Paragraaf 1 Bevordering van militairen tijdens de
initiële opleidingArtikel 24 Algemene bepalingMet inachtneming van het bepaalde in artikel 28 van het AMAR wordt de
militair tijdens de initiële opleiding bevorderd op de tijdstippen waarop
hij afgeronde delen van de opleiding heeft voltooid. Artikel 25 Bevordering tijdens de opleiding tot
officier bij de Koninklijke Marine1. De militair die is bestemd om een functie te gaan vervullen waaraan
een officiersrang is verbonden, bekleedt bij aanvang van de initiële
opleiding de stand van matroos der eerste klasse, tenzij in deze
beleidsregels anders is vermeld. 2. De militair die is aangewezen voor de wetenschappelijke opleiding tot
officier wordt bevorderd: - tot korporaal op dag dat hij geslaagd is voor de propedeuse, maar niet
voordat de nominale studieduur van het eerste studiejaar is verstreken;
- tot sergeant op de dag dat is vastgesteld dat hij aan de in het
examenreglement vastgestelde studie-eisen heeft voldaan, maar niet voordat
de nominale studieduur van het tweede studiejaar is verstreken;
- nadat met de voordracht is ingestemd:
(1) tot luitenant ter zee der 3e klasse op de dag dat hij het algemene
deel van het eindexamen behaalt;
(2) tot tweede luitenant op de dag dat hij het algemene deel van het
eindexamen behaalt;
- nadat met de voordracht is ingestemd:
(1) tot luitenant ter zee der 2e klasse op de dag dat hij de
wetenschappelijke officiersopleiding succesvol heeft afgerond, maar niet
voor 1 juli van het vijfde studiejaar;
(2) tot eerste luitenant op de dag dat hij de wetenschappelijke
officiersopleiding succesvol heeft afgerond, maar niet voor 1 juli van het
vijfde studiejaar.
3. De militair die is aangewezen voor een verkorte opleiding voor het
korps officieren der mariniers wordt bevorderd: a.1. tot korporaal (HBO/WO-vooropleiding) op de dag dat is vastgesteld
dat hij aan de in het examenreglement vastgestelde studie-eisen heeft
voldaan, maar niet voordat de nominale studieduur van onderwijsperiode 2 van
het eerste studiejaar is verstreken; a.2. tot korporaal (HAVO-vooropleiding) op de dag dat hij het eerste
gedeelte van de praktische opleiding succesvol heeft afgerond; b. tot sergeant(HBO/WO-vooropleiding) op de dag dat hij de praktische
opleiding succesvol heeft afgerond; c. nadat met de voordracht is ingestemd:
(1) tot tweede luitenant (HBO/WO-vooropleiding) op de dag dat hij de gehele
theoretische opleiding succesvol heeft afgerond;
(2) tot tweede luitenant (HAVO-vooropleiding) op de dag dat hij de gehele
praktische opleiding succesvol heeft afgerond; d. nadat met de voordracht is ingestemd tot eerste luitenant op dag dat
hij de gehele initiële opleiding succesvol heeft afgerond. 4. De militair die is aangewezen voor een verkorte opleiding voor de
overige officierskorpsen wordt bevorderd tot: a.1. korporaal (HBO/WO-vooropleiding) op de dag dat is vastgesteld dat
hij aan de in het examenreglement vastgestelde studie-eisen heeft voldaan,
maar niet voordat de nominale studieduur van onderwijsperiode 2 van het
eerste studiejaar is verstreken; a.2. korporaal (HAVO-vooropleiding) op de dag dat is vastgesteld dat hij
aan de in het examenreglement vastgestelde studie-eisen heeft voldaan, maar
niet voordat de nominale studieduur van onderwijsperiode 5 is verstreken; b. sergeant (HBO/WO-vooropleiding) op de dag dat is vastgesteld dat hij
aan de in het examenreglement vastgestelde studie-eisen heeft voldaan, maar
niet voordat de nominale studieduur van onderwijsperiode 5 is verstreken; c. nadat met de voordracht is ingestemd tot luitenant ter zee der 3e
klasse op de dag dat hij de gehele theoretische opleiding succesvol heeft
afgerond; d. nadat met de voordracht is ingestemd tot luitenant ter zee der 2e
klasse op de dag dat hij de gehele initiële opleiding succesvol heeft
afgerond. Artikel 26 Bevordering tijdens de opleiding tot
officier bij de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Luchtmacht en de
Koninklijke Marechaussee1. De militair die is bestemd om een functie te gaan vervullen waaraan
een officiersrang is verbonden, bekleedt gedurende de Algemene Luitenants
Opleiding I de stand van soldaat der derde klasse /marechaussee der vierde
klasse, tenzij in deze beleidsregel anders is vermeld. 2. De militair die op grond van zijn vooropleiding in aanmerking komt
voor bekorting van de in het derde en het vierde lid genoemde opleidingen
wordt in afwijking daarvan, bevorderd tot de daarin genoemde rangen na te
zijn geslaagd voor overeenkomende, daarin genoemde delen van de opleiding. 3. De militair die via de Officiersopleiding Kort Model (OKM) wordt
opgeleid tot officier wordt bevorderd tot: - cadet-korporaal/marechaussee der tweede klasse, op de dag dat de
Algemene Luitenants Opleiding (ALO) I succesvol is afgerond;
- cadet-vaandrig/kornet, op de dag dat de ALO I tot en met IV succesvol
is afgerond;
- tweede luitenant, nadat de ALO I tot en met IV en de Vaktechnische
Opleiding (VTO) succesvol zijn afgerond, met ingang van de dag waarop die
militair zijn functie is toegewezen waaraan de rang van luitenant is
verbonden;
4. De militair die via de Officiersopleiding Lang Model (OLM) waarvan de
bachelor studie deel uitmaakt, wordt opgeleid tot officier wordt bevorderd
tot: - cadet-korporaal/marechaussee der tweede klasse, op de dag dat de ALO I
succesvol is afgerond;
- cadet-sergeant/wachtmeester, op de dag dat de Gemeenschappelijke
Officiers Opleiding(GOO) succesvol is afgerond;
- cadet-vaandrig/kornet, op de dag waarop het derde studiejaar succesvol
is afgerond;
- tweede luitenant, nadat:
(1) de volledige OLM, waarvan de bachelor studie deel uitmaakt, succesvol
is afgerond, met ingang van de dag waarop die militair een functie is
toegewezen waaraan de rang van luitenant is verbonden, dan wel
(2) met ingang van de dag gelegen 4 jaar na aanvang van de opleiding
indien het voor hem geldende reguliere opleidingstraject tot dan toe
binnen de normale termijnen succesvol is doorlopen.
5. De militair die via de Opleiding Post Academisch (OPA) wordt opgeleid
tot officier, wordt bevorderd tot: - cadet-korporaal/ marechaussee der tweede klasse, op de dag dat de ALO
I succesvol is afgerond;
- cadet-vaandrig/ kornet, op de dag dat de ALO I tot en met IV succesvol
is afgerond;
- tweede luitenant, nadat de ALO I tot en met IV, de PASMB en de VTO
succesvol zijn afgerond, met ingang van de dag waarop die militair een
functie is toegewezen waaraan de rang van luitenant is verbonden.
6. De militair die reeds is aangesteld bij het beroepspersoneel en
bestemd was voor het vervullen van onderofficiersfuncties en als gevolg van
een bestemmingswijziging wordt opgeleid tot officier, wordt bevorderd tot:
- tijdelijk vaandrig/kornet, op de dag dat de verkorte ALO I tot en met
IV succesvol is afgerond. De militair behoudt die tijdelijke rang totdat
is voldaan aan artikel 27, eerste lid, van het AMAR;
- de rang behorend bij de functie die wordt toegewezen na succesvolle
afronding van de opleiding.
Artikel 27 Bevordering tijdens de opleiding tot
onderofficier bij de Koninklijke Marine1. De militair die is bestemd voor onderofficier bij de wapentechnische
dienst wordt bevorderd: - tot de eerste klasse van de stand van matroos op de dag dat hij het
eerste gedeelte van de stage succesvol heeft afgerond;
- tot korporaal op de dag dat hij de gehele initiële opleiding succesvol
heeft afgerond.
2. De militair die is bestemd voor onderofficier bij andere
(sub)dienstgroepen wordt bevorderd: - tot adjudant-onderofficier bijzondere diensten vliegverkeersleider op
de dag dat hij de gehele initiële opleiding succesvol heeft afgerond.
- tot korporaal op de dag dat hij de gehele initiële opleiding succesvol
heeft afgerond.
Artikel 28 Bevordering tijdens de opleiding tot
onderofficier bij de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Luchtmacht en de
Koninklijke Marechaussee1. De militair die bij aanstelling is bestemd om een functie te gaan
vervullen bij de Koninklijke Luchtmacht waaraan de rang van sergeant is
verbonden, bekleedt gedurende de AMO de stand van soldaat der derde klasse,
tenzij in deze beleidsregel anders is vermeld. 2. De militair die is aangewezen voor het volgen van de opleiding tot
onderofficier wordt bevorderd tot: - soldaat der eerste klasse/marechaussee der derde klasse, op de dag dat
de AMO succesvol is afgerond;
- korporaal/marechaussee der tweede klasse, op de dag dat de AKO/blok 1
succesvol is afgerond en – voor zover van toepassing – aanvangt met de
Vaktechnische Opleiding (VTO);
- marechaussee der eerste klasse op de dag dat blok 2 van de initiële
opleiding is afgerond;
- sergeant/wachtmeester, op de dag dat de initiële opleiding/blok 3
succesvol is afgerond, tenzij in deze beleidsregel anders is bepaald.
3. De militair van de Koninklijke Landmacht wordt, voor zover sprake is
van een aanvullende opleiding elektronica, bevorderd tot sergeant op de dag
dat deze opleiding succesvol is afgerond, indien hij is bestemd om het
loopbaanpatroon voor het technisch middenkader te gaan volgen. 4. De militair van de Koninklijke Landmacht die is bestemd om het
loopbaanpatroon als algemeen militair verpleegkundige (AMV) dan wel als
algemeen militair verzorgende in de gezondheidszorg (AMVIG) te gaan volgen,
wordt bevorderd tot sergeant op de dag dat het eerste studiejaar van de
beroepsopleiding (fase II) succesvol is afgerond. 5. De militair wordt bevorderd tot sergeant op de dag waarop hij de
opleiding tot onderofficier succesvol heeft afgerond, met dien verstande dat
hij wordt bevorderd tot sergeant der eerste klasse indien hij bestemd is om: - het loopbaanpatroon voor het technisch middenkader te volgen;
- het loopbaanpatroon voor apothekersassistenten te volgen;
- het loopbaanpatroon voor algemeen militair verpleegkundige te volgen,
direct aansluitend aan het behalen van het AMV-certificaat; of
- het loopbaanpatroon voor algemeen militair verzorgende in de
gezondheidszorg te volgen, 6 jaar na bevordering tot sergeant.
6. De militair die is aangewezen voor het volgen van de opleiding tot
onderofficier-specialist, wordt bevorderd tot de rang die behoort bij de
functie waartoe hij bij zijn aanstelling is bestemd, op de dag dat hij de
specialistenopleiding succesvol heeft afgerond. Artikel 29 Bevordering tijdens de opleiding tot
korporaal/marechaussee der tweede klasse bij de Koninklijke Landmacht,
Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marechaussee1. De militair die bij aanstelling is bestemd om een functie te gaan
vervullen waaraan de rang van korporaal/marechaussee der tweede klasse is
verbonden, bekleedt gedurende de AMO de stand van soldaat der derde
klasse/marechaussee der vierde klasse. 2. De in het eerste lid bedoelde militair wordt bevorderd tot: - soldaat der tweede klasse/marechaussee der derde klasse, op de dag
waarop hij de AMO succesvol heeft afgerond;
- korporaal/marechaussee der tweede klasse, op de dag waarop hij de FO/
blok 1 van de initiële opleiding succesvol heeft afgerond.
Artikel 30 Bevordering tijdens de opleiding
voor functies waaraan een stand is verbonden bij de Koninklijke MarineDe militair die bestemd is voor functies waaraan een stand is verbonden
wordt bevorderd: - tot matroos der tweede klasse op de dag dat hij de eerste
maritiem-militaire vorming, de vakopleiding, de
bedrijfsveiligheidsopleiding en de opleiding algemene scheepstaken
succesvol heeft afgerond;
- tot marinier der tweede klasse op de dag dat hij de Elementaire
militaire vorming mariniers succesvol heeft afgerond;
- tot matroos der eerste klasse als hij bestemd is voor functies bij de
subdienstgroep bijzondere diensten wasser, op de dag dat hij de praktische
bedrijfsintroductie succesvol heeft afgerond, maar niet eerder dan 3
maanden nadat de bevordering tot matroos der tweede klasse heeft
plaatsgevonden;
- tot matroos der eerste klasse op de dag dat hij de praktische
bedrijfsintroductie succesvol heeft afgerond, maar niet eerder dan 8
maanden nadat de bevordering tot matroos der tweede klasse heeft
plaatsgevonden;
- tot marinier der eerste klasse op de dag dat hij de gehele initiële
opleiding succesvol heeft afgerond;
- tot matroos der eerste klasse met terugwerkende kracht tot de datum
gelegen drie maanden nadat de bevordering tot matroos der tweede klasse
heeft plaatsgevonden, eventueel vermeerderd met de duur van de verlenging
indien de praktische bedrijfsintroductie door oorzaken behorend tot het
risicogebied van de organisatie niet binnen de gestelde termijn van 3
maanden werd afgerond;
- tot matroos der eerste klasse als hij bestemd is voor functies bij de
subdienstgroep bijzondere diensten wasser, met terugwerkende kracht tot de
datum gelegen 8 maanden nadat de bevordering tot matroos der tweede klasse
heeft plaatsgevonden, eventueel vermeerderd met de duur van de verlenging
indien de praktische bedrijfsintroductie door oorzaken behorend tot het
risicogebied van de organisatie niet binnen de gestelde termijn van 8
maanden werd afgerond;
- tot matroos der eerste klasse eerder dan de minimale termijn van 8
maanden indien sprake is van uitzonderlijk goed functioneren.
Artikel 31 Bevordering tijdens de opleiding tot
soldaat bij de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht1. De militair die bij aanstelling is bestemd om een functie te gaan
vervullen waaraan de stand van soldaat is verbonden, bekleedt gedurende de
AMO de stand van soldaat der derde klasse. 2. De in het eerste lid bedoelde militair wordt bevorderd tot soldaat der
tweede klasse, op de dag waarop hij de AMO succesvol heeft afgerond. 3. Bevordering tot soldaat der eerste klasse tijdens de initiële
opleiding vindt uitsluitend plaats één jaar nadat de militair is bevorderd
tot soldaat der tweede klasse indien hij binnen de termijn van een jaar, te
rekenen vanaf de afronding van de AMO, de Functiegerichte Opleiding om
organisatorische redenen niet succesvol heeft kunnen afronden. 4. Indien tijdens de initiële opleiding als bedoeld in het eerste lid het
militaire en het vaktechnische opleidingsgedeelte geïntegreerd worden
verzorgd, vindt bevordering plaats op het tijdstip waarop het militaire
opleidingsgedeelte zou zijn afgerond indien dat opleidingsgedeelte separaat
zou zijn verzorgd. Bevordering vindt alsdan plaats indien de militair het
tot dat moment voor hem geldende opleidingstraject met voldoende resultaat
heeft doorlopen. Paragraaf 2 Bevorderingen van militairen door
ervaringsopbouwArtikel 32 Ervaringsopbouw1. Om voor een bevordering als bedoeld in artikel 27, zevende lid, onder
b van het AMAR, in aanmerking te komen, dient de militair respectievelijk in
de stand van soldaat dan wel de rang van korporaal/marechaussee der eerste
klasse, sergeant/wachtmeester of tweede luitenant relevante ervaring tijdens
een functievervulling te hebben verworven waarbij er door de commandant geen
bezwaren tegen de voorgenomen bevordering zijn geuit. 2. De in het eerste lid bedoelde ervaring wordt aanwezig geacht indien de
militair gedurende een voor zijn aanstellingscategorie en functieniveau
vastgestelde periode op voldoende wijze heeft gefunctioneerd. Daarbij wordt
rekening gehouden met de bekwaamheid en geschiktheid van de militair als
bedoeld in artikel 14, derde lid. De duur van de hiervoor bedoelde periode
kan in geval van onvoldoende functioneren worden verlengd met maximaal één
jaar. 3. Gedurende de periode dat de militair is geschorst dan wel in militaire
detentie doorbrengt vindt geen ervaringsopbouw plaats. Indien de militair
door ziekte of buitengewoon verlof niet in staat is geweest zijn functie
daadwerkelijk te vervullen, dan wel er gedurende een aanmerkelijk gedeelte
van de aangegeven periode sprake is geweest van overwegende bemerkingen op
het functioneren, kan de duur van de periode als bedoeld in de eerste zin
van het tweede lid worden verlengd met maximaal een half jaar. 4. Indien de militair binnen 12 maanden voorafgaande aan zijn aanstelling
reeds was aangesteld bij het beroepspersoneel en een functie op
overeenkomstig rangsniveau heeft vervuld, wordt die periode in mindering
gebracht op de periode van de ervaringsopbouw welke is benodigd voor
bevordering tot korporaal der eerste klasse, tot sergeant der eerste klasse
dan wel voor bevordering tot eerste luitenant. Artikel 33 Bevordering tot soldaat der eerste
klasse bij de Koninklijke LandmachtDe militair die bij zijn aanstelling is bestemd om een functie te gaan
vervullen waaraan de stand van soldaat is verbonden, wordt bevorderd tot
soldaat der eerste klasse 1 jaar (12 maanden) nadat hij is bevorderd tot
soldaat der tweede klasse, met dien verstande dat hij de Functiegerichte
Opleiding succesvol dient te hebben afgerond. Artikel 34 Bevordering tot soldaat der eerste
klasse bij de Koninklijke LuchtmachtDe militair wordt bevorderd tot soldaat der eerste klasse nadat hij
gedurende 1 jaar als soldaat der tweede klasse een praktische training
tijdens tewerkstelling heeft voltooid. Artikel 35 Bevordering tot
korporaal/marechaussee der eerste klasseDe militair wordt bevorderd tot korporaal/marechaussee der eerste klasse,
met ingang van het tijdstip waarop hij na voltooiing van de initiële
opleiding in de rang van korporaal/marechaussee der tweede klasse gedurende
2 jaar ervaring heeft opgebouwd. Artikel 36 Bevordering tot
sergeant/wachtmeester der eerste klasseDe militair wordt bevorderd tot sergeant/wachtmeester der eerste klasse
met ingang van het tijdstip waarop hij na voltooiing van de opleiding tot
onderofficier in de rang van sergeant/wachtmeester gedurende 4 jaar ervaring
heeft opgebouwd. Artikel 37 Bevordering tot eerste luitenant1. De militair wordt bevorderd tot eerste luitenant nadat hij in de rang
van tweede luitenant gedurende 2 jaar ervaring heeft opgebouwd. 2. [vervallen] 3. [vervallen] 4. De militair, die na het bekleden van tenminste
één functie op het niveau van adjudant-onderofficier, als doorstromer een
functie op officiersniveau gaat vervullen, wordt vrijgesteld van de in het
eerste lid bedoelde eis met betrekking tot de ervaringsopbouw. Deze militair
wordt bevorderd tot eerste luitenant op het tijdstip waarop hem voor de
eerste maal een officiersfunctie wordt toegewezen. Paragraaf 3 Bevordering van militairen tijdens bij- of
omscholingsopleidingenArtikel 38 Bevordering tijdens bij- of
omscholingsopleidingAan de militair die tijdens een door hem te volgen bij- of
omscholingsopleiding - feitelijk wordt belast met de werkzaamheden verbonden aan de na
voltooiing van de opleiding toe te wijzen functie, kan voor de duur van
deze praktische tewerkstelling tijdelijk de aan die functie verbonden rang
worden toegekend, dan wel
- in het kader van zijn opleiding, buiten het opleidingsinstituut
tijdelijk wordt belast met het uitoefenen van gezag, kan voor deze periode
titulair de vereiste rang worden toegekend.
Artikel 39 Bevordering na voltooiing van de
bij- of omscholingsopleiding bij de Koninklijke Marine1. De militair die is aangewezen voor een bijscholingsopleiding tot
onderofficier wordt bevorderd tot korporaal op de dag dat hij de gehele
bijscholingsopleiding succesvol heeft afgerond. 2. De militair die is aangewezen voor een omscholingsopleiding tot
officier wordt – nadat met de voordracht is ingestemd – bevorderd: - tot tijdelijk luitenant ter zee der 3e klasse op de dag dat hij het
theoretische deel van die omscholingsopleiding succesvol heeft afgerond;
- tot luitenant ter zee der 2e klasse op de dag dat hij de gehele
omscholingsopleiding succesvol heeft afgerond.
|