Regeling bezwarenprocedure functiewaardering BBRA 1984
De minister van Binnenlandse Zaken,
Artikel
3
Het bevoegd gezag stelt de ambtenaar schriftelijk en met redenen omkleed in kennis van de voorgenomen waarderingsuitkomst. Daarbij wordt de ambtenaar gewezen op de mogelijkheid tot het indienen van bedenkingen op de wijze als bedoeld in artikel 4.
relaties0relaties0
Artikel
4
Binnen vier weken na ontvangst van de in artikel 3 bedoelde kennisgeving kan de ambtenaar bij het bevoegd gezag tegen de voorgenomen waarderingsuitkomst schriftelijk en met redenen omkleed zijn bedenkingen indienen. Het bevoegd gezag stelt de waarderingsuitkomst vast, wanneer de ambtenaar binnen deze termijn geen bedenkingen heeft ingediend.
relaties0relaties0
Artikel
5
Binnen 13 weken na ontvangst van de in artikel 4 bedoelde bedenkingen stelt het bevoegd gezag de waarderingsuitkomst al dan niet gewijzigd vast.
relaties0relaties0
Artikel
6
Indien de ambtenaar bezwaar maakt tegen de vastgestelde waarderingsuitkomst vraagt het bevoegd gezag binnen twee weken na ontvangst van het bezwaar daaromtrent het advies aan de in artikel 7 bedoelde bezwarencommissie.
relaties0relaties0
Artikel
7
1. Er is een commissie van advies bezwaren functiewaardering, nader te noemen; de bezwarencommissie.
relaties0 2. Voor de behandeling van een bezwaar bestaat de bezwarencommissie uit: de voorzitter, tevens lid, dan wel een plaatsvervangend voorzitter, tevens lid; één lid dat door de voorzitter dan wel diens plaatsvervanger wordt aangewezen uit de groep personen bedoeld in het zevende lid onder a; en één lid dat door de voorzitter dan wel diens plaatsvervanger wordt aangewezen uit de groep van personen bedoeld in het zevende lid onder b.
relaties0 3. De bezwarencommissie wordt bijgestaan door een secretaris die deel uitmaakt van een secretariaat. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties draagt er zorg voor dat een secretariaat ter beschikking wordt gesteld van de bezwarencommissie.
relaties0 4. De voorzitter en zijn plaatsvervanger, zomede de in het zevende lid bedoelde personen, worden benoemd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die eveneens bevoegd is een benoeming in te trekken.
relaties0 6. Behoudens in geval zulks plaatsvindt op verzoek van de betrokkenen wordt omtrent een intrekking van de benoeming van de in het vijfde lid bedoelde personen niet beslist dan na overleg met de in dat lid genoemde commissie.
relaties0 7. De voor aanwijzing als bedoeld in het tweede lid in aanmerking komende personen worden onderscheiden in twee groepen te weten:
a.een groep van tenminste zes personen benoemd ingevolge het bepaalde in het vierde lid, op voordracht van de Interdepartementale Coördinatievergadering Personeelsbeleid Rijksdienst;
relaties0
b.een groep van tenminste zes personen benoemd ingevolge het bepaalde in het vierde lid, op voordracht van de tot de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken toegelaten centrales van verenigingen van ambtenaren.
relaties0
relaties0
relaties0
Artikel
8
Bij de samenstelling van de bezwarencommissie voor de behandeling van een haar toegezonden bezwaar als bedoeld in artikel 6, wijst de voorzitter, dan wel diens plaatsvervanger, geen personen aan die behoren tot het personeel van – of ressorteren onder – hetzelfde ministerie, als dat waaronder de ambtenaar wiens bezwaar door de bezwarencommissie behandeld wordt, ressorteert.
relaties0relaties0
Artikel
9
1. De beslissing inzake het uit te brengen advies wordt door de bezwarencommissie genomen in voltallige samenstelling en bij meerderheid van stemmen. Wanneer bij de beraadslagingen inzake het uit te brengen advies meer dan twee gevoelens zijn geuit, wordt beslist in de zin die het meest overeenkomt met het gevoelen van de meerderheid.
relaties0 2. Het is de leden en hun plaatsvervangers verboden met betrekking tot een te behandelen bezwaar:
a.hetgeen zij als zodanig te weten zijn gekomen verder bekend te maken dan voor de uitoefening van hun functie in de bezwarencommissie gevorderd wordt;
relaties0
b.anders dan ter zitting, zich in te laten in enig onderhoud of gesprek met de desbetreffende ambtenaren of het bevoegd gezag;
relaties0
c.de gevoelens te openbaren welke in de commissie zijn geuit bij de beraadslaging omtrent het uit te brengen advies.
relaties0
relaties0
relaties0
Artikel
11
1. Het advies, dat met redenen is omkleed, wordt door de voorzitter dan wel de plaatsvervangend voorzitter en de secretaris ondertekend en toegezonden aan het bevoegd gezag.
relaties0 2. Een gewaarmerkt afschrift van het advies, bestemd voor de ambtenaar, wordt gelijktijdig aan het bevoegd gezag gezonden.
relaties0
relaties0
Artikel
12
Het bevoegd gezag zendt een afschrift van zijn beslissing aan de bezwarencommissie.
relaties0relaties0
Artikel
14
Deze regeling die kan worden aangehaald als Regeling bezwarenprocedure functiewaardering BBRA 1984, wordt in de Nederlandse Staatscourant bekendgemaakt en treedt in werking met ingang van 1 september 1986.
relaties0relaties0
De
minister
van
Binnenlandse Zaken,
Beschrijving
Regeling bezwarenprocedure functiewaardering BBRA 1984
Informatietype en toegang
- Informatietype
- Wet- en regelgeving (NL)
- Documentsoort
- Ministeriële regeling
- Toegangsrechten
- Intern
Identificatie, datum en versie
- Identificatie
- PUC_34377_10
- Versie
- 20051013
- Datum beschikbaarheid
- 13-10-2005
- Publicatiedatum
- 13-10-2005
-
Geldigheid van
- 13-10-2005
-
tot en met
- 31-12-2019
- Wijzigingsdatum
- 08-01-2020
Versie informatie document
Publicatie op Ministeriële- en Defensie publicaties:
Huidige versie: 20051013
Datum beschikbaarheid huidige versie: 13-10-2005 (vanaf dit moment beschikbaar op Ministeriële- en Defensie publicaties)
Datum document:
Publicatiedatum: 13-10-2005