2. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de betrokkene aan wie uitkering is toegekend, wordt aan de weduwe of weduwnaar, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde, een bedrag uitgekeerd gelijk aan de bezoldiging over een tijdvak van drie maanden. Wordt op de uitkering een vermindering toegepast krachtens de
artikelen 4a,
5, eerste lid,
6 en
12, of wordt
artikel 9, derde lid, toegepast, dan is de in de eerste volzin bedoelde uitkering gelijk aan het bedrag van de uitkering die de betrokkene op de dag van het overlijden ontving, over een tijdvak van drie maanden. Ingeval recht bestaat op twee uitkeringen als bedoeld in
artikel 1, onderdeel j, en geen vermindering, anders dan krachtens
artikel 5, vijfde lid, eerste volzin, krachtens enige bepaling van dit besluit wordt toegepast, wordt meerbedoelde uitkering gesteld op het bedrag van de hoogste bezoldiging, waarvan de betreffende uitkering is afgeleid, over een tijdvak van drie maanden. Indien zulks wel het geval is, wordt op het bedrag der uitkering in mindering gebracht de uitkering wegens overlijden, waarop aanspraak bestaat uit hoofde van een andere dienstbetrekking.
relaties0