Besluit traditiecommissie krijgsmacht 2016
De Minister van Defensie,
Artikel
1
Er is een traditiecommissie krijgsmacht, verder te noemen de commissie.
relaties0relaties0
Artikel
2
1. De commissie is belast met het adviseren van de Minister van Defensie inzake:
a.vaandels en standaarden, met inbegrip van opschriften;
relaties0
c.uniformering bij ceremoniële gebeurtenissen;
relaties0
d.wet- en regelgeving die raakt aan tradities;
relaties0
e.emblemen of vlaggen van de krijgsmachtdelen, de Bestuursstaf, het Commando Dienstencentra en de Defensie Materieelorganisatie;
relaties0
g.brevet- en herinneringsemblemen en andere uitmonsteringen van krijgsmachtbrede gelijke of vergelijkbare aard, gedragen op het uniform;
relaties0
i.militaire muziek en muziekkorpsen.
relaties0
relaties0 2. De commissie neemt kennis van de besluiten op het gebied van tradities bij de krijgsmachtdelen en coördineert deze met de andere krijgsmachtdelen.
relaties0
relaties0
Artikel
3
1. De commissie bestaat uit navolgende leden:
a.een voorzitter, zijnde een vlag- of opperofficier buiten dienst;
relaties0
b.de voorzitter van de Traditiecommissie Koninklijke Marine;
relaties0
c.de voorzitter van de Traditiecommissie Koninklijke Landmacht;
relaties0
d.de voorzitter van de Traditiecommissie Koninklijke Luchtmacht;
relaties0
e.de voorzitter van de Traditiecommissie Koninklijke Marechaussee;
relaties0
f.de directeur van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie;
relaties0
g.een medewerker van de defensiestaf, belast met museale aangelegenheden;
relaties0
h.de chef kabinet van de Commandant der Strijdkrachten;
relaties0
j.de protocolofficier van de Commandant der Strijdkrachten;
relaties0
k.een secretaris, op voordracht van de voorzitter aangewezen door de Commandant der Strijdkrachten.
relaties0
relaties0 2. Als een krijgsmachtdeel geen traditiecommissie heeft, treedt de chef kabinet van de commandant van het krijgsmachtdeel als lid van de commissie op.
relaties0 3. De voorzitter wordt door de minister van Defensie benoemd op voordracht van de Commandant der Strijdkrachten.
relaties0 4. De benoeming van de voorzitter geldt voor de duur van ten hoogste vijf jaar met de mogelijkheid van een eenmalige herbenoeming.
relaties0 5. Na consultatie van de leden, wijst de voorzitter een lid aan als een plaatsvervangend voorzitter.
relaties0
relaties0
Artikel
4
1. De commissie kan zich in haar taakuitoefening laten bijstaan door adviseurs, al dan niet in functionele subcommissie.
relaties0 2. De commissie kent als vaste adviseurs:
a.de algemeen directeur van de Koninklijke Stichting Defensiemusea;
relaties0
c.een vertegenwoordiger van de Directie Communicatie;
relaties0
d.een vertegenwoordiger van de Directie Juridische Zaken.
relaties0
relaties0
relaties0
Artikel
5
1. De commissie is bevoegd ceremoniële activiteiten van de defensieonderdelen bij te wonen en bezoeken te brengen aan instanties of instellingen in het traditiedomein van het ministerie van defensie en van de Stichting Defensiemusea. De commissie stelt daartoe uit haar midden een delegatie samen of wijst een vertegenwoordiger aan.
relaties0 2. Over het gehouden bezoek kan verslag worden uitgebracht aan de Minister van Defensie, de Commandant der Strijdkrachten, de commandant van het betreffende defensieonderdeel en de commandant of het bestuur van de bezochte instelling.
relaties0
relaties0
Artikel
6
Personen in dienst van het Ministerie van Defensie verstrekken desgevraagd aan de commissie de voor de uitoefening van haar taak benodigde inlichtingen.
relaties0relaties0
Artikel
7
1. De voorzitter en externe adviseurs die niet in dienst zijn bij het Ministerie van Defensie, komen in aanmerking voor een vergoeding van reiskosten en een vergoeding per zitting.
relaties0 3. De vergoedingen van de voorzitter en de externe adviseurs die niet in dienst zijn bij het Ministerie van Defensie worden in een separaat besluit vastgelegd.
relaties0
relaties0
Artikel
8
Het Besluit traditiecommissie krijgsmacht 2000, laatstelijk gewijzigd op 4 september 2009, wordt ingetrokken.
relaties0relaties0
Artikel
9
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2016. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 september 2016, treedt het besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant en werkt het terug tot en met 1 oktober 2016.
relaties0relaties0
Artikel
10
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit traditiecommissie krijgsmacht 2016.
relaties0relaties0
‘s-Gravenhage
5 september 2016
De
Minister
van
Defensie,
Versie informatie document
Publicatie op Ministeriële- en Defensie publicaties:
Huidige versie: 20161001
Datum beschikbaarheid huidige versie: 01-10-2016 (vanaf dit moment beschikbaar op Ministeriële- en Defensie publicaties)
Datum document:
Publicatiedatum: 01-10-2016