Regeling militaire steunverlening in het openbaar belang
De Minister van Defensie,
Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de Ministerraad;
Gelet op aanwijzing 24 van de Aanwijzingen voor het verrichten van marktactiviteiten door de Rijksoverheid;
Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
b.openbaar belang:
Belang van een bestuursorgaan, dat samenhangt met de wettelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden van dat orgaan;
relaties0
c.bestuursorgaan:
Minister, commissaris van de Koning, burgemeester of dijkgraaf;
relaties0
d.operationeel bevel:
De bevoegdheid om aan militairen die deel uitmaken van de steunverlenende eenheid ter zake opdrachten te geven;
relaties0
e.de Minister:
De Minister van Defensie;
relaties0
f.LOCC;
Landelijk Operationeel Coördinatie Centrum van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
relaties0
g.DOC:
Defensie Operatie Centrum van het Ministerie van Defensie;
relaties0
h.CDS:
Commandant der Strijdkrachten;
relaties0
i.additionele uitgaven:
Alle noodzakelijke extra uitgaven die een directe relatie hebben met een project of activiteit en derhalve niet zouden zijn gemaakt als de steunverlening niet zou hebben plaatsgevonden.
relaties0
relaties0relaties0
Artikel
2
Deze regeling is uitsluitend van toepassing op steunverlening in Nederland door onderdelen van Defensie. Deze regeling is derhalve niet van toepassing op steunverlening in Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba of buiten het Koninkrijk door onderdelen van Defensie.
relaties0relaties0
Artikel
3
1. Aanvragen om steunverlening kunnen uitsluitend worden ingediend door een bestuursorgaan.
relaties0 2. Steun aan een bestuursorgaan kan worden verleend in het kader van het openbaar belang wanneer het bestuursorgaan zelf niet, niet tijdig of niet afdoende in het gevraagde kan (laten) voorzien. Het bestuursorgaan dient in de aanvraag te motiveren waarom niet op een andere wijze in het gevraagde kan worden voorzien.
relaties0 3. Het bestuursorgaan motiveert tevens in de aanvraag waarom geen opdracht aan civiele marktpartijen kan worden gegund.
relaties0 4. Het gestelde in het vorige lid is niet van toepassing indien de aanvraag om steunverlening door een Minister is ingediend.
relaties0
relaties0
Artikel
4
1. Een bestuursorgaan richt zijn aanvraag om steunverlening schriftelijk tot het LOCC. Het LOCC beoordeelt de capaciteitsbehoefte en stuurt de aanvraag vervolgens door aan het DOC.
relaties0 2. Op de aanvraag beslist de Minister.
relaties0 3. Van de beslissing van de Minister, wordt het aanvragende bestuursorgaan door het DOC via het LOCC schriftelijk op de hoogte gesteld.
relaties0 4. In spoedeisende gevallen kan, vooruitlopend op de schriftelijke afhandeling, de aanvraag om steunverlening telefonisch worden behandeld.
relaties0 5. Voor zover het verzoek het ter beschikking stellen van onroerende zaken betreft, geldt, in afwijking van het bovenstaande, dat de Dienst der Domeinen van het Ministerie van Financiën exclusief de bevoegdheid heeft om medegebruikovereenkomsten voor onroerende zaken te sluiten en de voorwaarden daarvoor vast te stellen. Een dergelijk verzoek zal door de Minister, met advies aan de Dienst der Domeinen worden voorgelegd.
relaties0
relaties0
Artikel
5
Militaire steunverlening door Defensie is naar zijn aard tijdelijk. De duur van de militaire steunverlening hangt mede af van de te verlenen steun.
relaties0relaties0
Artikel
6
Het operationeel bevel over de eenheden belast met de uitvoering van de steunverlening berust bij een door de Minister aan te wijzen commandant. De commandant handelt op aanwijzing van en onder verantwoordelijkheid van of namens het aanvragende bestuursorgaan.
relaties0relaties0
Artikel
7
Indien de door het aanvragende bestuursorgaan verstrekte opdrachten naar het oordeel van de commandant onduidelijk, onvolledig of in strijd met de geldende voorschriften zijn, maakt de commandant zijn bezwaren aan dat bestuursorgaan dan wel de vertegenwoordiger van het bestuursorgaan en zo nodig ook aan zijn directe commandant kenbaar. Indien in het overleg tussen de commandant van de steunverlenende eenheid en het betreffende bestuursorgaan dan wel een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan de bezwaren niet kunnen worden weggenomen, legt de commandant van de steunverlenende eenheid zijn bezwaren voor aan de Minister. De Minister neemt ter zake een beslissing. Indien het aanvragende bestuursorgaan een Minister is, neemt de Minister een beslissing na overleg met de aanvragende Minister.
relaties0relaties0
Artikel
8
Met inachtneming van de verstrekte opdrachten bepaalt de commandant de wijze van uitvoering. De commandant voert overleg ter zake met het aanvragende bestuursorgaan dan wel een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan.
relaties0relaties0
Artikel
9
1. De verrekening van de uitgaven van het Ministerie van Defensie voor de steunverlening vindt plaats conform de Regeling verrekening additionele uitgaven militaire bijstand en steunverlening. Als de Minister een aanvraag om steunverlening honoreert, wordt in het bericht van de Minister aan het LOCC gemeld dat de additionele uitgaven verrekend worden conform de regeling verrekening additionele uitgaven militaire bijstand en steunverlening.
relaties0 2. Voor zover het verzoeken betreft, als bedoeld in
artikel 4 lid 5, wordt de vergoeding vastgesteld door de Dienst der Domeinen.
relaties0
relaties0
Artikel
11
Deze regeling zal in de Staatscourant alsmede in de Ministeriële Publicatieserie 11-10 worden geplaatst en treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
relaties0relaties0
Artikel
12
Deze regeling wordt aangehaald als Regeling militaire steunverlening in het openbaar belang.
relaties0relaties0
Den Haag
19 december 2007
De
Minister
van
Defensie,
Versie informatie document
Publicatie op Ministeriële- en Defensie publicaties:
Huidige versie: 20140701
Datum beschikbaarheid huidige versie: 01-07-2014 (vanaf dit moment beschikbaar op Ministeriële- en Defensie publicaties)
Datum document:
Publicatiedatum: 01-07-2014