gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de militaire kamer van de rechtbank Gelderland van 16 juni 2014 met parketnummer 05-901486-11 in de strafzaak tegen
[plaatsing].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1:
hij op of omstreeks 03 november 2011 te [A.], althans in Nederland of [C.], althans in Duitsland, een Aanvraagformulier huisvesting door Defensie (Verzoek toekenning huisvesting) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op voornoemd Aanvraagformulier huisvesting voor Defensie vermeld dat verdachtes woonplaats vanaf 1 december 2011 in Nederland zou zijn en/of dit aanvraagformulier heeft ondertekend, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2:
hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 1 oktober 2010 tot en met 1 december 2011 te [A.], in elk geval in Nederland, en/of te [B.] en/of [C.], in elk geval in Duitsland in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de BFG-registratie 2004, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten het aan verdachte verstrekken van brandstofbonnen en/of de teruggaaf van BTW en BPM, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft verdachte aan zijn werkgever geen mededeling gedaan dat hij in de periode oktober/november 2010 verhuisd was van [B.] naar [A.];
3:
hij op of omstreeks 01 februari 2011 te [A.], Nederland en/of [C.] althans in Duitsland, een Declaratieformulier voedingskosten (declaratie periode januari 2011) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op genoemd declaratieformulier het adres [adres] te [B.] ingevuld, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
4:
hij op of omstreeks 1 maart 2011 te [A.], Nederland en/of te [C.], althans in Duitsland, een Aanvraagformulier tegemoetkoming woon-werkverkeer dagelijks reizen militairen (met eigen huishouding) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op genoemd Aanvraagformulier het adres [adres] te [B.] ingevuld, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
5:
hij op of omstreeks 1 maart 2011 te [A.], Nederland en/of [C.] in Duitsland, een formulier Beëindiging huisvesting door Defensie - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op genoemd formulier het adres [adres] te [B.] ingevuld, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Ten aanzien van de feiten 1, 3, 4 en 5 is het volgende gebleken:
Op 3 november 2011 heeft verdachte op een Aanvraagformulier huisvesting door defensie (Verzoek toekenning huisvesting) vermeld dat hij vanaf 1 december 2011 in Nederland woonachtig is en dit formulier ondertekend. Op 29 november 2011 is de aanvraag door het bevoegd gezag toegewezen.
Op 1 februari 2011 heeft verdachte op een declaratieformulier voedingskosten (declaratieperiode januari 2011) als adres vermeld, [adres] te [B.] en dit formulier ondertekend. Op 1 februari 2011 heeft de functionele chef van verdachte zijn akkoord gegeven.
Op 1 maart 2011 heeft verdachte op een formulier Aanvraag tegemoetkoming woon-werkverkeer dagelijks reizen militairen (met eigen huishouding) en op een formulier Beëindiging huisvesting door Defensie, telkens als adres [adres] te [B.] vermeld en deze formulieren ondertekend.
De aanvraag tegemoetkoming woon-werkverkeer dagelijks reizen militairen (met eigen huishouding) is op 10 maart 2011 door DCHR/DIV ontvangen. Het bevoegd gezag heeft op 3 maart 2011 besloten dat de aan verdachte verleende huisvesting door defensie niet langer wordt verleend.
Ten aanzien van feit 2 is gebleken dat verdachte op 27 mei 2011 heeft verzocht om toekenning van een rantsoen brandstof in verband met zijn woon-werkverkeer tussen [B.] en [C.]. Deze aanvraag werd op 30 mei 2011 door DCIOD gehonoreerd.
Verdachte stelt dat hij in de periode van juni 2009 tot en met november 2011 met zijn gezin aan [adres] in [B.] woonde. Verdachte had weliswaar een nieuwbouwwoning gekocht aan [adres] in [A.] maar, omdat die woning nog niet gereed was, is hij pas in december 2011 met zijn gezin naar [A.] verhuisd.
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte tussen eind 2010 en december 2011 wel regelmatig in de woning in [A.] was om te klussen en dat ook de kinderen [kinderen] daar regelmatig verbleven omdat zij onder meer in [A.] sportten.
De nieuwbouwwoning aan de [adres] in [A.] is medio oktober 2010 opgeleverd.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat de woning van verdachte in oktober 2010 klaar was en dat verdachte in die periode ook naar zijn nieuwe woning in [A.] is verhuisd. Getuige [getuige 1] zag vanaf die tijd ook beide auto’s van verdachte en zijn echtgenote op de oprit van de woning aan [adres] te [A.] staan.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij de Nederlandse familie die tegenover haar woonde aan [adres] te [B.], dagelijks zag tot vlak voor Kerst in 2010 en daarna vrijwel nooit meer.
Gebleken is dat verdachte op 31 maart 2010 meubilair heeft gekocht en dat dit meubilair op 1 november 2010 is afgeleverd op het adres [adres] te [A.].
Op 6 september 2011 is op hetzelfde adres in [A.] door verdachte gekochte (dure) audio- en video-apparatuur van Bang en Olufsen geïnstalleerd. De monteur trof een bewoonde en volledig ingerichte woning aan.
Getuige [getuige 3] heeft in februari 2011 gezien dat het huis in [A.] erg mooi was ingericht en dat het niet de meubels waren die voorheen in het huis aan [adres] in [B.] stonden. Zij trof toen niemand aan bij het huis in [A.].
De conclusie van de verdediging dat, gelet op de constatering van de getuige [getuige 3] dat het andere meubels waren dan in [B.], de woning in [B.] dus nog bewoond werd, volgt het hof niet. Het hof volgt evenmin dat door het niet aantreffen van verdachte en zijn gezin in de woning in [A.] door getuige [getuige 3], bevestigd wordt dat verdachte dus nog in [B.] woonde.
In de verklaring van [getuige 3] dat zij in december 2010 een kerstkaart van het gezin van verdachte had ontvangen met daarop het nieuwe adres in [A.], ziet het hof wel een aanwijzing dat verdachte en zijn gezin naar [A.] waren verhuisd.
Uit de jaarafrekening 2010 en de eindafrekening (d.d. 14 december 2011) van Stadtwerke [B.] blijkt dat het stroom-, gas en watergebruik in de periode 1 januari 2011 –
1 december 2011 aanmerkelijk lager was dan in de periode 1 januari 2010 – 31 december 2010. Het energieverbruik in de woning in [A.] bedroeg in de periode van september 2010 tot en met augustus 2011 ongeveer evenveel als het energieverbruik in de woning in [B.] in 2010.
Dat de meterstanden van de woning in [B.] mogelijk verkeerd zijn gelezen als gevolg van een andere schrijfwijze van de cijfers in Duitsland, acht het hof niet aannemelijk geworden.
Het hof merkt voorts op dat verdachte voor het adres [adres] te [A.] een abonnement Internet Plus Bellen + Interactieve Televisie heeft afgesloten bij KPN voor de periode van 12 oktober 2010 tot en met 1 november 2011.
Ook heeft verdachte een abonnement op de [Regionale Courant] voor de periode 22 november 2010 tot en met 1 februari 2011 en voor de periode van 7 februari 2011 tot en met 30 mei 2011 afgesloten. Deze krant werd bezorgd in [A.]. Ter terechtzitting van het hof heeft verdachte verklaard dat hij niet wist dat die krant ook in [B.] bezorgd kon worden. Het hof acht deze verklaring niet aannemelijk.
Dat er al meubels in de woning in [A.] stonden om - ter voorkoming van inbraak - die woning een bewoonde indruk te laten geven, acht het hof niet aannemelijk. Zoals reeds vermeld, betrof het nieuwe meubels en nieuw aangeschafte geluids- en videoapparatuur met een dusdanige waarde, dat hun aanwezigheid eerder als inbraakbevorderend moet worden aangemerkt.
Op grond van het hiervoor overwogene, in onderlinge samenhang bezien, is het hof van oordeel dat verdachte en zijn gezin reeds in de tenlastegelegde periode in [A.] zijn gaan wonen.
Dat tijdens observaties de woning in [B.] in de tenlastegelegde periode een bewoonde indruk maakte doet aan het vorenstaande niet af. Het hof acht aannemelijk dat verdachte nog met enige regelmaat in de woning in [B.] kwam en ook in [B.] boodschappen deed en daar geld pinde.
Dat verdachte met de brandstofbonnen tankte bij het ARAL-tankstation in [B.] rechtvaardigt niet de conclusie dat verdachte en zijn gezin dus nog in [B.] woonden. [B.] ligt immers op de route [A.]-[C.]. Verdachte kon een tankbeurt nabij de woning aan de [adres] dus ook zonder noemenswaardige moeite combineren met een bezoek aan die woning.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:
hij op of omstreeks 03 november 2011 te [A.], althans in Nederland of [C.], althans in Duitsland, een Aanvraagformulier huisvesting door Defensie (Verzoek toekenning huisvesting) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op voornoemd Aanvraagformulier huisvesting voor Defensie vermeld dat verdachtes woonplaats vanaf 1 december 2011 in Nederland zou zijn en/of dit aanvraagformulier heeft ondertekend, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2:
hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 1 oktober 2010 tot en met 1 december 2011 te [A.], in elk geval in Nederland, en/of te [B.] en/of [C.], in elk geval in Duitsland in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten de BFG-registratie 2004, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten het aan verdachte verstrekken van brandstofbonnen en/of de teruggaaf van BTW en BPM, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft verdachte aan zijn werkgever geen mededeling gedaan dat hij in de periode oktober/november 2010 verhuisd was van [B.] naar [A.];
3:
hij op of omstreeks 01 februari 2011 te [A.], in Nederland en/of [C.] althans in Duitsland, een Declaratieformulier voedingskosten (declaratie periode januari 2011) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op genoemd declaratieformulier het adres [adres] te [B.] ingevuld, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
4:
hij op of omstreeks 1 maart 2011 te [A.], in Nederland en/of te [C.], althans in Duitsland, een Aanvraagformulier tegemoetkoming woon-werkverkeer dagelijks reizen militairen (met eigen huishouding) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op genoemd Aanvraagformulier het adres [adres] te [B.] ingevuld, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
5:
hij op of omstreeks 1 maart 2011 te [A.], in Nederland en/of [C.] in Duitsland, op een formulier Beëindiging huisvesting door Defensie - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk op genoemd formulier het adres [adres] te [B.] ingevuld, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.