Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede gelet op artikel 110 van de Grondwet, met het oog op een goede en democratische bestuursvoering wenselijk is gebleken de regelen met betrekking tot de openheid en openbaarheid van bestuur aan te passen en deze zoveel mogelijk in de wet op te nemen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Indien het verzoek betrekking heeft op gegevens in documenten die berusten bij een ander bestuursorgaan dan dat waarbij het verzoek is ingediend, wordt de verzoeker zo nodig naar dat orgaan verwezen. Is het verzoek schriftelijk gedaan, dan wordt het doorgezonden onder mededeling van de doorzending aan de verzoeker.
De artikelen 4 tot en met 7 zijn van overeenkomstige toepassing.
Voor hergebruik beschikbare documenten worden zoveel mogelijk langs elektronische weg beschikbaar gesteld.
Een overheidsorgaan is niet verplicht vervaardiging van documenten voort te zetten, enkel met het oog op hergebruik.
De voorwaarden voor hergebruik zijn voor vergelijkbare categorieën van hergebruik gelijk.
Ten aanzien van overheidsorganen die geen bestuursorgaan zijn, zijn titel 1.1, hoofdstuk 2, de afdelingen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, titel 4.1, hoofdstuk 6, de afdelingen 7.1 en 7.2, hoofdstuk 8 en titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor de centrale overheid regels worden gesteld met betrekking tot in rekening te brengen vergoedingen voor het ingevolge een verzoek om informatie vervaardigen van kopieën van documenten en uittreksels of samenvattingen van de inhoud daarvan.
Deze wet verplicht niet tot het openbaar maken van adviezen van de Raad van State en van niet-ambtelijke adviescommissies die zijn uitgebracht voor 1 mei 1980.
Nadere regels omtrent de uitvoering van het bij of krachtens deze wet bepaalde kunnen worden gesteld:
[Red: Vervallen]
Exclusieve rechten tot hergebruik, die vóór de inwerkingtreding van deze wet zijn verleend, worden na afloop van het desbetreffende contract niet opnieuw verleend, of vervallen, indien het contract een langere looptijd heeft dan tot en met 31 december 2008, met ingang van die datum van rechtswege.
Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zenden binnen vijf jaar na het in werking treden van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de wijze waarop zij is toegepast.
[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Voor adviezen, voordrachten en andere voorstellen van de Raad van State, uitgebracht voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven de op de dag voor de inwerkingtreding geldende wettelijke bepalingen van kracht.
Op verzoeken op grond van de Archiefwet 1962 (Stb. 1962, 313) tot raadpleging of gebruik van vóór de inwerkingtreding van deze wet in een archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden blijven de voor de inwerkingtreding van deze wet gestelde beperkingen ten aanzien van de openbaarheid van kracht.
De Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1978, 581) wordt ingetrokken.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Deze wet kan worden aangehaald als Wet openbaarheid van bestuur.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Huidige versie: 20080326