1.3, lid 1, onder f, sub 2°, van het Besluit natuurbescherming (hierna: Bnb ), luidend: de uitoefening van sleepnetvisserij in zoute wateren.

Op grond van artikel 1.3, lid 5, van de Wnb, de artikelen 1.2 en 1.3 van het Bnb en het Besluit mandaat, volmacht en machtiging voor LNV 2017 (Staatscourant 15 november 2017, nr. 65924), in samenhang met het Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal voor Agro en Natuur van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2017 (Staatscourant 22 november 2017, nr. 67554), zijn de (plaatsvervangend) directeur van de directie Natuur en Biodiversiteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, alsmede het MT-lid van de genoemde directie wiens werkterrein het betreft, namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gemachtigd inzake de besluitvorming over vergunningaanvragen op grond van artikel 2.7, lid 2, van de Wnb.

Vergunningplicht

De aangevraagde activiteit kan mogelijk de kwaliteit doen verslechteren van of een significant verstorend effect hebben op de in hoofdstuk 4 genoemde beschermde natuurwaarden.

De beoordeling van projecten en andere handelingen

Project met mogelijk significante gevolgen

De door u voorgenomen activiteit is een project in de zin van artikel 2.7, lid 2 van de Wnb dat, afzonderlijk of in cumulatie met andere plannen of projecten kan leiden tot significante gevolgen (gevaar) voor de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura-gebied. Het betreft de uitvoering van bouwwerken of de totstandbrenging van andere installaties of (materiële) werken en andere (materiële) ingrepen in het natuurlijke milieu of landschap, inclusief de ingrepen voor de ontginning van bodemschatten. De door voorgenomen activiteiten zijn te beschouwen als afzonderlijke project omdat de deelactiviteiten (de onderscheiden fases) onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Passende beoordeling

Voor een project dat, afzonderlijk of in cumulatie kan leiden tot significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen, kan alleen een vergunning verleend worden als een passende beoordeling (hierna: PB) gemaakt is door de aanvrager, rekening houdend met instandhoudingsdoelstellingen van het gebied. De bij de aanvraag gevoegde PB biedt de grondslag voor de (nadere) vaststelling van de aard en omvang van de gevolgen (mede gelet op de eventuele cumulatie van gevolgen) en de wijze waarop in mitigatie is voorzien. In de PB zijn de effecten getoetst aan de instandhoudingdoelstellingen uit het aanwijzingsbesluit betreffende de Natura 2000 gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone. Een PB is niet vereist wanneer sprake is van een project dat direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied. Een PB is evenmin vereist wanneer sprake is van de herhaling of voortzetting van een plan of project waarvoor al eerder een PB is gemaakt en wanneer een nieuwe PB geen nieuwe inzichten kan opleveren. Dit laatste is in casu het geval. U heeft dan ook volstaan met een verwijzing naar de reeds vigerende PB voor de algemene garnalenvisserij in diverse Natura 2000-gebieden, waaronder de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone, daar waar de onderzoeksmatige garnalenvisserij met experimentele netconfiguraties overlapt met de uitvoering van de reguliere garnalenvisserij zonder deze aangepaste netconfiguraties.

De gevraagde vergunning kan slechts verleend worden, indien ik mij ervan heb kunnen verzekeren dat de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied niet aangetast zullen worden. In onderstaande paragraaf 4 volgt mijn beoordeling van duiding van effecten zoals door u specifiek aangeduid daar waar deze effecten niet reeds zijn afgedekt met de PB voor de algemene garnalenvisserij.

Beleid

Noordzeevisserij-akkoord 2017 ('VIBEG 2') (hierna: VIBEG-akkoord)

In het VIBEG-akkoord staat i.r.t. innovatieve ontwikkelingen o.a. het navolgende opgenomen:

Een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle verdere verduurzaming van de visserij is dat technische innovaties voortvarend door het bedrijfsleven worden opgepakt en geïmplementeerd. [...] Om ruimte te kunnen blijven bieden aan innovaties die kunnen leiden tot verdere verduurzaming van de visserij is het van belang deze ondernemers te stimuleren. Dit kan o.a. via privileges ten aanzien van de gebieden waar zij mogen vissen. Dit motiveert andere vissers dezelfde weg te nemen. Bij het uittesten van en de uiteindelijke implementatie van innovaties ten bate van ecologische verduurzaming (Zone III) dient wetenschappelijk onderbouwd te zijn dat de betreffende innovatie de impact van de visserij op de natuurwaarden aantoonbaar vermindert. Dit is verder uitgewerkt in het toetsingskader Best Beschikbare Techniek voor de garnalenvisserij [...]

De traditionele vorm van visnetten (V-vorm), technische ontwikkelingen en nieuwe materialen nodigen uit tot het inventariseren van innovatieve ideeën, is gebleken in de garnalenvisserij. Er lopen al diverse projecten rond innovatieve netvoorzieningen welke tevens hun weg kunnen vinden richting de garnalenvisserij.

Op grond van de vigerende Wnb-vergunning voor de reguliere garnalenvisserij is expliciet bepaald dat, op basis van het betreffende (door de garnalensector zelf aangeleverde) toetsingskader, de traditionele klossenpees (met zeeflap) en de seewing (met zeeflap) zich kwalificeren voor gebruik in zone III.

Convenant Transitie Garnalenvisserij en Natuurambitie Waddenzee (hierna: VisWad-akkoord)

In het VisWad-akkoord is het navolgende i.r.t. innovatie bepaald:

Het aanpassen van visserijtechnieken en –gedrag is een andere mogelijkheid om de effecten van de garnalenvisserij op bodem en visbestanden te verminderen. Naast technische maatregelen aan vistuigen en spoelsorteersystemen aan boord, zullen afspraken over een beperking van de vistijden leiden tot minder impact op de bodem. Welke maatregelen op enig moment het meest doelmatig zijn in relatie tot de beperkingen die er van uit gaan voor de visserij is nu vaak nog een open vraag en voor een deel al opgepakt in innovaties en gericht onderzoek. Het is ook hier waar vanuit het principe van 'leren door doen' progressie kan worden gemaakt. [...]

De resultaten van de uit te voeren studies en praktijkonderzoeken zullen leiden tot 'best practices' voor garnalenschepen die vissen in de Waddenzee. Het gaat daarbij om zowel de technieken (andere spoel-sorteersystemen en netaanpassingen) als het gebruik daarvan (visgedrag waaronder RTC's). [...]

9 INHOUDELIJKE BEOORDELING

Gebied

De betreffende activiteiten vinden plaats op, nog nader aan te duiden locaties binnen de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone.

De diverse beschermde waarden en de relevante instandhoudingsdoelstellingen van de betrokken Natura 2000-gebieden staan vermeld op www.rijksoverheid.nl/lnv ('Onderwerpen' >'Natuur en Biodiversiteit' > 'Natura 2000').

Gevolgen

Ten behoeve van de beoordeling van de gevolgen is reeds eerder, in het kader van de Passende Beoordeling welke de basis vormt voor de Wnb-vergunningverlening voor de reguliere garnalenvisserij, de activiteit van garnalenvissen i.r.t. de relevante beschermde natuurwaarden beoordeeld.

Conclusie afbakening

Ik ben van oordeel dat de afbakening van het gebied, gevolgen en natuurwaarden dat door de aangevraagde activiteit beïnvloed zou kunnen worden in de PB op een juiste wijze heeft plaatsgevonden.

10 CONCLUSIE VERGUNNINGVERLENING

Met de door u reeds eerder uitgevoerde PB als bedoeld in artikel 2.8, lid 1, van de Wnb is de zekerheid verkregen dat met het uitvoeren van de aangevraagde activiteit, rekening houdend met de relevante instandhoudingsdoelstellingen en met inachtneming van de in de vergunning opgenomen voorschriften, waaronder mitigerende maatregelen, geen aantasting zal optreden van de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden Waddenzee en Noordzeekustzone.

Op grond van het bovenstaande ben ik van mening dat de gevraagde vergunning, onder de opgenomen voorschriften en beperkingen, kan worden verleend

Naar boven