Gelet op artikel 115 Algemeen militair ambtenarenreglement en artikel 88
Burgerlijk ambtenarenreglement defensie;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begrippen
In deze regeling wordt verstaan onder:
ABP; de Stichting Pensioenfonds ABP.
Nabestaande(n):
a. de echtgenoot of echtgenote van de werknemer;
b. bij ontstentenis van de onder a bedoelde persoon, de minderjarige kinderen,
tot wie de werknemer in familierechtelijke betrekking stond;
c. bij ontstentenis van de onder a en b bedoelde personen, degenen met wie de
werknemer in gezinsverband leefde;
Tegemoetkoming; een betaling voor het lichamelijk en psychische ongemak.
Voorziening: een middel dat direct dan wel indirect de nadelige gevolgen van
de beperkingen die de werknemer ten gevolge van zijn aandoening ondervindt,
opheft of vermindert.
Werknemer:
a. de militair of gewezen militair, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel
c, van het Algemeen militair ambtenarenreglement; of
b. de ambtenaar of gewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 1, van het Burgerlijk
ambtenarenreglement defensie; of
c. de dienstplichtige of ingehuurde arbeidskracht die tijdelijk voor defensie
werkzaamheden heeft verricht en voor wie defensie de werkgeversplicht heeft
gehad ten aanzien van de arbeidsomstandigheden.
Onderzoek RIVM; het onderzoek door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Milieu naar de arbeidsomstandigheden bij de voormalige POMS-sites en het gebruik
van chroom VI houdende stoffen bij defensie.
Artikel 1.2 Verhouding tot aansprakelijkstelling
1. Door het aanvaarden van een tegemoetkoming of voorziening op grond van deze
regeling doet de werknemer geen afstand van een lopende of een toekomstige
aansprakelijkstelling.
2. Een tegemoetkoming of voorziening uit hoofde van deze regeling is geen
erkenning van aansprakelijkheid door de Staat der Nederlanden.
Artikel 1.3 Termijn indienen aanvraag
1. Een aanvraag kan worden ingediend binnen 2 jaar na inwerkingtreding van deze
regeling.
2. De termijn genoemd in het voorgaande lid zal worden verlengd indien het
onderzoek van het RIVM of een relevant deelonderzoek niet binnen deze termijn is
afgerond.
Hoofdstuk 2 Het recht op een tegemoetkoming of voorziening.
Artikel 2.1 Recht op tegemoetkoming
Aan de werknemer die in zijn hoedanigheid als werknemer heeft gewerkt met chroom
VI houdende stoffen inclusief het bewerken van materialen waarop chroom VI
houdende stoffen zijn aangebracht, wordt op zijn aanvraag een tegemoetkoming
ineens verleend, indien hij:
- in totaal gedurende de periode van minimaal een jaar werkzaam is geweest in
een in de bijlage I omschreven functie of functies of werkzaamheden en
daadwerkelijk met chroom VI houdende stoffen heeft gewerkt;
- lijdt aan één of meerdere in de bijlage II omschreven aandoeningen;
- niet eerder een bedrag heeft ontvangen in verband met blootstelling aan
chroom VI houdende stoffen, dan wel een bedrag heeft ontvangen dat lager is dan
€ 15.000; en
- meewerkt aan een geneeskundig onderzoek zoals bedoeld in artikel 3.2, derde
lid, door het ABP of de door haar aangewezen personen of instellingen.
Artikel 2.2 Aanvullende functies
Onder de in artikel 2.1, eerste lid bedoelde functie wordt mede verstaan die
functie of werkzaamheden waarvan het aannemelijk is dat bij het verrichten van
arbeid als werknemer voor defensie in totaal gedurende een periode van minimaal
een jaar blootstelling heeft plaatsgevonden aan chroom VI houdende stoffen.
Artikel 2.3 Recht op tegemoetkoming aan nabestaanden
Indien de werknemer overlijdt na het indienen van een aanvraag, doch voordat op
de tegemoetkoming is beslist, wordt de tegemoetkoming, indien daar aanspraak op
bestaat, uitgekeerd aan de nabestaande(n).
Artikel 2.4 Hoogte tegemoetkoming
De tegemoetkoming bedraagt:
- bij één of meerdere aandoeningen uit de categorie 1 uit bijlage II: € 15.000;
- bij één of meerdere aandoeningen uit de categorie 2 uit bijlage II: € 5.000;
- bij één of meerdere aandoeningen uit de categorie 3 uit bijlage II: € 7.500;
- bij één of meerdere aandoeningen uit de categorie 4 uit bijlage II: € 3.000;
- bij een combinatie van meerdere aandoeningen uit meerdere categorieën uit
bijlage II: het bedrag bijhorende bij de hoogste categorie waartoe de aandoening
van de werknemer behoort;
- De tegemoetkoming in bovenstaande leden wordt verminderd met een eerdere
betaling, die in verband met blootstelling aan chroom VI houdende stoffen van
defensie is ontvangen.
Artikel 2.5 Recht op ondersteuning
Een werknemer die recht heeft op een tegemoetkoming kan in aanvulling op deze
tegemoetkomingen aanspraak maken op ondersteuning bij het verkrijgen van
uitkeringen of voorzieningen uit andere regelingen.
Artikel 2.6 Recht op een voorziening
In bijzondere gevallen kan de werknemer in aanmerking komen voor een
voorziening, verband houdende met zijn aandoening, indien hierin niet door een
andere regeling wordt voorzien. Van een bijzonder geval is sprake indien niet
toekenning van de bijzondere voorziening voor de werknemer tot kosten zou leiden
die redelijkerwijs niet ten laste van hem dienen te komen en bovendien zou
leiden tot ernstige bestaansverschraling.
Hoofdstuk 3 Uitvoering
Artikel 3.1 Uitvoerend orgaan
Het ABP voert deze regeling uit, met uitzondering van artikel 2.5.
Artikel 3.2 Aanvraag tegemoetkoming
1. De aanvraag voor een tegemoetkoming wordt ingediend bij het ABP.
2. De werknemer verstrekt het ABP of de door hen aangewezen personen of
instellingen bij de indiening van de aanvraag om een tegemoetkoming in ieder
geval de inlichtingen en bewijsstukken, inclusief de toestemming om van medische
gegevens kennis te nemen, die noodzakelijk zijn ter vaststelling van de
aandoening.
3. Indien een aandoening nog onvoldoende is vastgesteld, kan het ABP aanvullend
medisch onderzoek laten uitvoeren.
4. Het ABP schakelt bij een geschil over de aandoening een onafhankelijke
medische deskundige in.
5. Defensie verstrekt het ABP op zijn aangeven de inlichtingen die noodzakelijk
zijn ter vaststelling van de werkzaamheden in de in bijlage I genoemde functies.
6. Het ABP stelt vast of een aanspraak op een tegemoetkoming bestaat.
Artikel 3.3 Betaling tegemoetkoming
1. Het ABP keert de tegemoetkoming zo spoedig mogelijk uit.
2. De uitkeringslasten en uitvoeringskosten komen ten laste van het Ministerie
van Defensie.
3. Indien over de tegemoetkoming verschuldigde belasting ingevolge de Wet
inkomstenbelasting 2001, de Wet op de loonbelasting 1964 en premie voor de
volksverzekeringen ingevolge de Wet financiering sociale verzekeringen moet
worden betaald, komen die kosten ten laste van het Rijk.
4. Indien de uitkering van de tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid op
individuele basis leidt tot aantoonbare onevenredige financiële neveneffecten,
kan de Minister van Defensie in voorkomend geval op basis van redelijkheid en
billijkheid een maatwerkvoorziening treffen.
Artikel 3.4 Vergoeding kosten
1. Kosten voor een aanvraag van een tegemoetkoming, waaronder kosten voor
rechtsbijstand, worden niet vergoed.
2. In afwijking van het eerste lid worden de kosten voor het onderzoek als
genoemd in artikel 3.2, derde lid vergoed, inclusief een vergoeding wegens
daartoe noodzakelijke reiskosten en verblijfkosten overeenkomstig het Besluit
dienstreizen defensie.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 5.1 Mogelijkheid tot afwijken
De Minister is bevoegd af te wijken van deze regeling indien de toepassing leidt
tot onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 5.2 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2015. Indien de
Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 maart
2015, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1
maart 2015.
Artikel 5.3 Citeertitel en publicatie
1. Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling tegemoetkoming en
ondersteuning slachtoffers blootstelling chroom VI houdende stoffen defensie.
2. Deze regeling zal met toelichting worden geplaatst in de Staatscourant.
Toelichting
1. Algemeen
In 2014 is veel publicitaire aandacht geweest voor de arbeidsomstandigheden in
de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw bij de voormalige POMS-sites en voor het
werken met chroom VI houdende stoffen bij de krijgsmacht. Honderden (voormalige)
werknemers zijn ongerust geraakt en hebben zich al dan niet met een aandoening
bij defensie laten registreren.
De Minister van Defensie heeft het RIVM gevraagd een onafhankelijk onderzoek uit
te voeren naar deze problematiek. Gelet op de complexiteit van de problematiek
is het de verwachting dat het echter nog geruime tijd gaat duren voordat de
uitkomsten van het onderzoek naar de blootstelling aan chroom VI houdende
stoffen en de causaliteit tussen de blootstelling en verschillende ziektebeelden
bekend worden.
Om mensen met een aandoening, waarvan het bekend is dat deze een relatie heeft
met het werken met chroom VI houdende stoffen, niet zo lang te laten wachten is
een tijdelijke tegemoetkomingsregeling getroffen. Het doel van deze regeling is
om deze mensen in een schrijnende situatie hulp te bieden.
Deze tijdelijke regeling is een tegemoetkomingsregeling, waarbij de
tegemoetkoming wordt gegeven vanwege een voorstelbare relatie tussen de
werkzaamheden met chroom VI houdende stoffen die zijn verricht binnen defensie,
en de aandoening waaraan de werknemer of gewezen werknemer op dit moment lijdt
en waardoor kan worden aangenomen dat hij daardoor schade heeft. Omdat het lang
duurt voordat de onderzoeken naar de causaliteit c.q. aansprakelijkheid zijn
afgerond, is er in deze regeling voor gekozen de betrokken (voormalige)
werknemers die in een moeilijke situatie zitten, niet te belasten met een
tijdrovend en belastend proces, maar snel tot een regeling te komen om de
situatie te verlichten.
In verband daarmee kan bij een combinatie van een functie, een bepaalde duur van
de werkzaamheden en een aandoening, voor de uitvoering van deze regeling een
voorstelbare relatie worden aangenomen en een tegemoetkoming op aanvraag worden
verstrekt. De functies opgenomen in bijlage I bij de regeling zijn zogenaamde
risicofuncties, waarbij het uit de functie voortvloeit dat men regelmatig met
chroom VI houdende stoffen in aanraking is gekomen. De functielijst kan op basis
van aanvullende informatie worden aangevuld. De bijlage omvat mede functies
waarbij blootstelling kan zijn ontstaan door het werken met materialen waarop
eerder chroom VI houdende stoffen zijn aangebracht. De aandoeningen die in
bijlage II zijn opgenomen zijn de aandoeningen waarvan uit publicaties blijkt
dat er sterke of beperkte aanwijzingen zijn dat zij veroorzaakt kunnen zijn door
blootstelling aan chroom VI.
Door deze werkwijze kan de tegemoetkoming snel tot uitkering komen. De
vaststelling dat men een aandoening heeft gecombineerd met de vaststelling dat
men een bepaalde functie heeft uitgeoefend leidt tot uitbetaling. Veelal zal de
aandoening reeds door een lopende medische behandeling zijn vastgesteld. De
specifieke functie van betrokkene kan defensie in de archieven achterhalen. Door
deze werkwijze worden de snelheid en eenvoud benadrukt, onder normale
omstandigheden zou de behandeling van een letselschadeclaim aanmerkelijk langer
duren. De tegemoetkoming loopt echter niet vooruit op een nog vast te stellen
aansprakelijkheid, indien de betrokken (voormalig) werknemer ervoor kiest
defensie aansprakelijk te stellen voor schade. Wel zal de tegemoetkoming op een
eventuele latere (en qua bedrag hogere) schadevergoeding in mindering worden
gebracht. In dat opzicht heeft de tegemoetkoming het karakter van een voorschot.
Naast de tegemoetkoming voorziet de regeling ook in de mogelijkheid om
ondersteuning te bieden of voorzieningen te verstrekken. Ondersteuning bestaat
uit advies, bemiddeling en begeleiding door hulpverleners. Indien noodzakelijk
worden ook voorzieningen verstrekt die niet op andere wijze verkregen kunnen
worden. Het verstrekken van voorzieningen is maatwerk.
2. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1.1
Omdat de regeling is gebaseerd op het Algemeen Militaire Ambtenarenreglement en
het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie behoeven veel begrippen, zoals
bijvoorbeeld het begrip ‘echtgenoot’, geen nadere uitleg omdat die reeds van een
definitie in die reglementen zijn voorzien.
Speciaal is toegevoegd de dienstplichtige of ingehuurde arbeidskracht (b.v. via
een uitzendbureau) omdat defensie voor deze (voormalig) werknemers ook een
verplichting heeft in het kader van goed werkgeverschap.
Artikel 1.2
Met artikel 1.2 wordt aangegeven dat deze regeling geen aanvaarding van
aansprakelijkheid betekent en met het aanvaarden van een tegemoetkoming of een
voorziening op geen enkele wijze afstand wordt gedaan van de verweren in het
kader van een lopende of toekomstige aansprakelijkstelling. Dit vloeit mede
voort uit de keuze om de uitkomsten van het onderzoek door het RIVM naar de
causaliteit of werkgeversaansprakelijkheid niet af te wachten, maar te volstaan
met de aanwezigheid van een -louter voor de uitvoering van deze coulance
regeling- voorstelbare relatie tussen bepaalde werkzaamheden, de duur van de
werkzaamheden en bepaalde aandoeningen.
Artikel 1.3
De regeling is een tijdelijke regeling. Gekozen is voor een termijn van 2 jaar
voor het indienen van een aanvraag van een tegemoetkoming en zo nodig een
voorziening. Voor ommekomst van deze periode zal door een reeds opgestart
onderzoek meer inzicht zijn verkregen in de causaliteit en de
werkgeversaansprakelijkheid, waardoor de reguliere procedure voor een
schadeclaim kan worden gevolgd.
Indien uit dat onderzoek blijkt dat er naast de normale procedures van
aansprakelijkstelling toch nog aanleiding zou bestaan een regeling te treffen
die van deze normale procedure afwijkt of deze aanvult, zal er een nieuwe
regeling komen die is gebaseerd op de dan aanwezige inzichten. Anderzijds kan
niet uitgesloten worden dat het onderzoek ertoe leidt dat er geen nieuwe
regeling komt.
Mochten het onderzoek inzake de causaliteit en werkgeversaansprakelijkheid niet
binnen 2 jaar uitsluitsel geven dan zal de termijn voor het indienen van een
aanvraag worden verlengd.
Artikel 2.1
Artikel 2.1 is de kern van de regeling. In dit artikel komt het uitgangspunt van
de koppeling van functie en aandoening naar voren. De functies en aandoeningen,
genoemd in het eerste respectievelijk tweede lid, worden in bijlagen opgenomen.
De bijlage van aandoeningen is opgesteld op basis van een rapport van het
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Omdat er nog onduidelijkheid is over de
relatie tussen blootstellingsduur en de aandoeningen is gekozen voor een
minimale duur van één jaar in functie en is er geen minimale blootstellingsduur
per aandoening opgenomen. Indien er gedurende de looptijd van de regeling
aanleiding toe bestaat, kan deze bijlage worden geactualiseerd.
Het is noodzakelijk dat de werknemer of gewezen werknemer die voor de regeling
in aanmerking wenst te komen een aanvraag voor een tegemoetkoming indient, een
tegemoetkoming wordt niet ambtshalve toegekend. Aan de aanvraag is immers
gekoppeld het meesturen van gegevens zoals bestaande medische gegevens en de
toestemming om daar kennis van te nemen. Met het vereiste dat de (voormalig)
werknemer de aanvraag moet indienen wordt tevens weergegeven dat geen aanspraak
bestaat op een tegemoetkoming volgens deze regeling, indien de (voormalig)
werknemer reeds is overleden.
Het derde lid geeft de relatie aan tot eerdere betalingen die men heeft
ontvangen in verband met het werken met chroom VI houdende stoffen. Het laat de
mogelijkheid open dat een persoon bijvoorbeeld bij een verergerende situatie
meerdere keren een aanvraag indient, meer specifiek in het geval een eerdere
aanvraag niet tot het maximale bedrag zoals voorzien in deze regeling heeft
geleid.
Het vierde lid geeft aan dat men in voorkomend geval moet meewerken aan een
geneeskundig onderzoek zoals in artikel 3.2 wordt genoemd. Dat onderzoek is
alleen noodzakelijk als op basis van de aangeleverde medische gegevens twijfels
bestaan over de aandoening of voor zover niet reeds uit de beschikbare medische
gegevens het bestaan van een bepaalde aandoening kan worden afgeleid.
Artikel 2.2
Niet is uit te sluiten dat de functies genoemd in bijlage I niet alle functies
omvatten van (voormalige) werknemers die hebben gewerkt met chroom VI houdende
stoffen en aan die stoffen zijn blootgesteld. Daarbij kan ook gedacht worden aan
functies of werkzaamheden, waarvan uit de functienaam of functieomschrijving
niet blijkt dat men gedurende een langere periode is blootgesteld aan chroom VI
houdende stoffen, maar dat dit bijvoorbeeld voortvloeit uit de plaats waar de
(voormalig) werknemer zijn werkzaamheden verrichtte of dat men bijvoorbeeld wel
werkte als spuiter of plaatbewerker, maar dit niet zijn normale functie was. Het
artikel stelt als voorwaarde dat aannemelijk is dat de (voormalig) werknemer
tijdens het verrichten van arbeid is blootgesteld aan chroom VI houdende stoffen
gedurende de periode van een jaar of meer. De coulance bestaat daarin dat
(voormalige) werknemers niet hard hoeven aan te tonen dat ze een relevant
arbeidsverleden hebben. Voor de vaststelling van die `aannemelijkheid’ zal de
(voormalig) werknemer wel bij de aanvraag enige gegevens moeten verstrekken
waardoor het relevante arbeidsverleden aannemelijk wordt. Dat omvat de functies
waarin de aanvrager gedurende welke periode werkzaam is geweest en blootgesteld
is geweest aan chroom VI houdende stoffen, welke taken en werkzaamheden zijn
verricht en de plaats waar de werkzaamheden zijn verricht. Dat is essentieel om
snel erkenning te geven aan die (voormalige) werknemers die dat behoeven.
Defensie zal als werkgever vervolgens het nodige onderzoek verrichten naar het
arbeidsverleden.
Artikel 2.4
Met dit artikel wordt de tegemoetkoming bepaald, met een onderscheid in de
hoogte van de tegemoetkoming naar de ernst van de aandoening en de mate van
bewijs voor de relatie van blootstelling aan chroom VI en de aandoening. Er is
een parallel gezocht met de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers. De
tegemoetkomingsregeling verschilt in die zin met de Regeling tegemoetkoming
asbestslachtoffers doordat naast de financiële component ook de mogelijkheid tot
een voorziening is opgenomen. Daarnaast is de tegemoetkomingsregeling een
tijdelijke regeling en zal er sprake zijn van verdere financiële compensatie
indien inzicht op basis van het onderzoek verkregen is in de causaliteit en de
werkgeversaansprakelijkheid.
Op basis van oriënterend literatuuronderzoek van de NCvB kan geconcludeerd
worden dat er sterke aanwijzingen zijn voor een verband met chroom
VI-blootstelling voor longkanker, neuskanker, allergisch contacteczeem,
allergisch beroepsastma, chroomzweren en neusseptumperforatie en beperkte
aanwijzingen zijn voor maagkanker, chronische longaandoeningen en andere
gastro-intestinale kanker, nieraandoeningen en immunologische aandoeningen
anders dan allergie. Hiermee wordt in de regeling en de hoogte van de bedragen
rekening gehouden.
Artikel 2.5
Steun hoeft niet altijd financieel te zijn, steun kan ook bestaan in het
begeleiden of bemiddelen in het verkrijgen van aanspraken uit andere regelingen
en voorliggende voorzieningen zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Hierbij kan gedacht worden aan sociale regelingen maar ook aanspraken uit
verzekeringen. Deze ondersteuning kan geschieden door het Veteranenloket
(voorheen het ABP Zorgloket) of door het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk
Werk. De geleverde steun wordt niet verrekend.
Artikel 2.6
Naast een tegemoetkoming kan het in een bepaalde schrijnende situatie
noodzakelijk zijn een voorziening te treffen om daarmee een bestaand ernstig
ongemak of een bijzondere vorm van schade te verlichten. Voorzieningen zijn
middelen die zich moeilijk laten omschrijven en in de vorm van maatwerk tot
stand komen.
Artikel 3.1
De Stichting Pensioenfonds ABP, business unit Bijzondere Regelingen Defensie
(ABP/BRD) is belast met de uitvoering van deze regeling. Dit vanwege de
aanwezige expertise en ervaring van het ABP/BRD waardoor de regeling binnen een
redelijke termijnen uitvoerbaar zal zijn, wat aansluit bij het karakter van een
tegemoetkoming. Bovendien heeft defensie reeds een uitvoeringsovereenkomst met
het ABP voor uitkeringsregelingen gerelateerd aan arbeidsongeschiktheid en
invaliditeit uit dienstverband, waaronder deze regeling ook valt te scharen.
Artikel 3.2
Dit artikel beschrijft het verloop van het proces zoals dat door het ABP wordt
uitgevoerd. Het medisch onderzoek is nadrukkelijk van aanvullende aard en niet
nodig indien uit de beschikbare medische gegevens duidelijk blijkt dat
betrokkene lijdt aan een aandoening die is opgenomen in de regeling. Bovendien
is door de opzet van de regeling alleen de eenvoudige vaststelling van het
aanwezig zijn van een aandoening als genoemd in bijlage II noodzakelijk. In
voorkomende gevallen kan eventueel een beroep gedaan worden op externe
geneeskundige experts, in het geval van een geschil over de aandoening moet dat
zelfs worden gedaan. Gegevens over uitvalpercentages of toekomstverwachtingen of
andere complexe medische onderzoeken zijn voor de uitvoering van deze regeling
niet benodigd. Dergelijke vragen spelen immers pas een rol in een procedure
n.a.v. een ingediende schadeclaim.
Omdat een besluit op basis van deze regelingen een besluit is in de zin van de
Algemene Wet Bestuursrecht (AWB), zijn er geen regelingen opgenomen voor
termijnen en bezwaar en beroep. De AWB regelt dat afdoende. Juist omdat de
regeling eenvoudig is gehouden en dus snel kan worden uitgevoerd, is de
verwachting dat binnen de in de AWB gestelde termijnen en systematiek een
besluit kan worden genomen. Dat er zo snel mogelijk betaald wordt, laat
overigens onverlet dat indien de (voormalig) werknemer dit wenst de betaling wel
gespreid kan worden.
Artikel 3.3
Alle kosten worden door defensie gedragen. Indien over de tegemoetkoming toch
verschuldigde belasting ingevolge de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de
loonbelasting 1964 en premie voor de volksverzekeringen ingevolge de Wet
financiering sociale verzekeringen betaald moet worden, dan komen ook deze
kosten ten laste van defensie. Ook met andere indirecte financiële effecten,
zoals bijvoorbeeld een verandering in aanspraken op toeslagen, kan in voorkomend
geval rekening worden gehouden. Daarmee komt de tegemoetkoming zoveel mogelijk
netto tot het beoogde bedrag.
Artikel 3.4
Kosten ter verkrijging van een tegemoetkoming worden niet vergoed. Dit is gelet
op het eenvoudige en tijdelijke karakter van de regeling ook niet noodzakelijk.
Een keuze om een raadsman te betrekken in de aanvraagprocedure komt dus ook voor
rekening van de (voormalig) werknemer zelf. Dit laat onverlet dat conform de
systematiek van de AWB de kosten in verband met de behandeling van een eventueel
bezwaarschrift wel vergoed kunnen worden voor zover het besluit wordt herroepen
wegens een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid.
Artikel 4.1
In dit artikel komt het karakter van de tegemoetkoming tot uitdrukking. Indien
later in een andere procedure wordt vastgesteld dat aanspraak bestaat op een
schadevergoeding, dan wordt het bedrag dat op basis van deze regeling is
uitgekeerd in mindering gebracht. In dat opzicht is de tegemoetkoming een
voorschot. Er wordt dus niet verrekend met andere (latere) uitkeringen zoals WIA
uitkeringen of arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zoals die door het ABP worden
uitbetaald. Uiteraard hebben uitkeringen wel invloed op een mogelijke
uiteindelijke schadevergoeding waarmee de tegemoetkoming uit deze regeling
verrekend wordt. Zoals het artikel aangeeft wordt alleen de tegemoetkoming
verrekend, een voorziening of de ondersteuning worden niet verrekend.
Artikel 4.2
Indien later blijkt dat er eigenlijk geen tegemoetkoming had moeten plaatsvinden
of minder had moeten worden uitgekeerd, dan vindt er geen terugvordering plaats.
In dat opzicht is de tegemoetkoming geen voorschot. Terugvorderen gebeurt
evenmin in de situatie waarin zou blijken dat het uiteindelijke schadebedrag
lager zou zijn dan de ontvangen tegemoetkoming.
Artikel 5.1
Ondanks het tijdelijke karakter van de regeling is er toch in een
hardheidsclausule voorzien voor zover de uitvoering leidt tot uitkomsten die
onbillijk zijn. Zo bevat de lijst van aandoeningen genoemd in bijlage II alleen
die aandoeningen waarvoor sterke of beperkte aanwijzingen zijn dat die
veroorzaakt kunnen worden door blootstelling aan chroom VI houdende stoffen. Om
de (voormalige) werknemer met een aandoening die niet voorkomt in bijlage II
niet bij voorbaat uit te sluiten, is er in een hardheidsclausule voorzien.
Bijlage 1. Functies
Van onderstaande functies is bekend dat er werkzaamheden zijn verricht met
chroom VI houdende stoffen. Indien nodig zullen functies of werkzaamheden worden
toegevoegd.
CLSK |
| Functiebenaming | Onderdeel | Afdeling | Opmerkingen |
1 | Monteurs | Munitie depot Alphen Riel/DELM | Galvano | |
2 | Monteur Vliegtuigonderhoud | Munitie depot Alphen Riel/DELM | Galvano | |
3 | Schilders | Munitie depot Alphen Riel/DELM | Galvano | |
4 | Kunstofbewerkers | Munitie depot Alphen Riel/DELM | Kunststof reparatie | |
5 | GU monteurs | LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM | | |
6 | MT monteurs | LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM | | |
7 | Monteur vakgroep
Wapentechniek | LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM | | |
8 | Schilders | LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM | | |
9 | Vliegtuigplaatwerker | LCW/LCKLu/DMVS/DSM/DVM | | |
10 | Monteurs GGW | GGW | | |
11 | Monteurs Gronduitrusting | GGW | | |
12 | Monteurs bewapening | GGW | | |
13 | Schilders | GGW | Schilderwerkplaats | |
14 | Monteurs SHORAD | GGW | | |
15 | Monteur Vliegtuigonderhoud | Vliegbases | | |
16 | Schilders | Vliegbases | | |
17 | Kunstofbewerkers | Vliegbases | Kunststof reparatie | |
18 | MT monteurs | Vliegbases | | |
19 | GU monteurs | Vliegbases | | |
20 | Monteur vakgroep
Wapentechniek | Vliegbases | | |
21 | Vliegtuigplaatwerker | Vliegbases | | |
22 | Instructeur plaatwerken | LETS | | Vallen onder vakgroep
Plaatwerken |
23 | Instructeur Schilderen | LETS | | Vallen onder vakgroep
Schilder |
24 | Instructeur Vliegtuigonderhoud | LETS | | Vallen onder vakgroep
Vliegtuigonderhoud |
| | | | |
| | | | |
CLAS |
# | Functie | Onderdeel | POMS Afdeling | Opmerkingen |
1 | Painter | POMS | Preservation | |
2 | Servicer | POMS | Preservation | |
3 | Derust repairman | POMS | Tradeshop/engineer | |
4 | Welder/constr | POMS | Tradeshop/engineer | |
5 | Gritstraler | POMS | Preservation | |
6 | Mechanic | POMS | Tracks/wheels | |
7 | Verfspuiter | Hersteleenheden/ NVC | | |
| | HOBKL (MCW/ECW) | | |
| | Munitiebedrijf | | |
| | Opleidingen OTCo | | |
| | Historische verzamelingen | | |
8 | Gritstraler | Hersteleenheden/ NVC | | |
| | HOBKL (MCW/ECW) | | |
| | Munitiebedrijf | | |
| | Opleidingen OTCo | | |
9 | Onderhoudsmonteur | Hersteleenheden/ NVC | | |
| | HOBKL (MCW/ECW) | | |
| | Munitiebedrijf | | |
| | Opleidingen OTCo | | |
10 | Lasser/plaatwerker | Hersteleenheden/ NVC | | |
| | HOBKL (MCW/ECW) | | |
| | Munitiebedrijf | | |
| | Opleidingen OTCo | | |
| | | | |
| | | | |
DMO |
| Functiebenaming | Onderdeel | Afdeling | Bijzonderheden |
1 | Hersteller
Wapensystemen | DMUNB | KC W&M | |
2 | Mdw Instandhouding
munitie | DMUNB | D&I | |
3 | Voorman
Instandhouding munitie | DMUNB | D&I | |
4 | Voorman Spuiter | DMUNB | D&I | |
5 | Mdw Instandhouding
munitie&spuiter | DMUNB | D&I | |
6 | Mdw ondersteuning
instandhouding | DMUNB | D&I | |
| | | | |
| | | | |
CZSK |
| Functiebenaming | Onderdeel | Afdeling | Bijzonderheden |
1 | Hoofdtechnicus,
hoofdassistent, ass.
Hoofdtechnicus | Marinebedrijf | SEWACO/Materieelgroep
C41/Techniekgroep C41, Sectie
productie | |
2 | 1e medew.
Servicecentrum / 1e
medew. p&gs, 2e
medew. p&gs | Marinebedrijf | Speciale
producten
/Optronica
/servicecentrum | Voormalig MEOB |
3 | Hoofdtechnicus,
hoofdassistent, ass.
Hoofdtechnicus | Marinebedrijf | SEWACO/Matgrp
BWS/prodgrp
Radar/EOV | Huidige organisatie
eenheid: Afdeling
Maritieme Techniek /
Techniekgroep
Sensor- en
Wapensystemen /
Sectie Productie |
4 | Hoofdtechnicus,
hoofdassistent, ass.
Hoofdtechnicus | Marinebedrijf | SEWACO/Matgrp
BWS/prodgrp
VL/Geschut | Huidige organisatie
eenheid: Afdeling
Maritieme Techniek /
Techniekgroep
Sensor- en
Wapensystemen /
Sectie Productie |
5 | Hoofdtechnicus,
hoofdassistent, ass.
Hoofdtechnicus, 1e
technicus, 2e technicus | Marinebedrijf | Speciale
producten/Specifieke
werkplaats/Missiles | Voormalig onderdeel
van SEWACO, huidige
organisatie eenheid:
Afdeling Maritieme
Techniek /
Techniekgroep
Speciale Producten /
Sectie Productie
Chatham |
6 | Hoofdtechnicus, (1e)
technicus, (1e)
schilder/verfspuiter,
specialist oppervlakte
tech., 1e techn.
Verspanend, techn. niet
verspanend | Marinebedrijf | Speciale
producten/Specifieke
werkplaats/KKW/ROM | Voormalig onderdeel
van SEWACO, huidige
organisatie eenheid:
Afdeling Maritieme
Techniek /
Techniekgroep
Speciale Producten /
Sectie Productie
Chatham |
7 | Hoofdtechnicus plaat en
scheepsbouw, technicus
plaat en scheepsbouw,
technicus lassen en
branden, medew. plaat
en scheepsbouw,
medew. lassen en
branden | Marinebedrijf | Divisie
Platform/Materieelgroep CASCO/afd
scheepsconstructie staal | Huidige organisatie
eenheid: Afdeling
Maritieme Techniek /
Techniekgroep
Platform / Sectie
Productie Staal |
8 | Vakspecialist frezer en
draaier, specialist frezer
en draaier, technicus
metaalspuiter,
constructie/fijnbankwerker, medew. frezer en
draaier | Marinebedrijf | Divisie
Platform/Materieelgroep Systemen /
afdeling
technieken | Huidige organisatie
eenheid: Afdeling
Maritieme Techniek /
Techniekgroep
Platform / Sectie
Productie Staal |
9 | Hoofdtechnicus dok en
applicatie, technicus
dok en applicatie,
medew. dok en
applicatie | Marinebedrijf | Divisie
Platform/Materieelgroep CASCO /
afdeling dok en
applicatie | Huidige organisatie
eenheid: Afdeling
Maritieme Techniek /
Techniekgroep
Platform / Sectie
Productie Staal |
10 | Hoofdtechnicus plaat en
scheepsbouw,
hoofdtechnicus hout en
polyester, (Sr.)
technicus
hout/polyester, medew.
plaat en scheepsbouw,
medew. hout en
polyester. | Marinebedrijf | Divisie
Platform/Materieelgroep CASCO/
afdeling hout en
polyester | Huidige organisatie
eenheid: Afdeling
Maritieme
Instandhouding /
Instandhoudinggroep
Klein Boven Water /
Sectie Productie /
Polyester |
11 | Technicus
hout/polyester, medew.
plaat en scheepsbouw,
medew. hout en
polyester, technicus dok
en applicatie | Marinebedrijf | Divisie
Platform/Materieelgroep CASCO/
afdeling kleine en
lichte vaartuigen | Huidige organisatie
eenheid: Afdeling
Maritieme
Instandhouding /
Instandhoudinggroep
Klein Boven Water /
Sectie Productie /
Polyester |
12 | Specialist, 1e
medewerker,
medewerker | Marinebedrijf | Divisie Speciale
Producten/COBI
NEUTRA | Huidige organisatie
extern defensie:
VENKO via PPS
constructie |
| Technicus
vliegtuigconstructie
technieken, technicus
oppervlakte bewerking | MarHeli | Onderhoudsdienst/WGOO/UE373 | |
| 1e technicus
meet&materialen
onderzoek | MarHeli | Onderhoudsdienst/WGOO/UE374 | Huidige organisatie
eenheid: CLSK/LCW |
| Technicus
kunststoffen/houtbewerking | MarHeli | Onderhoudsdienst/WGOO/UE375 | Huidige organisatie
eenheid: CLSK/LCW |
| Technicus
vliegtuigconstructie
technieken, technicus
oppervlakte bewerking,
1e technicus
meet&materialen
onderzoek, technicus
kunststoffen/houtbewerking | MarPat | Onderhoudsdienst
(MVKV) | Voormalig onderdeel
van
Marineluchtvaartdienst. |
| Militaire
vliegtuigmonteurs
daadwerkelijk
betrokken bij
vliegtuigonderhoud
(verfwerkzaamheden) | MarPat | Onderhoudsdienst (MVKV) | Voormalig onderdeel
van
Marineluchtvaartdienst. |
| Constructie technicus,
ass. constructie
technicus, spec.
oppervlaktebehandeling, 1e techn. knst/plw,
ass.
oppervlaktebehandeling | Marine | 990 PVE ONH
PLW/SCH/KNST | Huidige organisatie
eenheid:
CLSK/DHC/990SQ/Bur. Maintenance |
Bijlage II Aandoeningen.
Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCVB) heeft in december 2014 een
oriënterend literatuuronderzoek uitgevoerd waarin is gekeken welke chronische
aandoeningen verband kunnen houden met blootstelling aan chroom VI op de
werkplek, met speciale aandacht voor informatie over de minimum
blootstellingsduur. Op basis van dit oriënterend literatuuronderzoek kan
geconcludeerd worden dat er sterke aanwijzingen zijn voor een verband met
chroom(VI)-blootstelling voor longkanker, neuskanker, allergisch contacteczeem,
allergisch beroepsastma, chroomzweren en neusseptumperforatie en beperkte
aanwijzingen zijn voor maagkanker en andere gastro-intestinale kanker,
chronische longaandoeningen, nieraandoeningen en immunologische aandoeningen
anders dan allergie.
Op basis van het NCVB advies worden de volgende aandoeningen opgenomen in de
bovenliggende tegemoetkomingsregeling:
Categorie 1 (ernstige aandoeningen met sterke aanwijzingen op basis van het NCvB
rapport)
Categorie 2 (overige aandoeningen met sterke aanwijzingen op basis van het NCvB
rapport)
- Allergisch contacteczeem veroorzaakt door chroom VI
- Allergisch beroepsastma veroorzaakt door chroom VI
- Chroomzweren
- Neusseptumperforatie
Categorie 3 (ernstige aandoeningen met beperkte aanwijzingen op basis van het
NCvB rapport)
- Maagkanker en andere gastro-intestinale kanker
- Chronische longaandoeningen
- Nieraandoeningen
Categorie 4 (overige aandoeningen met beperkte aanwijzingen op basis van het
NCvB rapport)
- Immunologische aandoeningen anders dan allergie