15 jaar Dienstencentrum Juridische Dienstverlening
Door majoor mr. Y.J. (Yvette) Foliant, mr. R.P. (Roxana) Slingerland en mr. S.L. (Sophie) van Veen-Visser1
- Algemeen Dagblad, 14 november 2017: 'Onderzoek naar Apache-ongeluk in Zoelmond, wat weten we nu'
- RTL nieuws, 12 februari 2018: 'Nederlandse F-16 vliegt tegen kabel in VS'
-RTL nieuws, 28 februari 2019: 'Oud-militair krijgt alsnog gelijk om chroom-6'
-NOS nieuws, 16 mei 2019: 'Onderzoek ombudsman: 'Veteranen moeten onaanvaardbaar lang wachten' '
-RTV Drenthe, 6 februari 2020: 'Letselschadejurist na ongeluk: militair voertuig had geen licht aan'
-Telegraaf, 14 maart 2020: 'Geen militair ontslaan die is vrijgesproken'
-RTL nieuws, 8 december 2020: '32 jaar in dienst: ontslagen wegens privéritjes met dienstauto'
1. Dienstencentrum Juridische Dienstverlening
Al ruim 15 jaar ondersteunt het Dienstencentrum Juridische Dienstverlening (JDV) de defensieorganisatie op een aantal rechtsgebieden. Het werk van JDV spitst zich tegenwoordig toe op het behandelen van (letselschade) claims, bezwaarschriften en de vertegenwoordiging van defensie in hieruit voortvloeiende gerechtelijke procedures.2 In de agenda was 25 juni 2020 gereserveerd om met een groot gezelschap in Utrecht stil te staan bij het jubileum.3 Deze dag -en daarmee de viering van het jubileum- is vanwege Covid-19 uiteraard uitgesteld. Om hier toch aandacht aan te geven, blikken we in deze bijdrage terug op 15 jaar JDV en beschrijven we de huidige werkzaamheden en ontwikkelingen.
Onder het logo van JDV staat een Latijnse spreuk uit het Romeinse recht 'Da mihi facta, dabo tibi ius', vertaald: 'geef mij de feiten, dan geef ik u het recht'. In 2019 heeft de directeur van JDV deze spreuk concreter gemaakt door de missie en visie aan te passen. De huidige misse is als volgt: 'JDV is de juridische dienstverlener voor defensie. Wij behandelen schadeclaims, adviseren in bezwaarzaken en vertegenwoordigen de defensieonderdelen in gerechtelijke procedures. Dit doen wij op een onbevangen, weloverwogen en omgevingsbewuste wijze en daarbij zoeken we de samenwerking met alle betrokkenen'. De visie daarbij luidt: 'Bezwaarden en claimanten krijgen, na een zorgvuldige afweging van argumenten en belangen, waar zij recht op hebben'. De huidige formatie van JDV kent afgerond 76 voltijdsequivalenten (vte): naast de directeur JDV, 31 bij Bezwaar en Beroep (B&B), 26 bij Claims Letsel en 10 alsmede 2 reservisten bij Claims Derden. Voor de ondersteuning beschikt JDV over 8 vte bij het bedrijfsbureau.
2. Kort overzicht van de afgelopen 15 jaar
JDV komt voort uit het Dienstencentrum Juridische Zaken Personeel (JUZA-P) van het Commando DienstenCentra.4 Verschillende diensten die de krijgsmachtdelen eerst afzonderlijk leverden, werden gecentraliseerd. Zo ook de adviserende juridische afdelingen van de krijgsmachtdelen die zich bezig hielden met bestuursrechtelijke procedures. Op 16 augustus 2004 werd daarvoor, met 43 vte, JUZA-P opgericht en gehuisvest in de toenmalige Admiraliteit op de Frederikkazerne in Den Haag. De afdeling behandelde alle bezwaar- en (hoger) beroepsprocedures over rechtspositionele aangelegenheden. Kort na de oprichting werden de afdeling Claims en het bureau Vorderingen, Inhoudingen en Kortingen (VIK) toegevoegd, wat leidde tot een reorganisatie. In september 2005 verhuisde JUZA-P, inmiddels met 63 vte, naar de Binckhorsthof en veranderde de naam in JDV. In 2008 was de reorganisatie voltooid en kende JDV 67 vte verdeeld over zes secties: Algemeen Juridische Aangelegenheden, Bedrijfsvoering, tweemaal B&B, Claims en VIK. Sinds oktober 2013 maakt JDV deel uit van de Divisie Personeel en Organisatie Defensie van het Defensie Ondersteuningscommando. In 2012 vertrok JDV uit het Haagse naar de Kromhoutkazerne in Utrecht. De afdeling Bijzondere Rechtspositie van het Dienstencentrum Human Resources (DCHR) nam in 2017 een aantal diensten van JDV over, te weten de juridische advisering, de behandeling van klachten ongewenst gedrag en de coördinatie van de mediationpool.5 Ook ging het bureau VIK dat jaar over naar het DCHR.
3. Huidige werkzaamheden
- Bezwaar & (Hoger) Beroep
Taakstelling
Defensiemedewerkers zijn uitgezonderd in de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren. Daardoor is het voor hen nog steeds mogelijk om bezwaar en (hoger) beroep in te dienen tegen elk besluit van defensie. Deze procedures bieden rechtsbescherming aan defensiemedewerkers. Door bezwaar te maken, wordt een bestreden besluit immers integraal heroverwogen en kan het worden herzien. Daarnaast kan een rechter beslissen of het besluit in stand moet blijven. De meeste bezwaren binnen defensie zien op financiële onderwerpen en functietoewijzing. Soms zijn er meerdere bezwaarschiften die betrekking hebben op één specifiek onderwerp, de zogenaamde 'clusterzaken'. Voorbeelden hiervan zijn de zaken uit 2016 over de financiële gevolgen van het begrip 'eigen huishouding' en uit 2018 over de vergoeding voor de ondersteuning na orkaan Irma op Sint Maarten. Alle bezwaren binnen defensie worden behandeld door de juristen van B&B6 behalve besluiten over aansprakelijkheid bij letselschadeclaims en in de dossiers waar een zogenaamde artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht (Awb)-commissie adviseert.7 Deze onafhankelijke commissie buigt zich voornamelijk over bezwaren naar aanleiding van besluiten voortkomend uit de Wet openbaarheid bestuur, de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 en van de Militaire Luchtvaart Autoriteit.
Werkwijze
Nadat een bezwaarschrift is ontvangen, controleert een medewerker van het bedrijfsbureau of aan alle juridische eisen voor het indienen van een bezwaarschrift is voldaan. Daarna wordt het dossier toegewezen aan een behandelaar of een zelfsturend team (ZST). Het merendeel van de behandelaars neemt deel aan zo'n ZST waarin zij onderling nieuwe zaken verdelen en bespreken. Sinds ongeveer zes jaar behandelt JDV bezwaarzaken zo informeel mogelijk. Dit past ook bij de huidige visie waarin JDV 'onbevangen' te werk gaat. Deze houding en aanpak houdt onder andere in dat de behandelaar met zowel de belanghebbende (degene die in bezwaar is gegaan) of diens gemachtigde als met vertegenwoordigers van het bevoegd gezag beziet of het volgen van de bezwaarprocedure wel de juiste weg is voor het (onderliggende) probleem. Indien er niet (direct) een oplossing wordt gevonden en de zaak via bezwaar verder zal worden behandeld, verzamelt de behandelaar alle relevante stukken, vraagt zo nodig om een reactie op het bezwaarschrift en geeft de betrokken partijen de gelegenheid om te worden gehoord. Hierna volgt de inhoudelijke heroverweging van het bestreden besluit waarin de behandelaar het besluit toetst aan wet- en regelgeving. Ontwikkelingen in de jurisprudentie zijn dus van belang. Zo is de reikwijdte van het vertrouwensbeginsel recentelijk door rechterlijke uitspraken vergroot.8 Het standpunt van een belanghebbende dat hij mocht vertrouwen op uitingen en gedragingen die gedaan zijn door iemand van defensie, zal eerder worden aangenomen. Dit heeft een directe impact op de behandeling van bezwaarzaken.
Na de heroverweging volgt het advies aan het bevoegd gezag en stelt de behandelaar een concept beslissing op bezwaar op. Als de medewerker zich niet kan vinden in het nieuwe besluit kan hij beroep instellen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de rechtbank Den Haag. Sinds de invoering van de Wet ambtenaren defensie is deze rechtbank voor alle defensiemedewerkers bevoegd. Tegen de uitspraak van de rechtbank kan vervolgens nog hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Een behandelaar van B&B vertegenwoordigt het bevoegde bestuursorgaan, vaak de Staatssecretaris van Defensie, bij deze gerechtelijke procedures. Regelmatig sluit ook een medewerker, zoals een leidinggevende of eenheidsjurist, aan voor het beantwoorden van inhoudelijke vragen of om meer beeld en geluid te geven bij de zaak. Hoewel het jammer is dat de medewerker en defensie niet samen tot een oplossing zijn gekomen en zich moeten wenden tot een rechter, biedt een rechterlijke uitspraak wel duidelijkheid. Zo heeft de Centrale Raad van Beroep meerdere keren de toch wel harde lijn van het drugsbeleid bevestigd.9 Het inlaten met drugs, betekent in beginsel ontslag op basis van wangedrag. Het komt ook voor dat het beleid van defensie juist niet wordt gesteund door een rechterlijke uitspraak. Zo heeft defensie het beleid over het huurplafond bij woningen voor defensiepersoneel geplaatst in het buitenland, moeten aanpassen.10 Ook het beleid omtrent het verlenen van het 'draaginsigne gewonden' doorstond de rechtelijke toetst niet.11
Ontwikkelingen
Onderstaand schema geeft de input van nieuwe bezwaarschriften weer alsmede het aantal ingestelde (hoger) beroepsprocedures.
|
2009
|
2010
|
2011
|
2012
|
2013
|
2014
|
Bezwaarschriften
|
1719
|
2211
|
2158
|
1771
|
1996
|
1558
|
Beroepsprocedures
|
326
|
464
|
468
|
393
|
314
|
312
|
Hoger beroepsprocedures
|
69
|
74
|
124
|
97
|
68
|
95
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
Bezwaarschriften
|
1768
|
1665
|
1418
|
1552
|
1566
|
991
|
Beroepsprocedures
|
313
|
273
|
229
|
213
|
184
|
136
|
Hoger beroepsprocedures
|
76
|
96
|
72
|
53
|
72
|
56
|
Wat opvalt is dat de input van bezwaarschriften, op 2020 na, de laatste jaren ongeveer gelijk blijft. De daling van 30% minder bezwaarzaken in 2020 valt mogelijk te verklaren door de gevolgen van de pandemie waardoor er aanzienlijk minder besluiten zijn genomen. Verder is goed te zien dat de bezwaarprocedure een zeefwerking heeft. Het aantal (hoger) beroepsprocedures is immers aanzienlijk lager dan het aantal ingediende bezwaarschriften. Dit is ook de bedoeling van de bezwaarprocedures van de Awb: idealiter een finale geschilbeslechting.
Om zo goed mogelijk te voorzien in de behoefte van het bevoegd gezag, is het 'klantoverleg' weer opgepakt. Behandelaars van B&B hebben sinds 2018 structureel overleg met vertegenwoordigers van verschillende onderdelen van defensie. Om de dienstverlening verder te verbeteren is in 2019 het project 'B&B 2.0' geïnitieerd. In dit project is een aantal onderwerpen geïdentificeerd waar nog winst op te behalen valt. Voorbeelden hiervan zijn het onderhouden van (telefonisch) contact, het verhogen van de tijdigheid, het verbeteren van de interne/externe informatievoorziening en het toegankelijker schrijven. Voor dit laatste onderwerp hebben alle behandelaars inmiddels een cursus 'begrijpelijk en empathisch schrijven' gevolgd. Dit past ook in de overheidsbrede ontwikkeling om informeler te werken en begrijpelijkere teksten te schrijven. In de loop van 2021 zullen de diverse onderwerpen van 'B&B 2.0' verder worden opgepakt en geïmplementeerd. Daarnaast staat dit jaar de verdergaande digitalisering op de planning. Sinds 2014 loopt al een pilot met diverse vakbonden waardoor zij digitaal bezwaar kunnen indienen. Sinds januari 2021 is digitaal bezwaar maken mogelijk voor alle defensiemedewerkers. Een webformulier wordt vanaf internet direct naar het bedrijfsbureau van JDV verzonden. Dit is een stap die logischerwijs past in de huidige digitale wereld. Ook noemenswaardig is dat JDV momenteel beziet op welke manier intervisie het werk én de kwaliteit van de behandelaars kan verbeteren. Dit in aansluiting op de advocatuur en andere beroepsgroepen die zich verder professionaliseren door deze methode voor reflectie en feedback.
- Claims Letsel
Taakstelling
Veteranen, (gewezen) militairen en burgermedewerkers die door de uitoefening van de dienst fysieke of psychische (im)materiële schade hebben opgelopen kunnen defensie hiervoor aansprakelijk stellen. Voorbeelden hiervan zijn claims naar aanleiding van een medische kunstfout, blootstelling aan een gevaarlijke stof zoals chroom-6 en (psychisch) letsel opgelopen tijdens een oefening of uitzending. Sinds medio 2014 bestaan de rechtspositionele Regeling Volledige Schadevergoeding (RVS)12 en de Uitvoeringsregeling Volledige Schadevergoeding (UVS). Deze regelingen zijn van toepassing op defensiemedewerkers die na 1 juli 2007 zijn ontslagen en waarbij een bepaalde mate van invaliditeit met dienstverband is vastgesteld. Het grootste deel van de claims die hieronder vallen, is afkomstig van veteranen die door een of meerdere uitzendingen een posttraumatische stressstoornis hebben opgelopen (PTSS). In de meeste RVS-dossiers is sprake van zwaar letsel met een grote impact op het leven van de veteraan en diens thuisfront. In het merendeel van de gevallen gaat het om jonge veteranen die als gevolg van de dienstverbandaandoening gedeeltelijk of volledig dienstongeschikt en/of arbeidsongeschikt zijn geraakt. Zonder de dienstverbandaandoening hadden zij nog een gehele loopbaan voor zich gehad. In de situatie met de dienstverbandaandoening moeten zij vaak rondkomen van een militair invaliditeitspensioen en/of een uitkering van het UWV. In de meeste gevallen is er tevens schade op het gebied van zelfwerkzaamheid. In ieder dossier wordt maatwerk geleverd. Dit vraagt dus ook om een zeer zorgvuldige behandeling. Vanwege de te grote werkdruk door de grote hoeveelheid (nieuwe) claims na de invoering van de RVS en de aansprakelijkstellingen in verband met blootstelling aan chroom-6, is het aantal letselschadejuristen de afgelopen jaren uitgebreid van 12 naar 27.13
Werkwijze
Bij binnenkomende claims wordt allereerst beoordeeld of er sprake is van een claim op basis van een aansprakelijkstelling of dat het gaat om een verzoek om volledige schadevergoeding op grond van de UVS.
Wanneer er sprake is een verzoek tot volledige schadevergoeding beoordeelt de letselschadejurist of er voldaan is aan alle voorwaarden om in aanmerking te komen voor de UVS. Daarna volgt overleg met de gewezen militair of veteraan (of diens belangenbehartiger) over de schadeposten en de hoogte van de schade. Het is daarbij gebruikelijk dat de jurist ter kennismaking, samen met de belangenbehartiger, een huisbezoek brengt aan de veteraan of gewezen militair. Hierdoor krijgt de jurist een beter beeld van de situatie en de vaak grote impact van de schade. Het gaat immers vaak om zwaar letsel. Ook biedt het huisbezoek de kans aan de gewezen militair of veteraan om vragen te stellen over het proces en zijn verhaal persoonlijk toe te lichten. Indien het betreffende dossier daartoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld om beter inzicht in de schade te krijgen, wordt er een medisch advies aangevraagd of kan er een deskundige worden ingeschakeld zoals een verzekeringsgeneeskundige, een arbeidsdeskundige of een bedrijfseconoom. Dit laatste is bijvoorbeeld nodig als de veteraan na zijn uitdiensttreding en vóór de uitval wegens de dienstverbandaandoening een eigen bedrijf heeft gehad. Indien er overeenstemming wordt bereikt over de hoogte van de schadevergoeding tekenen defensie en de veteraan of gewezen militair een vaststellingsovereenkomst waarin de aard van de schade en de hoogte van de schadevergoeding is opgenomen. Na ondertekening kent defensie bij besluit de overeengekomen schadevergoeding toe aan de veteraan of gewezen militair.
Mochten partijen het niet eens kunnen worden over de uitgangspunten voor de berekening van de schade, dan kunnen zij advies aanvragen bij de Commissie van Advies Volledige Schadevergoeding (CAVS).14 Het advies wordt in beginsel door defensie overgenomen en dient als basis voor het berekenen en toekennen van de vergoeding aan de gewezen militair of veteraan.
Bij een claim op basis van een aansprakelijkstelling stelt de letselschadejurist veelal eerst een onderzoek in. Afhankelijk van de specifieke situatie vraagt de jurist bijvoorbeeld het proces-verbaal van ongeval of een medisch advies op of vindt er een gesprek plaats met de claimant en/of diens belangenbehartiger. Ook kan de jurist een huisbezoek brengen. Indien defensie aansprakelijkheid erkent, volgt overleg over de schadeposten en de hoogte van het schadebedrag. Hierbij wordt getracht om in goed onderling overleg tot overeenstemming te komen waarna de afspraken worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. In het geval defensie besluit om geen aansprakelijkheid te erkennen kan de claimant bezwaar en (hoger) beroep indienen.15
Ontwikkelingen
Onderstaand schema geeft de input van nieuwe letselschade claims weer.
|
2014
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
Letselschadeclaims
|
322
|
380
|
619
|
472
|
414
|
372
|
315
|
Zoals uit het schema valt op te maken, is het aantal letselschadeclaims in 2020 gedaald ten opzichte van de daaraan voorafgaande jaren. Het ligt niet voor de hand dat dit te maken heeft met Covid-19 aangezien claims over het algemeen pas geruime tijd na het ontstaan van het letsel worden ingediend. Een verklaring voor de daling zou kunnen liggen in het feit dat er de afgelopen jaren minder militairen zijn uitgezonden en door het uitblijven van grote aantallen nieuwe claims ten gevolge van beroepsziekten.
Vanwege diverse klachten en signalen die de Veteranenombudsman heeft ontvangen over de lange behandelingsduur van verzoeken op basis van de RVS, startte hij op 21 april 2020 een onderzoek naar die behandelingsduur. Op 11 januari 2021 is het rapport hiervan verschenen met als titel 'Een onderzoek naar de behandelingsduur van verzoeken om volledige schadevergoeding bij het Ministerie van Defensie'.16 De ombudsman constateert dat de procedure zeer complex is en dat zorgvuldigheid dan ook van groot belang is. Er zitten immers grote gevolgen aan het vaststellen van het schadebedrag. Desalniettemin concludeert de Veteranenombudsman dat het proces in beginsel niet langer dan twee jaar mag duren. Uit het rapport volgt een aantal aanbevelingen voor duidelijkere communicatie en meer transparantie richting de veteraan. Daarnaast wordt geadviseerd om de stappen in de procedure tegen het licht te houden, omdat daarmee wellicht tijdswinst behaald kan worden.
Defensie was reeds voor afronding van het onderzoek van de Veteranenombudsman een pilot gestart met drie advocatenkantoren aangesloten bij de Militaire Balie. Het doel van de pilot is om te bezien of het mogelijk is om de afhandeling van zaken waarin al in een vroeg stadium overeenstemming is over de belangrijkste uitgangspunten te versnellen. Een andere inrichting van het werk, onder andere met meer ondersteuning door juridisch secretarieel medewerkers en het uitbreiden van het aantal letselschadejuristen, heeft een pro-actievere aanpak van de letselschadeclaims mogelijk gemaakt. Na de zomer van 2021 zal de Veteranenombudsman de effecten van de pilot bezien evenals de verbeteringen die de andere aanbevelingen hebben opgeleverd.
- Claims Derden
Taakstelling
Als bij derden onverhoopt schade ontstaat door het optreden en functioneren van de krijgsmacht zorgt de afdeling Claims Derden voor de afwikkeling hiervan. Ook als Defensie door toedoen van derden schade lijdt, verhaalt de afdeling die schade op (de verzekeraar van) de veroorzaker. Tot voor kort was de naam van deze afdeling 'Verkeer- en Oefenschade'. Aangezien er meer schadeclaims worden behandeld dan alleen die ten gevolge van verplaatsen en oefenen, te weten alle gevallen waarin derden defensie aansprakelijk stellen17, is eind 2020 gekozen voor de naam Claims Derden.18
De wettelijke basis voor het beoordelen en vergoeden van schades volgt grotendeels uit artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (de onrechtmatige daad), de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) en de jurisprudentie over compensatie op basis van een rechtmatige overheidsdaad. Om de overzichtelijkheid van het nadeelcompensatierecht te vergroten, komt er een algemene wettelijke regeling voor nadeelcompensatie in titel 4.5 van de Awb. Artikel 4:126 van de Awb regelt dan het recht op nadeelcompensatie.19 Bij claims waar de kosten die zijn ontstaan door toedoen van een derde partij worden teruggevorderd, de zogenaamde regresclaims, zijn de Verhaalswet Ongevallen Ambtenaren (VOA) en artikel 6:107a van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Claims Derden beoordeelt en behandelt onder meer20 de volgende schadeclaims:
- Materiële verkeersschade/schade aan voertuigen
Defensie is eigen risicodrager voor al haar voertuigen. Hierdoor draagt, beoordeelt en handelt defensie alle voertuigschade zelf af.
- Oefenschade
Door militaire oefeningen kunnen uiteenlopende schades ontstaan. Te denken valt aan schade aan boerderijen en vee door het laagvliegen door jachtvliegtuigen en helikopters, door schietoefeningen of het veroorzaken van schade met wielvoertuigen die oefenen in de strook (buiten de militaire oefenterreinen).
- Letselschade van derden
Dit betreft letsel dat wordt opgelopen door niet (voormalig) defensiemedewerkers. Voorbeelden hiervan zijn slachtoffers van verkeersongevallen waarvoor defensie aansprakelijk is of derden die zijn blootgesteld aan asbest of chroom 6.21 Ook valt te denken aan personen die letsel hebben opgelopen als gevolg van een arrestatie door de Koninklijke Marechaussee (KMar). Soms komt het ook voor dat derden letsel oplopen als gevolg van deelname aan een oefening. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het bliksemongeval in Ossendrecht in juni 2019 waarbij een VeVa leerling zwaargewond raakte.22 Tot slot kunnen ook werkgevers van personen die letsel hebben opgelopen door een gebeurtenis waarvoor defensie aansprakelijk is, een (regres)claim indienen.
- Oefeningen in buitenland en uitzendingen naar missiegebieden
In het NATO-SOFA (PfP SOFA) verdrag is vastgelegd dat als een NATO-bondgenoot in een partnerland (in NATO verband) schade veroorzaakt, het land waar de schade wordt veroorzaakt deze namens de NATO-bondgenoot afwikkelt. Dit is het geval bij oefeningen van Nederlandse militairen in het buitenland en van buitenlandse militairen in Nederland. Als het gastland geen NATO of PfP lidstaat is, worden aparte (vaak vergelijkbare) afspraken in een MOU (Memorandum of Understanding) vastgelegd.
Ten slotte zijn er nog de schades aan (eigendommen van) derden die ontstaan tijdens deelname aan internationale missies. Op vrijwel iedere internationale militaire operatie is een SOFA23of MOU van toepassing, waarin een paragraaf aan claims is gewijd. Een eventuele schadeclaim wordt in nauw overleg met de claimsofficer of de Senior National Representative ter plaatse afgehandeld. Naast de schuldvraag spelen hierbij ook andere zaken zoals force protection/winning hearts and minds een rol.
- Omzetderving naar aanleiding van nadeelcompensatie of rechtmatige overheidsdaad
Te denken valt aan bedrijven die omzetderving claimen bij evenementen zoals de Luchtmachtdagen waardoor hun vestiging minder goed bereikbaar was.
- Overig handelen van defensiemedewerkers
Voorbeelden hiervan zijn schade door (achteraf) onterechte invallen door de KMar, kosten ten gevolge van een gemiste vlucht door een verhoor op Schiphol, onderzoek of onterecht in beslag genomen goederen die zijn beschadigd of vernietigd.
-Regresclaims
Indien een derde schade toebrengt aan defensie, beoordelen de behandelaars van Claims Derden de schuldvraag en verhalen de vorderbare schade op (de verzekeraar van) de aansprakelijke partij. Te denken valt aan schade als gevolg van een verkeersongeval. Daarnaast kunnen, als een defensiemedewerker door toedoen van een derde letsel oploopt en heeft moeten verzuimen van zijn werk, de doorbetaalde loonkosten tijdens dit verzuim, medische kosten (bij militairen) en re-integratiekosten worden verhaald (op basis van de VOA).
Werkwijze
Na ontvangst van een claim beoordeelt de behandelaar of de informatie compleet is waarna de inhoudelijke behandeling start. Bij de verkeerschades en oefenschades is de doorlooptijd relatief kort. De behandelaar of Schadecommissaris Krijgsmacht (SCK) heeft binnen een week (en in de meeste gevallen zelfs binnen twee dagen) contact met de claimant voor het maken van een afspraak. Zeker bij oefenschades is dit huisbezoek een belangrijk onderdeel van het proces. Los van het gegeven dat het de SCK de gelegenheid biedt om vragen te stellen en de situatie zelf te beoordelen, krijgt de claimant namelijk ook een 'gezicht' bij defensie. Mede hierdoor (het persoonlijke contact tussen de SCK en de claimant) alsmede door voortvarend te werk te gaan en snel te beslissen, werkt Claims Derden ook aan draagvlak voor defensie.
Ontwikkelingen
Onderstaand schema geeft de input van nieuwe (Claims Derden) claims weer.
|
2014
|
2015
|
2016
|
2017
|
2018
|
2019
|
2020
|
Claims
|
1396
|
1245
|
1376
|
1392
|
1404
|
1251
|
1396
|
In 2021 zal de afdeling doorontwikkelen. De functiebeschrijvingen worden geactualiseerd en er zal een clustercoördinator worden geïntroduceerd.
4. Afsluiting
JDV ondersteunt al meer dan 15 jaar defensie in diverse juridische procedures. Door de jaren heen is het werk van JDV zich gaan toespitsen op de behandeling van bezwaarschriften, claims en daaruit voortvloeiende gerechtelijke procedures. De medewerkers van JDV hebben tijdens die behandeling veel contact met diverse personen binnen defensie, belangenbehartigers en gemachtigden en derden buiten de organisatie. Gezamenlijk proberen ze tot de meest rechtvaardige oplossing te komen waarbij JDV het uitgangspunt hanteert dat iedereen moet krijgen waar hij recht op heeft. Er zijn in 15 jaar duizenden besluiten heroverwogen, claims beoordeeld en rechtszaken gevoerd. De onderwerpen zijn heel divers: van een ogenschijnlijk simpele functietoewijzingszaak tot media- en politiek gevoelige dossiers zoals claims vanwege PTSS en chroom-6. Logischerwijs wordt er dan ook kritisch gekeken naar de manier waarop JDV opereert. Hoewel deze kritische blik vaak van buiten komt door onder andere berichten in de media, zijn het ook de JDV-medewerkers zelf die proactief bezien waar verbeteringen mogelijk zijn. Alles om op basis van de feiten en belangen recht te doen aan de situatie: Da mihi facta, dabo tibi ius.