Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1. Tenzij anders bepaald zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in
artikel 54a van het AMAR
op deze regeling van toepassing.
2. Voor de toepassing van deze regeling wordt, voor zover in deze regeling
niet anders is bepaald, verstaan onder:
a. militairde militair als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van het AMAR,
waaronder mede begrepen hij die is aangesteld in burgerlijke openbare dienst om
bij de krijgsmacht als geestelijke verzorger werkzaam te zijn;
b. meetperiodebij gebruik van continu- of ploegendienstroosters de periode waarvoor het
rooster geldt en bij gebruik van andere roosters niet korter dan de periode
waarvoor het rooster geldt, doch tenminste één maand;
c. etmaaleen tijdsbestek van 24 uur;
d. dagdeeleen tijdsbestek van 4 uur;
e. maximale arbeidsduurde arbeidsduur als bedoeld in
artikel 54b, vierde lid,
van het AMAR;
f. ongebruikelijke urende uren gelegen tussen 00.00 en 07.00 uur en tussen 18.00 en 24.00 uur op
maandag tot en met vrijdag, alsmede de uren gelegen tussen 00.00 en 24.00 uur op
de dagen genoemd in artikel
57a, eerste en tweede lid, van het AMAR;
g. meerdaagse activiteitenvaren, oefenen en bijzondere inzet die een aaneengesloten periode van
langer dan een etmaal beslaan;
h. oefenenelk door defensiepersoneel in de praktijk brengen van onderwezen
bekwaamheden teneinde aldus de bedrevenheid in het uitvoeren van aan de
krijgsmacht opgedragen operationele taken te verwerven, te vergroten of te
onderhouden;
i. varenhet buiten de thuishaven verrichten van werkzaamheden en diensten aan boord
van een Nederlands oorlogsschip alsmede van een vaartuig dat bestemd is om als
Nederlands oorlogsschip in dienst te worden gesteld en voorts van elk ander
vaartuig dat - bij afzonderlijke beschikking - wordt aangewezen als oorlogsschip
in de zin van deze regeling;
j. bijzondere inzetinzet in het kader van militaire steunverlening in het openbaar belang als
bedoeld in het Voorschrift Militaire Steunverlening in het openbaar belang en
Maatschappelijke dienstverlening door Defensie aan derden, alsmede andere door
de Minister van Defensie te bepalen vormen van bijzondere inzet;
k. ZZF-dageen dag als bedoeld in
artikel 57a, eerste en tweede lid, van het AMAR;
l. commandantde commandant als bedoeld in de Regeling aanwijzing commandanten defensie;
m. groep 1(a) voor de militair van de Koninklijke marine: de schepeling met de stand van matroos;
(b) voor de overige militairen: de militair met
de stand van soldaat der derde klasse, soldaat der tweede klasse en soldaat der
eerste klasse en de militair met de rang van korporaal.
n. groep 2(a) voor de militair van de Koninklijke marine: de militair met de rang van korporaal;
(b) voor de overige militairen: de militair met
de rang van korporaal der eerste klasse, sergeant en sergeant der eerste klasse.
o. groep 3(a) voor de militair van de Koninklijke marine: de militair met de rang van sergeant of een
hogere rang.
(b) voor de overige militairen: de militair met
de rang van sergeant-majoor of een hogere rang.
Artikel 4 Uitzonderingsbepalingen
1. De militair komt niet in aanmerking voor een vergoeding op grond van de
bepalingen in de paragrafen II, III, IV, V en VI van deze regeling gedurende de
tijd dat hij:
- beperkt wordt in zijn bewegingsvrijheid dan wel werkzaamheden verricht,
uitsluitend ten gevolge van het ondergaan van een krijgstuchtelijke straf of
van arrest;
- is aangewezen voor het volgen van een studie buiten de krijgsmacht en aan
hem om die reden geen werkzaamheden en diensten worden opgedragen;
- een initiële opleiding volgt, tenzij:
1° hij is geplaatst of gedetacheerd voor een praktische tewerkstelling dan wel
een praktische bedrijfsintroductie;
2° hem diensten worden opgedragen die geen deel uitmaken van de
opleiding(ssyllabus);
3° hem een beperking van de bewegingsvrijheid, bedoeld in
artikel 60b AMAR, wordt opgelegd;
4° hij in het kader van de opleiding(ssyllabus) vaart of deelneemt aan een
oefening, voor zover deze activiteit een aaneengesloten periode van een etmaal
of langer dan een etmaal beslaat;
5° hij wordt aangewezen voor een bijzondere inzet;
- een niet-initiële opleiding of cursus volgt, tenzij hij in het kader van
de opleiding(ssyllabus) bij een operationele eenheid is geplaatst of
gedetacheerd en in dat kader vaart of oefent voor een aaneengesloten periode
van een etmaal of langer dan een etmaal;
- buiten de normale voor hem geldende werktijd, reizende is, met
uitzondering van de militair wiens functie is aangewezen als een functie
waarbij het reizen een wezenlijk bestanddeel uitmaakt van de functie, bedoeld
in artikel 54b, vijfde
lid, van het AMAR;
- aanwezig dient te zijn op een plaats als bedoeld in artikel 7a, tweede
lid, uitsluitend ten gevolge van het feit, dat hij van rijkswege wordt
gehuisvest en/of gevoed.
2. Niet in aanmerking voor een vergoeding op grond van de bepalingen in de
paragrafen II, III, IV, V en VI van deze regeling komt de militair die en
gedurende de tijd dat hij aanspraak heeft op:
- de voorzieningen op grond van
hoofdstuk 3 van het
Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel;
- de voorzieningen op grond van de
Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties.
3. Niet in aanmerking voor een vergoeding op grond van de bepalingen in de
paragrafen II, III, IV en V van deze regeling komt de militair die en gedurende
de tijd dat hij aanspraak heeft op de toelage militaire bijstand, bedoeld in
artikel 8
van de Inkomstenregeling militairen.