Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Op de voordracht van Onze minister van Defensie van 1 februari 1993, nr. PAV2210/93002671;
Gelet op artikel 12, onder p, van de Militaire Ambtenarenwet 1931, artikel 125, eerste lid, onder m van de Ambtenarenwet 1929 en artikel 2, onder m, van de Wet rechtstoestand dienstplichtigen;
De Raad van State gehoord (advies van 29 maart 1993, nr. W07.93.0060);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 16 juni 1993, nr. PAV 2210/93008962;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit wordt verstaan onder:
Er is een sectorcommissie Defensie voor het georganiseerd overleg over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van militaire ambtenaren en ambtenaren.
[Red: Vervallen]
Het standpunt van de sectorcommissie wordt bepaald bij eenvoudige meerderheid van stemmen. Elke centrale brengt één stem uit.
In de artikelen 14 tot en met 22 wordt verstaan onder:
De artikelen 15 tot en met 22 zijn slechts van toepassing op geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 3, voorzover die aangelegenheden uitsluitend de rechtstoestand van militaire ambtenaren of ambtenaren, met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, betreffen.
Indien de voorzitter dan wel één of meer van de centrales, in het overleg tot het oordeel komen dat dit overleg niet tot een uitkomst zal leiden die de instemming van alle deelnemers aan dat overleg zal hebben, brengen zij dat oordeel binnen drie dagen nadat zij daarvan in het overleg blijk hebben gegeven schriftelijk ter kennis van de overige deelnemers aan het overleg.
Binnen twee weken na ontvangst van het advies wordt het overleg over het geschil voortgezet.
De uitspraak van de advies- en arbitragecommissie heeft bindende kracht.
Het standpunt van de sectorcommissie over de in het overleg besproken aangelegenheden wordt schriftelijk aan Onze Minister bevestigd, waarbij desverlangd een samenvatting van de aan dit standpunt ten grondslag liggende argumenten wordt gegeven. Indien in de sectorcommissie een minderheidsstandpunt is, wordt daarvan desverlangd melding gemaakt.
Indien over een aangelegenheid in afwijking van het standpunt van de sectorcommissie wordt beslist, brengt Onze minister de redenen van die afwijking zo spoedig mogelijk ter kennis van de sectorcommissie.
Onze Minister kan in afwijking van artikel 6, eerste lid, bepalen dat het aantal vertegenwoordigers van de centrales in de sectorcommissie tijdelijk wordt verhoogd.
Na inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren berust dit besluit op de artikelen 12 en 12o van de Wet ambtenaren defensie.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1993.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit georganiseerd overleg sector Defensie.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
Huidige versie: 20200101