Onderwerp: Bezoek-historie

Reglement meldingen inspectie militaire gezondheidszorg
Geldigheid:01-02-2003 t/m Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Reglement meldingen inspectie militaire gezondheidszorg

Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
31-01-03IMG03/40/03401-02-03

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder:

a. melding een, zonder het beogen van individuele klachtenbehandeling, afgegeven signaal betreffende tekortschieten van door (een medewerker van) een militaire gezondheidszorginstelling verleende zorg;

b. melder de persoon, die een melding doet;

c. gemelde het vermeende tekortschieten, waarop de melding betrekking heeft;

d. meldingsonderzoek

  • het beoordelen of de melding voor verder onderzoek in aanmerking komt, danwel wegens kennelijke ongegrondheid of niet-ontvankelijkheid dient te worden afgewezen, resp. doorverwezen; en/of
  • het doen van onderzoek naar het gemelde, resulterend in een onderbouwd oordeel hierover en eventuele aanbevelingen ter verbetering;

e. IMG de Inspectie Militaire Gezondheidszorg, de rechtstreeks onder de Minister van Defensie ressorterende instantie aan wie in het kader van haar toezichthoudende taak onderzoek naar mogelijk tekortschieten van de zorgverlening is opgedragen.

Artikel 2 Doelstelling

Het meldingsonderzoek heeft tot doel:

het bevorderen van de kwaliteit van de militaire gezondheidszorg door signalering van tekortkomingen en advisering inzake het wegnemen daarvan.

Artikel 3 Uitgangspunten

Bij het meldingsonderzoek wordt zorggedragen voor:

  1. laagdrempeligheid voor het doen van een melding;
  2. een zorgvuldig en vertrouwelijk onderzoek;
  3. een onafhankelijke opstelling;
  4. een zo vlot mogelijke afhandeling;

Artikel 4 De meldingsprocedure

De melder wendt zich bij voorkeur in eerste instantie tot de medewerker of instelling op wiens zorgverlening de melding betrekking heeft, om te trachten op deze wijze tot verbetering te komen. Indien dit onvoldoende resultaat heeft, dan wendt de melder zich bij voorkeur vervolgens tot een voor meldingen aangewezen commissie, voor zover aanwezig.

Artikel 5

In het geval dat de in artikel 4 aangegeven procedure onvoldoende leidt of kan leiden tot verbetering, kan de melding -in beginsel schriftelijk- worden gedaan bij de IMG. Deze zorgt ervoor dat aan melder binnen twee weken een ontvangstbevestiging wordt gestuurd, waarbij hij tevens wordt geïnformeerd over de verdere procedure.

Artikel 6

Indien de melding naar het oordeel van de IMG onvoldoende informatie bevat, verzoekt deze de melder om alsnog duidelijkheid te verschaffen.

Artikel 7

Indien de melding door de IMG kennelijk niet-ontvankelijk wordt geacht, dan wordt deze zo mogelijk met mededeling daarvan aan melder doorverwezen naar een instantie die deze wel in behandeling kan nemen. Wordt de melding als kennelijk ongegrond aangemerkt, dan kan deze op basis daarvan gemotiveerd worden afgewezen.

Artikel 8

Indien bij het onderzoek naar het gemelde blijkt dat het gesignaleerde tekortschieten direct kan worden verbeterd met behulp van andere middelen of instanties, dan neemt de IMG hiertoe actie en doet hiervan aan de melder mededeling.

Artikel 9

Indien de melding hiertoe aanleiding geeft, stelt de IMG zo spoedig mogelijk een onderzoek in. Het onderzoek houdt in:

  1. het inwinnen van relevante (medische) informatie;
  2. het informeren en horen van personen en instanties betrokken bij de zorgverlening, waarop de melding betrekking heeft;
  3. het waar nodig instellen van een onderzoek ter plaatse;
  4. het waar nodig raadplegen van externe deskundigen.

Artikel 10

Op basis van het onderzoek stelt de IMG een rapport op, bestaande uit:

  1. een korte beschrijving van de melding;
  2. een beschrijving van het onderzoek;
  3. een verslag van bevindingen;
  4. een beschouwing van de bevindingen en een oordeel;
  5. eventuele aanbevelingen.

Artikel 11

Het rapport wordt toegestuurd aan:

  1. de melder;
  2. de direct betrokken personen en instanties (tenzij dit gezien de aard van de gedane bevindingen onnodig wordt geacht);

Indien het rapport niet binnen drie maanden na het indienen van de melding kan worden uitgebracht, wordt de melder hierover bericht.

Artikel 12

Indien het rapport hiertoe aanleiding geeft, kan een afschrift ervan worden gezonden aan:

  1. de voor de kwaliteit van de zorg verantwoordelijke autoriteiten;
  2. de Minister van Defensie;
  3. de Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg;
  4. de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht;
  5. andere bij de onderzochte melding betrokken instanties.

Artikel 13

De gedane bevindingen worden jaarlijks in een van persoonsgegevens geschoond jaarverslag gerapporteerd aan de Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg. Afschriften van het jaarverslag worden toegezonden aan belanghebbende autoriteiten binnen en buiten het Ministerie van Defensie.

Artikel 14

De melder kan aangeven anoniem te willen blijven. In dat geval wordt zoveel mogelijk getracht te voorkomen dat zijn identiteit bij betrokken personen of instanties bekend wordt. Indien de melder laat blijken geen prijs te stellen op verdere betrokkenheid, dan ontvangt hij geen bericht meer over onderzoeksbevindingen en / of aanbevelingen.

Artikel 15

De melder behoudt te allen tijde het recht zich te wenden tot andere instanties binnen en buiten het Ministerie van Defensie. In dat geval wordt hij geacht hiervan mededeling te doen aan de IMG.

Artikel 16

Meldingen die niet rechtstreeks aan de IMG zijn gericht kunnen desondanks door deze in behandeling worden genomen, bij voorbeeld op doorverwijzing door een andere instantie. De melder wordt in dat geval van het in behandeling nemen in kennis gesteld.

Artikel 17

De door de IMG in een rapport gedane uitspraak houdt een oordeel in over de zorgverlening, waarop de melding betrekking heeft met eventuele aanbevelingen ter verbetering; geen uitspraak wordt gedaan over een eventueel recht op schadevergoeding, recht op invaliditeitspensioen of medische (on)geschiktheid. Voor een uitspraak hierover wordt de melder desgewenst naar de geëigende instantie doorverwezen.

Artikel 18

De melder behoudt te allen tijde het recht om zijn melding te wijzigen of in te trekken. In het geval van wijziging wordt opnieuw bezien of de melding voor verder onderzoek in aanmerking komt. Bij intrekking van de melding wordt het onderzoek naar het gemelde als zodanig gestaakt. De IMG behoudt echter het recht om het onderzoek, los van de melding, voort te zetten en de bevindingen te rapporteren aan de in artikel 12 genoemde functionarissen.

Artikel 19

De IMG kan het onderzoek naar het gemelde opschorten of staken, indien:

  1. de zorgverlening, waarop de melding betrekking heeft, reeds door een andere instantie wordt onderzocht;
  2. er onvoldoende informatie beschikbaar is om de melding verder te onderzoeken, dan wel indien er binnen afzienbare tijd nadere, voor het onderzoek (mogelijk) relevante, informatie wordt verwacht;
  3. de melder onvoldoende medewerking verleent.

Indien het onderzoek wordt opgeschort of gestaakt, wordt de melder hiervan direct op de hoogte gesteld.

Artikel 20

Indien daartoe aanleiding bestaat kan de IMG gemotiveerd afwijken van het in dit reglement gestelde.

Artikel 21 Slotbepaling

Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 februari 2003 en zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant.  

Naar boven